Giri wint op de valreep!

De Sinquefield Cup heeft op de laatste speeldag een onverwacht slot gekregen. Waar koploper Liren Ding niet verder kwam dan remise tegen Shakhriyar Mamedyarov, slaagde Magnus Carlsen wél in zijn opzet om zijn tegenstander Maxime Vachier Lagrave onderuit te halen. Met zwart nog wel en het was prachtig om te zien hoe de wereldkampioen, na zijn zege op Wesley So in de voorlaatste ronde ook nog geïnspireerd zat te spelen. Had de Noor zich niet laten ontvallen dat hij futloos was en het liefst zo snel mogelijk naar huis wilde gaan? Vandaag spelen Ding en Carlsen een tiebreak om te bepalen wie deze cup mee naar huis mag nemen.

Magnus Carlsen speelde eerst negen remises om dan de laatste twee ronden te winnen (foto Lennart Ootes)

‘Nepo’ kijkt bezorgd… (foto Lennart Ootes)

En op de valreep ook nog een Nederlands succesje. Want Anish Giri, die na zijn nul in de vijfde ronde tegen Ding er maar steeds niet in slaagde om een vol punt te scoren, wist dat in de slotronde dan eindelijk wél voor elkaar te krijgen. Tegen de Rus Ivan Nepomniachtchi kreeg hij een toreneindspel van vier tegen drie pionnen op één vleugel dat in principe remise was. Maar met engelengeduld en veel zettenherhalingen begon hij zijn tegenstander uit te putten. De vele schijndreigingen werden de Rus dan eindelijk fataal. Hoewel de stelling remise was, had Giri er nog heel wat uit weten te peuren en toen diende zich een belangrijk moment aan waarin zwart maar één goede zet had. Die vond ‘Nepo’ niet en daarna was het uit. De afwikkeling naar winst voerde Giri met vaste hand uit en zo kwam hij tenslotte toch nog op 50% in dit loodzware gezelschap. Voor Nepomniachtchi een grote domper want hij was toch wel de smaakmaker in dit toernooi. Hij won drie partijen en verloor er drie, maar met nog twee ronden te gaan stond hij met +2 gedeeld bovenaan met Ding. Twee nullen werden toen zijn deel.

Jennifer Shadade en Yasser Seirawan waren de vertrouwde commentatoren bij de partijen in St. Louis

We gaan even terug naar de negende ronde waarin Giri de taaie Sergey Karjakin tegen kreeg. Het leek erop dat hij na een Engelse opening voordeel had behaald. Maar de Rus deed zijn reputatie eer aan: hij verdedigde uitstekend door met een pionoffer af te wikkelen naar een eindspel met ongelijke lopers en ieder een dame. Daar viel geen eer aan te behalen voor wit: remise.

 

Giri, Anish – Karjakin, Sergey
1. c4 Pf6 2. Pc3 e5 3. Pf3 Pc6 4. g3 Lb4 5. Lg2 O-O 6. Pd5 Lc5 7. b4

