Gespot 94 Bordvisie

Bij het grasduinen in schaakboeken, het doorbladeren van schaaktijdschriften, het surfen op het internet, het bekijken van schaakfilmpjes valt het oog wel eens op interessante stellingen, bijzondere voorvallen, geniale zetten en grappige blunders. In deze rubriek wil ik u die graag voorleggen. Bent u ook iets tegengekomen? Laat het ons weten.

 

“Je wordt ouder papa”. Dit beroemde nummer van de Brabantse artiest Peter Koelewijn (een versie uit 2018 valt te zien en te beluisteren op YouTube) lijkt ook van toepassing op schakers die een bepaalde leeftijdsgrens zijn gepasseerd. U begrijpt het al, dit wordt gedeeltelijk een autobiografisch betoog. Maar wellicht met herkenbare componenten van problemen waar veel clubschakers mee worstelen: bordvisie! Wat dit fenomeen inhoudt en met wat voor soort obstakels veel spelers, maar in het bijzondere oudere schakers, soms kunnen worstelen, hoop ik met de volgende voorbeelden te laten zien.

Voordat hier meer over uitgeweid wordt, wil ik u graag de volgende twee fragmenten voorleggen uit partijen die ik iets meer dan een jaar geleden speelde en vorige week nog, tijdens de Tata Steel tienkampen.

Grooten, Herman – Van den Doel, Erik

Deze partij werd in november 2018 gespeeld in een wedstrijd in de Meesterklasse tussen Charlois/Europoort en De Stukkenjagers. Het diagram geeft het kritieke moment in de partij aan. Ik voelde op mijn sloffen aan dat ik hier iets moest hebben. Mijn tegenstander, die al vanaf zet 11 over weinig tijd beschikte, had hier nog iets als 2 à 3 minuten. Zelf had ik vanaf zet 20 ongeveer zo’n 15 minuten meer op de klok. Nu moest ik dat voordeel gaan uitbuiten, maar er diende concrete berekeningen gemaakt te worden, meestal niet eenvoudig en zeker niet een sterke grootmeester.

37. Lxe7?
Na afloop kon ik mij de haren wel uit mijn hoofd trekken. Het is inderdaad heel jammer, maar ik was even de draad kwijtgeraakt. Terwijl ik de varianten aan het berekenen was, wierp ik ineens een blik op de klok en schrok mij een ongeluk. Want van de zee van tijd die ik dacht te hebben zag ik tot mijn grote ontsteltenis dat ik ineens onder de tijd van mijn tegenstander zat! Dat was nog altijd iets van 2 minuten, dus geen reden om in paniek te raken, maar ik raakte hier enorm van in de war. Eigenlijk had ik natuurlijk toch Pg3-h5! moeten spelen, ook al had ik nog niet de juiste conclusie getrokken. Want had ik niet gezien dat ik op …Tf8 sowieso Dxg7 tot mijn beschikking had? Dan was er dus niets mis met de eerste reactie, zoals zo vaak in een partij. Ik was mijn berekeningen begonnen om krachtig verder te gaan met 37. Ph5! Het paard op g7 mag niet slaan op h5 (omdat dat Te8 gaat hangen) en dat betekent dat wit in eerste instantie op g7 dreigt te ruilen. Dat betekent dat in feite 37…Tf8 (zie analysediagram)

