Schaakrubrieken weekend 2 mei 2020

Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.

Hans Ree Gert Ligterink Hans Böhm Bab Wilders Johan Hut Rini Kuijf Henk Prins

Hans Ree

Alexander Münninghoff

Ik wilde een opgewekte rubriek schrijven over Anish Giri, die in het Magnus Carlsen Invitational zijn match tegen Carlsen had gewonnen, maar toen kwam het droeve bericht dat Alexander Münninghoff afgelopen dinsdag is overleden, 76 jaar oud. Vorig jaar was kanker bij hem geconstateerd.

Hij was een begaafd, geestig en veelzijdig man. Als journalist voor de Haagsche Courant reisde hij de wereld door en zag hij vele oorlogsbieden. Hij had in Leiden Russisch gestudeerd, werd correspondent in Moskou in de tijd van de Sovjet-Unie, en later richtte hij in het nieuwe Rusland het ‘Nederlands Instituut in Sint Petersburg’ op. Anders dan sommige andere correspondenten was hij in de Sovjettijd allerminst vermagerd en uitgeteerd als hij even op verlof was in Nederland. „Mijn voorraadkasten zijn goed gevuld”, zei hij vergenoegd.

Zijn leven lang was hij een verwoed schaker, die van alle schaakvormen, vluggertjes, klassiek schaak en zelfs correspondentieschaak, met volle teugen kon genieten. Hij schreef mooie schaakboeken. Zijn biografie van Max Euwe en het boek over Hein Donner dat hij te bescheiden ‘een biografische schets’ noemde, zijn ook in het Engels verschenen, als parels van de internationale schaakliteratuur.

Alexander was verknocht aan het Hoogovenstoernooi, waar hij ieder jaar meedeed als hij niet in het buitenland was. Met Lex Jongsma schreef hij het boek 60 Jaar Hoogovens Schaaktoernooi, waarin hij lyrisch het slot van het toernooi van 1998 beschreef: „Met honderden gingen wij naar buiten, de kille nacht in. Het zwarte gat van het strand was ons doel en daar stonden wij, het schaakvolk. Knetter, knal, vuur en gloed: ‘Tot ziens in 1999’ straalde het ons tegemoet. Wij werden door een warme golf van binnen overspoeld.”

Zijn meesterwerk was niet een schaakboek maar zijn boek De stamhouder, dat gaat over hemzelf, zijn ouders en grootouders en over een loodzwaar verleden dat kan worden samengevat in zijn geboortegegevens: Posen 1944. Voor wie dat boek las en Alexander kende, was het eigenlijk een wonder dat iemand met zo’n zware last de zwierige, hartelijke en vrolijke man kon worden die hij was. Waar Alexander was, was enthousiasme en plezier.

Bernd Wuenschmann – Alexander Münninghoff, EK seniorenteams Dresden 2013

1. b4 e5 2. Lb2 Lxb4 3. Lxe5 Pf6 4. c4 0-0 5. e3 Te8 6. Lb2 d5 7. a3 La5 8. Pf3 Pc6 9. cxd5 Pxd5 10. Le2 Txe3 Zo’n speculatief torenoffer was een kolfje naar zijn hand.

11. fxe3 Pxe3 12. Db3 Pxg2+ 13. Kd1 Le6 14. Dd3 De7 15. Kc1 Td8 16. De4 Lb6 17. Pc3 Pa5 18. Ld1 Pc4 19. Lb3 Pxd2 In de aanval kijkt hij niet op een houtje, maar dit had verkeerd af moeten lopen. 20. Pxd2 Dg5 21. Lxe6 Txd2 22. Lxf7+ Kxf7 23. Kb1 De duidelijkste weerlegging van zwarts actie was 23. Df3+ Ke8 24. Pe4 en zwart heeft niets meer. 23…Pe3 24. Ka2 Ld4 25. Thf1+ Pxf1 26. Txf1+ Lf6 27. Dc4+ Kg6 28. De4+ Kh6 29. Tc1 Dc5 30. h4 Df2 31. Db4 b6 32. Kb1 c5 33. Db3 Dxh4 34. De6 Zwart heeft vier pionnen voor zijn stuk en het staat ongeveer gelijk. 34…Df2 Een ernstige fout waarna wit kon winnen met 35. Th1+ Kg6 36. De8+ Kf5 37. De4+ Kg5 38. Lc1 Lxc3 39. Th3, geen simpele variant. 35. Pd1 Wit was de kluts kwijt en laat zich pardoes mat zetten. 35…Txb2+ Wit gaf op.

