Recensie: Mastering Positional Sacrifices door Merijn van Delft

Op mijn bureau ligt, ik zou bijna zeggen, een monumentaal werk dat gaat over positionele offers in het schaakspel. Een onderwerp waar ik bijzonder in geïnteresseerd ben en naar nu blijkt – de auteur van dit boek, IM Merijn van Delft uit Apeldoorn – ook! Voordat ik het boek bespreek, wil ik eerst graag een paar woorden wijden aan Merijn zelf. Geboren in 1979 behoort hij tot een lichting van schakers waarvan gedacht werd, dat spelers uit datzelfde geboortejaar wel eens de sterkste lichting ooit in Nederland is geweest. Op het gevaar af iemand te vergeten, noemen we spelers die het ver geschopt hebben in het schaken: Sipke Ernst, Erik van den Doel, Ruud Janssen, Maarten Solleveld en Martijn Dambacher (allemaal grootmeester), Lucien van Beek, Yong Hoon de Rover en Merijn van Delft (allen IM), Tim Lammens, Paul Span, Joost Wempe, Michael Wunnink, Sybolt de Boer en Jeroen Blokhuis (allen FM), waarbij ik graag Jeroen Willemze en Ralf Gommers niet wil vergeten. Deze laatste twee waren (indertijd) van meestersterkte.

 

Bij het doorbladeren van het boek van Merijn kom ik de nodige partijen en fragmenten tegen die ik direct herken en sommige daarvan behoren ook tot mijn arsenaal van trainingsstellingen gegroepeerd rondom bepaalde thema’s. Zoals Merijn in zijn voorwoord schrijft, wil hij graag de mooiste klassiekers aan zijn lezerspubliek voorschotelen, ook al zijn sommige overbekend. Zo kan Van Delft niet voorbijgaan aan bijvoorbeeld Short – Timman, Tilburg 1991 waarin de Engelsman met een fameuze koningsmars – in het middenspel met nota bene alle zware stukken nog op het bord – de vijandelijke koning in een matnet drijft.

Short, Nigel D – Timman, Jan H
1. e4 Pf6 2. e5 Pd5 3. d4 d6 4. Pf3 g6 5. Lc4 Pb6 6. Lb3 Lg7 7. De2 Pc6 8. O-O O-O 9. h3 a5 10. a4 dxe5 11. dxe5 Pd4 12. Pxd4 Dxd4 13. Te1 e6 14. Pd2 Pd5 15. Pf3 Dc5 16. De4 Db4 17. Lc4 Pb6 18. b3 Pxc4 19. bxc4 Te8 20. Td1 Dc5 21. Dh4 b6 22. Le3 Dc6 23. Lh6 Lh8 24. Td8 Lb7 25. Tad1 Lg7 26. T8d7 Tf8 27. Lxg7 Kxg7 28. T1d4 Tae8 29. Df6+ Kg8 30. h4 h5

Merijn schrijft hier: “So far the king has been patiently sitting on g1, while White kept improving his other pieces and created a dominant position.” Het komt erop neer dat wit aan een indrukwekkende koningsmars begint die zijn weerga niet kent!
31. Kh2! Tc8 32. Kg3 Tce8 33. Kf4 Lc8 34. Kg5
En opgegeven omdat zwart niet kan voorkomen dat hij mat gezet wordt.
1-0

 

Als ik begin te lezen, stuit ik al bij het eerste voorbeeld op de in leerboeken overbekende eindspelbehandeling van Steinitz tegen English in 1883. Daar valt nog wel wat op aan te merken!

