Schaakrubrieken weekend 20 juli 2019
Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.
Hans Ree | Gert Ligterink | Hans Böhm | Bab Wilders | Johan Hut | Rini Kuijf | Henk Prins |
De eerste computerpartij
The New York Times heeft een rubriek ‘Overlooked No More’ met necrologieën van mensen die lang geleden gestorven zijn, maar toen niet belangrijk genoeg werden gevonden om herdacht te worden. Tot mijn verbazing was er vorige maand tussen al die mensen van wie ik nog nooit had gehoord ook Alan Turing. Die stierf in 1954 en was toen over het hoofd gezien. Alan Turing! De aartsvader van de kunstmatige intelligentie en het grootste brein van het team dat tijdens de Tweede Wereldoorlog de Duitse codes wist te breken en daardoor misschien wel de oorlog won, die vonden ze bij zijn dood niet belangrijk genoeg. Misschien kwam het doordat computers in 1954 nog niet veel voorstelden en Enigma, het project van de Britse codebrekers, toen nog staatsgeheim was, maar ik denk dat het ook kwam doordat Turing een veroordeelde homoseksueel was. The New York Times, de stem van het establishment, was toen en nog decennia daarna zwaar homofoob.
Turing had veel banden met het schaken. Tijdens het Enigma-project waren de Engelse schaakmeesters Alexander, Golombek en Millner-Barry zijn medewerkers. Hij was een zwakke schaker, maar een goede marathonrenner, en misschien daarom bedacht hij het ‘round the house chess’, waarin iemand die een zet had gedaan zo hard mogelijk om het huis moest rennen, en als hij terug was moest de tegenstander zijn zet doen.
Turing organiseerde ook de eerste computerschaakpartij uit de geschiedenis. Hij had in 1948 een schaakprogramma geschreven, maar er was nog geen hardware die in staat was om dat te gebruiken. Een paar jaar later moest hij met pen en papier en veel geduld de zetten berekenen die zijn algoritme zou uitvoeren op de computer die er nog niet was.De eerste partij van Turochamp is niet opgeschreven, maar de tweede partij wel, tegen een collega van Turing aan de universiteit van Manchester.
Turochamp – Alick Glennie, Manchester 1952
1. e4 e5 2. Pc3 Pf6 3. d4 Lb4 4. Pf3 d6 5. Ld2 Pc6 6. d5 Pd4 7. h4 Lg4 8. a4 Pxf3+ 9. gxf3 Lh5 10. Lb5+ c6 11. dxc6 0-0 12. cxb7 Tb8 13. La6 Da5 14. De2 Pd7 15. Tg1 Pc5 16. Tg5 Lg6 17. Lb5 Pxb7 18. 0-0-0 Pc5 19. Lc6 Tfc8 20. Ld5 Lxc3 21. Lxc3 Dxa4 22. Kd2 Pe6 23. Tg4 Pd4 24. Dd3 Pb5 25. Lb3 Da6 26. Lc4 Lh5 27. Tg3 Da4 28. Lxb5 Dxb5
Vorige week schreef ik over de nieuwe tijd waarin je alleen maar op de spatiebalk hoeft te tikken om een indrukwekkend lesje van de schaakcomputer te krijgen. Ze zijn ver gekomen, maar die oude Turochamp is leuker.
Turochamp – Garry Kasparov, Manchester 2012
1. e3 Pf6 2. Pc3 d5 3. Ph3 e5 4. Df3 Pc6 5. Ld3 e4 6. Lxe4 dxe4 7. Pxe4 Le7 8. Pg3 0-0 9. 0-0 Lg4 10. Df4 Ld6 11. Dc4 Lxh3 12. gxh3 Dd7 13. h4 Dh3 14. b3 Pg4 15. Te1 Dxh2+ 16. Kf1 Dxf2 mat.
