“Appels en peren” door Jan Willem Duijzer. Column van Schaakvereniging Promotie.
Wat is het nut van schaken? En hebben dan andere sporten meer nut? Jan Willem laat er zijn licht over schijnen in de eerste column van het nieuwe seizoen.
De vermaarde natuurkundige Klaas Landsman1 was onlangs te horen in het NPO4-radioprogramma “Een goedemorgen met …”, op zaterdagochtend. In dit programma krijgen bekende Nederlanders de gelegenheid om hun favoriete klassieke muziek te laten horen. Landsman, die in zijn jeugd een topschaker was, vertelde dat hij spijt had van deze fanatieke jeugdhobby, waarmee hij na zijn tienerjaren abrupt stopte. Hij had, achteraf, zijn tijd liever besteed aan de muziek, bijvoorbeeld door piano te leren spelen.
Zijn opmerking trof me. Ook ik heb in mijn tienerjaren veel tijd aan het schaken besteed. Boekjes van Bouwmeester doorgewerkt, openingen bekeken, partijen gespeeld en nagespeeld, afgebroken posities geanalyseerd (nog zonder computer), toernooien bezocht en ga zo maar door. Had ik mijn tijd beter kunnen benutten? De uren die ik aan het schaken wijdde had ik ook in pianolessen of gitaarspel kunnen stoppen. Ik zou een ander mens geworden zijn, met andere vrienden en een
andere herseninhoud, misschien zelfs een andere identiteit.
Het zou interessant zijn om hierover met Landsman eens verder te praten. Zou hij zonder zijn jeugdige schaak-passie de wetenschapper geworden zijn die hij nu is? Of zou hij via de muziek een bredere interesse ontwikkeld hebben, andere vrienden en vriendinnen gekregen hebben en aan de natuurkunde niet meer toegekomen zijn? En zou dat erg zijn? De vraag naar het “nut” van schaken doet me bedenken dat heel veel kinderen duizenden uren doorbrengen in saaie zwembaden en tennishallen of op voetbal- en hockeyvelden en daar na hun tienerjaren doorgaans allemaal mee stoppen. Verloren tijd?
Lees hier verder!