Jan Hein Donner – de vroege jaren ’70
Het is een bijzondere leeservaring om het boek van Alexander Münninghoff over Donner te lezen. De sfeer van het naoorlogse Amsterdam is daarin heel herkenbaar weergegeven. Rond 1970 zaten we midden in het studentenprotest en de hippietijd, waar Donner geen deel aan had. Maar in 1972 was het wel Donner, die in het Psychologisch Instituut op het Weesperplein de WK-match tussen Spassky en Fischer van commentaar voorzag. In zijn schaakcarrière kende Donner veel ups en downs, maar in de vroege jaren ’70 presteerde hij best wel goed, zoals in die vierkamp in Oegstgeest met Botwinnik, Spassky en Larsen.
De schakers speelden vier keer tegen elkaar en Donner zag daar erg tegenop. Zoals in de biografie te lezen staat, werkte Donner daarom met Hans Bouwmeester aan zijn openingen, waarbij naast de Najdorf ook de Ben Oni werd doorgenomen. Bouwmeester merkte wel dat Donner’s openingskennis niet erg actueel was. In de Nederlandse uitgave staan geen partijen van Donner uit dit toernooi. Daarom geef ik deze winstpartij van Donner tegen Larsen. De analyses zijn van de Belgische grootmeester O’Kelly, die van Ierse komaf was.
Donner-Larsen (Ben Oni)
1.d4,c5 2.d5,d6 3.e4,Pf6 4.Ld3,g6 5.Pe2,Lg7 6.O-O,O-O 7.c4,e6 8.Pec3 Donner brengt (zoals bij hem gebruikelijk) zijn stukken eerst over naar de damevleugel 8…exd5 9.cxd5,Pbd7 10.Pd2,a6 11.a4,Ph5 Larsen begint een actie op de koningsvleugel. 12.f4,Ld4+ 13.Kh1,Pdf6 14.Pf3,Te8 Met Lg4 had zwart een betere stelling bereikt.15.f5! Dit is een mooi gevonden breekzet van Donner, die gebaseerd is op de zwakte van de zwarte velden na afruil van de zwarte loper op d4. 15…gxf5 16.exf5,Kh8 17.Pxd4,cxd4 18.Pe4!,Pxe4 19.Dxh5,Df6 Zwart verhindert daarmee 20.f6. 20.Lh6,Ld7 21.Tf4! De aanval slaat door. 21…Pc5 22.Lg5,De5 23.Dh6 1-0
In Oegstgeest 1970 verloor Donner maar één keer en dat was in de tweede ronde met zwart van Spassky. Omdat hij later die partij van Larsen won, werd Donner zomaar tweede in dit toernooi achter wereldkampioen Spassky, maar wel voor Botwinnik en Larsen, die gedeeld derde werden. Donner speelde drie keer remise tegen Spassky, o.a. met wit in de Ben Oni opening. Drie jaar later krijgt hij bij het Hoogovenstoernooi van 1973 opnieuw met die opening te maken, maar zijn tegenstander Planinc wijkt met een nieuwtje af. Donner vindt niet de juiste bestrijding hiervan en lijdt één van zijn beruchte, korte nederlagen. In mijn ogen is deze nederlaag niet zozeer te wijten aan het niet goed voorbereid zijn van Donner, maar aan de moeilijkheid zo achter het bord een weerlegging te vinden.