Partij in de viewer:
Van der Wiel speelt weer eens en dat is al mooi
Met speciale aandacht volg ik deze week een invitatietienkamp in Leiden. Niet om de drie deelnemende Indiase grootmeesters aan het werk te zien, maar als stille supporter van John van der Wiel, de bijna 60-jarige grootmeester die in zijn toptijd de 15de plaats van de wereldranglijst bereikte. Van der Wiels optredens in de toernooiarena zijn de laatste jaren zo zeldzaam geworden dat sommigen zijn successen misschien zijn vergeten. Veertig jaar geleden vestigde hij zijn naam door in Groningen na een wedloop met de Rus Dolmatov de Europese juniorentitel te veroveren. Tweemaal won hij het NK, waaraan hij van 1979 tot 2004 elk jaar deelnam.
Zijn mooiste toernooioverwinning behaalde hij in 1987 in de Ohra-zeskamp in Amsterdam. Twee jaar eerder beleefde hij in het interzonale toernooi in Biel de grootste teleurstelling van zijn carrière. ‘Wie wint in Biel? Dat is natuurlijk Van der Wiel’, zongen zijn supporters, maar de aanmoediging bleek vergeefs. De vrijwel zekere kwalificatie voor het kandidatentoernooi liep hij mis na een smartelijke nederlaag in de laatste ronde en een nipte uitschakeling in een daarop volgende play-off.De hoop Van der Wiel deze week in Leiden in de vorm van weleer te zien spelen bleek ijdel. In de eerste zes ronden bleef hij steken op vier magere remises en twee nederlagen.
Heel wat beter zijn de prestaties van zijn oude strijdmakker Predrag Nikolic, die na zes ronden aan de leiding gaat. Maar ik houd moed. Als de rivalen zondag in de slotronde tegen elkaar spelen, hoop ik op een partij als de volgende, waarmee Van der Wiel zich in 1982 verzekerde van de grootmeestertitel.
Van der Wiel – Nikolic (Novi Sad 1982)
1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 a6 4. La4 Pf6 5. 0-0 Le7 6. Te1 b5 7. Lb3 d6 8. c3 0-0 9. d4 Lg4 10. Le3 d5 Meestal kiezen de zwartspelers voor 10 … exd4 11. cxd4 Pa5 12. Lc2 Pc4 13. Lc1 c5. Na de tekstzet krijgt wit snel een aangename stand. 11. exd5 exd4 12. Lxd4 Pxd4 13. cxd4 Lb4 14. Pc3 Lxc3 15. bxc3 Pxd5 16. Dd3 g6 17. Te5 c6 18. Tae1 Ta7 Omdat zwart de zet … f7-f6 op den duur niet kan vermijden, is dit misschien een goed moment. Na 18 … f6 19. Te7 Tf7 20. Txf7 Kxf7 21. Pd2 Lf5 is zwarts nadeel beperkt. 19. Pg5 Lf5 20. Dg3 Dd6 21. Dh4 f6 22. Pe4
Partij in de viewer:
Geen rubriek dit weekend. Weekje wachten dus.
Er zijn al heel wat belangwekkende figuren uit de schaakgeschiedenis aan de vergetelheid ontrukt door de boeken van McFarland Publishers die dankzij Eurospan ook ons land binnenkomen. De uitgever weet telkens schrijvers te vinden die bereid zijn soms jaren van studie en archiefonderzoek te besteden aan een schaker, zoals Alex Dunne met zijn boek Fred Reinfeld: The Man who taught America Chess (€ 43,00). Reinfeld schreef zo’n honderd boeken en er zal geen Amerikaanse schaker zijn, van welk niveau dan ook, die niet iets heeft opgestoken uit een van die boeken. Reinfeld richtte zich vooral op de beginnende schaker in een W.G. van de Hulstachtige stijl, en dat heeft bij vele lezers het gevoel gewekt dat de schrijver zich zelf ook op dat niveau bewoog. Niets is minder waar, hij was een uitstekend schaker die op de ranglijst net achter WK-kandidaat Reuben Fine stond en een +score had tegen niemand minder dan voormalig wonderkind Samuel Reshevsky. Deze biografie heeft hij dus om meerdere redenen verdiend. Dat geldt ook voor een ander boek van McFarland: Louis Paulsen: A chess biography with 719 games (€ 71,00).
