Nadenken is voor idioten: verslag teambattle 4 oktober
“Je moet op pad met een schaakteam?”. Toen ik mijn vriendin leerde kennen, was dat haar reactie toen ik uitlegde wat ik op een bepaalde zaterdag ging doen. Het is ook eigenlijk heel raar, schaken in een team. Voetballen, zwemmen, bobsleeën: je kan van alles in teamverband doen, maar schaken is een individuele sport. Uitleg over schaakteams, en dan vooral iets als “bij 5-4 remise aanbieden”, maakte het niet beter. Het is een onnatuurlijke toestand.
Toen er in maart resoluut een streep door de KNSB-competitie werd gezet, vond ik dat erg jammer. Verzamelen op Utrecht CS, reizen naar plaatsen waar je nog nooit bent geweest, zenuwachtig loeren naar elkaar voor het beslissende halfje, eten bij vage Chinezen en aangeschoten analyseren in de kroeg: allemaal weg. Ergens in Groningen voelden ze dat ook aan. In een mum van tijd werd het fenomeen teambattle geïntroduceerd: snelschaken op Lichess, 2 uur lang potjes met 3 minuten p.p., het team met de meeste punten wint. Paul Keres deed vanaf het begin enthousiast mee, maar won nooit. We hadden de goede teamtactiek nog niet bedacht.
In de zomer wilde organisator Govert ook eens rust, en werd er niet geteambattled. Daarna werd bekend dat de KNSB-competitie toch weer van start ging, maar het concept sprak me niet erg aan. Alle fenomenen die ik hierboven noem moesten er noodgedwongen uit, en dan hou je iets over dat nog het meest op een Havo-examen natuurkunde lijkt. Wat blitzen op internet is maar een magere vervanger. Daarom werd ik blij van een appje dat ik vorige week maandag kreeg: de teambattle is er weer! Wie doet er mee?
Kennelijk was ik niet de enige die daar zin in had: in een mum van tijd waren er genoeg Keresianen om van een waardig team te kunnen spreken. Van de vaste concurrenten was niet iedereen op tijd wakker. Het gaat immers om de beste tien scores per team, en als je dan met een man of zes komt ben je kansloos. HWP Sas van Gent en Schaakstad Apeldoorn kwamen wel sterk opzetten. Het ging spannend worden.
Schaakstad Apeldoorn had al vaker gewonnen. Hoe deden ze dat eigenlijk? Het team kent een paar jonge, snelle IM’s die berserken. Dat houdt in: de helft van de tijd pakken, maar ook (bij winst) de dubbele punten krijgen. Omdat je als het goed is ook meer partijen speelt, kunnen de punten dan aardig oplopen. Aangevuld met wat sterke snelschakers die niet berserken, kom je een heel eind. Zelfs als je eigenlijk maar zo’n 12 man mee laat spelen. O ja, dat berserken geeft me de kans om mijn favoriete scene uit Clerks te laten zien:
Binnen PK hebben we niet zoveel berserkers. Zoals gezegd spelers genoeg, maar bijna allemaal van dezelfde soort: betrouwbare, constante figuren die altijd wel tussen de 20 en 30 punten scoren. Alleen als de echte toppers dan ook hun dag hebben, kan je winnen. Maar zoals elk boekje over teambuilding zegt, gaat het niet om de individuele spelers, maar om het team, en we hadden het gevoel dat het zou moeten kunnen als we goed zouden samenwerken. Dat zou neerkomen op:
– iedereen moest constant door blijven scoren, zodat een enkele mindere dag kon worden opgevangen
– partijen tegen Apeldoorners (en Sasvangenters) waren extra belangrijk, en dan zeker tegen hun kanonnen
– elkaar op de hoogte houden. Daarvoor stond Zoom aan. Zeker voor de laatste minuten van belang
De wedstrijd begon en al snel bleek het inderdaad een wedloop Apeldoorn – Paul Keres te worden, met Sas van Gent op een gevaarlijke, overbrugbare achterstand. We moesten dus blijven scoren, en dan vooral tegen Apeldoorners. Halverwege was deze knotsgekke partij wel van belang:
Slechte stellingen houden is ook wel van belang. Mag ik even met deze noodrem pronken?
En soms moet je er gewoon dwars doorheen rammen:
Voorzitter Niels staat bekend als een paardenliefhebber (die voorkeur deelt hij met zijn voorganger). Tegen een oud-clubkampioen van Paul Keres is er iets niet goed gegaan, maar er is nog een paard over!
De zwartspeler staat bekend als optimist, en heet dus ook zo. Zijn tegenstander kan ook heel vrolijk spelen, en dit krijg je als je ze tegen elkaar zet:
Enfin, u krijgt wel een idee zo. Met nog 20 minuten te gaan stonden Apeldoorn en PK nog steeds vlak bij elkaar, en waar de Zoom eerst gevuld werd met uitspraken als “plannen zijn voor idioten”, werd er nu enkel nog geroepen dat we drie punten voor of twee punten achter stonden, tot 21.57 waarin we weer drie punten achter stonden. Dan komen we nu bij een bijzonderheid: alle partijen moeten voor 22.00.00 klaar zijn, anders tellen ze niet meer mee. Het is dus zaak om partijen die ergens voor tienen beginnen, tijdig af te ronden (als je wint) of ze deskundig te rekken (als je verliest). En om nergens in te trappen. Wat te denken van deze typische snelschaaktruc?
Uitleg: veel spelers pre-moven: alvast 56,… Ke7 uitvoeren op het logische 56. Dxb6+. Dan sta je na de tekstzet toch mooi te kijken… Maar goed, de laatste ronde was bezig en toevallig ook veel duels PK – Apeldoorn. Zelf stond ik na een zet of tien hopeloos, hoopte de boel te rekken tot na 22.00 tot ik ineens goed kwam te staan! Toen wilde ik graag vóór 22.00 de doodsklap uitdelen, maar helaas. Dat lukte de volgende gepensioneerde schaker met zes Leffe achter de kiezen (ik citeer) ook niet, maar het is een mooie scalp:
Het maakte niet uit: we waren er! Zelfs vrouwlief, die tijdens dat geweld was komen kijken, moest erkennen dat dit er toch wel als een teamsport uit zag. Zondag gaan we proberen om de titel te houden. We hebben nu wel onze tactiek en de helft van ons openingsrepertoire weggegeven, dus gemakkelijk wordt het niet…
(de uitslag staat hier).
Leuk stukje!