Met deze zet probeert wit spel in de stelling te krijgen. Na 7. O-O d6 8. e3 Lg4 Inarkiev-Efimenko, 2017 bleek zwart de stelling te hebben gelijkgetrokken.
7…Pxb4N
Dit is al nieuw! Bekend was nog 7…Pxd5 Toby-Gutsche, 1982.
8. Pxb4 Lxb4 9. Pxe5 d5 10. cxd5 Pxd5 11. O-O Le6 12. Tb1 a5 13. a3 Ld6 14. Pf3 Pb6 15. Dc2 Te8
Toen ik deze stelling op mijn scherm zat te bekijken, leek het mij oppervlakkig gezien dat wit beter moest staan. Hij heeft twee centrumpionnen tegen zwart nul. Maar nadat ik wat beter had gekeken, zag ik toch allerlei problemen voor wit om iets te gaan doen met die pionnen. Waarschijnlijk is het gewoon een dynamisch evenwicht.
16. h4
16. d3 is een normale zet.
16…h6 17. Pd4 Lc8
18. Pf5
Niet 18. Lb2?! vanwege 18…Lxa3!?
18…Lf8
De toren wordt gevangen na 18…Txe2?! 19. Pe3±
19. e4 Le6
Zwart mag met 19…Lxf5 niet zomaar zijn witveldige loper inleveren voor een paard omdat dan de witte loper erg sterk zou worden.
20. d4
Alternatieven zijn: 20. d3 en 20. Pe3.
20…a4
Hier verwachtte ik 20…c6 om d4-d5 uit de stelling te halen.
21. d5 Lxf5
Nu moet hij wel, maar pion d5 is een zwakte geworden en wits loper niet meer zo goed.
22. exf5 Ld6 23. Lf3
Interessant lijkt mij hier 23. Td1!? De7 24. Dc3.
23…Ta7 24. Kg2
24. Lb2 Pd7 25. Kg2 Le5 26. Tfe1.
24…Pd7 25. Td1 De7 26. Td4 Tea8 27. Te4 Df8
Zwart zit hier toch te keepen, zou je zeggen… Maar zijn stelling is stevig en het valt niet te zien hoe wit vorderingen zou kunnen maken. Daarbij is pion a3 een zorgenkind.
28. Dc3 Te8 29. Txe8 Dxe8 30. Lb2 Df8
Vooral niet 30…Le5?? 31. Te1!
31. Te1 Ta8
32. Ld1
32. Dc4 lag meer voor de hand.
32…Pf6 33. Dc4 b5!
Karjakin wordt ineens actief. Na 33…Lxa3 34. Lxf6 gxf6 staan er ook ongelijke lopers op het bord.
34. Dxb5 Tb8 35. De2 Te8 36. Dd2 Txe1 37. Dxe1 Lxa3 38. Lxf6 gxf6 39. Lxa4
Een pionnetje meer voor wit dat geen enkele betekenis heeft. De ongelijke lopers garanderen zwart de remise.
39…De7 40. Dxe7⩲
40. Dd1 De4+ 41. Kg1 Lb4.
40…Lxe7 41. Lb3 Lc5 42. La4 Le7 43. Lb3 Lc5 44. La4 Le7 ½ – ½

 

Daarna speelde Giri met zwart tegen Hikaru Nakamura. Die ging niet in op de scherpe varianten van de Ragozin en er ontstond een stelling die bekend is vanuit het Nimzo-Indisch. In het vroege middenspel kwam er op de 16de zet een kritiek moment. Zwart had wat meer ruimte gepakt, maar zag zich geconfronteerd met een paarduitval naar b5. Met grotendeels pionnen op wit zou je dan zeggen dat je de goede loper op d6 niet zou willen laten ruilen voor dat paard. Maar Giri liet het toe en een paar zetten later kwamen de spelers remise overeen. De vraag was of hij niet met …Ld6-b8 (en daarna met …a7-a6 het paard van wit weer een schop geven) op winst had kunnen spelen. Ik heb het voor u in de analyse uitgezocht.

 