Paulsen (1833-1891) was een Duitse grootmeester, al bestond deze titel toen nog niet. Op zijn hoogtepunt, in het midden van de negentiende eeuw, behaalde hij prachtige resultaten in toernooien en matches. Hij was zijn tijd ver vooruit wat betreft zijn inzichten op schaakgebied. Vele daarvan zijn pas in de twintigste eeuw geaccepteerd, z oals de Drakenvariant in het Siciliaans. Maar ook de verdediging, niet het meest populaire onderwerp in schaakboeken, kreeg zijn volle aandacht. Daarnaast beoefende hij het blindschaken, zijn record was veertien partijen in 1858. Een record dat overigens later beduidend scherper is gezet. Het boek over Paulsen is een wetenschappelijk werk, wat betekent dat er onder de 719 partijen natuurlijk het nodige knoeiwerk zit, meestal van de tegenstanders tijdens simultaans. Maar uiteraard zijn er ook fraaie prestaties van Paulsen in partijen die vaak eindigen met een leuke combinatie, zoals deze tegen de sterke Henry Bird, een sterke Engelse schaker die bekend is gebleven door de naar hem genoemde openingszet 1.f4.
Paulsen – Bird, Wenen 1882
1.e4 d5 2.exd Dxd5 3.Pc3 Dd8 (nu vaak Dd6) 4.Pf3 Lf5 5.d4 e6 6.a3 c6 7.Le2 Ld6 8.Le3 Pd7 9.Dd2 h6 10.h3 Dc7 11.Ld3 Pe7 12.Pe2 g5 13.g4 Lxd3 14.Dxd3 0-0-0 15.0-0-0 f5 tot nu toe heeft wit geen voordeel bereikt. 16.gxf Pxf5 wellicht beter exf 17.Kb1 Thf8 18.Pd2 e5 19.Pc4 Le7 20.De4 exd een soort overgave van het centrum 21.Pxd4 Pxd4 22.Lxd4 Lc5 beter Kb8 23.De6 Lxd4 24.Txd4 b5 25.Pd6† Kb8 26.Thd1 Pb6? 27.Dxh6 Pd5 mist een tactisch grapje: 28.Pxb5 Db6 29.c4 Pf6 (Overziet een mooie combinatie van wit, zwart kon zich nog misschien redden met 29..cxb 30.Dxb6† axb6 31.Txd5 Txd5) 30.Dxf6 Txf6 31.Txd8† Kb7 32.T1d7† Ka6 33.Txa7† Dxa7 34.Pxa7 Kxa7 35. Tg8 met winst.
Partij in de viewer:
Probleem 2742 is een tweezet van Gamage:
Toptoernooi in Leiden werd steeds mooier
Leiden is schaakstad nummer één van Nederland, maar heeft geen aansprekend groot toernooi. Dat zei Jan Bey in 2007 in een interview bij de lancering van het eerste Leiden Chess Tournament (LCT). Op de claim van schaakhoofstad van Nederland is wel wat af te dingen, maar ik reken Leiden wel met Amsterdam en Groningen tot de grote drie. De volgorde is niet zo belangrijk. De stad had met het Noteboomtoernooi al een toernooi met een imposante geschiedenis en in de jaren zeventig en tachtig had Leiderdorp een indrukwekkende jeugdopleiding. Topgrootmeesters die uit Leiden afkomstig zijn, zijn Jeroen Piket, John van der Wiel en Erik van den Doel. Het LCT was wel nodig om de faam vast te houden. Bey stampte het toernooi in 2007 in drie weken uit de grond nadat hij hoorde dat er in Amsterdam geen groot zomertoernooi zou worden gehouden. Van den Doel won, voor Reinderman en Van der Wiel.
