Schaakrubrieken weekend 29 juni 2019
Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.
Hans Ree | Gert Ligterink | Hans Böhm | Bab Wilders | Johan Hut | Rini Kuijf | Henk Prins |
Een meedogenloze spiegel
Afgelopen woensdag speelde Magnus Carlsen in Zagreb tegen Anish Giri, nummer vijf op de wereldranglijst. Giri verloor met wit in 23 zetten. Hoe kon dat zo snel? Het gebeurde als in een flits. Plotseling schoten de koningsvleugelpionnen van Carlsen naar voren, g7-g5 en h5-h4-h3, en toen moest Giri meteen opgeven. Hij was er beduusd van en zei dat Magnus een spiegel is waarin zijn tegenstanders hun stompzinnigheid kunnen zien. Dat toernooi in Zagreb is een onderdeel van de Grand Chess Tour, een geesteskind van Garry Kasparov. Die is in 2014 Kroatisch staatsburger geworden en woont behalve in New York ook een deel van het jaar in Kroatië aan de Adriatische kust. Hij was prominent aanwezig bij het toernooi en had de hoogste lof voor Carlsen, die hij vergeleek met Robert Fischer en met hemzelf in de jaren van hun grootste overmacht, met het verschil dat Carlsen misschien nog niet op zijn top is. Over de partij tegen Giri zei hij: „Giri ziet een deel van het bord, Carlsen ziet het hele bord.” Carlsen is onbereikbaar geworden voor de rest van de wereld. In Nederland is de kloof tussen Giri en onze nummer twee nog veel groter en je zou soms bijna vergeten dat er achter hem ook nog leven is.
In een artikel van Johan Hut, de schaakmedewerker van een consortium van provinciale dagbladen, las ik onlangs dat op een ratinglijst die dagelijks bijgehouden zou worden, de Brabander Benjamin Bok (24) de nummer twee van Nederland zou zijn. Ik was Bok een beetje uit het oog verloren, en dat komt doordat hij sinds vorig jaar studeert aan de Amerikaanse St. Louis University. Alles betaald, collegegeld, huisvesting, maaltijden en iedere maand een mooi zakgeld. Onder aanvoering van de miljardair Rex Sinquefield zijn ze in St. Louis dol op sterke schakers.
Vasili Ivantsjoek – Benjamin Bok (St. Louis Spring Classic maart 2019)
1. e4 e5 2. Pc3 Pf6 3. g3 d5 4. exd5 Pxd5 5. Lg2 Pxc3 6. bxc3 Lc5 7. Pf3 Pc6 8. 0-0 0-0 9. Te1 Lg4 10. De2 Dd7 11. Db5 Wits dame gaat ver van huis. De bedoeling is pionwinst na 11…Lb6 12. Pxe5, maar zelfs dat is niet slecht voor zwart. 11…Df5 12. Dxc5 Lxf3 13. d3 b6 14. Db5 Lxg2 15. Kxg2 Dd7 16. Lb2 a6 17. Da4 Tfe8 18. Te3 Te6 19. Tae1 Th6 20. h4 b5 21. Db3 g5 Een harde aanpak, omdat wits dame en loper ver weg staan. 22. Lc1 gxh4 23. Te4 h3+ 24. Kh2 Tf6 25. Le3 Te8 26. a4 Tb8 27. axb5 axb5 Wit heeft zich goed verdedigd en zou na 28. Th4 niet slecht staan. 28. f4 Maar dit vraagt te veel. 28…Dg4 29. fxe5 Df3 30. Kxh3 Tg6 Niet slecht, maar het simpele 30…Dh5+ 31. Kg2 Pxe5 was ook goed. 31. Lf4 Pe7 Beter was 31…Pd8 gevolgd door 32…Pe6, om wit geen tegenspel te geven. 32. e6 Pf5 33. exf7+ Kg7 34. f8D+ Dit verliest. Na 34. Le5+ of 34. Tg1 was het onduidelijk. 34…Txf8 35. Te7+ Pxe7 36. Txe7+ Kh8 37. Le5+ Tff6
Partij in de viewer:
Giri noemt zijn spel tegen Carlsen onacceptabel
Vier jaar geleden stond in een Noorse sportkrant een foto van Anish Giri met als onderschrift: ‘Wat moet Magnus Carlsen doen om van deze man te winnen?’ Alle topspelers had Carlsen minstens eenmaal verslagen, maar het raadsel Giri bleek steeds te moeilijk. In 2011 verloor hij in Wijk aan Zee de eerste onderlinge partij, waarna veertien remises volgden.