Partij in de viewer:

Gert Ligterink

Alexander Münninghoff liet schaakgemeenschap in Wijk aan Zee stralen

Dinsdag overleed Alexander Münninghoff, een man die een schaaktoernooi veranderde als hij op bezoek kwam. Zijn vrolijkheid, energie en grote liefde voor het spel waren zo aanstekelijk dat ook op de humeurigste gezichten de zon doorbrak. Graag liet hij zich meeslepen door de kunst van de grootmeesters, al speelde hij nog liever zelf. Hij was een trouw lid van de Haagse vereniging DD, die in het Nationaal Schaakgebouw resideert, het mooiste clublokaal van Nederland.

Münninghoffs (76) nalatenschap aan de schaakgemeenschap is groot en waardevol. Zijn artikelenreeks Schaken in de Sovjetpers in het tijdschrift Schaakbulletin droeg bij aan de dringend noodzakelijke de mythologisering van de naoorlogse Sovjethegemonie. Hij was de biograaf van Max Euwe en Hein Donner en hij schreef een boekje over de vergeten tweekamp Donner – Prins, uit 1951 in Den Haag.

Eeuwig trouw was hij aan het Hoogovenstoernooi, de voorloper van het Tata Steel Chess. In januari 1993 was Münninghoff het middelpunt van het gelukkige gezelschap dat in San Lorenzo de El Escorial de finale van het kandidatentoernooi tussen Jan Timman en Nigel Short bijwoonde. De zon scheen, de match was spannend en de maaltijden waren feesten. Toch vertrok hij voortijdig. Hij moest naar Wijk aan Zee om mee te doen aan het jaarlijkse journalistenkampioenschap. Met Lex Jongsma was Münninghoff co-auteur van het boek 60 jaren Hoogovens Schaaktoernooi, dat in 1998 verscheen. Hij zal erop hebben aangedrongen dat hij het verhaal mocht schrijven over de editie in 1964, waarin zijn lievelingspartij Ivkov – Larsen, volgens hem ‘de absolute topper uit 60 jaar Hoogovens’, werd gespeeld.

Ivkov – Larsen (Beverwijk 1964)

1.e4 c5 2. Pf3 Pc6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 g6 Deze partij zorgde ervoor dat de door Larsen gekozen opening Münninghoffs lijfvariant werd. 5. Pc3 Lg7 6. Le3 Pf6 7. Lc4 d6 8. f3 Pd7 9. Lb3 Pb6 10. Dd2 Pa5 11. Dd3 0-0 12. 0-0-0 Pxb3+ 13. axb3 a5 14. Pa4 Pxa4 15. bxa4 Ld7 16. Pb5 Tc8 17. h4 Lxb5 18. Dxb5 Tc6 19. c4 Dc7 20. b3