Het LCT groeide in de jaren daarna in aanzien, met de komst van steeds meer buitenlanders. Jonge Aziaten vonden hun weg naar Leiden. In de schaakpers moest het toernooi ook groeien in de traditionele rij van zomertoernooien, waar Dieren en Vlissingen boven uitsteken. Het heeft inmiddels zijn waardering gekregen, maar het huidige, dertiende toernooi is het laatste van Jan Bey. Dat zei hij in 2007 al, dertien vond hij een mooi getal. Of het toernooi wordt voortgezet, hangt ervan af of iemand de rol van Bey als toernooidirecteur wil en kan overnemen. Voor de zekerheid heeft hij er wel een eretoernooi van gemaakt, met boven de open groep een kroongroep, een tienkamp met oud-winnaars. Volgende week meer over het toernooiverloop.
Vandaag nog een partij van Lucas van Foreest, de verrassende nieuwe Nederlands kampioen. De titel zal hem door velen worden gegund. Vorige week zagen we hier al een spectaculaire zege op Erik van den Doel, diens enige nederlaag. Ook tegen Jan Werle won Van Foreest een fraaie aanvalspartij.
Van Foreest-Werle
1.Pf3 Pf6 2.c4 e6 3.g3 d5 4.Lg2 dxc4 5.Da4+ Pbd7 6.Dxc4 a6 7.Dc2 c5 8.0-0 Le7 9.d4 0-0 10.Td1 Db6 11.Pc3 Da7 12.e4 cxd4 13.Pxd4 Pg4 Een vreemde zet waarvan de bedoeling zo duidelijk wordt. 14.h3 Lc5 15.hxg4 Lxd4 16.Dd2 e5 17.Pd5 Pc5 18.De2 Ld7 19.g5 Tad8
Partij in de viewer:
Rini Kuijf
Voor beginners A7991
Voor gevorderden B7991
Toernooiprobleem Haring
De problemen ter gelegenheid van toernooien zijn vooral bedoeld om partijschakers te bekoren. Componist Jac. Haring maakte voor het Interpolistoernooi 1977 de tweezet 950.
De sleutelzet van 950 is 1. Lxc3! Er dreigt niets wat betekent dat zwart in tempodwang is. Vele oplossers konden het antwoord op de zwarte zet 1. … Pxa3 niet vinden, zij dachten dat het probleem fout was, maar overzagen de verbluffende witte matzet. Na 1. … Pxa3 is 2. 0-0-0 mat. Wie had gedacht dat de lange rokade het hoofdmotief was. Prachtig is ook dat na 1. … Pxc3 de lange rokade niet gaat, omdat volgens de rokaderegels de witte koning dan een denkbeeldig vijandelijk veld passeert, veld d1 is gedekt door het zwarte paard. Na 1. … Pxc3 is alleen 2. Td1 mat. Andere varianten zijn: 1. … Pd2 2. Lxd2 mat, 1. … Le3 2. Dxf5 mat, 1. … Lxd4 2. Dxd4 mat, 1. … Lf2 schaak 2. Pxf2 mat en 1. … Le2 2, Dxe2 mat. Haring heeft in dit probleem ook nog een schitterende verleiding gemaakt, waar heel veel oplossers intuinden. De verleiding is 1. Txa2? Weer is zwart in tempodwang. Op 1. … Pxa3 is nu 2. Txc3 mat. Na 1. … Pxd2 komt ook een ander mat dan in de oplossing: 2. Txd2 mat. Ook komt er een nieuw mat na 1. … Le3 2. Dxe3 mat en 1. … Lxd4 2. Dxf5 mat. In dit probleem maar liefst vier matveranderingen. De matzet 2. Df5 is ook bijzonder, deze komt in de oplossing na 1. … Le3 en in de verleiding na 1. … Lxd4. Dit heet paradeverandering.
Bruidspaar Elize en Niels
Vandaag trouwt onze jongste dochter Elize Prins met haar Niels Paans. Ter gelegenheid van dit heugelijke feit wordt het schaakprobleem 952 aan dit bruidspaar aangeboden.