Giri kan de ongeslagen reeks slechts koesteren als een zoete herinnering. In 2016 verloor hij voor het eerst van Carlsen en sinds vorig jaar gaat het van kwaad tot erger. Alsof de definitieve vereffening van de oude rekening voor hem de hoogste prioriteit had, won de wereldkampioen op verpletterende wijze drie van de laatste vier partijen.
De ergste afstraffing voltrok zich deze week in de openingsronde van een toernooi in Zagreb. Onder het kritisch oog van oud-wereldkampioen Gari Kasparov lukte het Giri niet een behoorlijk antwoord te vinden op Carlsens provocerende spel. Een serie zwaarwegende fouten leidde tot een nederlaag in slechts 23 zetten. Giri zocht niet naar excuses. ‘Met foute beslissingen valt te leven, maar het is onacceptabel dat ik een behoorlijke stand in vijf zetten verlies. Carlsen is de laatste tijd een spiegel. Hij laat mij en anderen zien hoe groot onze tekortkomingen zijn.’
Giri – Carlsen (Zagreb 2019)
1. e4 c5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 e6 4. Lxc6 bxc6 5. d3 Pe7 6. h4 h5 7. e5 d6 Volgens Carlsen bluf in plaats van de sterkere zet 7 … f6, die Giri bij zijn voorbereiding ongetwijfeld had bekeken: ‘Soms moet je bij beslissingen meer rekening houden met de tegenstander dan met de stelling.’ 8. exd6 Pg6 9. Pfd2 Lxd6 10. Pc4 Le7 11. Pc3 La6! 12. Df3 Tot genoegen van Carlsen laat Giri zich meeslepen in een onoverzichtelijk straatgevecht. Met 12. g3 Lxc4 13. dxc4 Dxd1+ 14. Pxd1 kan wit aansturen op een kalme, ongeveer gelijke stand. 12 … Lxc4 13. Dxc6+ Kf8 14. dxc4 Pxh4
Partij in de viewer:
Rubriek 29 juni
NK’s 2019
Samen met toernooidirecteur Bart Stam blikken we op een zonnig terras vooruit naar de NK’s voor mannen en vrouwen die overmorgen beginnen in de Tolhuistuin aan de IJ-oever in Amsterdam-Noord. “Laten we beginnen met de klinkende namen die niet meedoen want er blijft genoeg over”. Anish Giri kon geen ruimte maken in zijn internationale agenda maar zodra die ruimte er wel is, is hij van de partij want zijn carrière is tenslotte hier begonnen. Loek van Wely heeft plotseling mogelijkheden in de politiek nu zijn partij FvD zoveel zetels heeft gewonnen en hij concentreert zich dus liever op andere zaken.
De bezwaren van Jan Timman zijn van andere orde, hij vindt acht deelnemers te weinig, wil ergens een rustdag en startgeld. “Ik zou ook liever tien of twaalf deelnemers hebben, dat zou meer recht doen aan het grote arsenaal sterke spelers en je zou opkomend talent een kans kunnen geven,” knikt Stam, “maar het budget laat het niet toe en dat geldt ook voor die rustdag. Een volle week een pand afhuren kan, ga je daar overheen dan wordt het een ander verhaal. De KNSB is enkele jaren geleden opgehouden met startgelden dus als beide partijen zich daarin principieel opstellen wordt het moeilijk.”
Toch jammer dit gemis van deze publiekstrekkers want dit jaar beleeft het NK het 75-jarig jubileum: in 1909 werd het officiële nationale kampioenschap voor de eerste keer gehouden en de winnaar heette Adolf Olland, dat kon toen nog. Olland overleed aan het bord in de voorlaatste ronde tijdens het NK 1933 dat Max Euwe won. Bij het NK-vrouwen hebben 14-voudig en regerend kampioen Zaoqin Peng en 4-voudig kampioene Anne Haast afgezegd. Peng ziet geen uitdaging meer en wil zich bezighouden met trainen en coachen en Haast krijgt als onderwijzeres niet zomaar vrij.
