Recensie: twee opgavenboeken van Gambit

De laatste jaren ontspint zich een discussie tussen schaaktrainers of je tactiek beter kunt oefenen uit een boek of online via één van de vele websites waar dat mogelijk is. De voorstanders van dat laatste beweren dat het – zeker voor kinderen, maar ook voor volwassenen – veel leuker is omdat het interactief is. Op de meeste sites krijg je een antwoord terug waarna je weer mag proberen de volgende zet te raden. De tegenstanders hebben problemen met die twee woorden: ‘proberen’ en ‘raden’. Dat werkt het trial and error-principe in de hand. En juist dat wordt verafschuwd. De trainer heeft namelijk zijn pupillen geleerd volgens een mooi uitgekristalliseerde zoekstrategie te komen tot een oplossing.
Het gaat deze trainers in eerste instantie namelijk niet zozeer om de gevonden oplossing, maar vooral om de weg er naartoe. Hoe krijg je patronen beter in je hoofd? Aan de hand van welke kenmerken herken je bepaalde motieven? En hoe zorg je voor een nauwkeurige berekening om de juiste varianten boven water te krijgen? Allemaal tools om een betere schaker te worden.
De voorstanders van de digitale wereld werpen tegen dat het steeds moeilijker wordt om vooral kinderen te motiveren om een boek te nemen, dat open te slaan en dan aan het werk te gaan. Een tablet of een I-pad zijn veel populairder dan boeken. “Het moet toch vooral leuk blijven…” De woorden ‘werk’ en ‘huiswerk’ lijken wel besmette woorden die toch echt niet uitnodigen om schaakdiagrammen te gaan oplossen.

Deze lastige kwestie lijkt vooralsnog niet op korte termijn beslist te worden omdat beide kampen hard hun best doen om benadering zo aantrekkelijk mogelijk aan te bieden. De elektronische varianten zien er steeds gelikter uit, terwijl ook de makers van de ‘puzzelboeken’ ook heel hard hun best doen om kwaliteit voorop te zetten.

Van uitgeverij Gambit uit Engeland ontving ik twee ‘puzzelboeken’ die beide het predicaat ‘kwaliteit’ opgespeld mogen krijgen. Ik laat van allebei de boeken mijn licht hierover schijnen.

 

The Chess Endgame Exercise Book

Dit boek van grootmeester John Nunn trok meteen mijn aandacht. In zijn introductie schrijft hij dat hij verschillende maanden heeft gewerkt aan de samenstelling van deze collectie van eindspelopgaven. Elk hoofdstuk, waarin een apart eindspel wordt behandeld, geeft hij een viertal instructievoorbeelden, waarin hij telkens de sleutelideeën weergeeft die de oplosser kan verwachten bij de gegeven opgaven. Een ‘W’ of een ‘B’ naast het diagram geeft aan wie er aan zet is terwijl een aantal sterretjes de moeilijkheidsgraad van de opgave weergeeft.

Eén ding viel mij op: de opgaven worden in twee kolommen weergegeven en de nummering is van boven naar beneden. Je zou verwachten dat links de eerste opgave, rechts de daarop volgende staat. Maar een tekstverwerker werkt zo niet en dit is natuurlijk geen probleem. De indeling van de hoofdstukken is als volgt:
1. Pionneneindspelen
2. Paardeindspelen
3. Lopereindspelen
4. Loper tegen paard eindspelen
5. Toreneindspelen
6. Eindspelen van torens en lichte stukken
7. Dame-eindspelen
8. Eindspelen met dames en andere stukken
9. Tactische eindspelen
10. Tests

Het boek is met veel zorgvuldigheid, die je van Nunn mag verwachten, samengesteld. Het leuke is ook dat Nunn middels een videootje een voorproefje geeft op zijn eigen boek:

Ik ben zo vrij een paar schaaktechnische voorbeelden, grotendeels met het commentaar van Nunn, weer te geven. Twee daarvan zijn eindspelstudies, waarvan één het slot is van een studie van Jan Timman. Ik heb de uitwerking van deze studies genomen uit de in Nederland bekende eindspelstudie-database van Harold van der Heijden en aangevuld met het commentaar van de auteur.

