Boekrecensie – Technical Decision Making in Chess
Boris Gelfand is een speler van de oude stempel. Tijdens een teamkampioenschap kruiste hij eens de degens met een jonge speler die hard op weg was naar de wereldtop. Na een spannende partij discussieerden de spelers na de partij nog over enkele mogelijkheden en bij één zet concludeerden ze dat er een uitvoerigere analyse nodig was. Diezelfde avond vertelde de tegenstander aan Gelfand dat de zet niets bijzonders was. Hij had zijn computer even laten draaien, zonder zelf mee te kijken, en die kwam met het oordeel 0.00. Gelfand vond dit schokkend. Het ging hem niet zozeer om het feit dat de zet niet zo bijzonder was, maar wel om het feit dat een sterke speler klakkeloos vertrouwt op het oordeel van de engine, zonder zelf na te denken en te analyseren. Gelfands nieuwe boek Technical decision making in chess dat op 30 september jl. verscheen bij uitgeverij Quality Chess, ademt dit gevoel ten volle uit.
Boris Gelfand
Boris Gelfand behoeft waarschijnlijk nauwelijks introductie. Sinds het begin van de jaren 90 behoort hij al tot de wereldtop. In 2012 volgde bijna de bekroning in de – hier en daar wat ondergewaardeerde – tweekamp tegen Anand om de wereldtitel, maar in de barrage was de Indiër uiteindelijk de koelste. De laatste jaren is Gelfand als speler iets minder actief en nu spendeert hij meer tijd aan trainen en schrijven.
Technical Decision Making in Chess is het derde boek in een serie die begon met Positional Decision Making in Chess dat verscheen in 2015 en een vervolg kreeg met Dynamic Decision Making in Chess. Vooral het eerste boek werd enorm geprezen door de heldere manier waarop de ingewikkelde, positionele principes werden overgebracht. Het tweede boek was ingewikkelder; het bevatte veel ingewikkelde, lange varianten waarbij het instructieve aspect minder was. Het derde boek houdt het midden tussen de twee. Het is zeker instructief, maar ook ingewikkeld. In de introductie spreekt Gelfand over de verhouding tussen intuïtie en analyse en hoezeer de twee met elkaar verbonden zijn: ‘There are moves that I will make in a second in a simul that once took me a while to work out.’ En zo is het. De elopunten worden niet met een lepel onze mond binnengebracht, we zullen ze zelf moeten verdienen door er voor te werken. Een bord met stukken is bij dit boek dus geen overbodige luxe.
Opbouw
Het boek heeft 317 bladzijden en bestaat uit 13 hoofdstukken met uiteenlopende titels als ‘Akiba Showing the Way’, ‘A Bad Plan is Better than No Plan’, ‘Karjakin’, ‘Stalemate’ en ‘Stalemated’. Je zou de hoofdstukken kunnen zien als aparte lezingen over het onderwerp techniek. Zoals bij veel boeken van uitgeverij Quality Chess begint ieder hoofdstuk met een ‘Diagram Preview’: een aantal diagrammen/oefeningen dat later in het hoofdstuk wordt behandeld.
De analyses zijn diepgaand. In sommige hoofdstukken behandelt Gelfand slechts één partij. Zo zien we in hoofdstuk 6, ‘When is the Right Time to Run?’ een analyse van de partij Navara-Gelfand uit 2006, die maar liefst 29 bladzijden beslaat. Dit is voor de echte liefhebber. Ik speel zelf graag becommentarieerde partijen na, maar voor mij is deze analyse wel erg uitgebreid en hier en daar blader ik toch maar wat sneller verder.
Enkele voorbeelden
Hoewel de bovengenoemde analyse voor mij aan de lange kant was, deed het me toch nadenken over aspecten van het spel waar ik voorheen niet bij stil zou staan. Zo is de opening vrij onschuldig en na 14 zetten staat het zo:
Navara – Gelfand, 2006
Weinig aan de hand in deze stelling en Gelfand schrijft: ‘I do not claim I am better at this point, but I was happy with the result of the opening. What is important to me is that Black can play natural chess from here on. Instead, sometimes you get a good position where everything is hanging by one move. One inaccurate move would be able to change the evaluation entirely.’
Als gewone stervelingen hun partijen analyseren, zullen ze niet lang stilstaan bij deze stelling en de volgende zetten. In het moderne tijdperk geeft de computer hier aan dat het gelijk staat en dat het weinig uitmaakt welke zetten gespeeld worden. Met de computer erbij is dat een makkelijk oordeel, maar achter het bord is het zo simpel niet en zoals Sadler bijvoorbeeld uitlegde in het voortreffelijke Game Changer is de ene gelijke stelling de andere niet. In deze partij staat het een kleine tien zetten later zo:
‘Stockfish helpfully tells us that the position is still equal. But is it really? Black is in full control of the d-file and can penetrate to the second rank. Maybe White can keep the balance with a4-a5 or something like this, but he is not equal. Black is much more comfortable, even if it can be hard to make progress. But it is obvious for those looking at the board rather than elsewhere, that Black is the stronger side.’
