Begrijp wat u doet: De moderne verdediging (deel 2)
Hieronder treft u de volgende aflevering van de rubriek “Begrijp wat u doet”. In deze serie worden, speciaal voor clubschakers, achtergronden belicht van de ‘grote openingen’ zoals het Spaans, het Siciliaans, het Damegambiet, het Konings-Indisch enzovoort. De artikelen verschenen eerder in Schaakmagazine het blad van de KNSB, de Nederlandse schaakbond.
We bespreken de tweede (en tevens laatste) aflevering over de Moderne verdediging. In deze rubriek gaan we uit van een opstelling waarin wit met drie pionnen op c4, d4 en e4 het hele centrum in handen neemt. We komen hierdoor meer in de banen van de 1. d2-d4-openingen terecht.
1. e4 g6 2. d4 Lg7 3. c4 d6
Wit antwoordt nu sterk met 5. d5 Pe5 Na 6. Pxe5 Lxe5 7. Ld3 verliest zwart tijd omdat hij toch eerst met de loper terugmoet naar g7. 7…Lg7 Anders kan hij zijn paard van g8 niet ontwikkelen. Wit heeft meer ruimte, een stevige grip op het centrum en een lichte ontwikkelingsvoorsprong. Wat wenst een speler nog meer? In Babula-Sebastian, 2011 ging het ook snel mis voor zwart.] 5. d5 In feite wil wit altijd het ruimtevoordeel pakken als hij de kans krijgt. De ruil van zijn d- tegen de zwarte e-pion kan het zwarte spel soms bevrijden. [Heel interessant is om de positie van het paard op f3 te benutten met de ‘stoorzet’ 5. Lg5!? f6 6. Le3 d6 7. Pc3 Ph6 8. h3 Pf7 9. Le2 (9. c5?! Volgens commentator Postny iets te vroeg, hoewel er een spannend gevecht kan ontstaan dat o.a. voorkwam in Giri-Carlsen, 2015.) 9…f5 In een oude partij Gavrilov-Rustemov, 1994 kreeg de zwartspeler het loperpaar in handen en wist dat voordeel in winst om te zetten.] 5…Pd4 6. Pxd4 exd4 Na deze ruil heeft wit zijn beoogde centrumvoordeel. Zwarts pion op d4 is overigens wat lastig omdat wit zijn stukken niet naar natuurlijke velden kan ontwikkelen. 7. Ld3 d6 [Er valt ook iets te zeggen voor 7…c5 8. O-O d6 9. f4 Pf6 zoals succesvol werd gespeeld voor zwart in een snelschaakpotje Agdestein-Svidler, 2014.] 8. O-O Pf6 Toch lijkt het erop dat wit niet zoveel heeft in deze stelling. Dat werd ook al vastgesteld in de partij Kortchnoi-Tal, 1975.
4. Pc3
Het meest gespeeld en ook de meest neutrale ontwikkelingszet. Maar het is de vraag of hiermee iets kan bereiken. In het moderne topschaak speelt men vaker 4. Pf3 Zwart wil proberen te profiteren van de vroegtijdige ontwikkeling van het koningspaard. Maar ook aan deze loperzet kleven een paar bezwaren. 4…Lg4 [In plaats van de vroegtijdige loperuitval kan zwart ook verdergaan met 4…e5 5. Pc3 (Veel zwartspeler hopen erop dat wit bereid is om een middenspel zonder dames te gaan spelen met 5. dxe5 dxe5 6. Dxd8+ Kxd8 7. Pc3 c6 (zie analysediagram)
Dit wordt gezien als het meest kansrijke voor wit. Uiteraard kan wit het paard ook toelaten om het na 5. d5 Pd4 vervolgens meteen aan de tand te voelen met 6. Le3 c5 [Een bekende val is 6…e5 7. Pge2 c5 8. dxc6 Pxe2 om daarna met …bxc6 te kunnen terugnemen met acceptabele stelling. Maar zwart komt bedrogen uit vanwege het gemene 9. cxb7! Deze uitstekende tussenzet bezorgt wit al bijna de winst.] 7. Pge2 (zie analysediagram)
5…e5
Er zijn spelers die houden van het obscure 5…Ph6 We laten dit soort systemen hier buiten beschouwing.
6. d5
Wit maakt er een pionnenketen van en daarmee lijkt hij zwart zijn zin te geven. Toch blijkt het niet zo eenvoudig te zijn als zwart mogelijkerwijs voor ogen heeft. Een tijdlang was het handhaven van de spanning met 6. Pge2 (zie analysediagram)
6…Pce7
7. g4!?
Het meest principiële antwoord. Zwart stond nu klaar voor zijn opmars en zou dan zo ongeveer een Konings-Indiër met twee tempi meer krijgen.
