Larry Kaufman – Kaufman’s new repertoire for black and white

 

Openingsboeken komen in vele soorten en maten. De ene auteur diept in een monografie een zijvariant uit tot dertig zetten diep, met een woud aan analyse. Je krijgt de indruk dat elke vertakking in de zettenboom wel is verkend, geen millimeter theorie is onbesproken gebleven.

De andere richt zich op het uitleggen van een opening aan de hand van een serie illustratieve partijen. De schrijver gaat niet voor compleetheid maar voor het aanleren van patronen bij de lezer. De partijen geven de schaker ook een idee hoe de fase van de overgang van opening naar middenspel en het middenspel zelf gespeeld moeten worden. Tenslotte zijn er ambitieuze auteurs die een compleet repertoire voor wit en/of zwart willen geven. Zij moeten zich door de brede greep natuurlijk beperken en proberen vooral een samenhangend geheel te creëren.

 

Voor welke vorm ook gekozen wordt, het is wel inmiddels de regel dat een openingsboek alleen echt van waarde kan zijn als de ideeën achter de opening worden uitgelegd. Het mag immers niet zo zijn dat de studiebol op zet achttien verrast wordt door een (zeer waarschijnlijk niet zo sterke) zet van zijn tegenstander, uit zijn boek is en bij god niet meer weet hoe hij verder moet spelen. Een mooie plus kan dan snel verkeren in een verloren positie.

 

Helaas gaat het nieuwste repertoireboek van Larry Kaufman, Kaufman’s New Repertoire for Black and White, hieraan voorbij. Het boek is een update van de editie uit 2013 met de wezenlijke verandering dat wit nu niet met d4 maar met e4 start en ook de zwarte openingen stevig zijn bewerkt. De ondertitel belooft een ‘complete, sound and user-friendly opening repertoire’ en dat maakt hij waar. Ik heb geen gaatjes kunnen ontdekken in het repertoire, de voorgestelde openingen zijn niet speculatief maar gedegen en het boek is helder ingedeeld. Het is echter uiteindelijk niet meer dan een omgevallen boekenkast of om Kaufman meer recht te doen leeg getrokken computer. Er wordt geen enkele uitleg gegeven over de principes van de gekozen openingen en geen algemene richtlijnen over hoe de openingen gespeeld moeten worden zodat een speler ook na een afwijkende zet nog zijn weg kan vinden.

 

De oorzaak hiervoor is drieledig: de variatie in openingen, de computergestuurde aanpak en de specifieke keuze van de openingen. Om met het eerste te beginnen, Kaufman geeft vaak twee opties voor de lezer, bijvoorbeeld tegen het Spaans behandelt hij zowel de Møller, de Marshall als de Breyer. Het is fijn om veel keus te hebben en ook een variant te kiezen die goed bij je stijl als speler past. Verder zoals Kaufman aangeeft:

 

“I really don’t want the book to become obsolete just because one or two variations prove to be dead draws or otherwise dubious. Usually inferior moves (…) can be rather easily refuted with any modern engine. I can’t cover everything!”

 

Helaas hebben we als spelers geen computer naast ons bord staan tijdens de partij en zijn we op onszelf aangewezen na een mindere zet van de tegenstander. Eigenlijk zegt Kaufman: ik geef de hoofdlijnen aan en de rest moet je thuis nog uit analyseren. Ik denk dat dit qua tijdsbeslag voor haast iedere speler te hoog gegrepen is.

 

Kaufman steunt in zijn analysewerk sterk op de kracht van computers. Hij gebruikt Lc0 (werkend volgens de neurale netwerkbenadering van eerder AlphaZero) en Komodo MCTS (sterker in het beoordelen van eindspelstellingen). Daarnaast checkt hij de uitkomsten van deze twee engines met Stockfish, Houdini en de standaard Komodo. Natuurlijk maakt hij ook gebruik van databases, boeken en tijdschriften, maar schrijft daar wel bij: “I consider anything older than 2018 to be unreliable”. Deze aanpak resulteert in veel zetten en weinig uitleg, in veel abstracte stellingsoordelen en weinig duiding. Dit gecombineerd met het eerste punt maakt dit boek eigenlijk alleen geschikt voor zeer sterke spelers, al schrijft Kaufman:

 

“Although the variations chosen are aimed at reasonably strong players, my explanations are at a more elementary level, so even if some of the lines are a bit difficult, I hope that less advanced players will learn how to evaluate positions from my comments.”

 

Dat laatste moet ik helaas zwaar betwijfelen. De omschrijving op de achterflap dat dit boek ‘perfectly accessible [is] for amateurs’ is dan ook misleidend. Wel heb ik al gezien dat de nieuwtjes van Kaufman terugkomen in recente grootmeesterpartijen (bron: ChessPublishing). Voor deze groep spelers is het boek zeer zeker waardevol.

