Het offer in de schaakpartij – Deel 2
Deel 2: Michail Tal op weg naar het wereldkampioenschap
In 1958 was er het interzonale toernooi van Bad Portoroz, waar Tal als de kampioen van de Sovjet Unie van 1957 aan meedeed en waar Larsen zich in 1957 via het zonetoernooi in Wageningen voor plaatste. Dit toernooi werd overtuigend gewonnen door Tal, waardoor hij zich plaatste voor het kandidatentoernooi in Bled van 1959. Larsen speelde aanvankelijk een goed interzonaal toernooi, maar na zijn nederlaag tegen Tal ging het een stuk minder. Hij zou als secondant van Fischer het kandidatentoernooi in Bled meemaken. Ik laat een partij zien van Tal tegen de Tsjechische grootmeester Miroslav Filip, die speelde in de kandidatentoernooien van 1956 in Amsterdam en van 1962 op Curacao. Voor deze partij maak ik gebruik van het boek van Alexander Koblenz: Lehrbuch der Schachtaktik.
Voorafgaand aan het kandidatentoernooi won Tal in 1959 nog een groot toernooi in Zürich, waar hij met zijn kenmerkende aanvalsstijl deze partij van een Zwitserse meester won. Met zijn paardoffer lokt Tal de witte koning uit zijn vesting en daardoor lukt het hem de partij te winnen. Ik maak weer gebruik van het boek van Bouwmeester en Withuis.
Tal won ook het kandidatentoernooi van 1959 in Bled, Zagreb en Belgrado met ruime voorsprong. Tegen de jonge Fischer won hij al zijn vier partijen. De mooiste was misschien wel deze overwinning met wit in het Konings-Indisch.
Ook voor deze partij maak ik weer gebruik van het boek van Bouwmeester en Withuis.
In deze drie partijen zijn een paar andere offermotieven aan de orde gekomen, die Leonid Shamkovitsj in zijn boek: Het Offer in de Schaakpartij noemt.
Tal- Filip: Offers om de pionnenketen van de tegenpartij te doorbreken.
Kupper-Tal: Offers, die de vijandelijke koning uit zijn vesting drijven.
Tal-Fischer: Offers om strategisch belangrijke velden of lijnen te bezetten.
Als bekroning van zijn meesterlijke spel kreeg Tal door zijn overwinning in het kandidatentoernooi het recht om wereldkampioen Botwinnik uit te dagen. Tal won die WK-match in 1960 overtuigend met 12,5 tegen 8,5 en werd toen op 23 jarige leeftijd de jongste wereldkampioen ooit. De in Letland geboren Tal was voortaan met recht de Tovenaar uit Riga.
Dag Wim,
Ik ben liefhebber van ´Offers, die de vijandelijke koning uit zijn vesting drijven´ en de koning mat zetten. Ben benieuwd welke partijen van Tal als de drie beste met dit thema worden aangemerkt? Mooi zijn ook de boeken van Pachman en Vukovic en de themaboeken Pxf7 en de Rochade van Timmer. Tal´s offers waren niet altijd correct blijkt achteraf, maar je zal het achter het bord maar moeten weerleggen. Dit maakt het ook zo boeiend.
In het moderne topschaak komen de combinatie-offers met mat bijna niet meer voor, wel erg jammer.
Ja, dat waren heel mooie tijden voor (jonge) schakers. Ik was in 1958 lid geworden van schaakclub De Pion in Eindhoven en volgde die WK-match van 1960 tussen Tal en Botwinnik op de voet. In de middagpauze fietsten mijn schaakvriend en ik langs de vitrines van het Eindhovens Dagblad om de schaakpartij daar te bekijken en ’s avonds was er in het Algemeen Handelsblad het uitgebreide verslag van Constant Orbaan. Ik heb die verslagen toen allemaal in een plakboek bijeengebracht en een paar jaar geleden teruggevonden.
De handdruk op de foto is van nadat Botwinnik de laatste partij van de revanchematch in 1961 heeft gewonnen. Op het bord is daarvan nog wat herkenbaar.
Foto is vervangen door de juiste foto.
Ik heb er naar gekeken. In de 21e partij van die revanchematch uit 1961 staat de witte koning in de eindstand op b1. Maar ik zie geen Lc2 en Pc4. Wel een paard op c3, als ik het goed zie. Welke partij het dan zou zijn, weet ik niet. Wel leek het me dat Botwinnik Tal feliciteert.
Het is niet de slotstand van de partij, maar het overblijfsel na enige analyse achteraf.
Jammer!
Jammer! Dat die foto is vervangen.
De zoekterm ’tal filip 1958′ op Google levert drie links op naar boeken op books.google uit 2014, 2016 en 2018 door resp. Karsten Muller/ Raymund Stulze, Vladimir Tukmakov en Andrew Soltis. Het eerste geeft aan 29… De7 een vraagteken, de andere twee aan 29… Le7 het complementaire uitroepteken. De partijzet 29… Le7 is ook de keuze van de engines van chessgames en 365chess.
33… Lxf6 leidt tot remise, ik weet niet meer waar ik mijn potloodaantekening 32… Dg7! 1) 33.Dxe7 Tg8 2) 33.Tg1 Ld6! in het boek van Bouwmeester en Withuis (1961 volgens de copyright-pagina hoewel het eerste Prisma-schaakboek uit 1960 er al naar verwijst) vandaan heb, de aanvullende variant 33.Df4 Dg5 34.Dxg5 hxg5 35.e5 Kh6 uit bovengenoemde drie boeken en 35… Kg7 van de engines verdient vermelding.
De potloodaantekening van 32… Dg7! met de twee vertakkingen heb ik van blz. 26 in The Art of Defense in Chess uit 1975 door Andrew Soltis.
De bibliografische gegevens van de Nederlandstalige zoekpagina van Google zijn misleidend, om het zwak uit te drukken.
De namen Müller en Stolze zijn verkeerd gespeld, hun boek The Magic Tactics of Michail Tal: Learn from the Legend verscheen bij New in Chess in 2012 en als eBook in 2013.
Het origineel van Risk & Bluff in Chess: The Art of Taking Calculated Risks van Tukmakov verscheen in 2015 en eveneens in 2015 in Engelse vertaling bij New in Chess.
Tal, Petrosian, Spassky and Korchnoi: a Multibiography van Soltis is in 2019 verschenen bij McFarland.
Gelijk spel volgens de computerprogramma’s (33… Lxf6) is natuurlijk niet zonder meer remise, in het menselijke schaak is nog heel wat spel mogelijk via suboptimale afwijkingen. Wel potremise is variant I.b na 35.Dg2 Dg5 36.Df3 van Wolks analyse 29… De7 in het boek van Bouwmeester en Withuis.
Tevens wil ik kwijt dat Filip na 27… Tad8 in betere stelling remise had aangeboden, Tal herinnerde zich later verkeerd dat hij dat na 28.Lxh6 deed en dat de foto van Tal tegen Filip in 1962 is genomen tijdens de analyse na afloop van de door Filip gewonnen partij.
Er is een boek uit 1987 van Koblenz Schach lebenslänglich, daarin bespreekt de auteur wel het slot van Tals Spaanse partij tegen Filip uit 1958, al vermeldt hij 33… Lxf6 niet en noemde hij 29… Le7 fout.
Tal – Filip in Lehrbuch der Schachtaktik, Band 2 uit 1972 (blz. 286-288) is niet de Spaanse partij uit Portoroz 1958 maar een Caro-Kann uit Moskou 1967.