Schaakrubrieken weekend 9 mei 2020
Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.
Hans Ree | Gert Ligterink | Hans Böhm | Bab Wilders | Johan Hut | Rini Kuijf | Henk Prins |
Hoogwaardig foutenfestival
De geliefde commentator Alexander Grisjtsjoek, die dagelijks aanschoof op de site van chess24 bij het Magnus Carlsen Invitational toernooi, zei dat de halve finale tussen Ding Liren en Magnus Carlsen de beste match was die hij in zijn leven had gezien. De andere commentatoren keken er van op. Die match was inderdaad opwindend geweest, maar het was maar rapid, en dan zitten de partijen onvermijdelijk vol fouten. Hetzelfde kon je zeggen over de finale, die Carlsen won van Hikaru Nakamura. Het is maar rapid, daar moet je bij Grisjtsjoek niet mee aankomen. Hij liet vaak weten dat hij blitz en rapid niet minder waardevol vindt dan het klassieke schaak. Tijdens een rapidtoernooi in Parijs in 2019 zei hij: „Misschien kun je het klassieke schaak vergelijken met de Tour de France, omdat het erg saai is en dagen duurt.”
In dat klassieke schaak staat hij zesde op de wereldranglijst, ondanks zijn handicap van een krankzinnige tijdsindeling. Bijna altijd besteedt hij bijna zijn volledige bedenktijd aan de eerste dertig zetten. Hij is een diepzinnig denker, maar vaak lijkt het of hij in slaap is gevallen, en dan moet hij de laatste tien zetten in een paar minuten doen. Dat kan hij goed, hij is drie keer wereldkampioen blitz geweest. Toch is het zelfdestructie, dat zegt hij zelf ook. Hij moet verslaafd zijn aan de opwindende tijdnoodfase, waarin je geen tijd hebt om bang te zijn. Als het dan goed afloopt, voel je je gezegend. Je bent in de muil van het beest geweest en je bent ontsnapt. Ik beschouw mezelf als een purist voor wie het heiligschennis is als er van rapidschaak wordt gezegd dat het mooier is dan klassiek schaak. Maar ik kijk er graag naar, ondanks de fouten of juist dankzij die fouten. Zoals de hypocriete bezoeker van een stierengevecht die jammert als een toreador verongelukt, maar niet was komen kijken als die kans er niet was.
Ding Liren – Magnus Carlsen, halve finale MCI 2020, vierde partij
1. d4 d5 2. c4 c6 3. Pf3 Pf6 4. Pc3 e6 5. e3 Pbd7 6. Le2 Ld6 7. 0-0 0-0 8. b3 b6 9. Lb2 Lb7 10. a4 a5 11. Ld3 Tc8 12. De2 c5 13. Pb5 Lb8 14. Pe5 De7 15. f4 dxc4 16. bxc4 Pe4 17. Tad1 Tcd8 18. La3 Pxe5 19. fxe5 f5 20. Tb1 Dg5 21. Tb2 Tf7 22. De1 Tfd7 23. Te2 h6 24. Lb2 Lc6 25. Lc2 Kh8 26. Tf3 Dg6 27. Th3 Dg5 28. Tf3 Pc3 Carlsen wil geen zetherhaling, maar wat hij doet is riskant. 29. d5 Een gedwongen, maar zeer kansrijk kwaliteitsoffer. 29…Pxe2+ 30. Dxe2 Lb7 Na 30…exd5 31. Txf5 wint wit in de aanval. 31. Tg3 Dh4 32. d6 Dit ziet er mooi uit, maar 32. e4 was sterker. 32…Le4 33. Ld1 Lc6 34. Th3 Dg5 35. Tg3 Dh4 36. Th3 Dg5
Partij in de viewer:
Magnus Carlsen speelt een opmerkelijk staaltje koffiehuisschaak
In zijn eigen invitatietoernooi kwam Magnus Carlsen bedrogen uit toen hij probeerde het lot naar zijn hand te zetten. In de zevende en laatste voorronde trof hij Liren Ding, de tegenstander die hij als de gevaarlijkste van zijn concurrenten beschouwt. Als hij de Chinees zou verslaan, was de kans groot dat hij hem een dag later opnieuw zou ontmoeten in de halve finale, die veel belangrijker was.
Ding won de minimatch met 3-1, na vier malle partijen waarmee de commentatoren zich geen raad wisten. Carlsen speelde koffiehuisschaak door dubieuze openingen te kiezen die op topniveau zelden te zien zijn. Het bontst maakte hij het in het derde duel, waarin hij zich na 1. e4 c5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 de belachelijke zet 3 … h5 permitteerde. ‘Magnus, je zult echt moeten werken aan de kunst om met opzet te verliezen’, zei Alexander Grisjoek.
