Recensie: An Idiot-Proof Chess Opening Repertoire
Een goede titel doet veel, heb ik wel eens gehoord. Dan heeft auteur Graham Burgess met bovengenoemde kop midden in de roos geschoten, want deze titel maakt mij direct nieuwsgierig naar wat hij te bieden heeft. Met de ondertitel ‘An easy-to-learn repertoire where you can relax and just play chess!’ heeft hij mij in elk geval meteen te pakken. Want welke schaker wil dat nou niet?
Een korte blik op de website van Gambit leert mij dat de mensen bij deze uitgeverij sowieso goed zijn in het verzinnen van pakkende namen voor hun producten. Zo zie ik dat er een hele serie uit is gebracht getiteld ‘Desert Island Chess Puzzles’. Stel je voor dat je op een onbewoond eilandje terecht komt. Dan is niet het eerste waar je aan denkt om schaakproblemen te gaan oplossen. Maar als je zo’n boek dan toch bij je hebt, waarom ook niet? Die serie is zowel in boekvorm verkrijgbaar als via een door Gambit zelf ontwikkelde app (Gambit Chess Studio) te downloaden (zie afbeelding) valt.
Als ik het goed zie, gaat het hier om 100 schaakpuzzels die opgelost kunnen worden, waarbij deel 1 gewijd is aan partijen van de Amerikaanse topgrootmeester Wesley So. Bij de tweede serie komt de Britse GM Michael Adams aan bod en inmiddels zijn ze al toe aan deel 4.
Terug naar het boek van Graham Burgess. Deze sterke FM is een ‘veelschrijver’ want ik zie dat er veel publicaties van zijn hand komen. Op de kaft lees ik dat hij inmiddels 28 boeken op zijn naam heeft staan. Daarbij steekt hij zijn interesse voor openingen niet onder stoelen of banken. Belangrijk is dat hij de taal spreekt van de clubschaker, hetgeen zijn belangrijkste doelgroep is.
Zijn licht humoristische toon maar vooral instructieve manier van schrijven leest lekker weg en ik neem aan ook voor het publiek waarvoor hij schrijft. De doelstelling van het boek is om de lezer een makkelijk te leren repertoire aan te bieden, gestoeld op gezonde strategische principes waarbij het niet nodig is om lange varianten uit je hoofd te leren. Hij zegt er snel bij dat het niet gebaseerd is op saaie of niet ambitieuze varianten. De belangrijkste gedachte is om symmetrische stellingen en grootscheepse ruilen te vermijden. Maar de naspelende clubschaker wordt niet in ‘do-or-die tactics’ gedumpt, waarbij de grootst mogelijke straf voor het vergeten van een sleutelzet een onmiddellijke nederlaag is.
De structuur van het boek
De keuze voor de openingsvarianten ziet er globaal gezien zo uit:
Voor zwart tegen 1.e4:
Het Skandinavisch met …Dd6.
1. e4 d5 2. exd5 Dxd5 3. Pc3 Dd6
Voor zwart tegen 1.d4:
Slavisch/Aangenomen Damegambiet
Na de beginzetten 1. d4 d5 zoekt zwart een mix tussen het Aangenomen Damegambiet en het Slavisch waarin zwart vroegtijdig …dxc4 speelt. 2. c4 dxc4 3. Pf3 c6
Zwartspelers gaan daarna vaak ‘op de pion zitten’ zoals dat genoemd wordt als zwart met …b7-b5 pion c4 gaat dekken. We kennen dit principe uit de Botwinnikvariant van het Slavisch.