Maar nu de spelers die wel meedoen!
Bij de heren zijn alle deelnemers grootmeester en vooraf kanshebber. Sergey Tiviakov (46 jaar) was kampioen in 2006 en 2007 en won in 2018 overtuigend. Jorden van Foreest (20 jaar) was kampioen in 2016 en ook al kent hij inmiddels zijn grenzen, hij heeft gekozen voor het schakersleven. Zijn broer Lucas (18 jaar) kreeg een wildcard van de KNSB en heeft bewezen gevaarlijk te zijn voor iedereen. Erwin l’Ami (34 jaar) is een professional die loyaal is aan het Nederlandse schaakleven (diverse keren won hij het NK-Open) en hij is een betrouwbare kracht in het Olympiade-team. Erik van den Doel (40 jaar) is al twintig jaar topspeler met vele titels en vorig jaar was hij nog gedeeld tweede bij het NK. Net zoals Iwan Sokolov (50 jaar) die naast zelf schaken de laatste tijd ook trainer is in Iran en zijn rijke ervaring deelt middels vele boeken. Jan Werle (35 jaar) werd Europees Kampioen in 2008 maar door zijn baan als jurist bleven volgende successen uit. De laatste tijd keert hij weer terug in de arena en is zelfs bezig een schaakacademie op te zetten met zijn vrouw, Iosefina Paulet die bij het NK-vrouwen meedoet. En tenslotte Benjamin Bok (24 jaar), een van onze grote beloftes die tegenwoordig in St. Louis studeert maar daar ook speelt in de plaatselijke schaakclub met wereldtoppers als Fabiano Caruana en Hikaru Nakamura. Kortom, acht spelers dit jaar aan het NK die zouden kunnen winnen als ze het op hun heupen hebben.
Bij de acht vrouwen ligt de zaak geheel anders. Hier zijn drie vrouwen favoriet: Tea Lanchava, kampioene in 2012 en al jarenlang topspeelster. Ze heeft het meest te duchten van Rosa Ratsma die vorig jaar derde werd achter Peng en Lanchava. En ook van Iosefina Paulet, die de titel vrouwen-grootmeester draagt. Arlette van Weersel en Maaike Keetman kunnen als spaak in het wiel bepalend zijn voor de einduitslag maar zullen zelf vermoedelijk in de middenmoot vertoeven. De grote belofte Anna Maya Kazarian (Europees kampioene tot 16 jaar in 2015) is inmiddels negentien jaar en zou wel weer eens een succes kunnen gebruiken.
Opmerkelijk is de deelname van de tieners Eline Roebers (13 jaar) en Machteld van Foreest (11 jaar). Het is een gewaagde actie van de KNSB maar op grond van hun indrukwekkende resultaten in diverse toernooien verdienen zij hun wildcards. Om verschillende redenen kunnen we dus twee spannende toernooien verwachten.
De toernooidirecteur vertelt vol enthousiasme over de side-events op achtereenvolgende dagen te beginnen met het NK voor pastores (1 juli), een open rapidtoernooi, een jeugdevenement en snelschaak voor medewerkers Gemeente Amsterdam. Verder wordt iedere dag live commentaar gegeven op de lopende partijen.
Nu het Rapid- en Blitz-schaken niet langer een zaak is van een gezellig avondje, maar ook op het hoogste niveau wordt beoefend met zelfs een aparte wereldranglijst, is het verstandig de laatste mode te volgen. In dit verband is het goed even te wijzen op twee boeken van het Joachim Beyer Verlag, onderdeel van Schachverlag Ullrich. The Siclian Wing Gambit is van de hand van Schmücker en de auteur beschouwt dit gambiet (1.e4 c5 2.b4 cxb 3.a3) wel degelijk als een serieuze opening. Bekemann houdt zich in het tweede boek bezig met de Budapester en nog een aantal gambieten die vooral succesvol kunnen zijn wanneer de tegenstander niet op de hoogte is. Beide boeken kosten € 19,80 en vooral clubspelers kunnen zich hiermee uitleven.
