Boris Spassky: From Russia with Love
Boris Spassky werd in 1937 geboren in Leningrad en kreeg zijn schaaktraining van Vladimir Zak. In 1956 speelde hij op 19 jarige leeftijd al mee in het kandidatentoernooi in Amsterdam. Hij eindigde achter de winnaar Smyslov en Keres op de gedeelde derde plaats. Na dit vroege hoogtepunt in zijn schaakcarrière duurde het tot 1965 voor hij weer op dit niveau meespeelde en winnaar werd van de kandidatenmatches. Hij speelde in 1966 een WK-match tegen Petrosian, maar verloor die. Drie jaar later in 1969 werd hij alsnog wereldkampioen door deze keer Petrosian wel te verslaan. Maar in 1972 verloor hij zijn titel aan Fischer in die gedenkwaardige WK-match.
Zijn trainer in zijn jeugdjaren, Vladimir Zak, was een groot kenner van het Koningsgambiet en schreef er een boek over. Spassky werd door hem aangespoord om die opening te bestuderen en daardoor zijn tactische slagvaardigheid te vergroten. Spasski was succesvol met deze opening, want hij versloeg met het koningsgambiet wereldtoppers als Averbach, Bronstein. Fischer, Portisch en Seirawan. Een huzarenstuk was de overwinning op wereldkampioen Karpov in 1982. Van de 27 klassieke partijen in de database won Spasski er 17 en de overige 10 partijen waren remise, een score van 81%. Vijf schakers waagden het tegen Spasski het Koningsgambiet te spelen, maar dolven allen het onderspit.
Mogelijk was dit ook de makers van de tweede James Bond Film: From Russia with Love uit 1963 opgevallen, want in die film wordt om de spanning te verhogen het einde van een schaakpartij uit een denkbeeldige WK-match in Venetië getoond. Die partij is ook echt gespeeld en wel in het kampioenschap van de Sovjet Unie van 1960 tussen Spassky en Bronstein. Het is een spectaculaire offerpartij vanuit het Koningsgambiet. De witspeler in de film is een lid van SPECTRE, de criminele organisatie die Bond steeds op zijn weg vindt.
www.youtube.com/watch?v=qdCo8UVxeXU [De reclame kun je skippen].
Viktor Kortsnoj, geboren in 1931, won in 1960 voor het eerst (en afgetekend) het kampioenschap van de Sovjet Unie. Hij kwam ook uit Leningrad en werd evenals Spassky door Vladimir Zak getraind. Hij schreef mee aan het boek, maar hij speelde het Koningsgambiet slechts een enkele keer. Waar deze twee topschakers uit de Sovjet school wel in overeenkomen, is dat ze de Sovjet Unie beiden in 1976 hebben verlaten. Spasski ging naar Frankrijk, omdat hij een Franse vrouw van Russische komaf trouwde. Kortsnoj vroeg na het IBM toernooi in Amsterdam asiel aan in Nederland.
Ik zal een korte analyse van deze partij geven met dank aan Constant Orbaan, die dit in zijn schaakrubriek van het Algemeen Handelsblad, later opgegaan in de NRC, publiceerde.
Wit Boris Spassky – Zwart David Bronstein, Leningrad 1960
Aangenomen Koningsgambiet Moderne Verdediging
1.e4,e5 2.f4,exf4 3.Pf3,d5 4.exd5,Ld6 5.Pc3,Pe7 6.d4,O-O 7.Ld3,Pd7 8.O-O, h6 (deze verzwakking kan de zwarte stelling niet goed hebben) 9.Pe4,Pxd510.c4,Pe3 11.Lxe3, fxe3 12.c5,Le7 13.Lc2,Te8 14.Dd3,e2 15.Pd6!? (een schitterend offer, maar 15. Tf2 is sterker, zwart had met 15 … Ld6x overeind kunnen blijven), Pf8 16.Pxf7,exf1=D+ 17.Txf1,Lf5 (na Kf7x, komt Pe5 ++, Kg8, Lb3+,Kh8, Tf8x+ en Dh7 mat of nog mooier na Kg8, Dh7+!, Ph7x, Lb3+ gevolgd door Pg6 mat) 18.Dxf5,Dd7 19.Df4,Lf6 20.P3e5,De7 21.Lb3,Lxe5 22.Pxe5+,Kh7 23.De4+ 1-0 (zwart geeft op, want op g6 beslist Tf7+ en op Kh8 beslist Tf8x schaak enz.)