Krantenrubrieken weekend 21 december 2019

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.

Hans Ree Gert Ligterink Hans Böhm Bab Wilders Johan Hut Rini Kuijf Henk Prins

Hans Ree

De martelgang van Vachier-Lagrave

De Fransman Maxime Vachier-Lagrave is 29 jaar en staat vierde op de wereldranglijst. Ondanks zijn hoge positie heeft hij zich nooit weten te plaatsen voor het kandidatentoernooi. Vaak was hij dichtbij, maar steeds ging er net iets mis. In zijn boek Joueur d’échecs uit 2017 schreef hij: ,,Als ik iets betreur, één ding maar, is het dat ik er nooit in slaagde om in een kandidatentoernooi te spelen.’’ En aan het eind van het boek: ,,De geschiedenis is nog bezig om geschreven te worden. Ik zou het scenario graag corrigeren en de rol van bepaalde acteurs aanpassen. Om te beginnen de mijne!’’

Aan het begin van dit jaar zei hij dat het hele jaar voor hem in het teken zou staan van zijn strijd om in het kandidatentoernooi te komen, dat volgend jaar wordt gespeeld in Jekaterinenburg. Vachier miste in de loop van dit jaar een paar kansen en zijn laatste kans is het Grand Prix-toernooi in Jeruzalem, dat nog bezig is. Als hij het zou hebben gewonnen, was hij in het kandidatentoernooi gekomen, maar in de halve finale werd hij uitgeschakeld door de Rus Jan Nepomniatsjtsji. Maar dat was niet het eind voor Vachier. In het algemeen klassement van de Grand Prix stond hij nog een punt voor op Nepo, maar als die in de finale wint van de Chinees Wei Yi, komt Nepo in het kandidatentoernooi. Als hij verliest, is de plaats voor Vachier.

Na zijn nederlaag tegen Nepo verliet Vachier de plaats des onheils om thuis in Frankrijk voor de computer de voor hem bloedstollende finale te volgen. Die begint zaterdag en uiterlijk maandag kent Vachier zijn lot. Vachier heeft een zeer beperkt openingsrepertoire. Het voordeel is dat hij alles weet, het nadeel dat zijn tegenstanders zich makkelijk kunnen voorbereiden. Maar als die met iets nieuws kwamen, bleek vaak dat Vachier dat al bestudeerd had. Deze keer niet.

Jan Nepomniatsjtsji – Maxime Vachier-Lagrave, Grand Prix Jeruzalem 2019

1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 d5 4. Pf3 Lg7 5. Db3 dxc4 6. Dxc4 0-0 7. e4 Pc6 8. Le3 Gebruikelijk is 8. Le2, waarna Vachier altijd het pionoffer 8…e5 9. d5 Pd4 10. Pxd4 exd4 11. Dxd4 c6 speelt. 8…Pg4 9. e5 Pxe3 10. fxe3 De laatste keer dat dit op het bord stond was in een partij uit 2009 van Dharma Tjiang, de tegenwoordige directeur van de KNSB. Zijn tegenstander Jan Willem de Jong deed toen 10…Pa5 11. Da4 c5, wat er goed uitziet. 10… Lg4 11. h3 Lxf3 12. gxf3 e6 13. h4 Pe7 14. f4 b5 15. Dc5 Pf5 16. Kf2 f6 17. Td1 b4 18. Dxb4 Tb8 19. Da3 fxe5 Nepo verwachtte 19…c5, waarna volgens hem een zware botsing zou volgen. 20. dxe5 De8 21. Lg2 Lxe5 De scherpe rekenaar Vachier rekent hier niet ver genoeg. 22. fxe5 Pxh4+ 23. Kg1 Pxg2

Zwart had gezien dat hij na 24. Kxg2 Dc6+ 25. e4 Db6 26. Thf1 De3 genoeg spel voor het stuk zou krijgen. 24. Pe4 Maar hierna staat wit gewonnen. Zwarts Pg2 blijft gevangen en Pf6+ is een geweldige dreiging. 24…Td8 25. Tc1 Db5 26. De7 Td7 27. Pf6+ Txf6 28. Dxf6 Tf7 29. Dd8+ Tf8 30. Dxc7 Tf7 31. Dd8+ Tf8 32. De7 h5 33. Dxe6+ Kg7 34. Tc7+ Kh6 35. Txh5+ Kxh5 36. Dh3+ Zwart gaf op. Hij verliest zijn paard en zijn toren en gaat mat.

