Schaakrubrieken weekend 13 juli 2019
Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.
Hans Ree | Gert Ligterink | Hans Böhm | Bab Wilders | Johan Hut | Rini Kuijf | Henk Prins |
Semispatiebalkvariant
Tijdens het NK, dat een week geleden werd gewonnen door Lucas van Foreest, leerde ik een nieuw schaakwoord kennen: semispatiebalkvariant. Ik was niet de enige voor wie het een vreemd woord was. Dimitri Reinderman, die het had gebruikt in een rondeverslag, legde het uit: „Voornamelijk spatiebalken (in Chessbase met de engine aan, zodat ie de eerste keuze uitvoert), maar soms de computer een duwtje in de goede richting geven.”
Voor lezers van deze rubriek die niet dagelijks spatiebalken in Chessbase zal het misschien nog steeds niet helemaal duidelijk zijn. Met wat kwade wil kun je zeggen dat de spatiebalkers ezels zijn die alleen geïnteresseerd zijn in de eerste keuze van hun schaakcomputer. De mensen die het semi doen, voeren af en toe een eigen zet in. De grote Russische schaker Jan Nepomniatsjtsji is beslist geen ezel, maar in zijn partij tegen Anish Giri uit de laatste ronde van het toernooi in Zagreb was hij wel het slachtoffer van een te groot vertrouwen in zijn computer. Hij offerde op aanraden van de machine een stuk en merkte een paar zetten later al dat hij verloren stond. Volgens Giri kwam het doordat Nepom die stelling een paar jaar geleden had bestudeerd, toen de schaakprogramma’s slechter waren dan nu. Giri bracht een ode aan zijn eigen computer: „Ik wil graag voor deze partij iemand bedanken, iemand die ik eigenlijk nooit bedank, mijn helper die altijd voor me klaarstaat, dag en nacht onder de meest onmenselijke omstandigheden, die nooit ergens om vraagt en gewoon zijn ding doet – mijn pc!”
Ik keek even wat mijn eigen Stockfish 10 vindt van dat fatale stukoffer 13. Pxh7. Stockfish aarzelde even, maar binnen een halve minuut kwam hij tot de conclusie dat het niet deugde. Nepom moet spatiebalkend de opening bekeken hebben voordat Stockfish 10 bestond. Dat toernooi in Zagreb werd overigens soeverein gewonnen door Magnus Carlsen. Het was zijn zevende toernooioverwinning in 2019, zijn wonderjaar.
Jan Nepomniatsjtsji – Anish Giri, Zagreb 2019
1. e4 c5 2. Pf3 d6 3. Lb5+ Pd7 4. c3 Pgf6 5. Ld3 g6 6. Lc2 Lg7 7. d4 0-0 8. 0-0 b5 9. e5 De eerste stap op het verkeerde pad, maar nog niet fataal. 9…Pe8 10. e6 Daar was het hem om te doen, maar een rustige zet als 10. a4 was beter. 10…fxe6 11. Pg5 Pc7 12. dxc5 Pxc5
Partij in de viewer:
Waar Carlsen aan zet is, buigt de oppositie het hoofd
Hoe spannend de slotdag van het Nederlands kampioenschap ook was, steeds dwaalde de aandacht af naar dat andere toernooi in Zagreb, waar Magnus Carlsen de laatste hand legde aan een nieuwe vernedering van zijn rivalen. Alsof het de gewoonste zaak van de wereld was, ontmantelde hij met indrukwekkend spel de favoriete opening van de Fransman Vachier-Lagrave.
Carlsen eindigde door de zege op 8 punten uit 11 partijen, een monsterscore tegen de sterkste oppositie die op dit moment te vinden is. Vijf klassieke toernooien op rij heeft hij dit jaar gewonnen met als gevolg dat zijn rating weer even hoog is als in 2014, toen hij voor het eerst in de buurt kwam van de droomgrens van 2.900 punten. Het verschil met nummer twee Fabiano Caruana is opgelopen tot 64 punten.
De concurrentie buigt het hoofd. De Amerikaan Wesley So, tweede prijswinnaar in Zagreb, zei dat zijn resultaat voelde als een toernooioverwinning: ‘Het lijkt alsof we terug zijn in de jaren rond 1970, toen Bobby Fischer onverslaanbaar was en de anderen streden om de tweede plaats.’ Ook Anish Giri, die eindigde op een score van 50 procent, sprak met bewondering over Carlsens spel: ‘We moeten geduld hebben en wachten tot de storm voorbij is. Ik ben er zeker van dat hij ooit oud en moe zal zijn’.
