Schaakrubrieken weekend 3 oktober 2020
Wekelijks publiceren of verwijzen wij naar diverse schaakrubrieken. Wij streven naar publicatie op de woensdag na het voorgaande weekend. Wij proberen de besproken partijen in een viewer te tonen.
Hans Ree | Gert Ligterink | Hans Böhm | Bab Wilders | Dimitri Reinderman | Rini Kuijf | Henk Prins |
Timmans klassieken
In het laatste hoofdstuk van Timman’s Triumphs stelt Jan Timman de vraag wanneer een schaker moet stoppen. Anatoli Karpov, die net als hij in 1951 is geboren, ging in de politiek. Yasser Seirawan en Artur Joesoepov, tien jaar jonger, werden commentator of schaakleraar. Voor Timman was stoppen nooit een optie. De ambitie om wereldkampioen te worden is voorbij, maar niet de ambitie om toernooien te winnen. Bovendien heeft hij er aardigheid in gekregen om met de computer openingsvarianten veel dieper te doorgronden dan vroeger kon.
Hij speelt, hij maakt eindspelstudies en hij schrijft boeken. Nu schaken door corona en internet een amusementsindustrie is geworden, houdt Timman zich bij de klassieke traditie. Hij neemt geen rapidpartijen op in zijn beste honderd partijen, uit principe. Zijn Timman’s Titans werd het boek van het jaar 2017 van de Engelse schaakbond en een jaar later kon The Longest Game, over de vijf matches tussen Karpov en Kasparov, ook voor die onderscheiding in aanmerking komen, maar je krijgt de Nobelprijs voor de schaakliteratuur niet twee keer achter elkaar.
Timman’s Triumphs beschrijft zijn schaakloopbaan aan de hand van honderd partijen tussen 1967 en 2019. Over de eerste tegen de Hongaar Laszlo Vadasz in Groningen, schreef Hein Donner in Elsevier: „Het valt op dat hij heel verstandige dingen zegt als hij over schaken praat.” En even verder: „Hij is vijftien. Er is potentieel.” Behalve een verzameling van honderd mooi geanalyseerde partijen is het boek ook een ode aan de vrijheid, de vrijheid van de tijd toen hij schaakprofessional werd. De wijn stroomt rijkelijk in dit boek, misschien al te rijkelijk, en als de rode wijn in Bakoe niet deugt, weet Jan daar wel een winkeltje te vinden met prima Zuid-Afrikaanse wijnen.
De volgende partij markeert misschien het begin van Timmans samenwerking met de computer. Hij onderzocht tijdens het Corustoernooi de wilde opening met het eigen brein, maar daarna keek hij op de computer van Judit Polgar of zijn analyses klopten.
Jan Timman – Loek van Wely, Corus Wijk aan Zee 2000
1. e4 c5 2. Pf3 d6 3. d4 cxd4 4. Pxd4 Pf6 5. Pc3 a6 6. Le3 e6 7. f3 b5 8. g4 h6 9. Dd2 Pbd7 10. 0-0-0 Lb7 11. Ld3 Pe5 12. The1 Tc8 13. Kb1 Pfd7 14. f4 Pc4 15. De2 Pxe3 16. Dxe3 Db6 17. Pd5 In een eerdere ronde had Anand tegen Van Wely met 17. f5 niets bereikt. 17…exd5 18. exd5+ Kd8 19. Lxb5 Timman offert nog een loper om zijn paard dekking te geven. 19…axb5 20. De8+ Kc7 21. Dxf7
Partij in de viewer:
In Tsjechië hervindt Lucas van Foreest zijn draai
Een paar maanden geleden rijmde Jorden van Foreest dat het niet kunnen spelen van klassiek schaak leidde tot frustratie en gebrek aan Twitter-inspiratie. De in een gedichtje verpakte boodschap was vrolijk bedoeld, maar had een serieuze ondertoon. Van Foreest was begin dit jaar in topvorm. In januari eindigde hij in Wijk aan Zee op de gedeelde vierde plaats en in februari won hij de hoofdprijs in een tienkamp in Praag. Met een paar mooie invitaties voor buitenlandse toernooien op zak lonkte de doorbraak naar de internationale top, totdat de coronacrisis alles veranderde. Zeven maanden lang behielp Van Foreest zich met onlineschaak, zij het minder frequent en intensief dan sommige van zijn collega’s. De terugkeer naar zijn oude metier in september liet te wensen over. Een lichte minscore in de finale van de Duitse clubcompetitie en 50 procent in het Spaanse teamkampioenschap, beide malen tegen oppositie van hoog niveau.