 

Englisch – Steinitz

Deze stelling wordt in het boek aangegeven en Merijn geeft zwarts volgende zet een uitroepteken. In mijn boek, Chess Strategy for Clubplayers, zelfs in de eerste druk, geef ik deze zet juist een dubieus-teken: ?!
30…gxf4
Naar mijn mening had zwart hier thematisch verder moeten gaan met 30…Td5! om pion c5 te dekken, zodat de opmars …b6-b5-b4 niet met normale middelen valt te voorkomen. Dat creëert dan zoveel zwaktes bij wit, dat hij niet aan materiaalverlies ontkomt. De zet van Steinitz is hoogst opmerkelijk. Niet alleen omdat hij zijn eigen pionnenstructuur ruïneert, maar ook omdat hij zijn loperpaar inlevert waarbij hij wit en passant ook nog een verre vrijpion bezorgt. Maar Steinitz, die bekend stond als een dogmaticus, laat hier zien dat hij helemaal niet dogmatisch denkt. De ruil van de lopers is gerechtvaardigd omdat hij dan veld d2 krijgt om met de dreiging van het binnenkomen met zijn toren kan werken. Hij heeft scherp berekend dat het pionneneindspel dat min of meer geforceerd ontstaat, voor hem gewonnen is vanwege zijn dominante koning!
31. Lxf4 Lg5 32. Lxg5 hxg5 33. Ke3 Kf6 34. h4 gxh4 35. gxh4 Te8+ 36. Kf2 Txe1 37. Kxe1 Ke5

De koning loopt vóór zijn eigen pion langs en peuzelt wits h-pion van het bord. Die vlieger van die verre vrijpion gaat hier niet op!
38. Pe2 Lxe2 39. Kxe2 Kf4 40. c4 Kg4 41. Ke3 f4+ 42. Ke4 f3 43. Ke3 Kg3 0-1

 

Merijn, afgestudeerd psycholoog, die al jaren professioneel schaaktrainer en coach is van talentvolle jeugd, laat zien dat hij schaakdidactisch ook het nodige in zijn mars heeft. Het boek bestaat uit elf hoofdstukken, die zijn onderverdeeld in vier grote gedeelten:

 

PART I – Fundamental themes
PART II – Typical positional sacrifices
PART III – Testing the limits
PART IV  – Training material

 

Het gaat te ver om de onderverdeling per gedeelte helemaal weer te geven (zie hiervoor de teaser), maar het materiaal is zorgvuldig uitgezocht en ingedeeld volgens een bepaalde logica. Om een idee te geven: in hoofdstuk 2 (dat nog bij deel I hoort en handelt over pionnenstructuren) gaat een paragraaf over de zogenaamde ‘Pawn steamroller’. Dat leek mij een boeiend thema en dus nam ik direct een kijkje naar zijn voorbeelden. Daar duikt Steinitz ook al weer op (in een beroemde partij tegen Lasker in St. Petersburg 1896) en bespreekt Merijn een voorbeeld dat in zijn jeugdjaren (als 14-jarige gaat hij met zijn vader op bezoek bij een KNSB-wedstrijd waarin Friso Nijboer het opneemt tegen Viktor Kortschnoj) grote indruk op hem heeft gemaakt. Ik kende deze partij niet, maar het is inderdaad goed dat Merijn deze voor het nageslacht heeft bewaard!

 

Kortschnoj, Viktor Lvovich – Nijboer, Friso
1. d4 Pf6 2. c4 g6 3. Pc3 Lg7 4. e4 d6 5. Le2 O-O 6. Pf3 e5 7. O-O Pc6 8. d5 Pe7 9. Pe1 Pe8 10. Le3 f5 11. f3 c5 12. Pd3 f4 13. Lf2 h5 14. b4 b6 15. a4 a5 16. bxc5 bxc5 17. Tb1 g5

In deze stelling lijkt zwart wits damevleugelactie tot staan gebracht te hebben en heeft hij zijn handen vrij om zijn gang te gaan op de koningsvleugel met …g5-g4. Niets blijkt minder waar. Korchnoi speelt hier het briljante
18. Pxc5! dxc5 19. Lxc5 Pg6 20. Lb6!
De pionnenmassa moet het werk doen en dan liefst met tempo naar voren! In het vervolg offert wit zelfs nog een kwaliteit maar zijn pionnen beslissen de strijd. Het commentaar in het boek is verder heel instructief, maar laat ik hierbij achterwege.
Vooral niet 20. Lxf8? omdat dan wits pionnenmassa na 20…Lxf8 geblokkeerd is en zwart met twee stukken voor een toren duidelijk beter staat.
20…Df6 21. c5 g4 22. d6 gxf3 23. gxf3 Lh3
24. Kh1! Lxf1 25. Lxf1 De6 26. d7 Pf6 27. d8=D Tfxd8 28. Lxd8 Pd7 29. Lg5 Tc8 30. Dd5 Pgf8 31. Le7 Pxc5 32. Lh3 Dxd5 33. Pxd5 1-0