Daarover valt het nodige te zeggen, want de informatie en sommige varianten, die ik uit de database van Van der Heijden heb genomen, verschillen soms enigszins van wat Nunn in dit boek heeft gepubliceerd.

Studie van Dedrle, F.

Nunn: “This position by F.Dedrle is a win using a refined version of the opposition. Most players are familiar with the standard opposition, in which the two kings face each other with one empty square in between. This is the most common case, but there are other forms. Here the key position has the white king on e6 and the black king on c6. Then Black to play loses, but White to play only draws. Bot sides are attempting to reach this position with the other player to move.”
1. Kg8!
1. Kg7? (is wrong due to) 1…Ka7! (gaining what is called the distant opposition, when Black can just mirror the white king’s moves until the key position arises with White to play; for example) 2. Kg6 Ka6! 3. Kg5 Ka5! 4. Kf6 Kb6 5. Kf7 Kb7 6. Ke7 Kc7 7. Ke6 Kc6 8. Ke5 Kc5
1…Kb6
1…Kb5 2. Kf7
1…Ka5 2. Kg7! Ka4 3. Kf6 Kb4 4. Ke6 Kc4 5. Kd6
Nunn: 1…Ka7 2. Kg7 Kb6 3. Kf6 Kb5 4. Ke7! (are similar: White edges nearer e5 while all the time maintaining the opposition)
2. Kf8!
Nunn: this could be called ‘rectangular opposition’: the two kings stand on same-coloured squares at opposite corners of a rectangle, here b6-f6-f8-b8.
2…Kc6 3. Ke8!
(in textbooks this is sometimes called diagonal opposition)
3. Ke7? Kc7
3…Kd6
3…Kc7 4. Ke7
3…Kc5 4. Ke7
4. Kf7!
(this works because Black sometimes can only gain the opposition temporarily; since d5 is out of bounds White easily regains it)
In de eindspeldatabase van Harold van de Heijden staat nu: 4. Kd8! “cook”. Dat betekent dat er een nevenoplossing is en die geeft Nunn niet aan: 4…Kc6 5. Kc8! Kd6 6. Kb7 Kd7 7. Kb6 Kd6 8. Kb5 Kd5 9. Kb4 Dit wint dus ook, mijn Stockfish 12 bevestigt inderdaad dit oordeel.
4…Kd7 5. Kf6 Kd6 6. Kf5 Kc6
In de database van Van de Heijden gaat de hoofdvariant verder met 6…Kd5 7. Kf4 Kd6 8. Ke4 Kc5 9. Ke5 Kc4 10. Kd6 Kb4 11. Kd5 Kc3 12. Kc5.
7. Ke6
(the key position arises with Black to play)
7…Kc5 8. Kd7 Kb5 9. Kd6 Kc4 10. Kc6 1-0

 

Lopereindspel

Black is clearly in danger as his pawn is doomed and he must decide how to arrange his pieces to cope with the pawn’s loss.
1…Kg4!
(is the sole drawing move. Nunn: It’s tempting to try to get the king to b8 but that doesn’t work) 1…Kh6? 2. Ld4 Kh7 3. Ke6 Kg8 4. Kd6 Kf7 5. Kc6 Ke8 6. Lxb6 Le1 7. Ld4 La5 8. Lc5 Black is now in zugzwang; [not, however, 8. Le5? Kd8 with a draw.] 8…Ld8 [White also wins 8…Kf7 9. Ld6 followed by Bc7.] 9. Ld6 (zie analysediagram)
and Black lacks …Kd8, so White will win by Bc7. (Even grandmasters have unnecessarily lost positions such as this by not realizing that you often draw by playing your king behind the enemy pawn; it doesn’t always work, as it depends on the precise rank and file of the pawn, but it is often the only way to save the game)
2. Ke5 Kf3!
after 2…Kg5? 3. Ld4 Kg6 4. Kd5 Kf7 5. Kc6 (White wins as in the previous note; the king must head for c4 and not b8)
3. Ld4 Ke2! 4. Kd5 Kd3!
this sequence of four ‘only moves’ saves the day for Black
5. Lg1 Kc3 6. Kc6 Kc4 7. Lxb6 Le1 8. Le3
8. Lc7 Lf2 holds up the pawn; the point is that the black king controls c5, so White lacks the manoeuvre Bd6-c5
8…La5 9. Lg5 Lc7
and the pawn can never cross the b6-square.
½ – ½