20 … Tc5 Münninghoff geeft deze zet drie uitroeptekens. Hij noemt Larsen `de uitvoerder van een idee dat hem als een vorm van genade toevalt. Dit is het onbereikbare waarom een mens schaakt.’ 21. Lxc5 dxc5 22. Td5 e6 23. Dxc5 Dg3 24. Tg5 Df4+ 25. Kc2 f5 26. exf5 exf5 27. Td1 b6 28. De7 Dxh4
29. Td7? Met twee minuten op de klok voor twaalf zetten maakt Ivkov de beslissende fout. Larsen noemt 29. De3 de enige zet, al is volgens hem het toreneindspel na 29 … Lh6 30. f4 Lxg5 31. fxg5 De4+ 32. Dxe4 fxe4 33. Td6 Tf5 nog niet zo gemakkelijk voor wit. 29 … Lf6 30. De6+ Kh8 31. Dd6 Df2+ 32. Kd1 Df1+ 33. Kc2 De2+ 34. Kc1 Db2+ 35. Kd1 Db1+ 36. Ke2 Te8+ 37. Kf2 De1 Mat. ‘IJzingwekkend’, schrijft Münninghoff.

Partij in de viewer:

Hans Böhm

Schaken in tijden van corona

Je ziet veel sporters worstelen met de huidige opgelegde beperkingen: zwemmen aan een lijntje in een badkuip in de tuin, fietsen op een hometrainer op het balkon, evenwichtsbalken in de huiskamer naast de tv, om er een paar te noemen. Voor denksporters zijn de aanpassingen niet zo ingrijpend. Onze wereldkampioen nam het initiatief voor het Magnus Carlsen Invitatie-toernooi dat geheel vanachter de eigen huiscomputer kan worden gespeeld.

De acht deelnemers geven de mondiale insteek goed weer: Carlsen vanuit Noorwegen, Caruana en Nakamura vanuit de USA, Vachier-Lagrave en Firouzja vanuit Frankrijk, Ding vanuit China, Nepomniachtchi vanuit Rusland en Giri vanuit Nederland. De formule is vier partijen van een kwartier per persoon, bij 2-2 wordt een Armageddon-partij gespeeld waarin wit 4 en zwart 5 minuten krijgt en bij remise wint zwart de tweekamp. Er is dus altijd een winnaar van de korte krachtmetingen. Het is een all-play-all toernooi en de prijzenpot is goed gevuld met 250.000 dollar. De spelers zelf missen de magie van het podium en de informatie die lichaamstaal biedt maar voor de vele honderdduizenden liefhebbers over de hele wereld is er geen verschil met het volgen van andere toernooien.

Carlsen was de smaakmaker van zijn eigen toernooi. Hij nam risico’s en verloor dus soms een partij maar uiteindelijk won hij de meeste matches, alleen Giri en Ding wisten hem te verslaan. Een paar mooie verliespartijen van de wereldkampioen, zo vaak gebeurt dat niet, en ook ter inspiratie mocht u ooit in de gelegenheid komen.

H. Nakamura – M. Carlsen

1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 a6 4.La4 Pf6 5.0-0 b5 6.Lb3 Lc5 7.a4 Tb8 8.Pxe5 Pxe5 9.d4 Lxd4 10.Dxd4 d6 11.f4 Pc6 12.Dc3 Pe7 13.axb5 axb5 14.e5 Pe4 15.Df3 Pc5 16.La2 0-0 17.Le3 Lb7 18.Dh3 Pe4 19.Pc3 Pxc3 20.bxc3 Ld5 21.f5 Lxa2 22.Txa2 dxe5 23.f6

Ook al verliest Carlsen, hij heeft altijd kansen gehad. Zwart is goed uit de opening gekomen en heeft enkele positionele troeven. Maar hij moet wel oppassen voor aanvalskansen op de koningsvleugel. Met 23…Pd5 wordt f6 onder druk gezet en na 24.fxg7 Te8 blokkeert de g-pion juist de eigen aanval. Met beperkte bedenktijd kiest Carlsen de verkeerde verdediging.
23…gxf6? 24.Lh6 Te8 25.Ta6! Anders wordt Tb6 een goede verdedigingszet. 25…Tb6 26.Txb6 cxb6 27.Dg3+ Pg6 28.h4 f5 29.h5 f4 30.hxg6! Dankzij deze tactische ressource behoudt wit groot voordeel. 30…hxg6 31.Dg4 Dc8 32.Dh4 Dc5+ 33.Kh2 Dd6 34.Lg5 f5 35.Tf3! Wit valt met alles aan en zwart bezwijkt. 35…e4 36.Th3 f3+ 37.Lf4 Dd7 38.Dh8+ Kf7 39.Th7+ Ke6 40.De5 mat.