Partij in de viewer:

Gert Ligterink

Suggestie van Kramnik: doe de rokade in de ban

Opvallend vaak zijn voorstellen om de spelregels te veranderen afkomstig van schakers die het hoogtepunt van hun carrière ver achter zich hebben gelaten. Zelden ¬worden hun ideeën serieus genomen. Zo heeft het pleidooi van Nigel Short om pat gelijk te stellen aan mat geen enkele weerklank gevonden. Veel te ingrijpend, was het unanieme oordeel. Alle elementaire ¬remise-eindspelen met koning en pion tegen een kale koning zouden plotseling verloren zijn voor de verdediger.

Naar Bobby Fischer is wel geluisterd, zij het vooral na zijn dood. De door de Amerikaan gepropageerde variant van het spel, waarbij partijen beginnen met een steeds wisselende opstelling van de stukken op de eerste rij, is tegenwoordig zo populair dat een paar weken geleden in Noorwegen zelfs een WK-toernooi plaatsvond. Ook een andere oud-wereldkampioen, Vladimir Kramnik, kwam onlangs met een revolutionair idee: schaf de rokade af. Ja, dat zou veel verschil maken.

Kennis van de gangbare openingstheorie is weinig waard met een koning die in het midden van het bord permanent moet worden bewaakt. De reacties van de topspelers zijn vooralsnog zuinig. Sergei Karjakin zei dat schaken zonder de rokademogelijkheid aantrekkelijk zou kunnen zijn voor hen die voor het eerst kennismaken met het spel. ‘Maar als beroepsschaker, die een groot deel van zijn tijd besteedt aan de studie van de openingen, heb ik ernstige bedenkingen.’

Tijdens het knock-outkampioenschap van Groot-Brittannië is Kramniks voorstel onlangs in de praktijk getest. De verliezers van de halve finales, Luke McShane en Gawain Jones, speelden om de derde prijs in een korte tweekamp waarin de rokade niet was toegestaan. De strijd eindigde in 1-1 na twee vreemde partijen, waarin vooral de witspelers worstelden met de ongewone openingsproblemen.

McShane – Jones (Londen 2019)

1. d4 Pf6 2. c4 c6 3. Pc3 d5 4. cxd5 cxd5 5. Lf4 Pc6 6. e3 e6 7. Ld3 Ld6 8. Lxd6 Dxd6 9. f4 h6 10. Pf3 g5 11. Dd2 gxf4 12. exf4 Ld7 Nu zou wit na 13. 0-0 uitstekend staan, maar rokeren mocht nu eenmaal niet. 13. Kf2 Pg4+ 14. Ke2 Db4 15. Lb1 Pa5 16. b3 Tg8 17. g3 Pc6 18. Tc1 Ke7 19. Kf1 h5 20. Kg2 h4 21. a3 Db6 22. Te1 Kd8 23. h3 Pf6 24. g4 Pxg4 In beginnende tijdnood waagt zwart een speculatief offer 25. hxg4 Txg4+ 26. Kh2 Kc7 27. Lc2 Tg3 28. Tf1 Tag8 29. Tf2 Veel sterker is 29. Tg1 Kb8 30. Txg3 Txg3 31. Pe5. 29 … Kb8

30. Kh1? Na 30. Pe5 of 30. Taf1 is nog niets beslist. 30 … Th3+ 31. Ph2 Pxd4 32. Pa4 Lxa4 33. bxa4 Pxc2 34. Dxc2 Tc8 35. De2 d4 36. De4 f5 37. De5+ Ka8 38. Db5 Dc7 39. Tb1 a6 40. Df1 Tg3 41. De2 Dc6+ 42. Tf3 Dd5 43. Tbf1 d3 44. De3 d2 45. Td1 Tc1 46. De2
46 … Txf3 47. Pxf3 Db3 Wit geeft op.

Partij in de viewer:

Hans Böhm

Dit weekend geen rubriek in de krant. Volgend weekend weer.

Bab Wilders

De Russische grootmeester Grigory Levenfish, (1889-1961) twee keer kampioen van de USSR, ( 1934/1937) was kennelijk geen favoriet van de duistere Stalinistische bonzen van de communistische partij die het Russische schaakleven manipuleerden. Zij bepaalden wie naar de buitenlandse toernooien mochten en Grigory dus niet hoewel hij bv 5-5 speelde in een match tegen de latere wereldkampioen Botwinnik die juist wel vrienden had in het Kremlin. In het boek Soviet Outcast, zoals de titel luidt in de uitgave van Quality Chess, vertelt hij erover en via 79 mooie partijen,het naspelen meer dan waard, haalt hij zijn gram.