Jordens broer Lucas van Foreest liet het onlinespel aan zich voorbijgaan en wachtte geduldig tot de klassieke strijd met bord en stukken werd heropend. Hij had wisselend succes in toernooien in Griekenland en Italië, maar eind vorige maand was het raak in het Tsjechische Open in Pardubice. Met een score van 7,5 uit 9 won de Nederlandse kampioen van 2019 de eerste prijs.
L. van Foreest – Küppers (Pardubice 2020)
1.e4 c5 2. c3 Pf6 3. e5 Pd5 4. Pf3 e6 5. d4 cxd4 6. cxd4 d6 7. Lc4 Le7 8. 0-0 0-0 9. De2 b6 10. Pbd2 Lb7 11. Pe4 Pc6 12. Td1 Tc8 13. h4 Dc7 14. exd6 Deze ruil levert niets op. Sterker is 14. Lxd5 exd5 15. Pc3, waarna zwart met het pionoffer 15 … Dd7 16. Pxd5 De6 17. Pxe7+ Pxe7 voldoende tegenspel houdt. 14 … Lxd6 15. Pxd6 Dxd6 16. Ld3 h6 17. a3 Pf4 18. Lxf4 Dxf4 19. g3 Met 19. De4 Dxe4 20. Lxe4 kan wit op zoek gaan naar de nooduitgang, maar met remises tegen niet bijster indrukwekkende tegenstanders win je geen open toernooien. 19 … Dg4 20. De3 Pe7 21. Pe5 Dh3 22. Le4 Lxe4 23. Dxe4
Partij in de viewer:
De jeugd en de toekomst
Dat het coronavirus sporen achterlaat in hart, lever, nieren en longen is voor de denksporter niet alarmerend. Uit de indrukwekkende staaltjes toernooioverwinningen met lichamelijke gebreken zit ex-wereldkampioen Micha Tal (1936-1992) in de kopgroep; hij had vanaf zijn jeugd een algehele zwakke gezondheid en wist ondanks vele operaties toch tot het eind goed te presteren. Een maand voor zijn dood verliet hij het ziekenhuis om mee te doen aan een snelschaaktoernooi waar hij onder andere Kasparov versloeg. Maar gebreken aan de hersenen zijn voor denksporters wel alarmerend. Uit een recent onderzoek door de afdeling pathologie van het Amsterdam UMC op 21 overledenen aan corona, bleek dat er bij allen ook omvangrijke ontstekingsschade in de hersenen geconstateerd werd. Dat zou het verlies aan smaak en reuk kunnen verklaren tijdens de ziekte.
Maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan en dus togen drie van onze grote jeugdtalenten naar het Open Tsjechisch Kampioenschap verspeeld in de Middeleeuwse stad Pardubice, met tegenwoordig belangrijke industrie en een eigen universiteit. Er worden jaarlijks ook Rubiks-kubus-kampioenschappen georganiseerd en go-toernooien. Het werd een regelrecht succes voor ons dappere trio, zoals de eindstand na 9 ronden goed illustreert: 1.Lucas van Foreest 7,5 2.Robby Kevlishvili, L Jarmula (Pol) 7 en 9.Liam Vrolijk 6. Het toernooi had 123 deelnemers, met 49 titelhouders waaronder 9 grootmeesters. De paring in de slotronde geeft de dominantie van de Nederlandse afvaardiging goed weer.
L. Vrolijk – L. van Foreest
1.c4 f5 Het aardige van alle telgen van Van Foreest is dat zij vrijuit experimenteren in de openingsfase. Dat geeft natuurlijk meer plezier en spanning dan de geijkte paden alhoewel je die hoe hoger je komt toch moet gaan bewandelen. Wit kan overgaan naar Hollandse structuren met 2.d4 maar dat hoeft niet.
