Promotie- en degradatieregeling KNSB-competitie
Beslissing van de Commissie van Beroep van de Koninklijke Nederlandse Schaakbond
Zaaknummer 1920-1
1, Inleiding
Het gaat om het volgende. In het KNSB-competitiereglement dat voorafgaand aan het competitieseizoen 2019/2020 is gepubliceerd, staat in artikel 7 een degradatieregeling en in artikel 10 een promotieregeling. De competitieleider heeft op 14 oktober 2019 een promotie- en degradatieregeling in de competitiegids geplaatst die afwijkt van het KNSB-competitiereglement. In de competitiemailing van 23 november 2019 heeft de competitieleider deze afwijkende promotie- en degradatie gepubliceerd. Hij heeft daarbij niet vermeld dat deze promotie- en degradatieregeling afwijkt van het KNSB-competitiereglement. De vereniging SHTV heeft hier vragen over gesteld aan de competitieleider. Bij mail van 30 januari 2020 heeft de competitieleider aan SHTV meegedeeld dat hij besloten heeft de nieuwe promotie- en degradatieregeling toe te passen voor het lopend seizoen. Hiertegen is SHTV bij email van 20 februari 2020 in beroep gekomen.
De commissie van Beroep heeft kennis genomen van de volgende stukken:
Een emailwisseling tussen de competitieleider en de medewerker competitie van het Bondsbureau van 8-14 oktober 2019
De KNSB-competitiemailing van de competitieleider van 23 november 2019
Diverse e-mails gewisseld tussen SHTV en de competitieleider in de periode van 25 november 2019 tot en met 30 januari 2020
Een e-mail van 20 februari 2020 van SHTV
Een aan de Bondsraad van 7 december 2019 gericht stuk strekkende tot aanpassing van het KNSB-competitiereglement
Concept notulen van de vergadering van de Bondsraad van 7 december 2019
2. Ontvankelijkheid
SHTV heeft de in artikel 3 van het KNSB-competitiereglement vermelde cautie betaald. SHTV heeft echter het beroep niet ingesteld binnen 14 dagen na de beslissing van de competitieleider van 30 januari 2020. Dit betekent dat de Commissie van Beroep SHTV niet ontvankelijk zal verklaren in haar beroep.
3. Overweging ten overvloede
Omdat de materie waar het beroep over gaat, voor veel teams van belang is, zal de Commissie van Beroep een overweging ten overvloede geven. Het vaststellen van het KNSB-competitiereglement is een bevoegdheid van de Bondsraad. De Bondsraad heeft op 15 juni 2019 het KNSB-competitiereglement voor het seizoen 2019/2020 vastgesteld. Dit KNSB-competitiereglement is voorafgaand aan het seizoen 2019/2020 gepubliceerd. In het aan de Bondsraad van 7 december 2019 gerichte stuk strekkende tot aanpassing van het KNSB-competitiereglement staat niet dat de aanpassingen al in het lopende competitieseizoen al in werking zouden treden. Blijkens de concept notulen is geen van de sprekers in de Bondsraad over dit stuk ervan uitgegaan dat de aanpassingen in het lopend seizoen al in werking zouden treden. Dit zou ook niet logisch zijn omdat het hoogst ongebruikelijk is om de spelregels in een lopende competitie te wijzigen. De Commissie van Beroep gaat er dan ook van uit dat de aanpassingen van het KNSB-competitiereglement die in de vergadering van de Bondsraad van 7 december 2019 zijn aangenomen, niet eerder in werking zullen treden dan in het seizoen 2020/2021. De competitieleider heeft niet aangetoond dat er sprake was van een zodanige noodsituatie dat hij besluitvorming van de Bondsraad niet kon afwachten en dat hij onmiddellijk een besluit moest nemen. Het in het begin van het seizoen 2019/2020 gepubliceerde KNSB-competitiereglement is de geldende regelgeving. De later in de competitiegids en in de competitiemailing van 23 november 2019 vermelde promotie- en degradatieregeling is in strijd met het KNSB-competitiereglement en dus ongeldig.
4. Cautie
Hoewel het beroep niet gegrond wordt verklaard, ziet de Commissie van Beroep in het feit dat SHTV in materiƫle zin in het gelijk wordt gesteld, aanleiding om te bepalen dat de door SHTV betaalde cautie moet worden terugbetaald.
5. Beslissing
De Commissie van Beroep:
verklaart SHTV niet ontvankelijk in haar hoger beroep;
bepaalt dat de door SHTV betaalde cautie moet worden terugbetaald.
Aldus op 6 maart 2020 vastgesteld door A.A. Schuering, E.M.M. Roosendaal en H.J. Blom, leden van de Commissie van Beroep en namens de Commissie van beroep ondertekend door A.A. Schuering