Boeiend zijn de verhalen over de tijd van de burgeroorlog tussen de Roden en de Witten na de Russische revolutie van 1918 en later, na de Duitse inval in W.O. II, de ontberingen in 1941 toen het alleen maar om overleven ging. Een veelzijdig boek dus, nu na 50 jaar vertaald in het Engels. Belangwekkend ,zeker ook door het nawoord van 30 pagina ‘s van Jacob Aagaard. (32.95) Eveneens van Quality Chess een herziene editie van het boek van Lev Psakhis Advanced Chess Tactics dat direct een klassieker was na de verschijning. Prachtig studiemateriaal voor iedere clubschaker die op het gebied van de tactiek vooruit wil komen. Het is nl wel degelijk te leren door veel te oefenen en de patronen op tijd te herkennen.

Geen bladzijden met alleen maar diagrammen en dan: “vind de juiste zet” als opgave voor de lezer,dat is pas het geval bij de oefeningen achterin, maar prachtige partijen,zeer uitvoerig becommentarieerd zodat te zien is hoe de kritische stelling tot stand komt. Ze zijn gerangschikt naar opening met in de nieuwe editie een nieuw hoofdstuk over de Franse opening, een specialiteit van de auteur. Deze grootmeester was ook 2 keer kampioen van de USSR en na zijn vertrek naar Israël ook daar twee keer landskampioen. Als voorbeeld een partij met als thema’s voor wit: aanval met stukken op de zwarte koning en spelen met een geïsoleerde d-pion. Samen met de witspeler had Psakhis in de voorbereiding een dergelijke partij van Stein geanalyseerd.

Rodshtein- Kotanjian Moskou 2008

1.d4 d5 2.Pf3 Pf6 3.c4 dxc 4.e3 e6 5.Lxc4 c5 6.0-0 a6 7.Lb3 Pc6 8.Pc3 cxd 9.cxd Le7 10.Lg5 (nu vaak Te1) 0-0 11.Te1 b5 12.Dd3 Pb4 13.Dd2 Lb7 14. Pe5 Pbd5 Blokkeert de pion maar men kan hem ook aanvallen via Pc6 15.Dd3 Tc8 16.Tac1 Dd6 een riskante zet,beter Pxc3 17.Dh3 de zwarte monarch komt in de vuurlinie 17..Te8 extra bescherming voor e6. 18.Lc2 g6 19.Lb3! de zwarte koningsstelling is verzwakt en de loper gaat op wacht staan 19..b4 dit wordt tactisch weerlegd, het thema van dit boek. 20.Pxf7! Kxf7 21.Pe4 Db6 zwart zit al in grote problemen. 22.Lxf6 Lxf6 (uitgebreide analyses tonen aan dat echt Pxf6 nodig was met kans op lijfsbehoud bv 22..Pxf6 23.Pg5+ Kg7 24.Pxe6+ Kh8 25.Dh6 Ph5 26.g4 Txc1 27.Txc1Db5 28.gxh5 Tg8 29.Pc7 Lg5 30.Pxb5 Lxh631.Tc7 Tg7 32.Txg7 Kxg7 33.Pd6 zwart heeft kansen op remise door het loperpaar) 23.Txc8 Lxc8 24.Lxd5 exd5? h5 was sterker hoewel wit op den duur gaat winnen 25.Pg5+ Lxg5 26. Dxh7+ Kf6 27.Txe8 1-0

Partij in de viewer:

Probleem 2764 is een tweezet van Gamage.

Johan Hut

Bosboom offert iets te veel maar dat is geen probleem

Hoe is het om teamgenoot van Manuel Bosboom te zijn? Bij En Passant vinden ze het leuk, maar daarvoor moesten ze wel aan hem wennen. Hij speelt voortdurend zetten waarvan je denkt: dat kan toch niet? Maar als je hem kent, weet je dat hij zich zelf in elk geval nergens zorgen over maakt. Meestal gaat het om zetten met de g- of h-pion, terwijl hij zijn koning in het midden houdt. In onderstaande partij gaat het om een andere specialiteit van hem: een kwaliteitsoffer. Bosboom offert een toren tegen een loper of paard en vindt dat heel normaal. In deze partij offerde hij er een paard achteraan, waardoor hij een toren achter kwam te staan. Zijn teamgenoot Richard Vedder in zijn verslag op Schaaksite: “Als ik bier drink tijdens de partij durf ik dat misschien ook.” Goed voor En Passant dat Vedder altijd pas na de partij aan het bier gaat, maar bij Bosboom hoeven zijn maten zich geen zorgen te maken. Al zei hij rondlopend tijdens de partij wel tegen Vedder: “Ik heb misschien iets te veel geofferd.” Zoals zo vaak, kwam het op zijn pootjes terecht. Of zoals Vedder het omschrijft: “Zal best, maar er stond uiteindelijk wel 1-0 op het formulier.” De partij werd vorige week zaterdag gespeeld in de wedstrijd van En Passant in Sas van Gent tegen Het Witte Paard.