A. Firouzja – M. Carlsen

1.e4 c5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 e6 4.Lxc6 bxc6 5.d3 Dc7 6.De2 e5 Een heel andere opzet in deze Siciliaan. 7.Pbd2 Pe7 8.Pc4 Pg6 9.h4 h5 10.g3 d6 11.Ld2 f6 12.Pe3 Le7 13.Pg1!? Wit kan zich op veel manieren opstellen, zoals actie op de damevleugel met b4. Beide partijen beginnen met hergroeperen en wachten met de keus voor lange of korte rokade. 13…Ld8 14.Df3 Pf8 15.Pe2 Pe6 16.Dg2 a5 17.a4 Pd4 18.f4 Le6 19.b3 Dd7 20.f5 Lf7 21.Pc1!? Mysterieuze zet, het paard stond toch goed en 0-0 leek de zet, want 0-0-0 is inmiddels te gevaarlijk. 21…d5 22.0-0 c4!? Zet het centrum onder druk. Zwart kon ook gaan voor Tb8 en Tg8 en de koning in het midden laten. Er zijn over het hele bord zaktes en krachten. Die komen allemaal snel tot uiting: 23.bxc4 dxc4 24.dxc4 Lb6 25.Tb1 Da7! 26.Kh2 Td8 27.Tb2 0-0 28.g4 Pe2!? 29.Dxe2 Txd2 30.Dxd2 Lxf4 31.De2 Dd4 Middels een kwaliteitsoffer heeft zwart het initiatief genomen. Indrukwekkende strategie met beperkte bedenktijd. 32.Pd3 Dxe4 33.Te1 Lf4+ 34.Kh3 Dxc4 35.gxh5 Lh6 36.Tb7 Dxa4 37.Tg1 Td8 38.Tg3 Da1 39.Pf2 Td2? Zwart ziet de matconstructie niet! Met 39…Dc1 40.Td3 Ld5 houdt zwart het stellingsvoordeel vast, hij kan op aanval spelen op Kh3 en hij heeft de vrije a-pion nog als troef. 40.Tb8+ Kh7 41.Dg4! Df1+ 42.Tg2 En de matdreiging Dg6+ is niet meer te pareren!

De slotstand is

1.Nakamura, Ding 15 3.Carlsen, Caruana 13
5.Nepomniatchi 8 6. Firouzja, Giri 7 8.Lagrave 6

De eerste vier spelers spelen vandaag en morgen via knockout om de finale en de grote prijzen.

Partijen in de viewer:

Bab Wilders

Het zal nog wel even duren voordat belangwekkende evenementen weer zijn toegestaan. Daarom is besloten het ND-schaaktoernooi dat voor 12 juni gepland stond uit te stellen. Het kan wellicht ergens achter in het jaar alsnog plaatsvinden. Ook veel schaakvolk zit opgehokt en daarom is het maar goed dat sommige uitgevers toch nog voldoende leesvoer aanleveren. Zoals Thinkers Publishing dat de laatste maanden een tsunami van schaakboeken voortbracht. Daar kan het schaak-volk zijn winst mee doen. Allereerst van Daniel Hausrath een boek over het Dubbele Fianchetto The Modern Chess Lifestyle. Het is altijd leuk op de site De Beste Zet de details over de schrijver te lezen. Zo heeft grootmeester Daniel 3 kinderen tussen 3 en 6 jaar. Daar moet je in deze ophok-tijd toch niet aan denken, iedere keer de schaakstukken door de kamer of helemaal zoek. Goed, b3 en g3 dus en de lopers op b2 en g2. Het leidt tot heel andere structuren dan na de 1.e4 of 1.d4. De auteur is een specialist en laat dat zien aan de hand van de eigen partijen in het laatste hoofdstuk. Daarvoor 11 hoofdstukken, 5 voor wit en 6 voor zwart, beiden met deskundige uitleg, voorbeelden en analyses. Een uitstekend leerboek voor ieder die in de schaak-loze periode, althans voor de clubs, een nieuw opening-repertoire wil opbouwen (€ 28.95).