Voor wit:
De Botwinnik-opstelling. Die kan zo ontstaan:
1. c4 e5 2. Pc3 Pc6 3. g3 g6 4. Lg2 Lg7 5. e4 d6 6. Pge2 Pge7 7. d3
Ik laat even buiten beschouwing wat Burgess bedacht heeft voor zwart tegen de Engelse opening en andere flankspelen, maar ook daar heeft hij goed over nagedacht. Al met al kunnen we zeggen dat Burgess’ aanpak van dit repertoire is geënt op het gebruiken van het ‘gezonde verstand’. Zelf gaf ik een tijdje training aan Anne Haast (ze werd zoals bekend later de viervoudige dameskampioene van Nederland) en ik adviseerde haar om tegen 1.d4 niet altijd haar toen gebruikelijke opening (Konings-Indisch) te spelen. Niet dat de opening haar niet lag, integendeel zelfs. Maar het was vooral om het de tegenstander niet al te makkelijk te maken om tegen haar een specifiek variantje voor te bereiden. Wit bepaalt namelijk welk systeem er op het bord komt en tegen alles moet je met zwart goed in de theorie zitten om niet verrast te worden. Mijn advies was om 1.d4 d5 2.c4 dxc4 te spelen en dan verder met gezond verstand verder te schaken. Stukken ontwikkelen, rokeren en op het centrum spelen. Dat ging haar goed af. Toen zij haar debuut op het NK dames maakte, speelde ze dit voor het eerst tegen de 14-voudige kampioene Zhaoqin Peng en die wist geen voordeel te behalen met wit waarna Peng – voordat het mis dreigde te gaan – maar snel remise aanbood…
Zo zouden meer mensen – niet gehinderd door enige kennis – maar gestoeld op het spelen van gezonde ontwikkelingszetten het volgende achter het bord kunnen bedenken:
1. d4 d5 2. c4 dxc4 3. Pf3 Pf6 4. e3 e6 5. Lxc4 c5 6. O-O a6
In dit boek is dat eigenlijk de essentie van de boodschap die Burgess heeft voor zijn lezerspubliek: ontwikkel je stukken naar logische velden zodat je met het volste vertrouwen het middenspel tegemoet kunt treden.
Het is niet altijd dat een speler mag vertrouwen op zijn gezond verstand maar het moge duidelijk dat hij er soms niet aan ontkomt om enige varianten grondig te onderzoeken omdat het vinden van de juiste zetten niet zomaar tevoorschijn komen op basis van algemene overwegingen. Maar de auteur vindt ook dat hij de lezer best wat scherpe en originele varianten mag voorschotelen, mits die goed onderbouwd zijn. Hij beroept zich daarbij op het feit dat (sterke) grootmeesters eerder al zo gespeeld hebben en dat computeranalyses aantonen dat het geheel zonder meer speelbaar is. Ik heb het over de volgende twee, toch wel wat obscure varianten:
Eerste obscure variant:
1. c4 b6 2. Pc3 Lb7 3. e4 e5 4. a3 a5 5. f4?
Burgess: “The modest 5. d3 gives Black fewer problems.
5…exf4 6. d4 Dh4+ 7. Kd2 Pf6
The point is that the king is now safer after 7…Df2+?! 8. Kd3! (zie analysediagram)
or 7…f5 8. e5 g5 9. Kc2!”
8. Pf3 Dg4 9. d5!
Tweede obscure variant:
1. Pf3 d5 2. c4 d4
Met verwisselde kleuren een soort Benoni-opzet. Omdat wit een tempo meer heeft dan als hij met zwart zou spelen, kan hij nu de zo gewenste damevleugelactie met
3. b4
meteen doorzetten. Lange tijd is gedacht dat deze zet het zwarte concept op losse schroeven heeft gezet. Maar Burgess laat zien de moderne ontwikkelingen op de voet te volgen:
3…g5!?
John Nunn:
Alle bovenstaande fragmenten via de viewer:
Al met al een goed boek voor ambitieuze clubschakers met weinig tijd die snel een solide repertoire in elkaar willen sleutelen en snel het middenspel in willen vanuit een gezonde basis.
Boek: An Idiot-Proof Chess Opening Repertoire
Auteur: Graham Burgess
Uitgeverij: Gambit
ISBN-13: 978-1-911465-42-3
ISBN-10: 1-911465-42-2
Pagina’s: 191
Gepubliceerd: 2020
Link naar het boek: An Idiot-Proof Chess Opening Repertoire
Link naar onze recensenten.
Een soort Steinitz-gambiet!