“Schaakpleegvader” door Theo Mooijman
De keurige heer, die bij ons werd ingekwartierd, was de jeugdleider van de K.B.S.B., de Belgische schaakbond, Hendrik Baelen. Een zeer aimabele man, die zich bij ons zeer thuis voelde.
Daar kon ik goed inkomen want mijn moeder kon uitstekend koken en mijn vader, een generatiegenoot van hem (beiden stamden uit de negentiende eeuw), was een aangenaam causeur, een sigaartje opsteken was nog heel gewoon en gold voor gezellig en een glaasje wilde ook best smaken.
Bij zijn vertrek waren er presentjes. Die voor mij staat nog steeds in de boekenkast. Ik weet nog goed dat mijn moeder bedenkelijk keek toen ze de titel ‘De versierde bedstee’ zag. Mogelijk was ze even in de war met “Het stenen bruidsbed’. Maar het getekende mannetje met sigaar stelde het gemoed gerust; zwarte beertje nummer 423 was van Havank.
Hendrik Baelen had op de eerste bladzijde in een prachtig, zwierig handschrift een poëtische tekst geschreven die ik hier en nu graag aan de openbaarheid wil prijsgeven.
Hij schreef: “Kleine herinnering aan een grote jongen, van een klein meneer uit het kleine België met een groot verleden, die naar het heerlijke ‘s-Gravenhage kwam met ene hoopje kleine schakertjes, die ’n groot gedacht hadden van zich zelf en in een groot internationaal toernooi ’n klein resultaat behaalden”. Terwijl ik dit opschrijf, lijkt het net of ik het hem in dat aangename, zangerige Vlaams hoor uitspreken.
Er is echter meer te vertellen over Hendrik Baelen.
In 1955 werd het junioren wereldkampioenschap in Antwerpen gespeeld. Eén van de deelnemers was Boris Spasski, toen 18 jaar. Hij kwam naar Antwerpen in een versleten pak, zonder overjas. Hij bezat niets, zelfs geen schaakbord. Hendrik Baelen ontfermde zich over Boris als een pleegvader. Hij zorgde voor een schaakspel en een overjas. Boris noemde hem zijn ‘schaakgrootvader’. Spasski werd in Antwerpen juniorwereldkampioen.
De schaakclub Schilde, waarvan Baelen de oprichter was, nam nadien de naam S.K. “Boris Spasski” Schilde aan. Spasski was regelmatig te gast op de club, zoals in 2006 ter gelegenheid van het 50-jarig bestaan van de vereniging. Het zal in 1974 of 1975 geweest zijn dat Baelen het Hoogovenstoernooi in Wijk aan Zee bezocht, waar Spasski deelnemer was. Spasski herkende Baelen meteen, stond onmiddellijk op, verliet het bord en begroette publiekelijk zijn vroegere ‘pleegvader’. Tegen de verbaasde toeschouwers zei Spasski: ‘This is my chess-grandfather, you see”.
Bij zijn volgende bezoek aan ‘s-Gravenhage als begeleider logeerde Baelen opnieuw bij ons. Kerstkaarten werden jaarlijks over en weer gezonden totdat in 1979 Hendrik Baelen overleed.
Een prachtig verhaal! En een waardig vervolg op deel 1, waar, als ik het me goed herinner, zuslief zomaar haar kamer beschikbaar stelde aan de logé.
Ik kan Boris Spasski maar in één Hoogovens-toernooi terug vinden, en dat is de editie van 1967. Dat toernooi won hij toen wel! Ik ben er niet zeker van of dat inderdaad zijn enige deelname was, maar wel weet ik zeker dat Spasski in 1974 en 1975 niet in Wijk aan Zee speelde.
Wat een mooi artikel over mijn grootvader Hendrik Baelen. Groetjes Arlette