In mijn partijen tegen sterkere tegenstanders vindt geregeld een gelijkaardig proces plaats. De stelling is eerst gelijk en wordt steeds iets minder gelijk, tot het smalle pad naar een gelijke stelling zo smal wordt, dat het voor iemand van mijn kaliber niet meer te vinden is. Gelukkig zit ik als sterkere speler in een partij ook wel eens aan de goede kant.
De analyse is op dit moment aanbeland op bladzijde 5 van de 29. Op de volgende 4 bladzijden breidt zwart zijn voordeel geleidelijk uit en ook dit is voor mij goed te volgen en interessant. Hierna volgen nog ongeveer 20 bladzijden die ik taaier vond. De (eindspel)analyses zijn erg gedetailleerd en de zettenreeksen zo precies, dat ik veel oversloeg. Waarschijnlijk is dit ook de reden dat ik geen heel sterke speler ben en is het wel nodig om ook deze materie met veel aandacht te bestuderen.
Het interessantste hoofdstuk vond ik hoofdstuk 4: A Bad Plan is Better than No Plan. Centraal staat de partij Gelfand-Harikrishna die gespeeld werd in 2014 in Wijk aan Zee. In deze partij vindt de lezer talloze wijze lessen over vrij subtiele nuances die nog wel eens ongezien voorbijgaan. Zo leerde ik het volgende:
Gelfand – Harikrishna, 2014
Zwart staat erg solide en iedere ruil is gunstig voor hem. Daarom moet wit kiezen voor de aanval en in de partij speelde hij 15. Tc1. Kijk, als het zo eenvoudig uitgelegd wordt, begrijp ik het. Beide spelers spelen min of meer logisch verder en na wits zet 25 staat het zo.
Zwart speelde hier 25 …f6?! Het was de eerste zet waar ik naar keek en de kans is groot dat ik hem in een partij gespeeld had. Dat paard op e5 moet per slot van rekening weggejaagd worden. Ik denk dat ik al vaak op een soortgelijke manier verloren heb en hier legt Gelfand de vinger op de zere plek:
‘The key thing to understand about these minor concessions is that sometimes we make them and it seems fine, but ten to fifteen moves later, we have to show just a bit more accuracy to avoid having to drift into a position with real problems. The computer will make the claim that the mistake was later, because accurate moves still defend, but to a grandmaster it already feels unpleasant.’
Conclusie
Het is een prachtig boek. Geweldige analyses en goed geschreven, zowel schaaktechnisch als psychologisch. Het boek lijkt mij echter niet voor iedereen een even goede aankoop. Het materiaal is van hoog niveau en vereist, ook van sterke spelers, heel wat inspanning. Dat betekent niet dat enkel sterke titelhouders het boek kunnen kopen, maar een liefde voor analyseren is wel nodig. Dit boek staat voor mij in hetzelfde rijtje als de Endgame Manual van Dvoretsky en Learn from the Legends van Marin. Dat het moeilijk en soms taai is, zegt natuurlijk meer over de lezer dan over de kwaliteit van het boek. Ik heb me in ieder geval (weer) voorgenomen op (hopelijk komen ze nog) toekomstige partijen weer eerst met bord en stukken te analyseren en pas daarna om pas daarna de engine te raadplegen!
Titel | Technical Decision Making in Chess |
Auteur | Boris Gelfand |
Aantal bladzijden | 317 |
Uitgeverij | Quality Chess |
Gepubliceerd: september 2020
Prijs: €31,95
ISBN: 9789492510914
Type: softback
Link naar onze recensenten met hun recensies.
Deze boekbespreking geeft een mooi inzicht in het denken van een topgrootmeester en zet ook aan tot zelfstandig naar stellingen kijken. Voor mij is dit boek boven mijn niveau, maar ik vind het wel leuk om hier over na te denken en mee bezig te zijn. Ik zag dat Gelfand in 2005 een boek geschreven heeft: My Memorable Games. Daar zijn een flink aantal partijen van na te spelen via deze link: www.chessgames.com/perl/chesscollection?cid=1004397
Ik kan me goed voorstellen dat Gelfand tevreden was over de opening tegen Navara: de zwarte zetten spelen zichzelf terwijl het moelijk is voor wit om een plan te bedenken. Ook de stelling van Harakrishna voelt onprettig aan: welke andere zet kun je hier spelen? De zwarte stukken op de damevleugel lijken actief te staan, maar in werkelijkheid staan ze alleen de pion op a5 te beschermen – b6 lijkt er niet in te zitten, zeker niet met een paard op e5.
Op mijn niveau moet een dergelijk besef eerst nog maar tot je doordringen (zonder dat je zoals ik net gelezen hebt dat er iets met die stelling aan de hand is); je bent waarschijnlijk min of meer toevallig in die stelling terechtgekomen; en je moet het ook nog eens zien uit te spelen met Gelfands precisie. Zo krijgen al die simpele, kleine zetjes toch een heel andere dimensie.
De partijen zijn eenvoudig op chessgames.com te vinden (links toevoegen op een tablet is een brug te ver voor me). Het naspelen meer dan waard.