 

Elk deel sluit Merijn af met conclusies, zoals het hoort, bij een boek dat gestoeld is op systematiek. Al bladerend zie ik veel prachtige partijen waarbij ik – naast de mij bekende voorbeelden – ook veel nieuw en onbekend materiaal tegenkom. Ook leuk is als een Nederlandse auteur materiaal zoekt en selecteert, dat hij niet nalaat om het nodige uit ons eigen ‘Hollandse schaak’ te halen. Naast Apeldoorner Nico Zwirs, kom ik veel bekende namen tegen en zie ik een aantal partijen van Erwin l’Ami maar ook van onze eigen ‘tovenaar’ Manuel Bosboom verschijnen. Voor wat betreft Bosboom wordt ook hier een gedeelte van zijn nalatenschap veiliggesteld! Ik voeg één bijzondere partij aan deze recensie toe, voor het commentaar moet u het boek maar aanschaffen of in de teaser kijken!

 

Bosboom, Manuel – Teichmann, Erik Oskar Michael
1. e4 e5 2. f4 exf4 3. Pf3 g5 4. h4 g4 5. Pg5 h6 6. Pxf7 Kxf7 7. Pc3 d5 8. d4 f3 9. Pxd5 Pf6 10. Pxf6 f2+ 11. Kxf2 Dxf6+

12. Kg3! Pc6 13. Lc4+ Ke8 14. e5 Dd8 15. Dd3 De7 16. Dg6+ Kd8 17. Tf1 Dg7 18. De4 Pe7 19. h5 Ke8 20. Le3 Dh7 21. Lf7+ Kd8 22. Lg6 Dg8 23. d5 Ld7 24. e6 Pxg6 25. hxg6 Le8
26. Tf7 Lxf7 27. exf7 Ld6+ 28. Kxg4 Df8 29. Ld4 c5 30. Lf6+ Kc7 31. De6 h5+ 32. Kh3 Dh6 33. Tf1 Thc8 34. g7 Dh7 35. Le5 Lxe5 36. Dxe5+ Kb6
37. f8=D 1-0

 

Merijn staat er ook om bekend dat hij wekelijks een liveshow heeft getiteld ‘Game of the Week’ op het Chessbase-portaal’. Deze schaaktrainingen kunnen live gevolgd worden met een Premium-account (voor slechts € 50,- per jaar krijgt u toegang tot de gehele videotheek van Chessbase, met zo’n 6000 video’s) maar ook op andere momenten bekeken kunnen worden via deze link: videos.chessbase.com/game-of-the-week.

 

Daarin volgt hij de actuele gebeurtenissen in de schaakwereld en mag hij kiezen uit de rijkdom van de toernooi-arena, hoewel die momenteel voornamelijk via onlinetoernooien voor ons netvlies verschijnt. Merijn toont in zijn hoofdstuk 9 dat hij mee is gegaan met zijn tijd. Hij bespreekt de invloed van computers op het schaakspel en laat weten dat hij bij het checken van de varianten in het boek naast de bekende engines, zoals Stockfish, ook gebruik heeft gemaakt van Leela, een programma gebaseerd op Kunstmatige Intelligentie (waar Alpha Zero gebruik van maakt en de schaakwereld in grote verwarring achterliet toen de eerste partijen bekend werden). Merijn heeft de taak op zich genomen om een paar partijen te tonen waarbij ‘Leela Chess Zero’ min of meer gehakt maakt van Stockfish. Merijn ontkurkt aan het eind van dit hoofdstuk nog een nieuwigheidje dat mij in elk geval niet bekend was. Namelijk dat er momenteel gewerkt wordt aan experimentele engines die het beste uit deze twee werelden (enerzijds de brute rekenkracht en anderzijds de kunstmatige intelligentie) bij elkaar probeert te brengen. Merijn spreekt hier over een programma met de naam ‘Stoofvlees’ dat een prachtig positioneel offer brengt. Misschien had Merijn iets meer over dit programma kunnen vertellen. Niet alleen doet de naam nogal ‘Nederlands’ aan, maar via Google kon ik al gauw iets meer te weten komen:

chessprogramming.org/Stoofvlees.