Bosboom-Groffen

1.Pf3 Pf6 2.d4 d5 3.c4 c6 4.Pc3 a6 5.Dc2 g6 6.e4 dxe4 7.Pxe4 Pxe4 8.Dxe4 Lg7 9.Le2 Pd7 10.0-0 Pf6 11.Df4 0-0 12.Td1 Da5 13.h3 Df5 14.Dc7
Beide spelers weten niet zo goed waar ze hun dame willen hebben. 14…Dd7 15.Dg3 De6 16.Te1 Dd6 17.Dh4 Le6 18.b3 Tad8 19.Lh6 b5 20.Tad1 bxc4 21.bxc4 Lf5 22.Lf1 Lxh6 23.Dxh6 Tb8 24.c5 Niet des Bosbooms, hij gaat simpelweg een pionnetje graaien. 24…Dc7 25.Lxa6 Le4 26.Txe4 Wel des Bosbooms. Logischer was Pe5 gevolgd door g4. 26…Pxe4 27.Te1 Pf6 28.Lc4 Tb4 29.Lb3 Dd7 30.Pe5 Dc7

Zwart heeft het witte paard gratis naar e5 laten komen en Bosboom gaat verder offeren. 31.Pxg6 hxg6 32.Dxg6+ Kh8 33.Dh6+ Ph7 Na 33…Kg8 34.Te5 moet zwart zijn dame geven. Wit heeft een paard geofferd, maar eerder al een kwaliteit en staat nu dus een toren achter tegen drie pionnen. 34.Te4 Tg8 35.De3 Bosboom mist hier 35.Th4 Tg7 36.Lc2 en wit wint het paard en heeft ruim voldoende compensatie voor de kwaliteit. 35…Txb3 En hier mist Groffen dat er na 35…e6 eigenlijk niets ergs aan de hand is, terwijl hij nog wel die toren meer heeft. 36.axb3 e6 37.b4 Dd8 38.Te5 Tg6
39.d5 Hierom was Tg6 niet zo slim, exd5 kan nu niet. 39…cxd5 40.Dd4 Kg8 41.c6 Pg5 Dreigt Pf3. 42.Te3 Dd6 43.b5 e5 44.Da7 Pe6 45.b6 Dat kan, want na 45…Dxc6 46.b7 is het over en uit. 45…Dc5 46.c7 Pf4 Na 46…Pxc7 47.Db8+ Kg7 48.bxc7 Tc6 lijkt zwart het gevaar te bezweren, maar na 49.Dd8, om de weg van de zwarte koning naar f6 af te snijden, wordt zwart matgezet. 47.Db8+ Kh7 48.c8D Zwart geeft het op.

Partij in de viewer:

Rini Kuijf

Voor beginners A8123

Wit aan zet moet wat spelen?

Voor gevorderden B8123

Wit aan zet wint prachtig met?

Henk Prins

Het verschil tussen een eindspelstudie en een eindspel is, dat bij een eindspelstudie sprake is van een uitzonderlijke gebeurtenis, en een eindspel meestal volgens de algemeen geldende regels behandeld kan worden. Een eindspelstudie wordt gecomponeerd en een eindspel ontstaat uit een partij. Wanneer we bijvoorbeeld een willekeurige stand opzetten van koning, loper en paard tegen koning en loper, dan is dit eindspel remise en er is geen speciale fijnheid voor nodig om dat te bereiken. In de eerste eindspelstudie van Reti echter wel, omdat hij gebruik kan maken van een toevallig aanwezig kenmerk, de batterij Lc1-Pg5.

De oplossing is 1. Kb3-a4! La5-b6 (Dit is het enige veld voor de loper, want op andere velden raapt wit via aftrekschaak de zwarte loper op: 1. … La5-c3 2. Pg5-e4+, 1. … La5-c3 2. Pg5-e4+, 1. … La5-e1 2. Pg5-f3+, 1. … La5-c7 2. Pg5-e6+ en 1. … La5-d8 2. Pg5-f7+.) 2. Ka4-b5 Lb6-a7 (Weer de enige zet , zonder de loper te verliezen door aftrekschaak : 2. … Lb6-d4 2. 3. Pg5-e6+, 2. …. Lb6-f2 3. Pg5-e4+ en 2. … Lb6-g1 3. Pg5-h3+) 3. Kb5-a6 La7-b8 (Niet 3. … La7-c5 wegens 4. Pg5-e4+ met verlies van loper.) 4. Ka6-b7 en winst van de partij. De zwarte loper gaat op elk veld van de diagonaal b8-h2 verloren door aftrekschaak. Het is natuurlijk fraai, dat een stelling met zo weinig materiaal , door gebruikmaking van een finesse kan gewonnen worden. De subtiele koningswandel van deze eindspelstudie wordt Reti-manoeuvre genoemd.

