Krantenrubrieken weekend 28 september 2019
Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.
Hans Ree | Gert Ligterink | Hans Böhm | Bab Wilders | Johan Hut | Rini Kuijf | Henk Prins |
China wordt steeds sterker
Waar zijn de Russen? Ze kwamen met een imposant contingent van 28 spelers naar de World Cup, maar ze zijn uitgeschakeld en in de halve finales spelen twee Chinezen, een Fransman en een Azeri. Ding Liren tegen Yu Yangyi en Maxime Vachier-Lagrave tegen Teimour Radjabov. Als Anish Giri in het kandidatentoernooi van 2020 wil spelen, is het ideale scenario dat Ding en Vachier-Lagrave nu in de finale komen. Die krijgen daardoor een plaats in het kandidatentoernooi en doen dan niet meer mee voor de ratingplaats.
Er is ook een ander scenario denkbaar: een telefoontje uit Beijing van een functionaris die Ding Liren er op wijst dat hij het vaderland dient door van Yu te verliezen, want dan komen er straks twee Chinezen in het kandidatentoernooi, Ding op rating en Yu als finalist in de World Cup. Zou Ding weerstand kunnen bieden aan de wens van het grote Chinese volk? Er zijn Chinese schakers geweest die dat niet konden.
Er was bijna ook nog een Chinese Amerikaan in de halve finales gekomen: Jeffery Xiong, de 18-jarige jongen die Anish Giri uitschakelde. Zelf werd hij in een kwartfinale uitgeschakeld door Teimour Radjabov. Hij neemt het schaken ernstig en zijn ouders doen dat ook. Ik las dat er in zijn ouderlijk huis een poster hing met de tekst: ‘Ik beloof dat ik mijn best zal doen en nooit op zal geven, ook als ik lijk te verliezen. Ik beloof dat ik hard zal werken om mijn spel, mijn fysieke en mentale hardheid en mijn competiviteit als schaker te verbeteren. Ik beloof mijn coach, de toernooidirecteur en mijn teamgenoten en mijn tegenstander te respecteren. We werken samen om schaken een betere sport te maken.
Ik beloof dat ik nooit zal vergeten dat hoe enerverend, intens en zenuwslopend partijen ook kunnen zijn, schaken maar een spel is en dat het belangrijkste doel is om naar buiten te gaan en plezier te hebben en te genieten van schaken als een strategisch spel.’ Vooral dat laatste punt vind ik mooi.
Teimour Radjabov – Jeffery Xiong, World Cup 2019
1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 d5 4. cxd5 Pxd5 5. e4 Pxc3 6. bxc3 Lg7 7. Lb5+ c6 8. La4 0-0 9. Pe2 e5 10. 0-0 Pd7 11. Le3 De7 12. Lc2 Pb6 13. f4 exd4 14. Lxd4 Td8 15. f5 Lxd4+ 16. cxd4 c5 17. Dd2 Sterker was 17. Dd3, maar Radjabov zag een mataanval met Dh6, Ph5 en f5-f6, ‘zoals in mijn kindertijd.’ 17…Pc4 18. Dd3 Het valt tegen met die mataanval, want na 18. Dh6 Lxf5 19. exf5 Dxe2 20. f6 kan zwart zich met 20…De3+ redden. 18…Pe5 19. Da3 Pc4 20. Dc3 b5 21. f6 Dd6 22. d5 Te8 Nu komt wit weer in het voordeel. Na 22…Pe5 zou zwart goed staan. 23. Ld3 Pe3 24. Lxb5 Txe4 25. Pg3 Pg4
Partij in de viewer:
Van blijdschap tot zelfhaat in enkele zetten
Woensdag was een dag waarop het leed van de verliezers zo groot was dat de toeschouwers oprecht met hen meeleden. Vreselijk was het lot van de -Armeniër Aronian en de Rus Vitjoegov in de kwartfinaletiebreaks van het World Cup toernooi. De euforie die zij voelden bij hun naderende overwinningen maakte na jammerlijke fouten binnen enkele minuten plaats voor verdriet en zelfhaat.