Nakamura, Hikaru – Giri, Anish
1. d4 Pf6 2. c4 e6 3. Pf3 d5 4. Pc3 Lb4

De Ragozinvariant van het Damegambiet. Op zichzelf een scherp systeem, maar dan moet wit wel meewerken.
5. Ld2
Niet de kritieke zet. Dat zijn 5. Lg5 en 5. cxd5 exd5 6. Lg5.
5…O-O 6. e3 b6 7. cxd5 exd5 8. Ld3 Lb7 9. O-O Ld6 10. Tc1
Het spel is met een zetverwisseling terecht gekomen in de Rubinsteinvariant van het Nimzo-Indisch.
10…c5
In een partij Duda-S.Zhigalko, 2017 volgde: 10…a6 11. Pe5 c5 12. f4
11. Pe5 Pc6 12. Pg4 Pxg4 13. Dxg4 c4
Giri heft de spanning in het centrum op.
14. Lb1
Bekend is nog 14. Lc2 uit een emailpartij tussen Zlatariu-Jensen, 2013.
14…Pe7 15. Pb5
Nakamura wil graag die mooie zwartveldige loper van zwart ruilen tegen een paard.
15…f5
Het is niet goed om te proberen die loper te redden, want na 15…Lb8 16. Lb4 moet zwart enorm oppassen. De dreiging Dh4 (met een dubbele aanval op h7 en e7) wordt actueel. Zwart moet dan verzwakken met 16…g6 hetgeen hem na 17. f4 of 17. e4 wel in moeilijkheden zou kunnen brengen.
16. De2
Misschien kon wit met 16. Dh3 verder gaan. Maar ook daarna zou zwart al beter staan.
16…a6?!
Hiermee heeft hij geen enkele mogelijkheid om op winst te kunnen spelen.
Het is nu wel de vraag of hij de loper niet had kunnen behouden met 16…Lb8!? Want na 17. Lb4 a5 18. La3 Lc6 (zie analysediagram)
staat zwart beter. Hij beschikt over een mooie damevleugelmeerderheid en hij kan ook in het centrum zijn gang gaan. Wit heeft nauwelijks tegenspel, hoewel zwart op den duur moet kijken hoe hij f2-f3 en e3-e4 zou moeten bestrijden. Het enige is dat het paard op e7 niet zo goed staat. Daarom zou zwart wellicht met …Tf8-f6 (misschien naar h6?) de penning kunnen opheffen om dan het paard om te spelen. Misschien via g8 naar f6 of meteen naar g6 voor een eventuele aanval op de witte koning. Kortom: veel spel in de stelling.
17. Pxd6 Dxd6 18. f3
Wit bereidt e3-e4 voor, maar ook kan hij zijn (slechte) loper omspelen via e1 naar g3 en wellicht naar e5.
18…b5 19. Le1 Pg6 20. La5 Pe7 21. Le1 Pg6
De spelers hebben een soort zetherhaling in de stelling gevlochten en omdat ze beide vinden dat ze niet beter staan, wordt de remise snel beklonken.
22. La5 Pe7 23. Le1 ½ – ½

 

Daarna kwam dus de slotronde tegen Nepomniachtchi en mocht Giri zijn toernooi toch nog bevredigend afsluiten.

Giri, Anish – Nepomniachtchi, Ian
1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 d5