min of meer gedwongen is. Dit zag ik en ik had geconcludeerd dat ik sowieso een uitweg had met Dxg7, maar ik ging er ook van uit dat ik met een dame-offer de partij zou kunnen uitmaken. Zwart heeft twee dame-offers tot zijn beschikking en ik keek (helaas voor mij) in eerste instantie naar het verkeerde. 38. Dxe7!! Dit is het tweede dame-offer dat in de stelling zit en ook dat had ik in mijn overwegingen meegenomen. [Na 38. Lxe7 Txf7 39. Txf7 dacht eerst dat wit zou winnen, maar toen kwam ik erachter dat zwart schadeloos blijft met 39…Pxh5! 40. Txh7+ Kxh7 Erik had deze variant ook gezien en nog verder gekeken want hij had de indruk dat wit hier nog 41. Lxg5 zou kunnen doen. Zover had ik niet gekeken, maar het blijkt ook niets op te leveren na 41…hxg5 42. gxh5 Pf4+ 43. Kf1 Pxe2 44. Kxe2 Kh6 en remise is de meest waarschijnlijke uitkomst.] [Ook geen winst levert 38. Dxg7+ Dxg7 39. Pxg7 Kxg7 40. Lxe7 Pxe7 41. Txf8 Kxf8 op en hoewel wit dit niet meer gaat winnen, is remise de meest waarschijnlijke uitslag. Achteraf gezien zou dit al genoeg geweest zijn voor 2 matchpunten in deze wedstrijd, hoewel het daar in dit stadium totaal niet naar uit zag.] [38. Dxf8+ Lxf8 39. Lxf8 Pxh5 40. gxh5 Pf4+] 38…Pxe7 Gedwongen maar het verliest. [Het helpt niet voor zwart om te proberen eerst de toren te redden, want wit onttrekt zich aan de aanval van Pg6 met een tussenschaakje: 38…Txf1 39. Dd8+ Dg8 40. Dxg8+ Kxg8 41. Kxf1 en blijft dan domweg een stuk voor.] 39. Txf8+ Pg8 (zie analysediagram)
Het gaat om de stelling die na deze berekeningen ontstaat. Gek genoeg had ik deze stelling gezien, maar omdat ik nog geen Pg3-h5 had uitgevoerd, had ik dat paard niet helemaal helder op het netvlies gekregen. Ik zag niet scherp of het paard nu op g3 of op h5 stond. En dat maakt natuurlijk alles uit! Het staat in deze variant namelijk al op h5!! En dan wint 40. Pf6 natuurlijk. Wat een gemiste kans om een sterke grootmeester te verslaan…
37…Txe7
Daarna zag ik geen winst meer en die was er ook niet meer. Wel viel de stelling nog remise te houden, maar dat was aan mij niet meer besteed. Ook omdat Van den Doel na de tijdcontrole uitstekend speelde, ging ik tenslotte nog ten onder.
Later 0-1

Grooten, Herman – Legemaat, Gert

Vanuit de opening (waarvan de meeste varianten mij ontschoten waren en ik al vanuit zet drie of vier moest gaan improviseren) ben ik gaan spelen op de slechte zwartveldige loper die in dit diagram op d6 staat genesteld. Uiteraard heb ik een prachtig wit paard overgehouden en op de dame na alle verdere stukken weten te ruilen. Mijn enige taak is nu om ook nog de dames te ruilen waarna ik mijn favoriete eindspel op het bord krijg. Naast het feit dat het op het oog nog niet meevalt om dameruil af te dwingen, kan ik pas een ruil tot stand brengen als het resterende eindspel ook daadwerkelijk gewonnen zou zijn. Zo zag ik wat complicaties opdoemen als ik bijvoorbeeld dames zou kunnen ruilen op e6 (en dan terugnemen met pion d5) want na …e5-e4, kan de witte koning vooralsnog niet binnendringen, een belangrijke voorwaarde om het eindspel ook echt te kunnen winnen. Met het oog op dit thema speelde ik uiteindelijk
40. Ke2
Maar ik heb me tijdens de partij heel lang bezig gehouden met de mogelijkheid 40. Df5! omdat hiermee min of meer de dameruil wordt afgedwongen. Ik heb echter (te) lang zitten rekenen hierop, maar ik maak (inmiddels voor de zoveelste keer in de laatste twee jaar) een gigantische rekenfout. Of eigenlijk beter gezegd: een visualisatiefout. Dat was iets waar ik vroeger minder last van had maar met het klimmen van de jaren mij steeds meer parten lijkt te gaan spelen. Welnu, wat was die fout? 40…De8 (zie analysediagram)

is dan een mogelijkheid die zich opdringt omdat zwart …e5-e4 kan doen om zo de loper beter te maken en de witte koning de toegang tot het centrum te vergrendelen. [De kritieke variant was natuurlijk 40…Dxd5 (zie analysediagram)
omdat zwart een belangrijke pion grijpt, maar deze zet verliest geforceerd. Helaas kreeg ik de analyse niet ‘dicht’ en ik kon mij wederom de haren uit het hoofd trekken, want de winst zal voor veel clubschakers geen probleem zijn. Of toch misschien? Probeert u maar eens te vinden hoe wit het nu afmaakt?