2.d4 Pf6 3.g3 d6 Weer kiest zwart voor iets anders dan de bekende pionnenstructuur na 2…e6 of 2…g6. 4.Pf3 e6 5.Lg2 Le7 6.Pc3 0-0 7.b3 Pe4 8.Lb2 b6 9.Pd2 d5 Waarna we met zetwisseling en een tempo minder toch in het Hollands terecht zijn gekomen. Wit heeft gezonde zetten gedaan en heeft het voordeel van de beginzet behouden. 10.cxd5 exd5 11.0-0 Lb7 12.Pf3 Pd7 13.e3 a5 14.Tc1 Pxc3 15.Lxc3 c6 16.Dc2 Ld6 17.Pe1 De7 18.Pd3 Tae8
De openingsfase is voorbij en men moet zich gaan opmaken voor het middenspel. Wit moet niet spelen op koningsvleugel of centrum, dat zou zwart in de kaart spelen dus 19.Tb1 Tf6 20.b4 axb4 21.Lxb4 Ta8 22.Tfc1 Lxb4 23.Pxb4 Dd6 24.a4 Ta5 25.Db3 Tf8 Wit heeft aanknopingspunten en druk op de damevleugel. Zwart is voorlopig in de verdediging gedwongen maar staat stevig. Alle uitslagen zijn nog mogelijk. Wit kan op vele manieren verdergaan en daar zit het probleem. Wellicht dat een opstelling met Pd3 en f4 en Pe5 meer succes biedt dan 26.Tc3 Kh8 27.Tbc1 c5 28.dxc5 Pxc5 29.Dc2 Pxa4
R. Vogel – R. Kevlishvili
1.Pf3 d5 2.e3 Pf6 3.c4 e6 4.d4 b6 5.Pc3 Lb7 6.cxd5 exd5 7.Lb5+ c6 8.Ld3 Le7 9.Pe5 0-0 10.0-0 c5 11.Df3 Pc6 12.Dh3 Pxe5 13.dxe5 Pe4 14.Td1 Dc8 15.Dxc8 Tfxc8 16.Pxe4 dxe4 17.Lc4 Td8 Waarmee zwart alle openingsproblemen heeft opgelost en kan gaan werken met zijn meerderheid op de damevleugel. 18.Ld2 Lc6 19.La6 Kf8 20.Lc3 Txd1+ 21.Txd1 Td8 22.Txd8+ Lxd8 23.Lc8 a5 24.Lg4 b5 25.f4 b4 26.Ld2 Ld5 27.a3 f6 28.Le1 fxe5 29.fxe5 Lc7 30.Lg3 c4 31.axb4 axb4 32.Le1 c3 33.bxc3 b3 34.Ld1 Lc4 en wit gaf op, hij zal een loper moeten offeren voor de vrijpion. Het is interessant te zien hoe deze jonge lichting zich verhoudt tot de gevestigde orde. Maar helaas gaat het komende NK niet door en dus kan Lucas (!) zijn titel behouden tot 2021.
Partijen in de viewer:
Een bekende vraag: Wat is het mooiste boek dat je ooit gelezen hebt? Voor mij geen probleem: Nachttrein naar Lissabon van Pascal Mercier al zit “De geschiedenis van de liefde” van Nicole Krauss er heel dicht achter. Ook bij schaakboeken wordt deze vraag gesteld, er worden zelfs jaarlijks meerdere prijzen voor uitgereikt waarbij ook een nominatie al zeer eervol is. Overigens heb ik daarbij ook altijd mijn antwoord klaar: Alik Gershon en Igor Nor : San Luis 2005. Maar dan gaat het over technische schaakboeken, onuitputtelijk is ook de hoeveelheid schaak-romans zoals De Verdediging (Nabokov), Het Paneel van Vlaanderen (Perez-Reverte) en Amphitryon (Padilla) om drie favorieten uit mijn verzameling te noemen.
En dan is er een soort die tussen technisch en roman in zit en zich richt op wat schaken met mensen doet. Al in de gedichten van de Perzische dichter Omar Khayyam (rond 1100) komen we de vergelijking tussen schaken en het leven van de mens tegen. En nu is er voor iedere schaker een voltreffer in deze categorie nl Jonathan Rowson De Juiste Zet Wat schaken je leert over het leven ( Atlas Contact, € 24.99) De auteur is grootmeester maar ook schrijver en filosoof en heeft het beroep van schaker verwisseld met dat van wetenschapper. Dat blijkt ook wel uit de vele noten bij de tekst, een geluk voor een ieder die graag partijen wil naspelen want die komen in de tekst niet voor. Na een inleiding volgen 64 hoofdstukken, opgedeeld in 8 stukjes met een bepaald thema bv Macht en Liefde of Leven en Dood. Ooit schreef Kasparov een dergelijk boek maar ik geef verre de voorkeur aan het prachtig geschreven boek van Rowson waarin je blijft doorlezen vanwege de losheid van stijl ,onderkoelde humor van de auteur en de anekdotes.