Donner-Planinc (Ben Oni)
1.d4,Pf6 2.c4,c5 3.d5,e6 4.Pc3,exd5 5.cxd5,d6 6.Pf3,g6 7.Pd2,Lg7 8.Pc4,O-O 9.Lf4,b6 Spassky had het passievere Pe8 gespeeld. 10.Lxd6,Te8 11.Lg3,Pe4 12.Pxe4,Txe4 13.e3,b5 14.Pd6 Volgens Sosonko had Donner beter 14. Pd2 kunnen spelen en na Tb4 speelt wit dan 15. b3! Hij geeft als mogelijkheid 15…Lxa1, 16. Dxa1,Dxd5 17. Le2,Lg4 18 f3,Le6 19. Dc3!, Pc6 20. Kf2, Td8 21. Td1 en zwart staat minder goed. De partij gaat verder met 14… Tb4 15.Lxb5,Lf8 16.Lc6,La6 17.Lxa8,Txb2 18.Da4,Df6 19.Tc1,Lxd6 20.f4,Df5 21.e4,Te2+ 22.Kd1,Dh5 0-1
Later dat jaar deed Donner ook mee in het IBM toernooi van 1973. Hij boekte mooie overwinningen op de jonge Hongaarse GM Ribli en op Jan Timman, die het jaar daarna grootmeester werd. Het zal Donner een groot genoegen hebben gedaan dat hij de jongere generatie nog kon aftroeven. Timman, die bijna 25 jaar jonger was dan Donner, hoorde wat zijn uiterlijk betreft wel bij die hippie-tijd. In dit IBM toernooi versloeg Donner ook voor het eerst ex-wereldkampioen Spassky. Hij had in dat toernooi een echte up en down score: 5 overwinningen, 5 remises en 5 nederlagen, maar dat was wel vaker zo het geval.
Timman-Donner (Pirc verdediging)
1.e4,d6 2.d4,Pf6 3.Pc3,g6 4.Pge2,Lg7 5.g3,O-O 6.Lg2,e5 7.O-O,c6 8.a4,a5 9.b3,Pa6 10.La3,Te8 11.Dd2,Pb4 12.Tae1,Db6 13.Lb2,Le6 14.Pd1,Tad8 15.Pe3,Pg4 16.h3,Pxe3 17.fxe3,d5 18.exd5,Lxd5 19.Lxd5,Pxd5 20.Pc3,exd4 21.Pxd5,Txd5 22.exd4,Txe1 23.Txe1,Lxd4+ 24.Lxd4,Dxd4+ 25.Dxd4,Txd4 Donner heeft een centrumpion gewonnen en dat blijkt genoeg voor de winst. 26.Te7,Tb4 27.Kf2,Kg7 28.Te5,b6 29.Te3,Td4 30.Kf3,Kf6 31.Ke2,Td5 32.Tc3,Tc5 33.Tf3+,Ke6 34.c3,f5 35.h4,Te5+ 36.Kd2,Te4 37.Kd3,Tg4 38.Te3+,Kd6 39.Ke2,Te4 0-1
Donner-Ribli (Konings Indisch)
1.d4,Pf6 2.c4,g6 3.g3,Lg7 4.Lg2,O-O 5.Pc3,d6 6.Pf3,Pc6 7.d5,Pa5 Dit paard komt verder in het stuk niet meer voor. 8.b3,c5 9.Lb2, a6 10.O-O,Tb8 11.Pd2,b5 12.Dc2,e5 13.Tae1,Ph5 14.e4,f5 15.exf5,gxf5 16.Pe2,f4 17.gxf4,Pxf4 18.Pxf4,Txf4 19.cxb5,axb5 20.Pe4,Tb7 21.Lc1,Tg4 22.f4,exf4 23.Lxf4,Ld4+ 24.Kh1,Rbg7 25.Lg3,Pb7 26.Lf3,T4g6 27.Lh5,Th6 28.Pf6+,Lxf6 29.Te8+,Dxe8 Ribli moet zijn dame geven en daarna is het slechts een kwestie van techniek. 30.Lxe8,Lh3 31.Rg1,b4 32.De4,Ld4 33.Lb5,Tf6 34.Te1,Lf5 35.Dh4,Tg4 36.Te8+,Kg7 37.Te7+,Kg8 38.Te8+,Kg739.Dh5,Te4 40.Dg5+1-0
In het IBM toernooi van 1970 leed Donner nog een nederlaag tegen toen regerend wereldkampioen Spassky. Maar in 1973 won hij, zoals gezegd, in het IBM toernooi voor het eerst van Spassky, die in een Najdorf Siciliaan een verkeerde inschatting maakte van zijn aanvalskansen op de koningsvleugel, wat door Donner werd afgestraft. De lessen van Hans Bouwmeester hadden vrucht gedragen. Net zoals in het toernooi van Oegstgeest is te zien dat Donner, als hij in vorm was, tegen iedereen remise kon houden en ook kon winnen.