De intensieve voorbereiding op de WK-match tegen Caruana heeft het spel van de wereldkampioen geen kwaad gedaan. De Armeniër Levon Aronian constateerde dat Carlsen anders dan in voorgaande jaren zijn tegenstanders opzoekt in kritieke, actuele openingsvarianten: ‘Het doet me genoegen te zien hoe hard hij aan het spel heeft gewerkt. Het is een voorbeeld om te volgen.’
Carlsen – Vachier-Lagrave (Zagreb 2019)
1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 d5 4. Pf3 Lg7 5. cxd5 Pxd5 6. e4 Pxc3 7. bxc3 c5 8. Le3 Da5 9. Dd2 Pc6 10. Tb1 cxd4 11. cxd4 0-0 12. Dxa5 Pxa5 13. Ld3 Lg4 14. 0-0 Lxf3 15. gxf3 e6 Als dit lastige eindspel het maximum is dat zwart kan bereiken, verkeert de Grünfeld-Indische opening in een crisis. Ook na 15 … Tfd8 16. d5 e6 17. Lg5 f6 18. Ld2 b6 19. Lxa5 bxa5 20. Lc4 wacht zwart een zware taak. 16. Tfd1 Tfd8 17. Lf1 b6 18. La6 Td6 19. Tbc1 Tad8 20. Lg5 f6 21. Le3 h6 22. Lb5 f5
Partij in de viewer:
Bijzonder
Rond 1880 behoorden de gebroeders Arnold en Dirk van Foreest tot de Nederlandse topschakers. Zo’n anderhalve eeuw later domineren Jorden (20 jaar) en Lucas (18) van Foreest het NK 2019. Een bijzondere familiegeschiedenis en het wordt nog bijzonderder want het kleine zusje Machteld (11!) eindigde op de derde plaats bij het NK-vrouwen. Van Foreest is een oudhollands adellijk geslacht met het predicaat jonkheer en jonkvrouw. Dat klinkt wat verheven maar de ouders, Nicky en Sheila, zijn juist down-to-earth, zeer betrokken bij de opvoeding en opleiding van hun kinderen. Ze geven thuis het basisonderwijs. Nicky is hoofddocent econometrie aan de Rijksuniversiteit Groningen en Sheila heeft een medische studie voltooid en ontwikkelt software. Ze rijden hun schakende kinderen overal naar toe en houden de logistiek van slapen en eten in de gaten. Inmiddels zijn de oudsten die verzorgende discipline ontgroeid. Jorden had al geschiedenis geschreven door het NK te winnen in 2016. In de allereerste ronde van het NK 2019 stond de confrontatie tussen de broers op het programma. Het zou een belangrijk gevecht worden en ook typerend voor de uiteindelijke uitslag.
J. van Foreest – L. van Foreest
1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pf3 d5 4.Pc3 Lb4 5.cxd5 exd5 6.Lf4 0-0 7.e3 c5 De geijkte manier om de witte opstelling te bestrijden. Wit krijgt niet de rust voor een makkelijke ontwikkeling. 8.dxc5 Da5 9.Pd2 Er zijn vele manieren om de pion terug te geven: Le5, Tc1, Dc1, Le2. Zou zwart nu vervolgen met 9…Dxc5 10.Tc1 dan heeft wit die losse d-pion om tegen te spelen terwijl zijn eigen pionnenstructuur intact is. Daarom 9…Lxc3 10.bxc3 Dxc5 11.Tc1 b6 12.Da4 Lb7 13.Le2 Pbd7 14.0-0 De7 15.Tfd1 Tfc8 16.h3 h6 17.Lf1?! De eerste opmerkelijke zet, er moeten toch actievere zetten zijn in deze gelijke stelling. 17.Db4 dringt zich op want na dameruil heeft wit zijn structuur verbeterd. Wit wil graag met c4 zijn zwakke pion oplossen en dan op de lange termijn het loperpaar gaan inzetten. 17…Pc5 18.Da3 Pfe4
30…f6 31.Lb3 Dd7 32.Ld6 Td8 33.Lc7 Te8 34.Dd6 Lc8 35.Te1 Kh8 36.Lb8 Dxd6 37.Lxd6 Ld7 38.d5 Pd4 39.Txe8+ Lxe8 40.Ld1 Lf7 41.Lb8 Lxd5 42.Lxa7 Lxa2 Lxb6 En ook al speelden ze nog gebroederlijk door tot zet 65, het was en bleef remise.