Typerend is ook dat Rowson zich afvraagt wat het schaken hem geleerd heeft over het leven terwijl de Kasparov benadrukt dat schaken je leert om je voor te bereiden op competitieve situaties om dan als winnaar uit de strijd te komen. De Juiste Zet is natuurlijk eigenlijk ook verplichte kost voor de partners van het schaak-volk en zeer geschikt voor de leek die eens wat over schaken wil weten. Het is logisch dat het hart van Jonathan nog altijd bij het schaken is ondanks wetenschap en gezinsleven. En uit het boek blijkt duidelijk hoezeer hij heeft genoten van het bestaan als grootmeester, rond de wereld reizend en de vele contacten die dat bracht, niet in het minst met het andere geslacht. Zijn top ELO was 2599 en hij was drie keer kampioen van het Verenigd Koninkrijk. Bij het roeren in de huishoudelijke soep denkt hij zeker nog wel terug aan zijn triomfen zoals deze, die hij één van zijn beste partijen vindt en die hem ook de titel opleverde:
Parker – Rowson (Swansea 2006)
1.d4 Pf6 2.c4 e6 3.Pc3 Lb4 4.Pf3 b6 5.Lg5 h6 6.Lh4 Lb7 7.e3 Lxc3 8.bxc d6 9.Pd2 Pbd7 10.f3 De7 toch wel wat eigenaardige opening van weerskanten, wellicht om uit theorie en voorbereiding te komen 11.e4 g5 12. Lf2 c5 13.Da4 Ph5 14.h4 wil de h-lijn openen en dus moet zwart eigenlijk lang rokeren maar dan valt pion a7 0-0-0 dus toch!! 15.Dxa7 wit zwart heeft verder gekeken: 15..Kc7! 16.Da4 gauw wegwezen want Ta8 dreigt 16..f5 17.Dc2 g4 18.fxg Phf6! over deze zet was Rowson heel tevreden en terecht 19.Ld3 misschien niet de beste oplossing 19..Pxg4 20.Lg1 f4 zwart beheerst het slagveld 21.Pf3 e5 22.h5 Df7 23.Ph4 Dxh5 24.Th3 The8 25.Pf5 Dg5 26.d5 probeert de zaak op slot te gooien 26..h5 27.Db2 Ta8 28.Le2 Ta6 29.Lf3 Tea8 30.Db3 Ta3 31.Db2 T8a4 32.Ld1 Ta8 33.Lf3 34.Th1 T8a6 35.Th3 Lc8 36.Th1 Pf8 37.Ph4 Ph7 38.Dd2 Ld7 39.Kf1 Phf6 40.Ke2 Ta4 de tijdcontrole is gehaald 0-1.
Partij in de viewer:
Nederlandse jeugd domineert bij open toernooi in Pardubice
In 1993 deed ik samen met een teamgenoot van Het Witte Paard Zaanstad mee aan het open toernooi van Pardubice (Tsjechië). Het schaken ging niet bijzonder goed, maar drank en eten was goedkoop. Beter nog: er werkten diverse mooie jongedames voor de organisatie waar we leuke gesprekken mee hadden in een combinatie van Engels en (via een toeristentaalboekje) Tsjechisch. Het beviel zo dat we bij terugkomst besloten Tsjechisch als tweede studie te gaan doen. Helaas was onze motivatie minder groot dan ons gebrek aan aanleg; ik hield het drie weken vol, hij nog een week langer. Mijn teamgenoot ging nog een keer in zijn eentje naar Praag om zijn vakantieliefde te ontmoeten, maar dat was ook al geen succes. Beter ging het met het toernooi van Pardubice: dat ontwikkelde zich tot een groot denksportfestival met veel zij-evenementen zoals snelschaken, teamtoernooien, Baskisch schaak, probleem oplossen en ook diverse andere denksporten.