De categorie is ook de doelgroep van Zaninotto’s Learning from the mistakes of others, waarin men geen mooie grootmeesterpartijen zal aantreffen, want de auteur wil juist aan de hand van het ‘gepruts’ van clubspelers laten zien waar en waarom het fout gaat. Hij hoopt dat zijn lezers niet meer in hun partijen dergelijke blunders zullen begaan of verkeerde plannen zullen maken. Daarbij komen alle fasen van de partij aan de orde. Ook Karcher richt zich in zijn boek Increase your chess op de groep van spelers rond de 2000 ELO. Hij biedt een gerichte en hopelijk effectieve training aan, maar dan juist wel aan de hand van de eigenschappen die van een beginnende schaker een (groot)meester kunnen maken. Hierbij is het goed beoordelen van de stelling en het vervolgens maken van een goed plan, het beslissende verschil tussen de goedwillende houtschuiver en het echte talent. Maar het een en ander is wel degelijk te leren of in ieder geval te verbeteren. De auteur verklaart dat hij de methode op zichzelf heeft toegepast en daardoor met sprongen vooruit is gegaan. Goed geselecteerd oefenmateriaal moet de lezers hierbij helpen.
Dat alle boeken van deze Duitse uitgever in het Engels zijn, is opmerkelijk, maar dat zijn we inmiddels wel gewend van het Beyer Verlag. Vorig jaar leek het er toch een beetje op, mede door twee niet zo overtuigende WK-matches daarvoor, dat wereldkampioen Carlsen toch niet zomaar in een rijtje van namen als Karpov of Kasparov kon worden geplaatst, om nog maar te zwijgen van namen als Capablanca of Fischer. In 2018 bevestigde hij zijn superioriteit door drie grote toernooien achter elkaar te winnen: Tata, Gashimov Memorial en de Grenke Classic.
Svidler-Carlsen
1.e4 c5 2.Pf3 Pc6 3.Pc3 e5 4.Lc4 Le7 5.d3 d6 6.Pd2 Pf6 7.Pf1 Pd7 8.Pd5 Pb6 9.Pxb6 axb 10.c3 0-0 11.Pe3 Lg5 12.0-0 Kh8 13.a3 f5 de eerste aanwijzing dat Carlsen ervoor gaat. 14.Pxf5 Lxc1 15.Txc1 Lxf5 16.exf d5 17.La2 Txf5 18.Dg4 Tf6 19.f4?! (beter Dh5) exf 20.Dg5 Df8 21.Dx5 Td8 22.Df3? niet goed, beter een pion geven met Dg5 22..Pe5 23.Pg4 24.Tce1 Pe3 25.Tf2 Te8 26.Dxb7 g5 27.Tfe2? het was al moeilijk maar nu wordt het hopeloos: 27..g4 28.Tf2 Dh6 29.Dc7 Tef8 30.h3 Svidler imiteert van Speyk: dan maar de lucht in. 30..gxh 31.g3 fxg 32.Txf6 h2† 33.Kh1 g2 mat.
Partij in de viewer:
Probleem 2739 is een 3-zet van Ernst:
Friso Nijboer ontsnapt bij HSG Open
Eenvoudige schakers die eens van een grootmeester willen winnen, krijgen daarvoor zelden de kans, maar de kansen die er zijn, liggen in een weekendtoernooi. Een voordeel voor de outsider is dat de grootmeester hem niet kent. Niveau, stijl en specialiteiten zijn onbekend, de topschaker speelt eigenlijk niet tegen de speler maar tegen het bord. Dat moet hij ook kunnen, maar is wel degelijk een verzwarende factor. Bij een groot open toernooi, negen partijen in negen dagen, hoor je de avond van tevoren wie je tegenstander is. Schakers spelen die avond en de volgende ochtend op hun computer partijen na uit de databank. Bij een weekendtoernooi, zes partijen binnen 48 uur met op zaterdag zelfs drie partijen, kan dat niet.
Het HSG Open is iets ruimer. In hotel Lapershoek in Hilversum worden vrijdag, zaterdag en zondag elk twee partijen gespeeld. De onbekendheid is hetzelfde. Zo zal topfavoriet Erwin l’Ami vorig weekend niet hebben geweten wie zijn eerste tegenstander Rieks Taal is. Wel kon hij uitrekenen dat hij volgens de Elo-statistieken van de 100 partijen er 97 moet winnen. Laat een van die drie nederlagen nou net vorige week vallen, in de eerste ronde. Vol goede moed ging l’Ami verder, maar in de vijfde ronde verloor hij ook van Eelke Wiersma. Dat valt wel in de categorie ‘kan gebeuren’. Het leverde de grootmeester een schamele zestiende plaats op en een flink Elo-verlies. Loek van Wely bleef van ongelukken verschoond, hij speelde alleen remise tegen Casper Schoppen, die het toernooi samen met hem won. Geen schande, Schoppen is onlangs nog door het Max Euwe Centrum uitgeroepen tot ‘Talent van het jaar 2018’.