Slotstand NK 2019
1.J. en L. van Foreest 5 3.Tiviakov, Bok, Sokolov 3,5 6.l’Ami, Van den Doel 3 8.Werle 1,5
Om toch een winnaar te krijgen werd een barrage gespeeld van twee snelschaakpartijen van vijf minuten en drie seconden bonus per zet. De eerste partij liep rustig naar remise. In de tweede partij stond Jorden beter maar net zoals in de serieuze partij blunderde hij met een slordigheid en dit keer liet Lucas niet los en werd daarmee als debutant gelijk kampioen!
Partij in de viewer:
Alexander Alexandrovich Kotov (1913-1981) was een zeer sterke Russische grootmeester die vooral in de vijftiger jaren van de vorige eeuw tot de top tien van de wereld gerekend moest worden, gezien zijn prestaties in de kandidatentoernooien, zoals het legendarische toernooi Zürich 1953. In 1948 werd hij gedeeld eerste in het Kampioenschap van de USSR. Hij was een aanvallende speler en een gevreesd tegenstander. Maar hij is vooral van belang gebleven door een aantal uitmuntende boeken zoals The Soviet School of Chess of Think like a Grandmaster. Vooral dit laatste boek wordt door veel beroemde schakers genoemd als het belangrijkste boek voor hun loopbaan. En nu heeft uitgever Quality Chess een andere klassieker uitgebracht in de serie Chess Classics, namelijk The Science of Strategy (€ 25,00) Kotov benadrukt daarin het belang van de strategie in de partij, dat zoveel moeilijker is dan het vinden van een tactische oplossing. Zelfs computers kunnen problemen hebben met dit aspect van het schaken. Wereldkampioenen hebben altijd uitgeblonken als strateeg en waren daardoor waren net even beter dan andere kandidaten. Kotov laat in vele van zijn partijen zien hoe de positie geëvalueerd moet worden en hoe vervolgens een plan gemaakt kan worden. Door de vakkundige uitleg daarbij gaat het meer om tekst dan om variaties. Daarbij is gedacht aan de gemiddelde clubspeler die eigenlijk alleen naar de volgens hem beste zet zoekt. Overigens werden deze overwegingen wel geschreven in een tijdperk waarin men nog genoeg tijd had voor het maken van een plan. Kom daar nu eens om … Een mooie heruitgave van Quality Chess van een belangwekkend boek.
Dan nu een partij uit het al genoemde Kandidatentoernooi (waarin volgens velen door de spelers uit de Sovjet-Unie gesjoemeld werd):
Kotov – Szabo, Zürich 1953
1.d4 Pf6 2.c4 g6 3.Pc3 Lg7 4.e4 d6 5.f3 0-0 6.Le3 e5 7.d5 Ph5 8.Dd2 f5 9.0-0-0 Nu komt de bekende strijd tussen de tegengestelde rokades: 9..Pd7 10.Ld3 Pc5 11.Lc2 f4 Beter Pf6 om de spanning in het centrum te laten bestaan 12.Lf2 a6 13.Pe2 a5 14.Kb1 Ld7 15.Pc1 Tf7 16.Pd3 b6 17.Tc1 Lf6 18.Thf1 Lh4 Zwart wil de loper afruilen, maar heeft het antwoord van wit gemist: 19.Lxc5 bxc 20.La4 Deze afruil lukt wel: Lxa4 21.Pxa4 Dd7 22.Pc3 g5 23.h3 Pf6 24.Pb5 h5 Men kan zich niet aan de indruk onttrekken dat zwart op de verkeerde vleugel actief is en zo de eigen koning in gevaar brengt. 25.Th1 Th7 26.Tc3 g4 wel consequent 27.hxg hxg 28.Ta3 Lg3 29.Txh7 Dxh7 30.Pc1 Dh1 ziet er dreigend uit, maar is het dat ook? 31. Pxc7 gxf 32.gxf dat moet wel eerst Ta7 33.Pe6 een beslissend stadium met latente combinaties 33..Le1 34.Dd1 Th7 35.Td3 Wit heeft kennelijk alles berekend 35..Th2 36.a3 Pd7 37.Da4 Dg2 een wel erg plompe mat-dreiging 38.Tb3 simpel Lc3 (de sluwe Hongaar probeert een val, wit mag de loper niet nemen maar ook niet slaan op d7: 30.Dxd7? Dxb2†! 31.Txb2 Txb2† 32.Ka1 Tb7† 33.Ka2 Txd7) 39.Pe2! 1-0 (39..Dxe2 40.Tb8† Pxb8 41.De8† en mat volgt)
Partij in de viewer:
Probleem 2741 is een driezet van Dobbs:
Ook de tweede Van Foreest stunt op NK