Het vreemde schouwspel eindigde met een door Ding voortreffelijk gespeelde partij:
Carlsen – Ding
1.e4 e5 2. f4 exf4 3. Pf3 Pf6 4. e5 Ph5 5. De2 Le7 6. d4 0-0 7. Pc3 d6 8. Ld2 Lg4 9. 0-0-0 Pd7 10. De1 c6 11. Le2 Te8 12. g3 dxe5 13. Pxe5 Pxe5 14. dxe5 f3 15. Ld3 Dd4 16. De4 Dxe4 17. Pxe4 f2 18. Tdf1 Lf3 19. g4 Lh4 20. gxh5 Txe5 21. Pg3 Tae8 22. Lc3 Lg5+ 23. Kb1 Lxh1 Wit geeft op.
‘Dit is een belangrijke les, kinderen. Drink zoveel als je wilt, maar speel nooit het koningsgambiet’, zei commentator Jan Gustafsson. Carlsens poging de indeling van de halve finales te beïnvloeden had een averechts effect. Door de andere uitslagen eindigden Ding en hij op de tweede en derde plaats, zodat ze alsnog aan elkaar gekoppeld werden. Carlsens zelfvertrouwen kreeg een knauw toen hij de tweede halvefinalepartij verloor door een onbegrijpelijke blunder na een denkpauze van 5 minuten. Hij sloeg terug met een zege vanuit inferieure stand, waarna de vierde, lange tijd gelijkopgaande partij de beslissing bracht:
Partijen in de viewer:
Geen rubriek dit weekend.
Een buitengewoon interessant en eigenlijk uniek boek is On the Origin of good Moves van Willy Hendriks,verschenen bij New In Chess. Voor elke schaakliefhebber van ieder niveau een voltreffer maar natuurlijk vooral voor de schakers die ook geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van het schaken. De auteur voert ons nl in meer dan dertig hoofdstukken door de hele schaakgeschiedenis met als achterliggende gedachte dat de beginnende schaker bij zijn of haar voortgang als het ware een soort schaakgeschiedenis meemaakt.
Dat betekent natuurlijk niet dat de grootmeesters uit de dagen van Olim er maar een potje van maakten, dat laten de vele voorbeelden uit de 19e en 20e eeuw wel zien. Ook schaakleraren van topniveau als Euwe en Kasparov benadrukten het belang van het bestuderen van de geschiedenis. Omdat we natuurlijk ook nog wat willen leren zijn er bij ieder hoofdstuk oefeningen toegevoegd. Het boek leest als een trein want Willy Hendriks beschikt over een aangename, lichte en soms onderkoeld humoristische schrijfstijl waarbij men ongemerkt ook weer het nodige opsteekt. Dit vinden we soms ook terug bij de illustraties zoals bij het hoofdstuk over het legendarische toernooi Baden Baden 1870 waarbij een foto van Franse soldaten in hun stelling tijdens de Frans-Duitse oorlog van datzelfde jaar. Om ons te herinneren aan het feit dat schaken oorlog is en was, lang voor voetbaltrainers dat van voetbal zeiden. Humoristisch ook bv de hoofdstukken over de zelfingenomen Duitse grootmeester Tarrasch die er een gewoonte van maakte tegenstanders in zijn geschriften naar een minderwaardigheidscomplex te schrijven als die er tenminste gevoelig voor waren. Maar we gaan niet alles noemen, het is gewoon een heerlijk boek voor uren leesgenot. (€ 29.95 ) Het is natuurlijk “maar“ Rapidschaak maar dat wordt tegenwoordig ook door de wereldtop heel serieus genomen met een wereldtitel en een ELO. En dus is het ook nieuws als “onze “ Giri wereldkampioen Carlsen verslaat. Ook al gebeurt dat door blunders die zeker in de tijdnood fase ook bij de wereldtop haast onvermijdelijk zijn.