Dat viel te verwachten: Nepomniachtchi speelt het Grünfeld-Indisch zeer regelmatig. Net als Vachier Lagrave is hij een groot aanhanger van deze opening.
4. Lf4
Dit systeem lijkt – net als in het Damegambiet – één van de belangrijkste bestrijdingsmethoden te worden. De ruilvariant met 4. cxd5 raakt een beetje uit de mode.
4…Lg7 5. e3 O-O 6. Tc1
6…Le6
6…c5 is de meest principiële voortzetting. Het spel verloopt dan meestal als volgt: 7. dxc5 Le6 8. Pf3 Pc6 zoals bijvoorbeeld in een partij Eljanov-Nepomniachtchi, 2015 op het bord kwam.
7. c5
Een slimme keuze van Giri, want dit is voor zwart het nadeel van deze volgorde: hij mist nu het gebruikelijke aantasten van het centrum met …c7-c5. De stelling heeft iets weg van wat soms in de Semi-Slav ook wordt gedaan, hoewel wit daar minder spel krijgt dan in de onderhavige stelling. Ook 7. cxd5 werd hier gespeeld zoals in een internetpartij So-Wei, 2018. 7. Db3 wordt ook regelmatig gespeeld en ook daarvan zie ik tenminste drie partijen van de Rus: Dreev-Nepomniachtchi, 2013, Khusnutdinov-Nepomniachtchi, 2016 en Aronian-Nepomniachtchi, 2011.
7…c6 8. Ld3 b6
Er ontspint zich nu een positionele strijd, waarin Giri een meester is.
9. Pa4
Dit is een nieuwe zet. Met 9. b4 a5 10. a3 axb4 11. axb4 Pa6 12. Lxa6 Txa6 13. Pf3 bxc5 14. bxc5 bleek zwart in de partij Zhao-Bok, Wijk aan Zee 2014, toch nog in de problemen te kunnen komen, terwijl hij hier heel comfortabel staat.
9…Pfd7
Zwart stuurt aan op …e7-e5, maar zijn stukken komen wel wat krom te staan.
10. h3 bxc5 11. Pxc5 Pxc5 12. Txc5
Dit was wits bedoeling. Door het bezit van veld c5 heeft hij de wat betere pionnenstructuur verkregen.
12…Db6 13. Dc2 Tc8 14. Pf3 Pd7 15. Tc3 c5
Zwart lost zijn zwakte op en daarmee lijkt hij de stelling gelijk getrokken te hebben. Maar zo eenvoudig is het allemaal niet.
16. O-O c4
Nemen op d4 was niet aan de orde dus schuift hij door. Er volgt nu een tactisch intermezzo.
17. b3
Wit dreigt zonder slag of stoot een pion te winnen, maar daar is ‘Nepo’ op voorbereid.
17…Pc5!? 18. bxc4
18. dxc5 cxd3 19. Dxd3 Txc5 levert (ook) een totaal gelijke stelling op.
18…Pxd3
Wit levert zijn loperpaar in maar dat blijkt geen probleem.
19. c5
19…Pxc5! 20. dxc5
20. Txc5 Lf5
20…Da5 21. Pd4
Niet zo goed is 21. Le5?! wegens 21…Lf5 en wit is in de problemen.
21…Ld7
Nu staat zwart klaar voor …e7-e5.
22. c6
22…Le8
Met 22…Lxd4? levert zwart een heel belangrijke loper in en dat komt hem duur te staan: 23. exd4 Lf5 24. Dd2 en wit staat heel goed vanwege zijn sterke vrijpion.
23. Tc5
Ook 23. Lg3 e5 24. Pb3 kwam in aanmerking.
23…Da6 24. Txd5 Lxc6
De twee centrumpionnen zijn tegen elkaar geruild dus je zou zeggen dat zwart het nu gelijk heeft getrokken.
25. Pxc6 Txc6 26. Dd2
Toch blijkt dat zwart het nodige ongemak ondervindt. Wit heeft de belangrijke d-lijn in zijn bezit (er dreigt nu Td8+ Txd8, Dxd8+ Lf8, Lh6).
26…Lc3
Hij probeert het probleem zo op te lossen. Ook mogelijk is 26…h5
27. Td8+ Txd8 28. Dxd8+ Kg7 29. Dxe7
Wit neemt pion f6 van het bord. In feite ruilt hij deze voor pion a2. Het geeft hem kansen tegen de vijandelijke koning, maar het risico is natuurlijk dat zwarts a-pion een factor zou kunnen worden.