Ook over Efstratios Grivas, auteur van menig schaakboek, valt op site het nodige interessante lezen. Zijn boek Your Jungle Guide to Rook Endings is natuurlijk bij uitstek een studieboek voor deze tijd: Als er één soort eindspel is waar men nooit op uitgestudeerd raakt is dat het toreneindspel . Het gaat natuurlijk in dit boek (€ 31.95 ) niet als in de toreneindspel-bijbel van Cheron, 4 dikke delen, waarbij een pion minder soms tot winst leidt terwijl met een gelijk aantal pionnen het remise was geworden. Daar gaat zelfs een computer van hyperventileren. Maar in analyses en artikelen worden we vertrouwd gemaakt met de principes waardoor men zich moet laten leiden. Tenslotte komen ook op de schaakclub toreneindspelen vaak voor, als dames, lopers en paarden al in de doos van hun welverdiende rust genieten. En daar komt natuurlijk nog bij dat vaak tijdnood gaat optreden, zelfs in de klassieke partijen. Een aanbevolen studieboek.

De nu volgende partij staat bekend als de Oekraïense Onsterfelijke. Er wordt getwijfeld of het echt zo gespeeld is want er zijn wat onduidelijkheden. maar de slotcombinatie is te mooi om hem niet te laten zien:

Korchmar-Poliak 1937, waar is onduidelijk.

1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lb5 d6 Steinitzverdediging 4.d4 Ld7 5.Pc3 Pf6 6.0-0 Pxd4 geeft vroeg centrum op 7.Lxd7+ Dxd7 8.Pxd4 exd4 9.Dxd4 Le7 10.Td1 0-0 11.e5 kan zwart niet nemen dus 11..Pe8 12.Lf4 a5 13.Td3 Ta6 14.Te1 Df5 15.Pd5 Ld8 16.exd Pxd6 17.Tg3 f6 18.Lh6 Tf7 19.Pb4! axb4 zwart neemt de handschoen op maar zal niet verwacht hebben 20.Dxd6! kan niet genomen worden wegens 21.Te8+ met mat 20..Dd7 21.Dd5!! (pent de toren, Txg7+ dreigt) 21..Kf8 22.Txg7 Dxd5 (wanhoop maar 22..Txg7 23.Dxd7) 23. Tg8+!! 1-0

Partij in de viewer:

Probleem 2783 is een driezet van Shinkman:

Johan Hut

Ook nederlagen droegen bij aan faam van Hein Donner

Hein Donner stond bekend om zijn grote prestaties, maar niet om zijn bijzondere partijen. Dat schreef ik vorige week naar aanleiding van zijn biografie, die door New in Chess in het Engels is vertaald. Het is nog gekker, onder het beperkte aantal partijen in de biografie, bevinden zich opvallend veel verliespartijen van de hoofdpersoon. In 1971 verzamelde Tim Krabbé 35 partijen die Donner binnen 25 zetten verloor. In de biografie zijn er nog vrolijk 16 aan toegevoegd
.
Het lijkt galgenhumor, maar Krabbé schreef hierover eens: “Donners pad naar de top is geplaveid geweest met bananenschillen. Het was een loftuiting, zij het vermomd als belediging, maar dat paste bij Donner. Ik loofde hem, zoals je een hoogspringer zou loven door te laten zien dat hij altijd met een baksteen op zak springt. Door Donners handicap te tonen, het missen van een instinct voor gevaar, onderstreepte ik hoe goed hij was, eigenlijk veel beter dan zijn gelijken die wel dat instinct hadden. Als hij op die manier al aan de top stond, hoe groot zou hij dan wel niet zijn geweest met dat instinct er nog bij?”