 

Tot slot geeft Nunn het slot van een studie van Timman uit Schaakwerk. Ik weet niet wie ik nu moet geloven, de Britse grootmeester of Van der Heijden. De eerste geeft dat de studie uit 1991 is, de ander dat die uit 1992 stamt. Niet dat het heel relevant is. Ik geef de hele studie van Timman waarna Nunn de stelling na de derde zet van zwart afdrukt als opgave.

 

Timman, J.

Dit is niet de stelling die Nunn in zijn opgaveboek afdrukt, maar ik geef graag het voorspel, dat Timman heeft geconstrueerd, erbij. Veel componisten verafschuwen wat een trainer het liefst doet: alleen datgene van de studie presenteren dat past in het straatje van het te tonen motief. De rest wordt ruw weggesneden…

1…Pe3 2. Tc6
2. La5+? Kd7 3. Tb4 La3
2…Le5
2…Ld4 3. Kh1
3. Lc3
3. d6? Pd5 4. La3 [4. Lc5 Kd7 5. Ta6 Ke6 6. Ta7 Pf6 7. Te7+ Kd5 8. d7 Pxd7] 4…Kd7 5. Ta6 Ke6
3. Te6? Lf4 4. Te4 [4. d6 Pd5 5. La3 Kd7 6. Tg6 Pb6 7. Lc5 Pc4 8. Tg7+ Kc6 9. d7 Lc7 10. Ld4 Ld8 11. Kg2 Kd6 12. Kf3 Ke6] 4…Pxd5
3…Lc7

3…Lf4 4. Tc5 Kd7 5. Tb5 Kd6 6. Lb4+ Ke5 7. Ld2 Kd6 8. Tb4

We zijn nu aanbeland bij de opgave die Nunn voor ogen heeft. De vraag luidt nu: “White’s pawn is under attack. How should he continue?”
4. Tc5!
4. d6? (weakens the pawn and allows Black to draw by 4…Lb8 5. Tb6 La7 6. Tb7 Pd5+ 7. Txa7 Pxc3 and the pawn is lost after, for example 8. Kg2 Pb5 9. Ta6 Kd7
4…Lb6
Black must play actively since once White consolidates his material advantage he will win; for example 4…Kd7 5. Tb5 Kd6 6. Lb4+ Kd7 7. Kf2 and the king can approach)
5. La5
5. Tb5? Pxd5+ (draws)
5…Pxd5
(the disappearance of the pawn means that White must win a piece if he is to achieve a victory; 5…Lxa5 6. Txa5 Kc7 7. Kf2 kicks the knight away 7…Pc4, while after 5…Pc4 6. Lxb6+ Pxb6 7. Kf2 White consolidates easily enough)
6. Kh1!
(the corner square is the only safe spot for the king, as f1 and g2 allow a knight check, while after 6. Kh2? Lc7+ 7. Kh1 Pb6 Black avoids loss of material and draws.
6…Lxa5
(there’s nothing better as the knight now is hanging)
7. Txd5+
and White wins.
1-0

Net als Timman zie je hier de voorliefde voor eindspelstudies en bij Nunn ook voor schaakproblemen. Niet voor niets is de Engelse grootmeester wereldkampioen bij het probleemschaak geweest.