 

Merijn van Delft (foto Harry Gielen)

Een trainer die een boek schrijft, daar zitten natuurlijk ook opgaven in! Merijn heeft maar liefst 48, zeker niet al te gemakkelijke opgaven geselecteerd en ook uitvoerig uitgewerkt. Een dergelijke toegift maakt het voor schaakliefhebbers extra aantrekkelijk om zo’n boek aan te schaffen.

Merijn is een zeer gepassioneerd schaker die door hard te werken veel heeft bereikt en dat ook kan uitdragen op de spelers die hij traint. In elk geval heeft hij – wat mij betreft – zijn enthousiasme, de zorgvuldigheid waarmee hij dit boek heeft geschreven en de passie die hij dagelijks beleeft aan het schaken, weten uit te dragen in dit boek. Een aanrader!

 

 

Hierbij nog alle bovengenoemde partijen via de viewer:

 

Boek: Mastering Positional Sacrifices
Auteur: Merijn van Delft
Uitgeverij: New in Chess
ISBN-nummer: 978-90-5691-883-5
Pagina’s: 315
Gepubliceerd: 2020
Link naar het boek: newinchess.com/mastering-positional-sacrifices
Link naar onze recensenten.

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

9 Reacties

  1. Avatar
    Richard Vedder 17 juli 2020

    De partij Kortchnoi – Nijboer is door Viktor Kortchnoi opgenomen in zijn partijverzameling “My best games” Volume 1.

    Kortchnoifans kenden hem dus al!

  2. Avatar
    Hendrikom 17 juli 2020

    Merijn had elders al eens laten weten dat hij spelers, bijvoorbeeld Manuel, ook heeft opgezocht om van gedachten te wisselen over de te publiceren partij!

  3. Avatar
    Henk Smout 17 juli 2020

    Het door Bosboom gespeelde 7.Pc3 kreeg in 1953 van Keres een uitroepteken en blijkt al in 1889 in een partij Blackburne – Nicholson gespeeld die met 7… Pc6 verder ging. Op 7… d5 wilde Keres 8.Pxd5 doen, Manuel speelde het door Glazkov aanbevolen 8.d4.

  4. Avatar
    Frank Van Tellingen 17 juli 2020

    Ter aanvulling: ook Kasparov heeft de partij Kortsjnoi-Nijboer opgenomen in My Great Predecessors, deel V.

  5. Avatar
    Henk Smout 20 juli 2020

    Als ik eraan terugdenk, hoe was het mogelijk? 1961, twee keer in hetzelfde jaar won ik als jeugdspeler met Zwart d.m.v. een identieke combinatie. 1.e4 Pf6 2.e5 Pd5 3.c4 Pb6 4.d4 d6 5.f4 dxe5 6.fxe5 Pc6 7.Le3 Lf5 8.Pc3 e6 9.Pf3 Dd7 10.Le2 o-o-o 11.o-o f6 12.exf6 gxf6 13.a3 Tg8 14.Kh1 Lc5. Vier pionnen tegen de Aljechin – door Euwe, Bouwmeester en de Losbladige vroeger ‘Jachtspel’ genoemd – deed ik net als nog wel meer met beide kleuren.

    De ene opponent verloor na 15.b4 Lxd4, de andere na 15.dxc5 Dg7 16.Dxd8+ Pxd8. Toen ik enkele dagen geleden de zettenreeks aan de Engine van database.chessbase.com voorlegde, bleken dat de enige varianten te zijn waarvan de computerwaardering met min begon. Voor al het volgende geldt beter voor Wit binnen de gelijkspelmarge tot positief beter voor Wit, dat verrast mij.

    Wit heeft 15.g4 Lxg4 16.dxc5 Dg7 17.De1 Pxc4 18.Lh6 Dg6 19.Lf4 (nog beter dan 19.Df2 Pxb2 20.De3) Pxb2 20.Ph4. Stuk tegen drie pionnen, ongelijksoortig materiaal.