Friso Nijboer speelde een matig toernooi, maar had in de eerste ronde al onderuit moeten gaan tegen Jos Vlaming, ook een onbekende. Hij redde zich uit een penibele situatie door dat te doen waar het allemaal om gaat: matzetten.
Nijboer-Vlaming
1.e4 g6 2.d4 Lg7 3.Pc3 c6 4.Pf3 d5 5.h3 Pf6 6.e5 Pe4 7.Ld3 Pxc3 8.bxc3 c5 9.0-0 Pc6 10.Te1 0-0 11.Tb1 c4 12.Lf1 Da5 13.Ld2 Da4 14.g4 b5 15.Lg2 Tb8 16.Lf4 Le6 17.Pg5 Dxa2 18.Dd2 Dreigt de zwarte dame te vangen met de twee torens. Het doel van zwart is duidelijk: rennen met de a- en b-pion. Wat wit ertegenover stelt is voor het publiek nog niet duidelijk. 18…Da5 19.Pxe6 fxe6 20.Le3 Tb7 21.g5 Tfb8 22.h4 Dc7 23.Lh3 Dd7 24.Dd1 a5 25.Dg4 Pd8 Dit wordt straks een nagel aan zijn eigen doodskist, maar als de e-pion valt, valt vervolgens ook de d-pion. 26.Ta1 Dc7 27.h5 b4 28.h6
Partij in de viewer:
Voor beginners A7973
Voor gevorderden B7973
We zijn toegekomen aan thema H in de serie over de wittelijnenthematiek. Bij thema H draait het om een themaveld rond de zwarte koning, die door drie witte ‘lijnstukken’ is gedekt. Met ‘lijnstukken’ wordt bedoeld de stukken die zich bewegen langs horizontale, verticale en/of diagonale lijnen, dus de toren, de loper en de dame. In de verleidingen gaat wit steeds in één van die lijnen staan. In de weerlegging van de verleiding zet zwart ook een stuk in een andere lijn. Bij het uitvoeren van de matzet door wit wordt de derde lijn naar het themaveld afgesloten, zodat tenslotte de zwarte koning kan vluchten naar het themaveld. Zoals altijd is een definitie van een thema moeilijker te begrijpen dan een voorbeeld.
Jan Werle werd geen Europees kampioen. Volgens mij was het kampioen van de EU.
Klopt. Voor Short en Adams, is op Wikipedia te lezen.
Minder sterk bezet dan een EK, maar wel degelijk een gigantische prestatie.
Hans Böhm schrijft dat Loek van Wely niet aan het NK deelneemt omdat hij – nu hij politicus is – zich op andere zaken concentreert. Een begrijpelijke gedachte, maar het is niet waar. Loek speelt een toernooi op Corsica en heeft zijn gezin bij zich. Een vakantietoernooi dus, het NK zou hij veel serieuzer moeten benaderen.
Dit vertelde Loek me bij het HSG Open, dit is niet algemeen bekend. Als ik het niet wist, had ik waarschijnlijk hetzelfde geschreven als Böhm. Maar Loek zei me ook nog dat politici nogal veel vakantie hebben. Dat wist ik, maar ik vond het grappig dat hij dat zei.
Loek van Wely speelt graag in de zomervakantie op Corsica en wordt daar ook een beetje als een Corsicaanse grootmeester beschouwd, want zijn grootmoeder kwam van Corsica. Mogelijk heeft hij zijn politieke ambities van die kant geërfd, want er was ooit een Corsicaan keizer van Frankrijk.
Ach ja. ‘Ondanck-baer toont sich nu, ’t schuym van vuyle Walen [Fransen] (…) en wilt dat desen Staet van Schelmen zy beheert’, las ik onlangs in een zeventiende-eeuws pamflet…