7…f5 8. gxf5 gxf5 9. Dh5+
9…Pg6
Deze opmerkelijke zet blijkt tactisch gezien te kunnen. Ook 9…Kf8 is geprobeerd. 10. Lh3 Lijkt de geijkte aanpak voor wit. [10. Pf3 Pf6 11. Dg5 f4 12. Ld2 Ld7 En zwart bleek behoorlijk tegenspel te krijgen in het snelschaakpotje Gelfand-Mamedyarov, 2008.] 10…Pf6 11. Df3 f4 12. Ld2 Pg6 13. Lxc8 Dxc8 14. Dd3 (zie analysediagram)
10. exf5 Dh4
Uit mijn jeugdtijd dat we nog uit openingsboeken theorie zaten te bestuderen, herinner ik me dat in een boek van de Russische theoreticus Boleslavsky de volgende – volgens hem vrijwel geforceerde – variant werd gegeven. 11. Dxh4 Pxh4 12. Pb5 Kd8 13. Pxa7 Lxf5 14. Pb5 Le4 15. f3 Pxf3+ [15…Lxf3 16. Pxf3 Pxf3+ 17. Kd1 e4 blijkt te kunnen voor zwart zoals in de partij Krivonosov-Poley, 1995 werd bewezen.] 16. Pxf3 Lxf3 17. Tg1 Lf6 18. Le2 [18. Kd2 bleek beter voor wit te zijn in de partij Ivkov-Notaros, 1976.] 18…Lxe2 19. Kxe2 (zie analysediagram)
En hier houdt de grote theoreticus het voor gezien. Wit heeft groot voordeel, zegt hij. Daar kunnen we nu anno 2017 beslissend voordeel van maken!
11…P6e7
In deze ‘geladen’ stelling slaagde de witspeler in de partij Sasikiran-Kakageldyev, 2005 erin om zijn tegenstander van het bord te combineren. Dat het misschien allemaal niet zo ernstig hoeft te zijn voor zwart bleek in een partij Sasikiran-Ranola, 1998.
Belangrijkste illustratieve partijen:
• Yagupov-Kasimdzhanov, 1998.
• Babula-Sebastian, 2011.
• Giri-Carlsen, 2015.
• Gavrilov-Rustemov, 1994.
• Agdestein-Svidler, 2014.
• Lundin-Hillarp Persson, 2005
• Postny-Delchev, 2013.
• Neubauer-Nakamura, 2009.
• Van Wely-Miller, 2005.
• Giri-Nepomniachtchi, 2013.
• Van Wely-Vallejo Pons, 2007.
• Van Wely-Aronian, 2006.
• Psakhis-Manor, 1996.
• Nickoloff-Dzindzichashvili, 1988.
• Belov-Bologan, 2008.
• Banikas-Berezovics, 2013.
• Colpe-Arutinian, 2009.
• Praveen Kumar-Mamedov, 2009.
• Jobava-Arencibia Rodriguez, 2005.
• Turov-Janev, 2015.
• Kuzubov-Rakhmanov, 2014.
• Gelfand-Mamedyarov, 2008.
• Sasikiran-Berger, 2001.
• Krivonosov-Poley, 1995.
• Ivkov-Notaros, 1976.
• Sasikiran-Kakageldyev, 2005.
Geraadpleegde bronnen:
– Megadatabase van Chessbase
Eerdere afleveringen van deze rubriek, waarbij u de illustratieve partijen interactief kunt naspelen en downloaden, treft u aan via dit overzicht.
Videolessen in het Nederlands treft u aan onder: Chessbase videolessen
In deze serie (Begrijp wat je doet) zijn op dit moment drie boeken verschenen:
Begrijp wat je doet 1, Spaans-Italiaanse structuren
Begrijp wat je doet 2, Damegambiet structuren
Begrijp wat je doet 3, Siciliaanse structuren Najdorf&Scheveningen
De boeken zijn verschenen bij uitgever Thinkers Publishing in België.
Presentaties
In het voorjaar zullen de moderne bioscoop Cinecitta te Tilburg over het derde deel twee presentaties gehouden worden. Deze zullen plaatsvinden op de zaterdagen 15 februari en 14 maart. Meer info volgt later op www.sterkspel.nl onder het kopje ‘boeken’.
Reageren? Stuur een e-mail naar hgrooten@xs4all.nl.
Ik besef nu pas dat de Moderne Verdediging vroeger het Fianchetto del Re werd genoemd. Euwe schrijft in zijn Theorie der Schaakopeningen Deel 6 Half Gesloten Spelen III: een opening uit de “oerperiode” van het schaakspel. Naar aanleiding van wat we bij het Konings-Indisch uiteengezet hebben, kan hier een nader onderzoek achterwege blijven. Eerste druk maart 1938. De schaaktijden zijn wel erg veranderd. Overigens waren die Openingsdelen uit de DDR [jaren 70] van Boleslavsky en andere Sovjet grootmeesters wel indrukwekkend.