Op Twitter gaven velen de schuld aan de (te) beperkte bedenktijd in de tiebreakpartijen. De Rus Nepomniachtsji schreef: ‘Woorden schieten tekort. Soms lijkt het alsof goed of op zijn minst behoorlijk spel niet nodig is om ver te komen in de World Cup. Het knock-outsysteem in zijn huidige vorm is volstrekt ongeschikt om te bepalen wie de beste schaker is.’ De dag begon kalm met twee remises in de rapid-tiebreak van Vitjoegov en de Chinees Yangyi Yu. Ook de match tussen Aronian en de Fransman Vachier-Lagrave opende vreedzaam, waarna Aronian zijn tegenstander in de tweede partij overspeelde:
Nadat Vitjoegov en Yu elkaar om beurten hadden verslagen moest een armageddonpartij (wit 5, zwart 4 minuten bedenktijd) de beslissing brengen. Vitjoegov had met zwart aan remise genoeg om de halve finales te bereiken. Yu – Vitjoegov 1. e4 e6 2. f4 d5 3. e5 c5 4. Pf3 Pc6 5. c3 Ph6 6. Pa3 Pf5 7. Pc2 d4 8. Ld3 Ph4 9. Le4? Pxg2+ 10. Kf2 Pxf4 11. d3 Pg6 12. cxd4 cxd4 13. Lg5 Le7 14. Lxe7 Dxe7 15. Pcxd4 Pcxe5 16. Pxe5 Pxe5 17. Dh5
Partijen in de viewer:
Hans Böhm
Geen rubriek dit weekend.
Het is alweer een aantal maanden geleden dat Thinkers Publishing het eerste deel lanceerde van een trilogie van en over Gata Kamsky, Chess Gamer. Deze toch wel opmerkelijke schaker levert nu het tweede deel af. We zouden veel van het eerste deel kunnen herhalen, maar dat doen we maar niet. Dit deel draagt als titel: Return (2004-2013 ). Nadat Kamsky de WK-match tegen wereldkampioen Karpov had verloren, is hij 8 jaar gestopt met schaken. Hij studeerde rechten, trouwde en specialiseerde zich in de ook voor het schaken interessante wereld van de zogeheten ‘Cyber Law’. Maar uiteindelijk ging hij toch weer schaken. Hij was het beslist nog niet verleerd. Hij draait volop mee in de Amerikaanse schaaktop, een veelkleurige, want Angelsaksische namen zijn er haast niet bij.
Ook in dit boek van 450 pagina’s worden de partijen zeer uitvoerig geanalyseerd. Het gaat om ‘slechts’ twintig partijen, maar het principe om aan één partij meer dan twintig bladzijden te wijden spreekt mij wel aan. Ook het commentaar is zeer diepgaand met vele varianten, vooral bij de beslissende zetten van de partij. Ruim aandacht is er voor de psychologische factoren die een grote rol kunnen spelen in een schaakpartij. De student wordt ook regelmatig aan het werk gezet met zinnen als: ‘Het is aan te bevelen deze variant zelf verder te analyseren.’ Gata Kamsky, die in zijn jeugd nog weleens een draai om zijn oren kreeg van zijn vader als hij een partij door een blunder had verloren (dat hoort bij de Siberische opvoeding …), heeft er geen moeite mee in de analyses een vernietigend oordeel te vellen over eigen mindere zetten. De clubspeler die serieuze pogingen wil doen zijn inzicht en kennis te verbeteren kan met dit tweede deel een heel eind komen. De partijen in dit boek zijn vaak zeer interessant en haast had ik de prachtige partij tegen Mamedyarov gekozen. Echter, die partij stond al in de vorige rubriek. Daarom maar de laatste partij uit het boek, namelijk die tussen Kamsky en Akobian (2011). Die werd gespeeld in het kader van het Amerikaans kampioenschap in St. Louis, de schaak-hoofdstad van de USA. 1.e4 e6 2.d4 d5 3.Pc3 Pf6 scherp 4.e5 Pfd7 5.f4 c5 6.Pf3 Pc6 7.Le3 Db6 een oud systeem, meestal cxd 8.Dd2 Dxb2 anders heeft Db6 geen zin. 9.Tb1 Da3 10.Lb5 Da5 11.0-0 c4 beter was hier het thematische cxd 12.f5! het goede antwoord Pb6 13.De1! veld d2 vrij voor de loper In het boek nu 2 pagina’s analyses 13..exf 14.a4 Le6 15.Ld2 Lb4 is het dubbele pionoffer terecht? 16.Txb4 Dxb4 17.Pe4 Db2 18.Pd6† Kf8 19.Lc3 even een slippertje van wit,beter Lc1 19..Dxc2 20.Pxb7 Pxa4 zwart graait materiaal (drie pionnen en de kwaliteit) beter Pd8 21.Lb4† Kg8 22.Lxc6 Tc8 23.Tf2 Db3 24.Pa5 Txc6 25. Pxc6 wint wel stuk maar gewoon dame nemen kon ook 25..h6 het bekende gaatje 26.Pe7+ Kh7