Carlsen – Giri, Carlsen Invitational , 2e partij uit de 4 van de match, 15 min. + 9 sec. per zet:
1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pf3 d5 4.Pc3 Lb4 5.exd exd 6.Lf4 beter was Lg5 want nu komt 6..Pe4 7.Tc1 Pc6 8.Pd2 g5 9.Le3 Pxc3 10.bxc La3 11.Tb1 f5 12.g3 Ld6 13.Tg1 0-0 hier was Tf8 beter. 14.h4 f4 15.gxf g4 16. Tb5 Pe7 Zwart heeft zeer licht voordeel 17.f5 h5 18.Lg5 c6 (beter De8) 19.Tb2 Txf5 20. e4 Txg5 een correct kwaliteitsoffer 21.hxg Pg6 22.e5 Lf8 23.Ld3 Pf4 24.Pf1 Dxg5 25.f3?? Een afschuwelijke blunder, na Lb1 was het gelijk maar nu staat wit ineens verloren Het is natuurlijk volstrekt duidelijk dat Carlsen een dergelijke blunder nooit in een klassieke partij gemaakt zou hebben. 25..Pxd3+ 26. Dxd3 het moet wel maar 26..Dc1+ In een klassieke partij zou wit al opgeven maar hier is tijdnood 27.Kf2 Dxb2+ 28.Pd2 Lf5 29.Dxf5 Dxd2+ 30.Kg3 Dxc3 alles wint 31. Kh4 Dxd4 32.Tg3 (32.De6+ Kh8) Lg7 33.f4 Tf8 wit geeft op
Partij in de viewer:
Probleem 2784 is een tweezet van Albarda :
Online schaken is mogelijk, maar het blijft surrogaat
Terwijl bijna alle sportevenementen stil liggen, hebben de denksporten het voordeel dat ze door kunnen. Er kan geschaakt worden, al is dat niet op de manier zoals we het zouden willen. Veel clubs organiseren wedstrijden via het internet en dat gebeurt ook op topniveau. Magnus Carlsen himself organiseerde de afgelopen weken een toernooi tussen acht van de sterkste schakers ter wereld. Zulke toernooien worden altijd gespeeld met beperkte bedenktijd, bij internetschaken gaat het altijd om vluggertjes. Misschien is dat om valsspelen te voorkomen, de spelers kunnen hun stelling tijdens de partij niet aan een computer voorleggen. Bij de Magnus Carlsen Invitational was de bedenktijd vijftien minuten per persoon per partij. Als een match na vier partijen een gelijke stand had, gingen de spelers over tot het echte snelschaken.
Anish Giri dichtte zichzelf van tevoren niet veel kansen toe. In tegenstelling tot andere topschakers doet hij namelijk niet of nauwelijks aan internetschaken. “In het klassieke schaken hoor ik bij de beste tien, online misschien bij de beste dertig”, zei hij vooraf in een interview in Trouw. Dat bleek, Giri werd zevende van de acht, maar incasseerde wel 17.500 dollar. Carlsen won zijn eigen toernooi en verdiende daarmee 70.000 dollar. Opmerkelijk veel geld voor een toernooi dat kwalitatief eigenlijk niet veel voorstelde. In rapidpartijen gebeuren rare dingen, zoals in de partij die Carlsen verloor van Giri.
Carlsen-Giri
1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pf3 d5 4.Pc3 Lb4 5.cxd5 exd5 6.Lf4 Pe4 7.Tc1 Pc6 8.Pd2 g5 9.Le3 Pxc3 10.bxc3 La3 11.Tb1 f5 12.g3 Ld6 13.Tg1 0-0 Zwart heeft het heel onorthodox gespeeld, maar durft nu niet verder te gaan met 13…f4 14.gxf4 gxf4 15.Lxf4 Lxf4 16.e3, waarvan de gevolgen met korte bedenktijd moeilijk uit te rekenen zijn. 14.h4 f4 15.gxf4 g4 16.Tb5 Pe7 17.f5 h5 18.Lg5 c6 19.Tb2 Wat is wit nou eigenlijk aan het doen? 19…Txf5 20.e4
De verschillen met het fysiek schaken zijn groot. Je ziet elkaars gezicht en lichaamstaal niet, psychologisch is het heel anders. Omdat iedere speler in zijn eigen land zit, zijn er ook grote tijdsverschillen. De een speelt ’s morgens, bij de ander is het op dat moment avond. Carlsen verwacht van dit soort toernooien nog een hoop plezier in de toekomst. Vooral voor hem zelf dan, met 70.000 dollar op zak.
Partij in de viewer:
Voor beginners A8239
Voor gevorderden B8239
Partij in de viewer:
Antwoord bij opdracht B8239 past niet bij het diagram…
AD-puzzel: is in de krant getoond zonder dame op het bord. Dus inderdaad klopt e.e.a. niet. De vraag is dus waar die dame had moeten staan en had wit ook een dame?
Bij het laatste diagram (Carlsen – Giri) ontbreekt een zwarte loper op f8.
Aangepast. Loper er bij gezet.