Conclusie
Dit is niet zomaar een boek met opgaven. Elke oplossing is heel uitgebreid met duidelijk commentaar, uitleg en varianten in het boek opgenomen. De auteur adviseert de lezer ook, dat als hij niet uit een opgave komt, hij met aandacht de oplossing uit het boek naspeelt. Daartoe kan hij er een schaakbord bijnemen, maar misschien nog beter: met de app (getiteld GAMBIT STUDIO 2) die Gambit gratis op hun site aanbiedt, kunnen de oplossingen ook bekeken worden. Daarvoor hoeft u niet uit uw luie stoel te komen om het schaakbord uit de kast te halen…
Een kleine waarschuwing is op zijn plaats en dat is wat Nunn ook links en rechts doet in het boek. Met sommige opgaven, zullen ook grootmeesters, moeite hebben. Als u aan het eind van het boek de ‘Test papers’ gaat doen en u behaalt een score van 155-167, dan mag Magnus Carlsen zich gaan opmaken voor een nieuwe concurrent voor zijn wereldkampioenstitel! De tabel:

Test nummer Maximum score Jouw score Beoordeel jouw score
1 9 0-19: Het eindspel is niet jouw sterke punt
2 17 20-39: Je kunt het beste de basis eindspelvaardigheden gaan trainen
3 17 40-59: Begin met het werken aan je zwakste deelgebieden
4 17 60-79: Standaard clubniveau
5 18 80-104: Nationaal schaakniveau
6 17 105-130: Internationaal meester
7 17 131-154: Grootmeester
8 18 155-167: Wereldkampioensniveau
9 17
10 20
Totaal 167

Een boek waar veel uit te leren valt, dankzij de uitgebreide uitwerkingen van de opgaven.

 

600 Modern Chess Puzzles van Martyn Kravtsiv

“Weer een nieuw opgavenboek”, is de eerste gedachte die in je opkomt als je het boek te zien krijgt. Zo begint John Nunn ook zijn video die hij maakte naar aanleiding van dit boek (zie onderaan dit artikel).

Maar daar werpt hij onmiddellijk tegenin dat in deze moderne tijden van grote databases daar verandering in gekomen is. De auteur van dit boek, grootmeester Martyn Kravtsiv, heeft zich gestort op een grote hoeveelheid combinaties uit redelijk recente partijen. Daarnaast heeft hij een bepaalde ordening aangebracht die hij aan het begin van het boek presenteert aan de hand van de bekende tactische motieven, zoals ‘vork’, ‘penning’, ‘röntgenaanval’, ‘aftrekaanval’ enzovoort. Wij in Nederland zijn verwend met de goed doordachte ordening van combinatoire motieven zoals die door Cor van Wijgerden (en Rob Brunia) zijn bedacht in de Stappenmethode.

De indeling van hoofdstukken van de auteur verdeeld over twee gedeelten, ziet er zo uit:

Deel 1
1. Warming-up
2. Schaakmat
3. Jouw keuze
4. Het wordt lastig (Getting tricky)
5. Eindspel opgaven
6. Harde noten
7. Moeilijke keuzes

Deel 2
1. Niet al te moeilijk
2. Lastige taken
3. Eindspel uitdagingen
4. Nachtmerrie!

 

Achter elk hoofdstuk zijn de oplossingen van het betreffende hoofdstuk te vinden, dus dat vereenvoudigt het zoekwerk. De moeilijkheidsgraad wordt voorin het boek aangegeven per hoofdstuk. Dus niet per opgave, zoals in het boek van Nunn wordt gedaan. Dit is een beetje ‘natte vinger werk’ want persoonlijk denk ik dat het niveau van de opgaven soms nogal wisselt. Zal ook wel te maken met wat je als schaker ooit gezien hebt of nog geen kennis van hebt. Dat is sowieso een probleem bij elke opgave, in wat voor opgavenboek dan ook. Als iemand heel goed in paardvorken is, maar grote problemen heeft met het ontdekken van penningen, zal hij/zij het eerste thema makkelijker vinden dan het tweede. Daar zijn nauwelijks objectieve criteria voor te geven.
Het toont wel aan dat het aanleren van die thema’s, door instructie, essentieel is voordat je met de opgaven kunt beginnen. Wat de auteur wel heeft gedaan en dat klinkt de schaaktrainer misschien als muziek in de oren, is dat hij de thema’s behorende bij de opgaven in een keurige index achterin het boek heeft weergegeven. Dus als u uitsluitend penningen wilt oefenen, kunt u alle diagramstellingen daarmee eenvoudig opzoeken.