    Mijn eigen voorstel was voor Zwart 15… Dg7 16.b4 Le7 17.Tg1 Lxg4 18.c5 Pd5 19.Pxd5 cxd5 en Wit mag kiezen tussen 20.Ld3, 20.b5 en 20.h3.

    Dat de computerwaardering voor deze stelling met pion minder voor Wit hoger uitvalt dan voor de vorige variant, deed mij besluiten om hier reageren.

    Van wat ik tot dusver heb gezien prefereert de Engine 14… Lg4 en 14… Kb8 en zelfs het door mij voorgestelde alternatief 14… Dg7 zou beter zijn dan de ‘brilliancy’ 14… Lc5.

    • Avatar
      Henk Smout 04 augustus 2020

      Na 1.e4 Pf6 2.e5 Pd5 3.c4 Pb6 4.d4 d6 5.f4 dxe5 6.fxe5 Pc6 7.Le3 Lf5 8.Pc3 e6 9.Pf3 Dd7 10.Le2 o-o-o 11.o-o f6 12.exf6 gxf6 13.a3 Tg8 14.Kh1 Lc5 15.g4 Dg7 16.b4 Le7 17.Tg1 Lxg4 18.c5 Pd5 19.Pxd5 exd5 heeft Wit een pion minder. Mijn eerdere reactie noemde drie mogelijkheden, nog veel sterker blijkt 20.Dd2. De chessbase-engine geeft op diepte 30 +1.29, in hun waardering is dat dicht bij gewonnen, die grens ligt daar bij 1.40.

      Een partij Bronstein – Lilienthal 1953 begon 1.e4 e5 2.f4 exf4 3.Pf3 d5 4.exd5 Pf6 5.Lb5+ c6 6.dxc6 bxc6 7.Lc4 Pd5 8.d4 Ld6 9.o-o o-o 10.Pc3 Pxc3 11.bxc3 Pd7 12.Ld3 c5. Ik had vele jaren geleden de hoop om in plaats van het door Bronstein gespeelde 13.Pd2 met 13.Pe5 de zwarte stelling te overrompelen. Dat ging naar wens als Zwart de materieel gelijke stand wilde behouden met 13… cxd4 14.cxd4 (14.Pxd7 met gelijk spel was niet de bedoeling, er is nog de andere tussenzet  14.Pc4 die ook in de partij van Bronstein mogelijk was) 14… Lxe5 15.dxe5 g5 16.Dh5 Db6+ (pas van de computer leer ik dat na 16… h6 17.Dxh6 Db6+ dameruil afdwingt, al staat Zwart natuurlijk niet goed) 17.Kh1 h6 18.Lxf4, deze zettenreeks staat hier verder niet ter discussie. Dat e5 na tweemalig zwart slaan door Lxh7+ Kxh7 Dh5+ gevolgd door Dxe5 indirect gedekt staat en daarna pion f4 valt, leek mij vanzelfsprekend. Toch moet Zwart daarop ingaan en al vele jaren geleden kwam ik zonder computerhulp tot de conclusie dat hij ondanks zijn pion minder misschien wel beter staat. Inderdaad zie ik nu van de chessbase-engine keer op keer daaruit resulterende varianten met minteken beginnen.

      • Avatar
        Henk Smout 04 augustus 2020

        De Duitse vertaling uit 1988 van Lilienthals oorspronkelijk Hongaarse eigen partijverzameling uit 1985 geeft de volgorde 8.d4 Ld6 9.o-o, de Dover-edition uit 1973 van Bronsteins ‘200 open games’ en vele databanken hebben 8.o-o Ld6 9.d4.

    • Avatar
      Henk Smout 06 augustus 2020

      Een gangbare zet is 13.d5. Om Zwart geen g-lijn te gunnen is veelal reeds een zet eerder het meestal aan Mikenas, maar door Boleslawski (die dat in Caro-Kann bis Sizilianisch, Sportverlag Berlin 1968, blz. 80 nergens voor nodig achtte) aan [Boris] Argunow toegeschreven positionele pionoffer 12.d5 aanbevolen. Sozin hield zich er al in 1929 mee bezig.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.