Lucas van Foreest is zonder enige twijfel de meest verrassende Nederlands kampioen in de schaakgeschiedenis. Zoek je toch naar een vergelijking, dan kom je uit bij zijn broer Jorden, die drie jaar geleden op zeventienjarige leeftijd kampioen werd voor Loek van Wely. Maar Jorden werd al gezien als het grootste Nederlandse jeugdtalent van dat moment, terwijl Lucas, die nu achttien is, geldt als de jongere broer die wel in de schaduw zal blijven staan van de meer talentvolle. De oudere broer speelde nota bene ook mee, vorige week in Amsterdam. En Lucas was van de acht spelers met afstand degene met de laagste rating. Vooral dat maakt het resultaat tot zo’n sensatie. De sensatie werd compleet doordat de broers samen bovenaan eindigden, anderhalf punt voor ratingfavoriet Benjamin Bok en de routiniers Sergei Tiviakov (trainer van Lucas!) en Ivan Sokolov. Jorden was goed van start gegaan met tweeënhalf uit drie en stelde zich kandidaat voor een tweede landstitel. Lucas verloor in de tweede ronde van zijn trainer, die tevens titelverdediger was. Niemand keek daar natuurlijk van op. Maar Lucas won opeens drie partijen op rij, tegen Jan Werle (spectaculaire partij), Sokolov (dankzij een cadeautje) en Bok. Na een remise tegen Erwin l’Ami ging hij de laatste ronde in met een half punt achterstand op zijn broer. Die speelde remise tegen Tiviakov en Lucas speelde tegen Erik van den Doel, die al zijn partijen remise had gespeeld. Jorden kon dus enigszins achterover leunen, maar zag tot zijn en ieders verbazing dat Lucas de degelijke Van den Doel in een enorme aanval van het bord blies. Daarop volgde een barrage van twee snelschaakpartijen Van Foreest-Van Foreest. De eerste eindigde in remise, de tweede werd gewonnen door Lucas en de schaakwereld vroeg zich verbluft af wat hier nou toch gebeurd was.
Lucas van Foreest-Erik van den Doel
1.e4 c6 2.d4 d5 3.exd5 cxd5 4.Ld3 Pc6 5.c3 Dc7 6.Pe2 e6 7.Lf4 Ld6 8.Lxd6 Dxd6 9.0-0 Pge7 10.Pd2 0-0 11.f4 Ld7 12.Pf3 f6 13.Dc2 Pf5
Partij in de viewer:
Rini Kuijf
Geen diagrammen dit weekend.
Zeker de wat oudere schakers zijn bekend met de schaakproblemen van Jac. Haring die hij maakte voor de grote toernooien. Haring noemde dat zelf gelegenheidscomposities. Jac. Haring had de partijschaker op het oog. Zijn bedoeling was om zoveel mogelijk partijschakers de ogen te openen voor de schoonheid van het schaakprobleem. Campagne voor het schaakprobleem en doelgroep de schaker. Harings gelegenheidsproblemen vielen in de smaak bij de schakers die de grote toernooien bezochten. Vooral als er prijzen aan verbonden waren, kwamen er wel duizenden inzendingen binnen. Als voorbeeld een gelegenheidsprobleem die Haring maakte voor het IBM-toernooi 1970. Wit geeft mat in twee zetten.
Een tweede groep gelegenheidsproblemen vormen de composities in letters of cijfers, die ter ere van iets of iemand zijn samengesteld. Als voorbeeld, diagram 951 met de letters M en E, de initialen van Max Euwe.
Deze tweezet en tweezet 950, die gemaakt werd voor het Interpolistoernooi 1977, kunnen worden opgelost.
Die boeken over schaakstrategie van grootmeesters uit de Sovjet Unie zoals Kotov en Suetin zijn inderdaad heel interessant. Kotov won in 1952 het interzonale toernooi van Stockholm met drie punten voorsprong, maar begon het kandidatentoernooi van Zürich in 1953 met vier nederlagen o.a. tegen Euwe en vier remises en eindigde in de middenmoot. Aan dit toernooi deden 15 schakers mee, waarvan 9 uit de Sovjet Unie, die bijna alle hoogste plaatsen in de eindstand innamen. Inderdaad gaf dit de Sovjet schaakautoriteiten de mogelijkheid uitslagen te manipuleren.
Naast 1912 het Wonderjaar van Rubinstein, nu ook 2019 het Wonderjaar van Carlsen.
Heel mooi die uitdrukking: wonderjaar. En toch ook een verschil: in 1912 was Lasker wereldkampioen. De successen van Rubinstein waren wel aanleiding om in 1914 een WK-match te plannen, die door het uitbreken van W.O. I echter niet doorging.