Een onbekende partij is deze nederlaag van Donner tegen zijn eeuwige rivaal Hans Ree, tijdens een vierkamp in Sittard in 1977.

Ree-Donner

1.e4 d6 2.d4 Pf6 3.Pc3 g6 4.f4 Lg7 5.Pf3 0-0 6.Ld3 Pc6 7.0-0 e5 8.dxe5 dxe5 9.f5 Pb4 10.fxg6 hxg6 11.Lg5 Dd6 12.De1 Ph5 13.Td1 Le6 14.Dh4 f6 15.Le3 Pxd3 16.Txd3 Db4 17.Pd5 Dxb2 Natuurlijk keek Donner naar 18.Pxc7 Dxc2, maar wit is iets anders van plan. Zwart had eerst op d5 moeten ruilen. 18.Pe7+ Kf7

19.Pg5+ Niet zo heel moeilijk. 19…Kxe7 20.Lc5+ Ke8 21.Pxe6 Tf7 22.Tfd1 Zwart geeft het op. Wit dreigt Td8 en mat en na 22…Te7 (wat anders?) wint wit de kwaliteit met behoud van aanval.

Wel heel bekend is Donners nederlaag op de Olympiade van 1978 tegen China.

Liu Wenzhe-Donner

1.e4 d6 2.d4 Pf6 3.Pc3 g6 4.Le2 Lg7 5.g4 h6 6.h3 c5 7.d5 0-0 8.h4 e6 9.g5 hxg5 10.hxg5 Pe8 11.Dd3 exd5 Beter was dit met Pc7 voor te bereiden. 12.Pxd5 Pc6 13.Dg3 Le6 Nu zou 13…Pc7 14.Pf6+ Lxf6 15.Dh4 meteen tot mat leiden.14.Dh4 f5 15.Dh7+ Kf7

16.Dxg6+! Kxg6 17.Lh5+ Kh7 18.Lf7+ Lh6 19.g6+ Kg7 20.Lxh6+ Zwart geeft het op. Na 20…Kh8 21.Lxf8+ staat hij mat.

Nadat Donner opgaf, bleef hij nog lang aan het bord zitten, stond toen op en deed een van zijn beroemdste uitspraken: “Nu ben ik de Kieseritzky van China.” Kieseritzky was in de negentiende eeuw een sterke schaker, die echter beroemd werd door een nederlaag die hij leed tegen een geniaal spelende Adolf Anderssen. Donner zag het goed, Liu Wenzhe werd in China een held als de eerste Chinees die van een westerse grootmeester won. En Donner was de daarvoor noodzakelijke schlemiel.

Partijen in de viewer:

Rini Kuijf

Voor beginners A8233

Wit aan zet speelt?

Voor gevorderden B8233

Hoe wint zwart aan zet?

Henk Prins

De wereld wordt geschokt door het coronavirus. Door de pandemie worden alle traditionele schaaktoernooien afgelast, in Nederland tot september. Vierenzestig jaar geleden werd de wereld ook geschokt, maar dan in positieve zin. Een 13-jarige jongen speelde in New York in een grootmeestertoernooi een spectaculaire partij met een vroeg dameoffer. Die jongen, Bobby Fischer, werd wereldkampioen. Het spel van Bobby werd geprezen als het “spel van de eeuw” en is in tal van schaakboeken terug te vinden. Het traditional Rosenwald Memoriaaltoernooi, waarin deze partij werd gespeeld, werd gewonnen door Samuel Reshevski.

Donald Byrne – Bobby Fischer, New York 1956.