Probeer uit het hoofd, zonder verder te kijken, een variant te vinden die leidt tot winst voor wit.

Beeld van ‘containerschaak’ in de haven van Rotterdam, een partij tussen Garry Kasparov en Jan Timman.

Inderdaad, u begint met 41. Pg6+ Kg8 (Nu gaat 41…Kh7 natuurlijk niet vanwege 42. Pe7+ met damewinst.) 42. Dc8+ Kf7 43. Dd7+ (zie analysediagram)

Tot zover alles berekend, maar ineens dacht ik dat ie naar f6 kon vluchten. Hoe dom kun je zijn. 43…Kf6 (zie analysediagram)
Maar na deze zet zag ik het mat niet! In mijn hoofd stond het paard nog op h4 en na Df5+ kan de koning in dat geval naar e7. Het paard staat echter al op g6! Ik heb echter de zet Ph4-g6 niet goed gevisualiseerd en dan houdt natuurlijk alles op… (Uiteraard had ik gezien dat de monarch niet terug kon, op straffe van mat: 43…Kg8 44. De8+ Kh7 45. Dh8# Gek genoeg had ik in deze variant wél gezien dat het paard op g6 staat!) 44. Df5# Het is gewoon mat. In mijn hoofd stond het paard nog op h4. Dezelfde visualisatiefout als ik die maakte tegen GM Erik van den Doel toen ik ook geforceerd kon winnen.] 41. Dg6 Dit geeft de computer als beste kans.
[Mijn oorspronkelijke idee was om met 41. De6 te gaan werken. 41…Dxe6 42. dxe6 Kg8 43. Pg6 Zowel de koning als de loper kunnen nauwelijks spelen. Maar de vraag is nu hoe de witte koning de zwarte stelling kan binnendringen na 43…e4 (zie analysediagram)
En inderdaad ziet er niet naar uit dat het mogelijk is en moet wit berusten in remise.] 41…Dxg6 Niet ruilen is nauwelijks een optie omdat het paard anders heel dominant op f5 binnenkomt. [Bijvoorbeeld 41…Dg8 42. Pf5 Df8 43. Ke2 e4 44. De6 en wit wint.] 42. hxg6 (zie analysediagram)
42…e4 Opnieuw deze zet maar nu heeft wit een afgemeten antwoord dat ik nog niet ontdekt had tijdens de partij. [Na 42…Kg8 43. Pf5 Lc5 44. e4 Kf8 45. Ke2 Lb4 46. Kd3 Lc5 47. Kc3 komt wit tot winst. Want als zwart … b5-b4 speelt komt de koning via c4 en b5 binnen en anders valt pion a3 na 47…Kg8 48. b4 Lf8 49. Kb3] 43. Pf5 Le5 44. Kf2 Kg8 (zie analysediagram)
45. Pg3! Dit is de zet waar het van moet komen! Pion e4 valt of het pionneneindspel is gewonnen voor wit. 45…Kf8 [Wit moet nog één probleemzet vinden: 45…Lxg3+ 46. Kxg3 Kf8 47. Kf4 Ke7 (zie analysediagram)
48. Ke5! en zwart gaat ten onder. 48…Kd7 49. Kxe4] 46. Pxe4 Deze stelling valt ook niet te verdedigen voor zwart. 46…Ke7 47. Ke2 Kd7 48. b4! Met de bedoeling om met de koning naar b3 te wandelen en daar pion a3 van het bord te halen. 48…Ld6 Zwart biedt een pionneneindspel aan, maar dat verliest. 49. Pxd6 Kxd6 50. e4 Ke5 51. Ke3 en de rest is simpel.
40…Kg8 41. Pg6 b4
42. Kd2