29…Lf6?
Een ernstige onnauwkeurigheid van de zwartspeler. De vraag is natuurlijk hoe het staat na 29…Dxa2 30. Td1 Lf6 Met 31. Le5 Te6 32. Lxf6+ Txf6 33. f4 lijken de kansen in evenwicht.
30. Le5! Dxa2
Hij moet nu onderhand de pion wel gaan nemen, maar inmiddels heeft wit een extra mogelijkheid die hij anders niet zou hebben gehad.
31. Ta1 De6 32. Lxf6+ Dxf6 33. Dxa7
Daarmee is de zwarte a-pion verdwenen en heeft wit het eindspel van vier tegen drie op één vleugel. Een toreneindspel van vier tegen drie (met een normale formatie zoals hier) is in de regel remise, dus daarom houdt wit de dames nog even op het bord.
33…Tc2 34. Tf1
De enige zet maar daarmee staat wits toren wel heel passief. Na 34. e4 volgt 34…Te2 en nu mag wit de pion niet dekken met 35. f3?? vanwege 35…Db2! en zwart wint vanwege de verzwakte tweede rij.
34…h5 35. Db7
Het is de vraag hoe wit überhaupt denkt vorderingen te kunnen boeken.
35…Tb2 36. Dd5 Te2
37. Df3!?
Toch maar een toreneindspel en nu zelfs met een verminkte pionnenstructuur. Een mogelijkheid was ook 37. g3 waarmee hij de dames op het bord kan houden maar het is maar zeer de vraag of hem dit wat brengt.
37…Dxf3 38. gxf3 Ta2 39. Td1
Het voordeel is dat hij in elk geval zijn toren en koning kan activeren.
39…Ta5 40. Kg2 Tg5+ 41. Kh2 Tf5
42. f4 Ta5 43. Kg3 Ta2 44. Td5
Nu dreigt wit f4-f5 (voor wat het waard is…).
44…f5
Dat is een zeer rigoureuze aanpak. Het is typisch voor een speler als Nepomniachtchi. Hij moet eigenlijk ‘niets doen’, maar kan zich niet beheersen. Het moet nog altijd binnen de remisemarge zijn, maar in elk geval krijgt de partij nu een andere wending.
45. Kf3 Kf6 46. Td6+ Kg7 47. Td1 Kf6 48. Te1 Tb2 49. Te2
Het is mooi om te zien hoe Giri heel geduldig allerlei kleine succesjes probeert te bereiken. Zijn eerste plan is om de zwarte toren van de tweede rij af te jagen.
49…Tb1
Maar nu begint de toren via de onderste rij lastig te worden.
50. Kg3 Tg1+
51. Kh2
Wit wil op den duur met de koning naar h4 om via veld g5 te kunnen enteren. Maar dat is op dit moment zeker geen goed idee. De koning staat heel ongelukkig op h4 en na 51. Kh4 Tg2 zou wit ook moeilijkheden hebben om zijn eigen toren te activeren.
51…Ta1 52. Tb2 Tc1 53. Ta2 Tb1 54. Kg2
54…Te1
Telkens zullen de spelers zichzelf de vraag hebben gesteld of 54…h4 een idee is. Daarmee houdt zwart de witte koning buiten de deur, maar ik kan me voorstellen dat de zwartspeler daar niet aan wil. Pion h4 is een potentieel doelwit en als wit met f2-f3 en e3-e4 heeft doorgezet zou die pion misschien opgehaald kunnen worden. Ik heb evenwel niet kunnen vinden hoe, dus wellicht had zwart het zich kunnen permitteren.
55. Tb2
In de stijl van Capablanca: het “Don’t hurry”-principe.
55…Kg7 56. Kf3
56…Kf6
Zwart kon nu 56…Tg1 spelen. De witte koning kan dan even niets meer. Maar wit zou met Td2/Ke2 en Td1 dreigen de toren in moeilijkheden te brengen, dus ook deze opstelling van zwart levert hem niet zomaar een remise op.
57. Te2 Tg1 58. Td2 Te1
Hij verhindert Ke2.
59. Kg2
Dan maar weer een ander plan.
59…Kg7 60. Ta2 Kf6 61. Ta3
