Recensie: Side-Stepping Mainline Theory

Een boek van Gerard Welling! Dat wekt bij mij meteen interesse. Samen met Steve Giddins heeft de Eindhovense IM Side-Stepping Mainline Theory geschreven. Een onderwerp dat Welling op het lijf geschreven is. Hij staat bekend als een creatieve speler, met (volgens Wikipedia) een voorliefde voor ongebruikelijke openingen als 1.b3. Daar gaat het boek overigens niet over. Hoewel de cover misschien anders doet vermoeden, is Side-Stepping Mainline Theory een repertoireboek, voor zwart én wit! Centraal staan het Oud-Indisch (tegen 1.d4) en de Philidor (tegen 1.e4). Met wit wordt ervoor gekozen deze opstelling in de voorhand te spelen, enkele uitzonderingen (Pirc/Scandinavisch) daargelaten.

Een opvallende combinatie, Gerard Welling en Steve Giddins. Welling is een bekend gezicht in de Nederlandse schaakwereld, en in Engeland geldt waarschijnlijk hetzelfde voor Giddins. Laatstgenoemde heeft meer dan een dozijn schaakboeken uitgebracht, voornamelijk gericht op de fanatieke clubschaker. Daarnaast is hij een verdienstelijke speler met de FM-titel, die (volgens ratings.fide.com) de laatste jaren nauwelijks meer achter het schaakbord te vinden is.

Hoe de twee op het idee zijn gekomen de handen ineen te slaan, wordt nergens duidelijk. Na enig Google werk kwam ik op de blog van Giddins terecht, waarin hij in een interessant artikel (Opening theory – who needs it?) schrijft dat Welling een vriend van hem is. De connectie tussen de auteurs is dus duidelijk. In het geval van Welling is er ook een duidelijke connectie met de aangeraden openingen. Met enige regelmaat wordt er een partij van hem aangehaald. Dat vind ik als lezer altijd prettig om te zien, er zit vaak toch een gat tussen theorie en praktijk.

Voor wie is het boek bedoeld?

In de introductie is te lezen dat de gemiddelde clubschaker (veel) te veel tijd besteedt aan openingstheorie. Daardoor blijft er weinig tijd over om belangrijke zaken te bestuderen, zoals tactiek, positiespel en eindspeltheorie. De oplossing? Een openingsboek! Dat klinkt ironisch, maar er zit een idee achter. In ongeveer 200 pagina’s behandelen de auteurs een systeem dat tegen elke opening gespeeld kan worden, en met beide kleuren. In een mum van tijd heb je een solide openingsrepertoire opgebouwd, bijna onderhoudsvrij, waarbij begrip belangrijker is dan concrete kennis. Voor de visueel ingestelde mensen, dat ziet er als volgt uit:

Zwart kiest tegen zowel 1.e4 als 1.d4 voor bovenstaande opstelling. Ook in het geval van flankopeningen (zoals 1.c4 en 1.Pf3) wordt er niet afgeweken. Opvallend genoeg kan hij daar nog mee wegkomen ook. Zowel de Philidor als het Oud-Indisch (de naam van de opstelling tegen 1.e4 dan wel 1.d4/1.c4) zijn alles behalve weerlegd, al staan ze misschien te boek als wat saai. Daar wordt de lezer overigens voor gewaarschuwd in de introductie. Het repertoire is niet geschikt voor aanvallend ingestelde spelers.

Hoe is het boek opgebouwd?

Het boek bestaat uit een zestal hoofdstukken.

  1. The keys to successful opening play
  2. The Old Indian against 1.d4
  3. The Old Indian against Flank Openings
  4. The Philidor against 1.e4
  5. The system as White
  6. Tables of the main variation

De belangrijkste hoofdstukken zijn 2 tot en met 5, waarin het repertoire uit de doeken wordt gedaan (dit betreft de 200 pagina’s waar ik het eerder over had). Hoofdstuk 1 is een kort hoofdstuk waarin beschreven staat wat je wel en niet moet doen in de opening (denk aan de drie gouden regels), de superioriteit van het leren van typische plannen ten opzichte van het onthouden van zetten, en tenslotte het belang van zetvolgordes. Hoofdstuk 6 is een leuke (en nuttige!) toevoeging, waarin een overzicht te vinden is van de hoofdvarianten in “Eco-style”. Dat roept herinneringen op aan BCO 2 (Batsford Chess Openings 2), dat bij ons thuis “het groene boek” werd genoemd. Later volgde er natuurlijk ook MCO (Modern Chess Openings) en NCO (Nunn’s Chess Openings).

