What’s in a name…
De Mierlose Schaak Club begon in 1978 met de organisatie van een jeugdschaaktoernooi, dat is uitgegroeid tot het Open NK Rapidschaak voor Jeugdteams. In 2014 voor de zeventiende en laatste keer met een definitief einde in 2016, altijd in september en toen onder de naam 39e Internationaal jeugdschaaktoernooi Mierlo. Op het hoogtepunt met een deelname van ruim 800 jeugdigen en in 1984 kom ik 460 namen tegen bij de verwerking van de uitslagen. Daardoor een stukje in het clubblad Kaissa en geïnspireerd door William Shakespeare. Waar kwamen ze wel niet vandaan, toen in Mierlo 1984?
Erg ver van huis lijkt Sou Tieu Chou, maar we komen al dichterbij via witte Balinese stranden en wuivende palmen met Dharma Tjiam, Kartyoatmo, Anton Yap en Tino Nojoredjo. Via de Balkan met Hans Nacinovic (-vic is niets anders dan -son en -sen, wat ‘zoon van’ betekent: er waren trouwens opvallend veel zonen en dochters van Jan aanwezig) naar Berlijn waar wij Fransen en Engels ontmoeten. In deze contreien wonen ook Bodenstaff, Höckel, Metternich en Attila Nickl. Afdalend naar het zuiden treffen we niet alleen Emilio Rambali, maar ook een oude bekende Jaime Prat i Ramon. Weer noordwaarts gaande ontmoeten we Crince Le Roy, Pascal Dupont, Freddy Duchesne, Yves Gullentops en Ramon Coppens. In de sporthal aangekomen (gelijktijdig met Arthur Blackstone en de gebroeders Collins) breken we het hoofd waar in vredesnaam Asker en Olaf Jeukendrup van afkomstig zijn. Een korte blik op het wedstrijdbriefje leert dat zij evenals Rammeloo voor een Limburgs team uitkomen.
In de hal maakt men zich Vrolijk want Kneepkens zit Kort naast Ellenbroek. Horen en zien vergaat je want behalve Vliegen zijn er veel Vogels: Hoenen, De Leeuwerik, Vink en De Paauw, die luidruchtig rondfladderen. Zij lijken een beetje bang voor Beerens, De Leeuw en het duo Vos/Fox, deze laatste twee Van de Vossenberg. Hoog Van de Heuvel komt Puyn gerold en tot stilstand tegen een Noten Boom op een lager gelegen Van de Weide. Rijckaert heeft Griep en zit Daas achter zijn bord tegen De Landtsheer. Het is ook om hoofdpijn van te krijgen: De Wit (met zwart) speelt tegen Zwart (die wit heeft) terwijl Groen, De Bruyn en Roderik van Geel het regenboogeffect verder vergroten.
En allen in de zaal hebben gemeen dat zij van schaken houden waardoor de naam, hoewel belangrijk, er minder toe doet. Dat gaf Godfried Bomans ook al eens aan met zijn betoog over de bekende Russische speerwerper Knorre Knorringa. Of, om de titel van dit stukje te voltooien: A rose would smell as sweet by any other name.
(eerder gepubliceerd in het MSC-clubblad Kaissa van oktober 1984)
www.schaakstad-apeldoorn.nl/blog/2017/05/18/whats-in-a-name/