Dat online toernooi van Carlsen werd, als de schakers in de blitz-fase kwamen, al gauw een foutenfestival in het koffiehuis. De bemeten tijd voor de vier rapid-partijen was m.i. te krap om echt goed schaak te laten zien, al was de finale wel beter. Met het Koningsgambiet kun je een tegenstander in het blitz en mogelijk ook in het rapid wel verrassen, maar dan moet je het Koningsgambiet wel goed kennen. Carlsen speelde volgens mijn database slechts drie keer het Koningsgambiet in blitz-toernooien. Ook een keer in een klassiek toernooi en die partij wist hij te winnen. Let op de doorbraak van wit door de zwarte linies heen met 46. g4 en de doorgebroken pion! Dit wordt wel de Mongoolse doorbraak genoemd en werd als zet het eerst gespeeld door de Italiaan Salvioli in 1888. Toch aardig om te weten in deze schaakkomkommertijd
[pgn eo=t pd=https://www.schaaksite.nl/wp-content/uploads/2020/05/carlsen_wang_yue_2010.pgn][/pgn]
Leuk die pionnendoorbraak. Tim Krabbé heeft daar op zijn chess curiosities site nog de nodige voorbeelden van verzameld (entry 321 en 322, helemaal onderaan de pagina): https://timkr.home.xs4all.nl/chess2/diary17txt.htm
In zijn goeie tijd had Spassky ook bij volle bedenktijd veel succes met het Koningsgambiet. Op zijn verjaardag in 2016 verloor Jorden de stelling die Spassky hem tegen Sacharov in 1960, zij het met pionnen op a2 en a7, goed had voorgedaan, maar Jorden wist daar niet van.
Je zou er een teken in kunnen zien dat God niet en de Satan wel bestaat.
Spassky’s verjaardag, dat had u natuurlijk allang begrepen. Je merkt soms achteraf dat een zin anders kan worden opgevat dan bedoeld.
Er staan geen dames op het bord.
De stelling vertoont grote verwantschap met Kasparov- Kramnik Wijk aan Zee 2001.
Kasparov miste daar de (kwaliteits)winst. Ook in deze opgave kan wit op analoge wijze winnen met 1.g4! hxg3 2.Pxg3 Txh3 3. Lxh6 (dit is extra t.o.v. K-K) Txh6 en nu 4.Txd4 waarna een paardschaak op f5 een toren terugwint.
Dan snap ik het nog niet goed: waarom zou zwart 2… Txh3 willen spelen in die stelling?
Ah, na paard maal g3 snap ik dat wel uiteraard
Eén partij van Spassky met het koningsgambiet, die tegen Bronstein in het Sovjet kampioenschap van 1960, werd verfilmd in From Russia with Love met James Bond. Ik schreef er o.a. dit over op de schaaksite: Spassky’s trainer in zijn jeugdjaren, Vladimir Zak, was een groot kenner van het Koningsgambiet en schreef er een boek over. Spassky werd door hem aangespoord om die opening te bestuderen en daardoor zijn tactische slagvaardigheid te vergroten. Spasski was succesvol met deze opening, want hij versloeg met het koningsgambiet wereldtoppers als Averbach, Bronstein. Fischer, Portisch en Seirawan. Een huzarenstuk was de overwinning op wereldkampioen Karpov in 1982. Van de 27 klassieke partijen in de database won Spasski er 17 en de overige 10 partijen waren remise, een score van 81%. Vijf schakers waagden het tegen Spasski het Koningsgambiet te spelen, maar dolven allen het onderspit.
Een partij met het Koningsgambiet van Spassky tegen Sacharov wordt door Henk Smout vermeld. Ik zie dat die partij ook in het Sovjetkampioenschap van 1960 gespeeld werd, waarin Spassky overigens in de middenmoot eindigde. Het jaar daarna in 1961 en in 1963 won hij wel dat Sovjetkampioenschap.
www.chessgames.com/perl/chessgame?gid=1076495
In het Batsford-boek van Cafferty Spassky’s 100 Best Games, in ieder geval in mijn derde editie van 1979, heet 18.Dh5 “a very strong alternative”, bijv. 18… Lf6 19.d5. Daar denkt de computer anders over. Zo speelde Jorden met pionnen op a3 en a5. Na 19.Dh5 Lf6 en nu 20.d5 was hij definitief in het nadeel.
@wimw: zodra er meer tijd gegeven wordt kunnen we niet meer van rapidschaak spreken …… Overigens is 25 minuten nog ruimer dan de niet ongebruikelijke 15 of 20 minuten
Mijn punt was juist dat er slechts 15 minuten bedenktijd was met 10 seconden increment. Op de website staat 15 minutes + 10 seconds per move. In mijn ogen te weinig bedenktijd voor echt goed schaak, waardoor er in de tijdnoodfase ook nogal was blunders waren.