Spassky-Donner (Siciliaan Najdorf)
1.e4,c5 2.Pf3,d6 3.d4,cxd4 4.Pxd4,Pf6 5.Pc3,a6 6.Lg5,e6 7.f4,Pbd7 8.Df3,Dc7 9.O-O-O,b5 10.Ld3,Lb7 11.The1,h6 12.Dh3,O-O-O 13.f5,e5 14.Pe6, Dit stukoffer is niet correct, omdat zwart lang gerokeerd heeft en zijn koning niet direct in gevaar is. Daardoor kan zwart op den duur zijn materiële overwicht tot gelding brengen. 14…hxg5 15.Dxh8,fxe6 16.fxe6,Pc5 17.Dh3,g4 18.Dg3,De7 19.b4,Pxd3+ 20.Dxd3,Dxe6 21.a4,bxa4 22.Pd5,Kb8 23.Kb2,Pxd5 24.exd5,Dd7 25.c4,Le7 26.Ka3,Tf8 27.Tf1,Txf1 28.Txf1,Lf6 29.Tb1,Lc8 30.b5,axb5 31.Txb5+, Kc7 32.Dd2,Kd8 33.Tb6,Dc7 34.Tc6,Db8 35.Da5+, Ke7 0-1
Jan Hein Donner blijft in de herinnering als een bijzonder schaker, die de vijfde plek kreeg in de Top-40 van Johan Hut. Ook zullen de anekdotes over hem blijven rondgaan, evenals de controverses rond zijn persoon. Het staat voor een groot deel in de biografie te lezen. Daarnaast leeft hij voort in het boek ‘De Ontdekking van de Hemel’ van Harry Mulisch uit 1992. Daarin is één van de hoofdpersonen gemodelleerd naar Donner. Het boek werd door Jeroen Krabbé, de broer van de schaker en auteur Tim Krabbé, verfilmd. En ze vonden zowaar een Engelse acteur, Stephen Fry, die best aardig op Donner leek. Ik vraag me af of er een andere schaker is die tot de speelfilmfestivals is doorgedrongen.
Prachtige bloemlezing van de laatste grote periode van Donner, Wim. In dat IBM toernooi van 1973 was Donner niet de enige met up’s and down’s: Timman begon met 2 uit 4 (twee overwinningen en twee nederlagen) en dat was uiteindelijk goed voor 50%, net als Donner, maar dan met liefst zes keer winst en zes keer verlies.
Je hebt goed gezien dat Jan Timman toen ook wisselvallig speelde, maar wel een stuk beter dan in het voorafgaande 2e AVRO-toernooi van juni 1973 in Hilversum. Donner hoorde nog net bij de top honderd van de wereld en was in het IBM 1973 de Nederlander met de hoogste rating.
In Oegstgeest 1970 verloor Donner in de tweede ronde van Spassky en won later die partij tegen Larsen.
Klopt, de derde ronde is meestal later dan de tweede.
Staat er ook.
Uit het commentaar van Donner zelve:
“Zetten als 14. …,Lg4 of 14. …,Pg4 overhaasten het zwarte initiatief.”
Bij 18. Pc3-e4! “Dit beslist de partij, met geweld!”
Wat die partij in Oegstgeest 1970 tussen Donner en Larsen betreft heb ik gebruik gemaakt van de analyses van GM O’Kelly, maar hij geeft bij 14…Lg4 geen variant. Hij zegt alleen dat hij 14…Te8 te passief vindt. En 18. Pe4 krijgt van O’Kelly een uitroepteken, vanwege de dreiging 19. Lg5. Goed dat je het commentaar van Donner er bij vermeld.