“Handoperatie” door Theo Mooijman
Mijn echtgenote diende een kleine chirurgische ingreep te ondergaan aan haar hand. Na het vruchteloos doorlopen van het hele protocol van huisartsbezoeken en behandelingen door de, fysiotherapeut, waren we zo ver dat de mini-operatie toegestaan werd. We hadden ons al mentaal voorbereid op de lange wachtlijsten bij het ziekenhuis, maar alras bleek dat niet nodig. Wij kregen te horen dat zij in een particuliere kliniek kon worden geholpen. De doktersassistentie had al het nodige voorwerk verricht en mijn echtgenote kon de eerstkomende donderdag al terecht voor het gesprek. Natuurlijk hadden wij wel eens van particuliere klinieken gehoord, maar dat de behandeling van deze aanbieder zonder meer door de ziektekostenverzekering zou worden vergoed, dat was nieuw voor ons. Het tempo zat er trouwens meteen goed in, want een donderdag later ging zij al onder het mes.
In vergelijking met een ziekenhuis is zo’n kliniek een oase van rust. Het ontbreken van een afdeling spoedeisende hulp, speelt daar de belangrijkste rol in. Geen gehol en gevlieg. De jongeman die ons bij de balie ophaalde en ook terugbracht, bleek de chirurg zelf te zijn. De tussenlaag van gespecialiseerde verpleegkundigen ontbrak hier ogenschijnlijk. De afgesproken tijden werden op de minuut nagekomen, dat geef ook een rustig gevoel.
De wachtruimte bij de balie was tot mijn opluchting voorzien van kwaliteitslectuur. In een van de tijdschriften kwam ik een artikel tegen over een machtige Chinese keizer, uit een dynastie van enige eeuwen geleden. Hij was machtig met name door zijn vloot. Hij bezat complete armada’s aan schepen die superieur waren in zeegevechten.
En aangezien zijn bemanningen ook zeer goed getraind waren, heerste de keizer over de zeeën rond China. Op de schepen werden regelmatig belangrijke mannen meegenomen en om deze mannen te vermaken werden op deze reizen ook jonge vrouwen toegevoegd aan de bemanning. Aan deze vrouwen werden, het zal niet verbazen, andere eisen gesteld dan aan de mannelijke bemanningsleden. Naast het voeren van een mooi uiterlijk en goede omgangsvormen moesten de dames ook kunnen schaken! Een intrigerende voorwaarde. Want hoe zullen de dames geïnstrueerd zijn? Als de belangrijke man een sterkere schaker is dan de vrouw, is er niets aan de hand. Dan heeft hij de touwtjes in handen en zal het afhangen van zijn ridderlijkheid hoe de partijen zullen aflopen. Maar hoe te handelen als de man in kwestie een matig speler is en de vrouw sterker. Expres een partij verliezen zonder dat het opvalt, kan alleen tegen de echte knoeiers. De matige schaker een zodanig stelling in handen spelen dat hij door eigen vondsten een partij kan winnen, daarbij niet geholpen door flagrante blunders, is een kunst op zich.
Ik weet niet in welke ambiance de partijen gespeeld werden. Als er meerdere partijen tegelijk gespeeld werden, komen de machtsverhoudingen om de hoek kijken. De hoogste in rang zal zeker niet mogen verliezen, waar anderen bij zijn. En het is nog de vraag of het verstandig was in een privévertrek wel een goed resultaat te boeken tegen hem. De dames moesten dus ook nog goed geïnformeerd zijn over hun gasten.
Als de partijen in private vertrekken gespeeld werden, waren de schaakpartijen wellicht een opmaat voor een intiemer samenzijn. In dat geval komt er nog heel veel ‘mannenkennis’ om de hoek kijken.
In hoeverre zal het resultaat in de schaakpartij invloed hebben op het succes in de bedpartij?
Heden ten dage zijn er de nodige schaakkoppels. Zij weten daar zeer zeker meer van dan ik, want mijn echtgenote kan niet schaken.
En, laat ik het niet vergeten: het is mij gelukt om de plagerij “als je er toch bent, laat dan meteen dat gat in je hand maken” niet uit te spreken.