“Viktor Kupreichik, de man uit Minsk” door Hans Meijer
Van de schaker waar Hans over vertelt in zijn column heb ik weliswaar gehoord, maar partijen van hem ken ik niet. Dus ook ikzelf ga genieten van deze column.
“Kijk, daar loopt grootmeester Kupreichik!” hoorde ik Bernard Bannink enthousiast zeggen. Ik keek in de richting die Bernard met zijn ogen aanwees en vroeg mij af wie Kupreichik was. Later die dag zag ik, in de speelzaal van het Oberwart Open 2001, Kupreichik opnieuw. Een kleine gedrongen man die een overhemd aan had waarop een grote zwarte inktvlek zichtbaar was. Zijn vulpen lekte. In Oberwart zat er na afloop van het toernooi voor hem niet meer in dan een klein prijsje. Ik betwijfel of het genoeg was voor een nieuw overhemd. Een jaar later zou hij in Moskou de B-groep van het Aeroflot Open 2002 winnen. De geldprijs die daaraan verbonden was bedroeg tienduizend dollar. Dat was meer dan genoeg geld om in Minsk in Wit-Rusland, de stad waar hij vandaan kwam, enkele fraaie moderne overhemden van te kunnen kopen.
Thuis in Zoetermeer zag ik dat Viktor Davidovich Kupreichik in The Oxford Companion to Chess (1992) van David Hooper en Kenneth Whyld genoemd wordt. Dat is een prestatie op zich. Hij werd beschouwd als een groot talent en nam acht keer aan het kampioenschap van de USSR deel. Iets dat slechts weinigen hem tot nu toe nadeden. Zijn resultaten waren echter wisselvallig. Dat overkomt talenten met een extreem aanvallende stijl wel vaker. Een van de weinigen die erin slaagde dit lot te ontlopen was Michael Tal en laat het nu tegen Tal zijn dat Kupreichik in Sotsji in 1970 zijn bekendste aanvalspartij speelde.
Klik hier om de hele column te lezen!