 

Tenslotte kiest Kaufman in tegenstelling tot de meeste repertoireboeken voor complexe openingen voor met name zwart. Zo kiest hij tegen d4 voor de Grünfeld waarbinnen wit heel veel redelijke mogelijkheden heeft (van Russisch tot Taimanov, van neo-Grünfeld tot de wijdvertakte ruilvariant). Tegen e4 kiest hij voor het Open Spel. Ik speel dit zelf ook en kan me nog goed herinneren dat een schaakleraar ooit tegen me zei: “Niks zo leuk als e4-e5 maar besef je dat je kennis moet hebben van al die gambietjes”. En hij had gelijk want al die kleine zijvarianten zijn hartstikke scherp en een foutje kan al snel tot een ramp voor zwart leiden. Laat ik een voorbeeld nemen uit dit labyrint om de werkwijze van Kaufman te tonen.

 

De Von der Lasa variant

Deze variant vindt haar oorsprong in het Schots gambiet:

 

  1. e4               e5
  2. Pf3             Pc6
  3. d4               exd4
  4. Lc4             Lc5
  5. 0-0             d6

Welkom in de Von der Lasa variant. Kaufman vermijdt terecht 5…Pf6 6. e5, de beruchte complexe Max Lange aanval.

 

  1. c3             Lg4
  2. Db3          Lxf3
  3. Lxf7+       Kf8
  1. Lxg8?!

 

Het oordeel van Kaufman is terecht, maar de zwartspeler moet het vervolgens doen met een korte variant in een scherpe stelling. De betere zet 9.gxf3 krijgt ook maar één variant, namelijk “9…dxc3 10.Lxg8,Txg8 11.Pxc3,Pd4 12.Dd1,Df6 13.Pd5,Df7 14.Kg2,c6 15.Pe3,Dg6+ 16.Kh1,Dh5 17.Kg2,Td8 18.b4,Lb6. The threat of …Pd4-e6-f4 gives Black the advantage”. In de monografie The Scotch gambit van Alex Fishbein wordt de 9.gxf3 variant geïllustreerd aan de hand van maar liefst drie partijen.

Zo koos Von der Lasa zelf tegen Mayet in 1839 (weet u nog: “alles voor 2018 is onbetrouwbaar”) voor 13.f4 waarna zwart 13…g5 moet spelen om een gelijke positie te bereiken (13…Te8, geen onlogische zet in een over the board game, leidde in Pilgaard-Schandorff (Helsingor 2012) tot een goede positie van wit na 14.Kh1,Dh4 15.f3,Dh3 16.b4).

 

Daarnaast kan wit, teruggaand naar de Kaufman variant, in plaats van 14.Kg2 ook nog kiezen voor 14.b4 wat zowel na 14…Pxf3 15.Kg2,Ld4 16.Tb1,Ph4+ 17.Kh1,Dg6 18.Pf4,Dxe4 19.f3,Dxb1 20.Pe6+,Kf7 21.Dxd4,Ke6 22.Dc4+,Kd7 23.Df7+ of 14…Dxf3 15.Dxf3,Dxf3 16.Kg2,Ld4 17.Tb1,c6 18.Pe3,Ph4 19.Kh3,Pf3 tot remise leidt (analyse Fishbein).

 

  1. …             Txg8
  2. gxf3         g5
  3. De6

In Jaeckle – Mende (Bundesliga 1988) volgde echter het alternatief 11.Dxb7,Pe5 12.cxd4,Lxd4 13.Dd5,Pxf3 14.Kg2,g4 15.Lh6+,Ke7 16.Pd2 waarna zwart nog flink aan de bak moet om zijn voordeel te verzilveren. Kaufman noemt dit alternatief niet en gaat verder met:

 

  1. …        Tg6
  2. Df5+   Kg7
  3. Kh1     De7

 

“Black has a winning attack.” Wederom waar, maar zonder verder enige richting aan te geven nog geen uitgemaakte zaak.

 

Natuurlijk kan de tegenwerping zijn dat het hier om een obscure variant gaat, maar het punt is dat een witspeler die voor de Von der Lasa kiest zich waarschijnlijk goed voorbereid zal hebben en dus met goede alternatieve zetten kan komen die ook door een computer niet eenvoudig te weerleggen zijn. De keus voor het Open Spel maakt zwart zeer kwetsbaar voor dit soort verrassingen.

 

 

 

Koop dit boek als je veel tijd hebt om de varianten van Kaufman aan te vullen met eigen werk en je rating minimaal boven de 1900 zit.

 

Koop dit boek niet als je denkt een speelklaar repertoire te krijgen inclusief uitleg over het hoe en waarom van de openingen die je gaat spelen.

 

Boek: Kaufman’s New Repertoire for Black and White: A Complete, Sound and User-friendly Chess Opening Repertoire
Auteur: Larry Kaufman
Uitgeverij: New in Chess
ISBN-nummer: 9789056918620
Pagina’s: 464
Gepubliceerd: 2019

Link naar website uitgever: https://www.newinchess.com/kaufman-s-new-repertoire-for-black-and-white

Link naar onze recensenten.

Over Barry Braeken

Barry Braeken(47) is schaak- en boekenliefhebber ineen. Hij speelt bij SV Voerendaal met een stabiele rating 1900+. In zijn recensies wil hij vooral de clubschaker bedienen. In zijn werkzame leven werkt hij als bestuurder bij de woningcorporatie Weller in Heerlen.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.