Het instructiegedeelte in dit boek vind ik erg mager (slechts vijf pagina’s met uitleg van verschillende thema’s aan de hand van één stelling), maar daar zijn ongetwijfeld andere boeken voor. Voor iemand die op een dag al meer dan genoeg aan een beeldscherm heeft gezeten en liever ontspannen in zijn fauteuil met een boek in de hand zijn tactische vaardigheid wil verbeteren is dit een uitstekend boek.

Om een voorproefje te zien van wat u kunt verwachten van de opgaven die worden aangeboden, kunt u onderstaand promotiefilmpje van Nunn bekijken:

 

OPGAVE 1

Wat kan wit het best spelen?

 

OPGAVE 2

Kan wit de loper op h3 nemen?

 

OPGAVE 3

Hoe jaagt zwart op de witte koning?

 

OPGAVE 4

Kies uit 31.Pe6 en 31.Df6.

 

OPGAVE 5

Wit staat een pion achter. Heeft hij een manier om zijn stelling te verbeteren? (Het is nog steeds legaal om te rokeren voor wit)

 

Titel: The Chess Endgame Exercise Book

Auteur: John Nunn

Aantal bladzijden: 191

Uitgeverij: Gambit Books

Gepubliceerd: Juli 2020

Prijs: € 24,30

ISBN-13: 978-1-911465-59-1

ISBN-10: 1-911465-59-7

Type: softback

Titel: 600 Modern Chess Puzzles

Auteur: Martyn Kravtsiv

Aantal bladzijden: 191

Uitgeverij: Gambit Books

Gepubliceerd: september 2020

Prijs: € 23,50

ISBN-13: 978-1-911465-47-8

ISBN-10: 1-911465-47-3

Type: softback

 

Link naar onze recensenten met hun recensies.

 

 

 

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

6 Reacties

  1. Avatar
    Frits Fritschy 30 oktober 2020

    Ik kan de studie van Timman niet vinden in Schaakwerk I, dus ik neem aan dat hij in Schaakwerk II staat, en die heb ik niet. Wel heb ik The Art of the Endgame; op pagina 16 staat de stelling die Nunn geeft met het paard nog op g4, en als opgave: ‘Black to move – White wins’. Je krijgt de indruk dat Nunn hem daarvandaan heeft, alleen geeft Timman 1994 als jaar waarin hij hem gemaakt heeft. Vreemd, want je zou zeggen dat de versie uit The Art of the Endgame ouder is, dat Timman op dat moment nog geen passende inleiding had.

  2. Avatar
    Herman Grooten 30 oktober 2020

    Ik kom nu toevallig in mijn boekenkast Schaakwerk II tegen waar deze studie op p. 129 staat (nog niet tegengekomen toen ik het artikel aan het schrijven was). Timman zegt dat hij hem gemaakt heeft in de winter van 1984.

  3. Avatar
    Frits Fritschy 30 oktober 2020

    Het is een beetje twijfelachtig of je in de studie van Dedrle 4 Kd8 wel een dual (dat is niet helemaal hetzelfde als een nevenoplossing) kunt noemen. De stelling na 9 Kb4 is gespiegeld gelijk aan de stelling in de variant 6… Kd5 7 Kf4, maar het duurt twee zetten langer. Een variant die tot dezelfde stelling voert maar meer tijd kost, wordt naar mijn weten door studiecomponisten meestal niet als een dual gezien. Het gaat hier dus om een spiegelbeeld: misschien een iets ander geval, maar het scheelt niet veel. In ieder geval geen ernstige aantasting van de artistieke waarde, zeker met zo weinig materieel, lijkt mij.

  4. Avatar
    Frits Fritschy 30 oktober 2020

    Heb jij trouwens ook nog les van Hans Bouwmeester gehad? Die vond het laten oplossen van eindspelstudies een uitstekende trainingsmethode. Ik weet niet of ik er sterker door ben geworden, maar de liefde voor het spel heeft er zeker baat bij gehad.

  5. Avatar
    Herman Grooten 30 oktober 2020

    Ik heb geen les van Bouwmeester gehad, maar wel ooit met hem kennis gemaakt. Het oplossen van studies is absoluut een aanrader!

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.