1. Pf3 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 Lg7 4. d4 0-0 5. Lf4 Byrne vermijdt het Konings-indisch, met 5. e4, waarschijnlijk omdat hij had gehoord dat de jongen tegenover hem al een van de beste spelers van het land was. 5 …d5 Nu lijkt de opening op een soort Grunfeld-indisch met Pf3. 6. Db3 dxc4 7. Dxc4 c6 8. e4 Pbd7 9. Td1 Pb6 10. Dc5? Beter is 10. Db3 of 10. Dd3. 10. …Lg4! Ineens heeft Fischer goede tegenkansen, hij dreigt 11. … Pfd7 en 12. … e5. 11. Lg5? Pa4!!

Zwart benut direct de zwakten in wits stelling. Op 12. Pxa4 komt 12. Pxe4! en staat goed op winst. Al is deze zet niet de meest spectaculaire van de partij, toch kreeg deze zet ook een zeer hoog cijfer in diverse schaakboeken. 12. Da3. Dit is gedwongen, waarschijnlijk de enige speelbare zet in die positie. 12 …Pxc3 13. bxc3 Pxe4! Een kwaliteitsoffer voor een pion en een sterke aanval. 14. Lxe7 Db6 15. Lc4 Dit is beter dan 15. Lxf8, waarop zwart vervolgt met 15. … Lxf8 met beslissend voordeel. Byrne had hier beter kunnen spelen 15. Le2, zwart doet dan 15. … Tfe8 en 16. Lxf3. 15 …Pxc3! Dit paard is in deze partij het meest sterke stuk. 16. Lc5 16. Dxc3? loopt niet goed af voor wit: 16. … Tfe8 17. Lxf7 + Kxf7 18. Pg5 + Kxe7; niet 18. … Kg8?, want dan wint wit; 19. 0-0 Lxd1 20. Txd1 Db5 en zwart wint. 16 … Tfe8 + 17. Kf1.
De dertienjarige Bobby Fischer doet in deze stand een zet waarmee hij wereldwijde bekendheid kreeg. Volgende week verklappen we de zet

2 Reacties

  1. Avatar
    wimw 08 mei 2020

    Een heel mooie partij van Larsen tegen Ivkov. Ik vraag me dan af (ik denk wel in de geest van Alexander Münninghoff) of de huidige engine generatie op dat soort prachtige ideeën kan komen. Maar in het Interzonale toernooi in Amsterdam later dat jaar kreeg Ivkov zijn revanche en versloeg hij Larsen. Mede daardoor plaatste Ivkov zich voor de kandidatenmatches van 1965, waarin hij in de kwartfinale Larsen trof, die op zijn beurt dat weer met 5,5 tegen 2,5 won.

  2. Avatar
    Frits Fritschy 08 mei 2020

    Ik heb al eens eerder opgemerkt dat de gemiddelde leeftijd van bezoekers van deze site waarschijnlijk boven de 50 (60?) ligt, en daar is niets op tegen (ik ben 63), maar dat is geen reden om te vervallen in ‘vroeger was alles beter’-mantra’s. De huidige topgrootmeesters, en ook vele spelers van een iets lager niveau, zijn uitstekend in staat om een combinatie als die van Larsen te vinden, en ze hebben daarvoor echt geen engine beschikbaar tijdens de partij. Je zult misschien minder van dit soort partijen vinden, omdat de huidige spelers geleerd hebben van hun voorgangers, en niet als Ivkov hun zwarte velden zo verzwakken. Niets ten nadele van Ivkov, maar er is zoiets als voortschrijdend inzicht. En je kunt daarmee nog steeds genieten van Larsens concept.

    Karpov kwam ook met een dergelijke opmerking na de jubileumeditie van het Noteboomtoernooi: de spelers van vroeger zouden veel beter zijn geweest in het eindspel. Ik vraag me af of hij dat gezegd zou hebben na de partij Giri-Nepomniachtchi in het laatste kandidatentoernooi. Let wel: de laatste kon geen gebruik maken van analyses van secondanten na het afbreken van de partij.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.