Dit jaar werd begrijpelijkerwijs voor een sobere opzet gekozen. Het open toernooi was door vele late afzeggingen relatief zwak bezet, al deden er nog steeds negen grootmeesters mee. Het waren echter drie jonge Nederlandse spelers die om de toernooiwinst streden. Robby Kevlishvili (19 ), een student aan de universiteit van Saint Louis die tijdelijk weer thuis in Zoetermeer woont omdat de colleges online worden gegeven, kwam een halfje te kort voor toernooiwinst. Toch kon hij erg tevreden zijn: niet alleen werd hij gedeeld tweede, hij scoorde ook zijn tweede grootmeesternorm!
Een andere 19-jarige, Nederlands kampioen Lucas van Foreest (die een jaar extra van deze titel kan genieten omdat het NK dit jaar is afgelast) stond het hele toernooi aan de leiding, maar had in de laatste ronde nog wel minstens een remise nodig tegen OHK-winnaar Liam Vrolijk (18). Die moest juist winnen en had daar even zicht op, maar uiteindelijk bleek Van Foreest de koelste.
Vrolijk – Van Foreest
1.c4 f5 2.d4 Pf6 3.g3 d6 4.Pf3 e6 5.Lg2 Le7 6.Pc3 0–0 7.b3 Pe4 8.Lb2 b6 9.Pd2 d5 Via het Klassieke Hollands is een soort Stonewall ontstaan. 10.cxd5 exd5 11.0–0 Lb7 12.Pf3 Pd7 13.e3 a5 14.Tc1 Pxc3 15.Lxc3 c6 16.Dc2 Ld6 17.Pe1 Veld d3 is vaak een goed veld voor het paard in deze structuur. 17…De7 18.Pd3 Tae8 19.Tb1 Tf6? De toren staat hier niet goed. Met 19…La6 voorkomt zwart 20.b4 en dan staat het ongeveer gelijk. 20.b4 axb4 21.Lxb4 Nu heeft wit druk op pionnen b6 en c6 en staat hij beter. 21…Ta8 22.Tfc1 Lxb4 23.Pxb4 Dd6 24.a4 Ta5 25.Db3 Tf8
Zwart heeft met 19…Tf6 en 25…Tf8 terug kostbare tijd verloren. Na 26.Pd3! had hij onder grote druk gestaan, er dreigt vooral 27.Pe5.
26.Tc3?! Kh8 27.Tbc1?! c5! Vrolijk dacht dat dit niet kon, maar had gemist dat zwart met zijn paard op c5 kon terugslaan. Een kleine fout wordt vaak gevolgd door een grotere, zo ook hier: door het shockeffect kon wit even niet meer helder nadenken. 28.dxc5 Pxc5 29.Dc2 Pxa4
30.Tc7?? Na 30.Tb3 heeft wit genoeg compensatie voor de pion. 30…Pc5 Met kwaliteitswinst. Wit gaf (wat aan de vroege kant) op.
Partij in de viewer:
Voor beginners A8364
Voor gevorderden B8364
Probleemcomponist Jaap Haring (1913-1989) voerde campagne campagne om zo veel mogelijk partijschakers de ogen te openen voor de schoonheid van het schaakprobleem. Van Harings gelegenheidscomposities zijn vooral de problemen bekend geworden die hij voor grote toernooien vervaardigde. Bij deze toernooien zijn er over het algemeen veel schakers aanwezig, en het ter oplossing aanbieden van een mooi schaakprobleem is dan een geschikte manier om de schaakliefhebbers warm te maken voor het genre. Doordat Haring prijzen uitdeelde voor het goed oplossen van het schaakprobleem pakten de schakers het oplossen van het probleem serieus op. Vaak gaf Haring bij de prijsuitreiking uitleg over het schaakprobleem, zodat de schakers van de schoonheid van het schaakprobleem konden meegenieten.
Een tweede groep gelegenheidsproblemen vormen de composities in letters, cijfers of zelfs hele monogrammen die ter ere van iets of iemand zijn samengesteld. Het zijn meestal niet de fraaiste bloempjes van de problematiek, omdat componeren ook zonder beperkingen al moeilijk genoeg is. Er staan bijna altijd overtollige stukken op het bord. Maar het genre spreekt de doorsneeschaker aan en dan wint het wervend effect het bij Haring, ook al halen andere componisten misschien hun neus ervoor op.
Tweezet 971 is een tweezet van Haring die hij maakte voor zijn vrouw Jo.