Opnieuw was 42. Df5! de aangewezen zet. De varianten lijken erg op het variantencomplex dat ik bij de vorige Df5! gaf. 42…De8 Dit is nu een stuk simpeler geworden nu de koning al in het centrum staat (hetgeen mijn bedoeling was met Ke2). Dan moet ik nog wel zien hoe het verder moet na [42…Dxd5 leidt weer tot hetzelfde matbeeld: 43. Dc8+ Kf7 44. Dd7+ Kf6 45. Df5#] 43. Kd3 Db8 44. Dd7! Da8 45. Ke4 (zie analysediagram)
De koning staat hier oppermachtig en wit heeft het voor uitzoeken hoe hij wil winnen. Waarschijnlijk is het gemakzuchtige 45…Db8 46. Pxe5 Lxe5 47. Kxe5 de snelste weg naar de winst. Het dame-eindspel is kansloos voor zwart.
42…Da5
Op deze manier blijft hij weer ‘hangen’ aan pion d5 en ik had hem ook niet zien aankomen.
43. Dd3??
De concentratie is helemaal weg, de accu leeg. Deze zet speelde ik veel te snel, eigenlijk zonder dat er een idee achter zat. Nog altijd was 43. Dc4 beter maar dan moet wit weer opnieuw beginnen met manoeuvreren. Maar opnieuw had wit met 43. Pxe5 een gewonnen dameeindspel kunnen bereiken.
43…Dc5!
Ineens wordt de witte dame veel te actief en heeft wit geen echt plan meer.
44. Ke2
Ook 44. Ph4 is geen verbetering vanwege 44…c6!
44…c6!
Zwart verlost zich van wits sterke pion op d5.
45. dxc6
Met 45. e4 Dg1 komt de zwarte dame te gevaarlijk binnen.
45…Dxc6 46. e4 Kh7 47. Ph4 Le7 48. Pf3
Ook na 48. Pf5 Lg5 zag ik geen winst en die is er ook niet.
48…De6 49. Dd5
49…Dxg4!
Zwart mag absoluut geen dames ruilen. 49…Dxd5 50. exd5 zou nog altijd vreselijk voor zwart zijn.
50. Dxe5
Dreigt Df5+.
50…Dg2+ 51. Ke3
51…Dxa2
Hij vindt de juiste manier naar de remise. Die loper heeft hij niet meer nodig met die gevaarlijk a-pion. 51…Lg5+ kon ook trouwens. 52. Pxg5+ hxg5 [Vooral niet 52…Dxg5+?? want wit wint na 53. Dxg5 hxg5 54. e5 Kg8 55. Ke4 Kf7 56. Kf5+- hetgeen ik nog wel gezien had.] 53. Df5+ Kh8=
52. Df5+
Na een tijdlang koortsachtig gezocht te hebben naar winstmogelijkheden, zag ik geen ideeën die gingen werken. Tandenknarsend de herhaling van zetten maar genomen… 52. Pd4 Lg5+ 53. Kf3 Dd2 54. Df5+ Kg8 en opnieuw moet wit eeuwig schaak houden omdat 55. Pe6? verliest na 55…Le7!
52…Kh8 53. Dc8+ Kh7 54. Df5+ Kh8 55. Dc8+ ½ – ½

Wat is nu de aard van deze beperkingen in de zogenoemde bordvisie? Waar komen deze visualisatiefouten vandaan? Dat kan ik misschien het best toelichten aan de hand van een voorbeeld dat ik in mijn computer vond en dat ik gehaald heb uit een boek van een grootmeester, die ook psychologie heeft gestudeerd. Omdat ik het boek niet zo snel meer kon vinden, moet ik gissen wie dat geweest moet zijn; ik denk dat Ruben Fine is geweest, maar zeker ben ik hier niet van. Het boek is in het Duits geschreven en de auteur gebruikt de mooie term ‘Restbilder’ in het geheugen.