Hij gaat f2-f3 spelen.
61…Kf7
62. f3
Wit kon natuurlijk niet oneindig zetten met de koning en de toren blijven doen: de 50-zettenregel doemt dan op een gegeven moment op.
62…Te2+ 63. Kg3 Kf6
64. Kh4!
Giri gaat nu vol voor het idee om zijn koning via veld g5 naar binnen te kunnen spelen.
64…Te1
Het is de vraag waarom zwart geen 64…Tf2 speelde. Een mogelijke vervolg is dan: 65. Ta6+ Kf7 De koning kan het beste naar dit veld gaan omdat wit anders via Te6 en Te5 zijn toren op dat mooie veld e5 kan nestelen. [65…Kg7 66. Kg3 Te2 67. Te6 Kf7 68. Te5 gevolgd door e3-e4.] 66. Kg3 Te2 67. Ta3 en wit is niets opgeschoten.
65. Ta6+ Kf7
Nepo heeft ook geconstateerd dat hij Te6 beter kan verhinderen. Maar het nadeel van deze koningszet ten opzichte van Kg7 wordt in de partij feilloos aangetoond.
66. Kg5!
Daar gaat ie dan!
66…Tg1+
De enige zet. 66…Txe3 67. Tf6+ Ke7 68. Txg6 Txf3 69. h4 levert wit goede winstkansen op. Maar zelfs al zou hij beide zwarte pionnen winnen, het eindspel van f- en h-pion is nog heel vaak remise. De grote eindspelkenner Jan Timman heeft het ooit remise gemaakt, hetgeen een prestatie van formaat mag worden genoemd. Het is de vraag of de hedendaagse topspelers in een uitvluggerfase een dergelijk eindspel zouden houden…
67. Kh6 Tg3
Hij blijft g6 dekken en nog altijd moet het remise zijn.
68. Ta7+ Kf6
69. e4
met het idee om e4-e5+ te gaan doen.
69…Txf3 70. e5+ Ke6 71. Ta6+
Allemaal even nauwkeurig en het lijkt erop dat Giri heel wat bereikt heeft. In werkelijkheid is het nog steeds binnen de remisemarge…
71…Ke7 72. Ta4
Die f4-pion mag voorlopig niet zomaar ingeleverd worden. Na 72. Kxg6 Txf4 73. Kxh5 Te4 gaan alle belangrijke pionnen van het bord.
72…Tg3??
En ja hoor, hij gaat eindelijk de fout in. Alleen 72…Kf7! maakte nu remise. Dat is misschien niet zo eenvoudig te zien.
73. Ta7+!
De meest nauwkeurige voortzetting die de winst binnenhaalt.
73…Ke6
Na 73…Kf8 74. Tg7 h4 75. Txg6 Txh3 76. Tf6+ Ke7 77. Kg5 is het ook niet moeilijk meer. Een mogelijke winstvoering verloopt zo: 77…Th1 78. Th6 h3 79. Kxf5 h2 80. Th7+ Ke8 81. Ke6 Kf8 82. f5 Kg8 83. Th3 Kg7 84. f6+ Kg8 85. f7+ Kg7 86. Tg3+
74. Ta6+ Kf7 75. Tf6+
Ziehier hoe belangrijk het steunpunt op f6 is, dat door pion e5 is gecreëerd is.
75…Ke7 76. Txg6 Txh3 77. Kg5!
En met deze nauwkeurige slotzet bekroont Giri zijn doorzettingsvermogen!
77. Kg5! h4 [77…Tg3+ 78. Kxh5! met winst. (78. Kxf5?? Txg6 79. Kxg6 h4 80. f5 h3 81. f6+ Kf8 82. e6 h2 83. e7+ Ke8 84. f7+ Kxe7 85. Kg7 h1=D 86. f8=D+ zou remise zijn geworden…)] 78. Th6 Tg3+ 79. Kxf5 zou het eindspel van twee tegen een pion hebben opgeleverd waarbij de verbonden witte vrijpion hem de winst garanderen.
1-0

 

De slottabel zag er zo uit:

Rk. Name Rtg. Pts.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
TB Perf
1
2805
6.5
x
35.25
2845
2
2882
6.5
x
34.50
2838
3
2756
6.0
x
32.75
2821
4
2750
6.0
x
32.50
2821
5
2764
5.5
x
30.25
2784
6
2779
5.5
x
29.75
2783
7
2818
5.5
x
29.25
2779
8
2774
5.5
x
29.00
2783
9
2743
5.0
x
27.75
2750
10
2778
5.0
x
27.00
2747
11
2765
4.5
x
25.25
2719
12
2776
4.5
x
24.75
2718

 

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.