27.Pg5† hxg5 28.Tf3 g6 29.Txb3 cxb 30.La3 Tb8 31.Dg3 g4?? Het had nog leuk kunnen worden na 31..b2 maar nu is het uit 32.Dh4† Kg7 33.Df6† Kh7 34.Lc1 1-0 (Th8 35.Lh6 Kxh6 36.Dxh8† Kg5 37.g3)
Partij in de viewer:
Probleem 2752 is een tweezet van Hassberg:
Een boek voor d4-spelers die zwart willen verrassen
Schakers zijn op het gebied van openingen te verdelen in e4- en d4-spelers. Wie opent met c4 of Pf3, zit dicht bij de d4-spelers. Andere beginzetten vallen onder de curiositeiten. De zet 1.e4 heeft het imago aanvallend te zijn, in de negentiende eeuw opende men zo met als doel zwart zo snel mogelijk naar de keel te grijpen. Dat lijkt bij 1.d4 minder voor de hand te liggen, maar zo zwart-wit is het allang niet meer.
Bij uitgeverij New in Chess in Alkmaar verscheen dit jaar het boek ‘An attacking repertoire for white with 1.d4’, met als ondertitel ‘Ambitious ideas and powerful weapons’. De auteur, Viktor Moskalenko, is een van de meest geprezen schrijvers van openingsboeken van dit moment. Wie denkt dat het boek vol staat met varianten om zwart op zijn negentiende-eeuws naar de keel te grijpen, komt bedrogen uit. Wel is het een boek vol verrassingen, vroege afwijkingen van de bekende varianten. Om daarvan profijt te hebben, moet je wel eerst de opening begrijpen. Een afwijking heeft pas nut als er in de hoofdvarianten iets is wat je niet zint. Het is dus geen boek voor beginners, maar het is wel een mooi boek voor schakers die allang 1.d4 spelen en nu eens iets verrassends willen spelen. Damegambiet, Nimzo-Indisch, Grünfeld-Indisch, diverse vormen van de Ben-Oni; alle grote openingen komen voorbij.
De verrassingen leiden meestal niet tot agressieve varianten, maar leveren soms slechts op dat wit een tempo wint ten opzichte van de hoofdvariant. In de volgende partij, van de auteur zelf, leidt een afwijking wel tot een kortsluiting. Dat kan ook komen doordat de zwartspeler al vroeg op onbekend terrein is en dus al vroeg zelf moet nadenken. Dat is beslist ook een groot voordeel dat wit met de varianten in dit boek kan bereiken. Meer informatie: www.newinchess.com.
Moskalenko-Perez
1.d4 Pf6 2.c4 g6 3.Pc3 d5 4.cxd5 Pxd5 5.Ld2 Dit is de afwijkende zet die in het hoofdstuk over het Grünfeld-Indisch wordt behandeld. 5…Lg7 6.e4 Pxc3 7.Lxc3 In deze opening slaat wit altijd met de b-pion terug op c3, waarna zwart c5 speelt. 7…c5 8.d5 Met de pion op c3 kan dit dus niet en dat is de grap van deze afwijking. Wit krijgt nu een sterk centrum. 8…Lxc3+ 9.bxc3 0-0 10.Lc4 Pd7 11.Pf3 Pb6 12.Dd3 Dc7 13.a4 Ld7 14.Lb5 c4 15.Dd4
Partij in de viewer:
Voor beginners A8051
Voor gevorderden B8051
In de tweezet van Benkö zagen we vorige week vier verleidingen die op de snijpunten van de lopers en torens plaatsvonden.
Probleem 958 is een voorbeeld van een driezet van Benkö, deze kan worden opgelost.
Eindspelstiudies maakte Pal Benkö ook veel. Zie diagram met de opdracht: wit wint.