Schaakhistorie (17) : Het diepe inzicht van Manuel Bosboom
Gedeeld winnaar van het Open kampioenschap van Nederland in Dieren, deze zomer, dat is het grootste succes dat Manuel Bosboom in zijn schaakcarrière heeft behaald. Althans in het klassieke schaken.
In het snelschaak kent iedereen natuurlijk zijn overwinning op Gari Kasparov in 1999 en zijn toernooizeges, die niet meer te tellen zijn. Zelf is hij er ook niet de man naar om daar statistieken van bij te houden. Volgens zijn Wikipedia-pagina heeft hij het snelschaaktoernooi van Amstelveen achttien keer gewonnen. Dat zou heel goed waar kunnen zijn. Het totaal aantal toernooizeges zou best boven de honderd kunnen liggen.
Kijkend naar statistieken zou je zeggen dat Manuel Bosboom (geboren 24 januari 1963) zijn toptijd had rond 1990. Van 1988 tot en met 1992 plaatste hij zich vier van de vijf keer voor het Nederlands kampioenschap. In 1990 werd hij gedeeld vijfde na overwinningen op Van der Wiel, Nijboer, Douven, Pliester en Blees. De andere keren scoorde hij onder de vijftig procent. Dat deed hij ook in 2000, 2004, 2007 en 2008. Na dat laatste NK kon hij wel zeggen dat hij dus twintig jaar tot de Nederlandse top behoorde. Tijdens de editie van 2000 viel hij op door tegen de computer Fritz $$$, waarvan de deelname omstreden was, uit protest na een paar zetten op te geven. Schaken tegen een computer past helemaal niet bij Bosboom.
Grootmeesternormen
Dieren noem ik Bosbooms grootste succes omdat ik het een toernooiwinst noem, al werd Casper Schoppen officieel tot open kampioen uitgeroepen. Zijn prestatie op het open toernooi Leeuwarden 1997 was echter minstens zo groot. Achter Sokolov en Gleizerov werd Bosboom derde, samen met Speelman, Van Wely en Lobron, voor onder anderen Van den Doel, Landa, Reinderman en Nijboer. Het was zijn eerste grootmeesternorm. Dieren was op rating een grootmeesternorm, maar gold niet omdat Bosboom niet genoeg grootmeesters tegen zich kreeg (maar één) en niet genoeg buitenlanders (ook één).
Bosboom is een van de topscorers aller tijden in de hoogste klasse van de KNSB-competitie. Daarin speelde hij voor HWP Zaandam, VAS, Amstelveen, Rotterdam, De Variant, Apeldoorn en En Passant. Met die laatste club boekte hij twee grote individuele successen. Bij de Europacup 2013 op Rhodos scoorde hij 5 uit 7, wat een grootmeesternorm was. Dat herhaalde hij een jaar later in Bilbao, waar hij Peter Leko versloeg. Met drie grootmeesternormen voldoet Bosboom nog niet aan de vereiste dat die over minimaal 27 partijen moeten gaan, want het Europacuptoernooi gaat over zeven partijen. Bovendien heeft hij nog nooit de vereiste Elo-grens van 2500 gehaald.
Kasparov had gewoon zwakke velden
Zijn bekendste prestatie zal altijd de overwinning op Gari Kasparov blijven. Tijdens het Hoogovenstoernooi van 1999 speelden de deelnemers aan de hoofdgroep, allemaal wereldtoppers, op een rustdag een snelschaaktoernooi. Op het laatste moment zegde Sjirov af en het toernooicomité durfde het aan Bosboom als vervanger te vragen. Kasparov won het toernooi, maar verloor alleen van Bosboom, die verder niet hoog scoorde. Jeroen van den Berg in 2007 tegen Peter Boel voor het tijdschrift Matten: “Iemand vertelde me dat Bosboom van Kasparov had gewonnen. Mijn eerste gedachte was: dat kan best, want Manuel is een genie.
Toen zag ik Kasparov en zijn secondant Yury Dokhoian door de gang wegbenen. Even later verscheen Manuel. Je zou zeggen, als je Kasparov hebt verslagen ga je op je hoofd staan of je juicht de hele zaal bij elkaar, maar aan Manuel zag ik niets. Ik vroeg: klopt het dat je hebt gewonnen? Ja , dat klopt, zei hij. En toen begon hij heel nuchter de partij te analyseren: ja, Gari had wat problemen gekregen met zijn zwakke zwarte velden. Alsof hij de een of andere hoofdklasser had verslagen. Er was geen emotie zichtbaar bij hem. Waarschijnlijk drong het pas later tot hem door.”
Voorbereiding
Omschrijvingen van Manuel Bosboom staan vaak vol clichés. Hij heeft een vrij leven als bohemien, is een vrijbuiter zonder strak levensritme, woont in een molen op de Zaanse Schans, rijdt geen auto (dat geldt voor meer schakers) en kocht pas een computer toen iedereen allang op internet zat. Enkele van die clichés zijn inderdaad op hem van toepassing. Tijdens het NK 2007 werd hij voor De Gooi- en Eemlander geïnterviewd door Bert-Jan van Oel. Die zag op het Hilversumse Mediapark een grote olifant worden aangevoerd, waarop Bosboom op het dier afliep en hem een broodje voerde, dat de olifant met servet en al opat. Bosboom: “Ik ben heel goed met dieren, mij gebeurt niets.”