De hoofdstukken 2 tot en met 5 zijn vrijwel identiek opgebouwd. Dat ziet er als volgt uit:

  • Introduction
  • Strategy and Ideas
  • Tactical motifs (alleen in hoofdstuk 4!)
  • Move-orders
  • Illustrative games
  • Odds and ends
  • Odds and ends – Illustrative games

Hoe het bovenstaande wordt vormgegeven, is goed te zien op de voorbeeldpagina’s. Een korte introductie wordt gevolgd door een overzicht met de typische plannen en ideeën. Deze korte fragmenten zijn een selectie van de partijen die later worden besproken in de Illustrative games. In principe krijg je dus twee keer hetzelfde voorgeschoteld, waarbij het commentaar soms letterlijk wordt overgenomen. Overigens hoeft dat niet erg te zijn, want herhalen helpt bij het memoriseren van de ideeën.

Een mooi voorbeeld van een terugkerend idee is de Pickett Shuffle, dat zowel in het Oud-Indisch als in de Philidor (zie voorbeeldpagina 111) voorkomt. Na 1.d4 Pf6 2.c4 d6 3.Pc3 Pbd7 4.e4 e5 5.Pf3 Le7 6.Le2 0-0 7.0-0 c6 8.Te1

kan zwart verdergaan met 8… De8!?. Het idee is om de zwartveldige loper om te spelen via d8 naar c7, b6 of zelfs a5. Dat kost wat tijd, maar in een gesloten stelling hoeft dat niet problematisch te zijn.

Het bespreken van move-orders is wat mij betreft een belangrijk onderdeel van de hoofdstukken. De auteurs leggen op heldere (maar bondige) wijze de voor- en nadelen uit van de mogelijke zetvolgordes. Er wordt een voorkeur uitgesproken voor een bepaalde zetvolgorde, maar de lezer wordt vrijgelaten zijn eigen pad te bewandelen. Vooral met wit is het interessant om te zien hoe de beoogde opstelling bereikt wordt. De eerste zet is 1.e4, maar het vervolg is afhankelijk van de zwarte reactie. Op 1… e5 volgt 2.Pf3, op 1… e6 komt 2.d3 en na 1… c5 gaat wit verder met 2.c3!

Tot slot een kleine waarschuwing van de auteurs: mocht je van plan zijn het Oud-Indisch te gaan spelen, kijk dan niet te veel naar de computerbeoordeling. Wit heeft veel ruimtevoordeel, waardoor engines de stelling al snel als (erg) goed voor wit waarderen. Net als in het Konings-Indisch is het niet gek als de beoordeling richting +1.00 gaat. Overigens kun je hier ook in doorslaan.

Over de diagramstelling (uit de partij Jansa-Martin, Gausdal 1991) schrijven de auteurs “Black was able to generate interesting counterplay with 18…g5!? 19.Lg3 f5”. Hier houdt de analyse op, maar als je het mij vraagt ziet de stelling er verdacht uit. De computer komt tot dezelfde conclusie, en na 20.e5! (20… f4 21.exd6 Lxd6 22.Lf2) gaat de beoordeling richting +2.00, omdat de druk op c5 erg groot is zonder d-pion. Het is natuurlijk niet zo dat de aanbevelingen van de auteurs continu afwijken van wat de computer zou spelen, maar het is wel goed om zelf na te blijven denken.

Conclusie

Het concept van Side-Stepping Mainline Theory spreekt tot de verbeelding. Wie kent er niet een clubgenoot die continu bezig is met het bestuderen van openingsvarianten, terwijl hij nog zoveel belangrijke facetten van het schaakspel (tactiek, strategie, eindspel) niet onder de knie heeft? Welling en Giddins hebben een solide repertoire opgebouwd, waar menig clubspeler jarenlang mee uit de voeten kan. De belangrijkste strategische ideeën worden onder een vergrootglas gelegd, en je hoeft je geen zorgen te maken over verwarrende zetvolgordes.

Een kleine kanttekening is uiteraard wel op zijn plaats. Voor aanvallende spelers is het geen geschikt repertoire. Zowel met zwart als met wit wordt een veilige opstelling ingenomen, waarbij de stukken in eerste instantie niet voorbij de tweede rij komen. Dit betekent dat er weinig fout kan gaan, maar het nadeel is dat het even kan duren voordat er iets gebeurt op het bord. In de nodige varianten gaan de dames vroegtijdig van het bord, en dat is niet iedereen zijn cup of tea. Ook kan ik me voorstellen dat er witspelers zijn die voor een ambitieuzere opzet willen gaan. Desalniettemin een boeiend boek, al is het maar om je zwart repertoire vorm te geven!

 

 

Boek: Side-Stepping Mainline Theory
Auteurs: Gerard Welling, Steve Giddins
Uitgeverij: New in Chess
ISBN-nummer: 9789056918699
Pagina’s: 269
Gepubliceerd: 22 augustus 2019
Link naar onze recensenten met hun recensies.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.