In de tweede eindspelstudie nog een voorbeeld van de Reti-manoeuvre.

Opgave is: wit begint en houdt remise. De studie lijkt volkomen hopeloos voor wit. Zijn e-pion kan zwart met Le2-b5 stoppen en zwarts g-pion gaat ongehinderd naar dame. Oplossing van de studie is 1. Kf8-e7! (Lijkt een grap omdat de witte koning zijn eigen pion in de weg gaat staan. De zwarte pion moet nu oprukken, want op 1. … Le2-d3 volgt 2. Ke7-f6 3. e6-e7 en 4. Kf6Xg6 en op 1. … Le2-b5 2. Ke7-f6 Lb5-e8 3. Kf6-e7 Le8-b5 4. Ke7-f6 enzovoort.) 1. … g6-g5 2. Ke7-d6! (De karakteristieke koningsbeweging.) 2. …g5-g4 (Op 2. … Le2-h5 3. Kd6-e5! Ka7-b7 4. e6-e7 en nu volgt op 4. … Kb7-c7 5. e7-e8D en 6. Ke5-f5 en op 4. …. g5-g4 5. Ke5-f4 gevolgd door e7-e8D. In beide gevallen gaat de zwarte pion verloren.) 3. e6-e7 (De zwarte loper kan niet naar h5 komen.) 3. … Le2-b5 4. Kd6-c5 (Door de aanval op de loper wint wit een beslissend tempo.) 4. … g4-g3 3. Kc5xb5 g3-g2 6. e7-e8D en remise.

4 Reacties

  1. Avatar
    wimw 25 december 2019

    Wat een vernieuwend idee om met het schaken terug te gaan de Middelleeuwen! Terug naar de tijd dat de koning ook wel twee velden ver kon gaan en waar de rokade geleidelijk uit ontstaan is in de 16e eeuw. Misschien ook terug naar de tijd dat de pionnen slechts één veld vooruit konden, wat pas in de 16e eeuw verruimt werd tot twee velden bij de eerste zet van de pion. Dat was ook het begin van het en passant slaan. Inderdaad wordt dit niet zo serieus genomen door de genoemde nog actieve grootmeester.

  2. Avatar
    wimw 26 december 2019

    Ik herinner me Lev Psakhis als een scherpe aanvalsspeler. Hij won in 1980 het Sovjet Kampioenschap samen met Beliavsky, die hij in hun onderlinge partij versloeg. in 1981 won hij dat Sovjet Kampioenschap opnieuw, nu samen met de 18-jarige Kasparov, die hij ook in hun onderlinge partij versloeg. Daarna vinden we in 1982 Psakhis nog terug in het Interzonale toernooi van Las Palmas, waar hij niet goed presteerde. En dan is het een beetje voorbij met topprestaties en emigreert hij eind jaren ’80 naar Israël. Je vraagt je dan af of hij, net als Levenfish jaren daarvoor, ook door de Sovjet autoriteiten werd tegengewerkt.

  3. Avatar
    Tonbo 02 januari 2020

    Tja MVL dreigt hetzelfde lot als Leonid Stein die zeker tussen 1965- 1971 tot de absolute top behoorde. 3x kamp van de SU en 2 toptoernooie gewonnen. Maar altijd net niet tot de kandidaten matches door drong. Met name in 1967 op knullige wijze door tijdens de playoffs tegen Hort remise af te slaan.

  4. Avatar
    wimw 02 januari 2020

    Ja, dat kwam ook bij mij op. Leonid Stein die zich in 1962 in Stockholm en 1964 in Amsterdam niet plaatste via het interzonale toernooi, omdat hij de vierde Sovjetschaker was in die toernooien en er ook al twee Sovjets geplaatst waren voor het kandidatentoernooi. Die restrictie van maximaal 5 schakers per land is er nu niet meer. Ook al zouden er 5 Russen zijn die zich plaatsen voor het kandidatentoernooi, dan nog kan de wild card naar een Rus gaan. Dus weg met die wild card zou ik zeggen.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.