Dat NK kende de bijzonderheid dat er met een hoge plaats in het tegelijkertijd gehouden HSG Open meer was te verdienen dan met een lage plaats op het NK, waarvoor Bosboom eigenlijk wel was voorbestemd. Bosboom: “Maar een NK afzeggen, dat vind ik net zoiets als bedanken voor het Nederlands elftal. Dat doe je niet.” Vervolgens over zijn financiën: “Ik hoef niet veel geld te hebben, maar ik moet wel kunnen leven natuurlijk. Omdat ik voor dit bestaan heb gekozen, moet ik ook accepteren dat het financieel soms wat minder gaat. Een tijdje geleden ging ik naar het Bevrijdingstoernooi in Wageningen in de wetenschap dat ik nog maar elf euro had. Gelukkig won ik het toernooi, ik moest wel. De eerste prijs was 800 euro, dus wist ik dat ik het weer twee maandjes kon uithouden.”
Bosboom bekende dat hij zich nauwelijks op het NK had voorbereid. “Ik vind het toch ook wel leuk om creatief te zijn achter het bord. Bovendien, je kunt je wel voorbereiden, maar dan speelt je tegenstander opeens na twee zetten iets heel anders en heb je niks meer aan al die varianten die je thuis hebt zitten uitpluizen.”
Met lede ogen zag hij de invloed van databases aan. “Schaken is nog net geen boter, kaas en eieren, maar het begint er toch op te lijken dat straks iedere topper weet hoe hij niet hoeft te verliezen.”
Positioneel inzicht
Manuel Bosboom speelt vaak gekke partijen waarin hij zomaar zijn g- of h-pion naar voren gooit en zijn koning in het midden houdt. Tegen Van Oel zei hij daarover: “Het nadeel van deze manier van schaken is dat het tegen de echt goede spelers toch meestal niet veel oplevert. Mijn stijl is vooral geschikt voor partijen tegen de net wat mindere spelers en in rapidpartijen. Daar loont het nogal eens.” Tegen Peter Boel voor Matten (2007): “Aan openingstheorie heb ik nooit veel gedaan. Ik ben een intuïtieve speler die het niet moet hebben van rekenen, maar van gevoel voor wat er in een stelling mogelijk is. In snelschaak- en rapidpartijen heb je daar veel meer succes mee dan in gewone partijen, want daarin heeft je tegenstander de tijd om alles nauwkeurig uit te rekenen.”
Toch zijn deskundigen lovend over zijn stijl, waar veel meer achter zit dan je zou denken. Merijn van Delft in 2018 in Schaakmagazine na het Batavia-toernooi: “Mensen denken vaak dat Manuel Bosboom vooral een tactische speler is die gekke zetten doet. Het fundament van zijn spel is echter juist strategie en positiespel. Het bijzondere zit hem in een diep begrip van hoe de elementen tijd, ruimte en materiaal op elkaar ingrijpen. Hij zoekt daarin de grenzen op en schuwt het offeren van materiaal niet, voor het bereiken van een mooi uitziende stelling. Door deze experimentele insteek worden zijn partijen uiteindelijk vaak wild en ongewoon, maar het begint altijd met een positionele strijd om de controle over cruciale velden.”
Gert Ligterink in 2007 op de Tata-site: “Bosbooms stijl is moeilijk in woorden te vatten. Een ijverig student van de openingstheorie kun je hem moeilijk noemen, maar hij is in de eerste partijfase geen buitenbeentje zoals Basman. Zijn originaliteit blijkt vooral in het middenspel dat hij zonder vooroordelen op volstrekt eigenzinnige wijze behandelt. Ik herinner me onderlinge partijen, waarin ik geen zet van hem zag aankomen.”
Herman Grooten in 2006 in Trouw: “Hoewel men Bosboom vooral tactisch vernuft toedicht, kan hem ook een gezond strategisch inzicht niet ontzegd worden. Juist dat maakt hem tot een geducht tegenstander.” Grooten later op Schaaksite: “Daarnaast kan hem ook een uitstekende eindspeltechniek worden toegedicht. Zijn liefde voor eindspelstudies heeft hem ongetwijfeld geholpen diverse vaardigheden te ontwikkelen.”
Je mag Manuel Bosboom een vreemde vogel noemen, ook op het bord, maar hij is zonder meer een groot schaker met een diep inzicht.
Eerdere afleveringen van Schaakhistorie:
1. Fritz $$$ op het NK (2000)
2. Titelgekte (1963)
3: Roy Dieks kon zijn belofte niet inlossen
4: Het WK-jeugd in Den Haag (1961)
5: De snelle entree van Genna Sosonko (1972-73)
6: De eeuwige breuk met Lodewijk Prins
7: Zonetoernooi Nijmegen: sport en politiek (1960)
8. Bert Enklaar dacht altijd na over de zin van alles
9. De vroege jaren van Schaakbulletin (1968 en verder)
10. VAS en de Europacup van 1956
11. Polgar-manie in Nederland (1989-1992)
12. Prof.dr. M. Euwe: “Kunnen computers denken?” (1964)
13. Vijf keer Loek van Wely in Leeuwarden (2001-2005)
14. De onverwoestbare Zhaoqin Peng (1997 tot heden)
15. Bijzondere winnaars bij HSG Open (2006 tot heden)
16. De vijf grootste NK-stunts
Altijd leuk, een item over Manuel. In 2009 deed hij mee met de toen ook zeer sterk bezette c-groep in Wijk aan Zee. Maan tikte met zwart even David Howell van het bord met een fraaie Ta5 manoeuvre en een rondje later ging ook Friso Nijboer over de knie. Friso heeft zich er wel eens over beklaagd dat Manuel alleen tegen hem altijd ‘normale partijen’ speelt 🙂