Darga-Lengyel

In de partij volgde
1…Te6+ 2. Kf2 T6xe2+
Onzin is ook 2…T1xe2+? wegens 3. Txe2 Lxh4+ 4. Kf1 en Te2 blijft gedekt. 2…Lxh4+ was natuurlijk ook mogelijk maar na 3. Pg3 staat zwart weliswaar een tikje beter; van een gewonnen stelling is zeker geen sprake.
3. Txe2 Lxh4+

En nu dacht zwart dat hij een stuk ging winnen. Maar helaas voor zwart heeft wit het ontnuchterende
4. Ke3!
Dit antwoord had de zwartspeler in zijn vooruitberekeningen niet gezien. Dat komt omdat een zet eerder zijn toren van e6 de e-lijn onder controle had. Maar nadat hij die geofferd heeft, is veld e3 weer beschikbaar gekomen. De oorzaak van deze fout is volgens de auteur dat de ‘geest’ van Te6 nog in het geheugen is blijven hangen en daarom komt het niet in hem op dat veld e3 toch toegankelijk is geworden. Hij noemt het ‘Restbilder’ in het geheugen, de term die precies weergeeft wat er fout gaat in het denkproces. De zwartspeler dacht dat 4. Kg2 gedwongen was, waarna hij inderdaad Te2 moet loslaten waarna 4…Txe2+ volgt met winst.
1-0

Deze problemen met de bordvisie zal veel schakers bekend voorkomen. Het gaat erom van een stelling over een paar zetten als het ware een zo ‘scherp mogelijke foto’ te maken. Met dat nieuwe beeld kunnen de juiste zetten vaak makkelijker en beter gevonden worden. Maar het maken van zo’n scherpe foto is juist zo lastig! Want een speler heeft de actuele stelling voor zijn neus. En daar staat het paard nog op g3 of h4 terwijl het in een variant respectievelijk op h5 en op g6 had moeten staan. Juist dat ‘vertroebelt’ het beeld en dat werpt hindernissen op, die de oorzaak van fouten kunnen zijn. Eigenlijk zou je een variant moeten berekenen zonder naar het bord te kijken. Dan kun je de stukken beter in je hoofd visualiseren. Er zijn grootmeesters die dat ook daadwerkelijk doen. De twee bekendste zijn Vassily Ivanchuk en Alexei Shirov. De eerste zit vaak naar het plafond te kijken, de tweede kijkt de zaal in en ook niet naar het bord. Als ze tegen elkaar spelen, zou je je bijna kunnen afvragen of ze dat bord nog wel nodig hebben! Ze kijken er toch niet naar en berekenen alles uit het hoofd…

Dat kan er bijvoorbeeld zo uit zien (zie hieronder). Geen van deze spelers kijkt naar het bord maar is overduidelijk bezig de stelling uit het hoofd te analyseren.

  

  

Hebt u ze herkend? Al deze foto’s (inclusief die van het containerschaak, een partij tussen Kasparov en Timman boven) zijn van Jos Sutmuller (oplossing hieronder).

Alle fragmenten via de viewer:

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

4 Reacties

  1. Avatar
    Henk Dissel 29 januari 2020

    Darga – Lengyel heb je waarschijnlijk in Krogius “Psychologie im Schach” gezien?  In mijn exemplaar bladzijde 65. Hoort bij de paragraaf ” Das Restabbild”.

  2. Avatar
    Wim van Tuyl 31 januari 2020

    In ‘Improve your chess now ‘ ( 1e druk 1997) gaat Jonathan Tisdall ook in op visualiseren ( versus rekenen). Hoofdstuk 2. Erg interessant. Hij haalt de psycholoog Binet aan, die in 1894 een belangrijk boek over het onderwerp schreef.

    Overigens moest ik bij het lezen van je artikel denken aan een befaamde radio uitzending uit 1982 waarin Joop van Tijn over het schaken praat met Hans Ree, Jan Hein Donner, Genna Sosonko, Max Pam en Tim Krabbé.

    Als mijn geheugen mij niet bedriegt stelt Donner dat schaken vooral over waarneming gaat, veel eerder dan rekenen.

    Dat heb ik altijd een zeer juiste observatie gevonden.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.