Batavia deel 2: mislukte recordpoging
In het eerste verslag kon u lezen hoe ik voor de rustdag 4.5 uit 5 haalde in het Bataviatoernooi. Ondanks dat ik lekker in mijn ritme leek te zitten was de rustdag welkom. Als profschaker heb je nooit echt een vrije dag, maar een rustdag voelt wel zo. Toch moest er gewerkt worden en ik bereidde me goed voor op de niet geheel fitte Edwin van Haastert (die zich na zeven ronden zou terugtrekken wegens ziekte). Het resultaat was een leuke stelling na de openingsfase.
De jury (Van Delft, Peng, L’Ami) vond dit de beste partij van het toernooi. Opmerkelijk genoeg viel mijn volgende partij ook in de prijzen, maar dan voor het beste eindspel van het toernooi. Op zich mooi, maar laat het nou net de ene partij zijn die ik verloor…. Het eindspel was inderdaad goed gespeeld door Friso, maar ik had dat kunnen voorkomen als ik niet geblunderd had in de volgende stelling. Waarom is 18.Dc6 een blunder?
Daar ging mijn poging om het wereldrecord ongeslagen blijven van Carlsen te verbeteren! Of nouja, dat record wordt maar hoger en hoger, dus dat was sowieso iets te ambiteus misschien. Maar mijn poging om het Nederland record van Tiviakov te verbeteren was meteen ook mislukt. Ook dat was wellicht wat te ambiteus. Maar het Amsterdams record had misschien gekund? Dat zou op naam van Timman kunnen staan, of Sosonko, of op mijn naam, geen idee. Enfin, ik moest weer vanaf nul beginnen.
Een ander gevolg van de nederlaag was dat het weer spannend bovenaan was. Ik stond nog maar een half punt voor op Warakomski, die matig was begonnen maar inmiddels op plus drie stond. Gelukkig was hij in de zevende ronde op remise gehouden door Lawrence Trent, al zal die laatste dat anders ervaren. Want zo stond het met zwart (Trent) aan zet:
Missing h3 is bordering on criminal even if I only had a minute left
— Lawrence Trent (@LawrenceTrentIM) February 28, 2020
In de achtste ronde won Warakomski weer en dus moest ik ook winnen. Dat zag er lang niet naar uit, want ik stond slecht tegen Nico Zwirs. Alleen op de klok had ik voordeel.
Dat betekende dat ik in de laatste ronde genoeg had aan remise met wit tegen Lawrence Trent om het toernooi te winnen, op punten of op onderling resultaat. Nou wilde ik op zich wel winnen tegen hem, maar ik zag in zijn partij tegen Warakomski dat hij gevaarlijk kon zijn. Ik kwam goed uit de opening, maar speelde het op een gegeven moment niet helemaal nauwkeurig en op een gegeven moment gaf ik hem de kans de stelling helemaal dicht te schuiven. In plaats daarvan offerde hij ondanks zijn tijdnood een pion, die won hij terug en toen stond het zo.
Mijn plan was pion naar g3, koning naar e2, torens verdubbelen op de h-lijn. Dan zou ik goed moeten staan, maar ik zag wel dat hij wat dynamische kansen zou kunnen hebben en dat ik dus wel moest opletten. Hij speelde 25…Lc8 en ik ging nadenken of ik wat nauwkeuriger was, 26.Kf1 of 26.g3. Toen keek ik even naar het bord. He? Ik kan gewoon op h5 slaan? Ik deed een licht Kasparoviaanse beweging met mijn hoofd, zag geen reactie bij hem, checkte de varianten nog een keer en sloeg toen maar op h5. Hij gaf meteen op. Cadeautje! Dat betekende toernooiwinst, een score van 7.5 uit 9, 13 punten ratingwinst en een TPR van 2719. Ik heb het niet bijgehouden, maar erg vaak zal ik geen 2700+ gehaald hebben in toernooien.
Te veel blunders in het toernooi maar je deed het niet mee met de missers! Goed gespeeld!