Recensies: vier boeken!
Ondanks de lockdown, of misschien wel dankzij de lockdown, schijnen schaakuitgeverijen er een sport van te maken om zoveel mogelijk boeken uit te brengen. Ook begrijpelijk: nu iedereen letterlijk aan huis gekluisterd zit, hoe kun je dan beter je tijd besteden aan een mooi schaakboek!
Als coördinator van de boekenrubriek op Schaaksite heb ik het voorrecht dat ik (als contactpersoon) soms van uitgeverijen een pakketje ontvang waarin de nodige schaakboeken zitten. Vooral New in Chess is erg scheutig met het opsturen en daarvoor ben ik ze zeer dankbaar. Het is voor mij onmogelijk om ze allemaal helemaal van kaft tot kaft te lezen. Maar dat hoeft ook niet om te bepalen of je een boek wel of niet goed vind. Ik bespreek hieronder vier boeken waarvan ik vind dat die voor clubschakers zeer de moeite waard zijn.
Zlotnik’s Middlegame Manual door Boris Zlotnik
Met als ondertitel: Typical Structures and Strategic Manoeuvres
Een boek dat mij als schaaktrainer als muziek in de oren klinkt. En als er dan ook nog een voorwoord geschreven is door de huidige nummer twee van de wereld, Fabiano Caruana, is de nieuwsgierigheid meteen aangewakkerd. De Rus IM Boris Zlotnik blijkt jarenlang de trainer van Caruana geweest te zijn. De Rus was lange tijd de directeur van ‘the legendary Chess Departement of the INEF College in Moscow’. Toen hij in 1993 emigreerde naar Spanje werd hij de trainer van de toen 12-jarige Caruana die met zijn familie naar Madrid verhuisden om ervoor te zorgen dat het jonge talent dicht bij zijn trainer woonde. Meer aanbeveling heeft Zlotnik niet nodig!
De indeling van het boek ziet er grofweg zo uit:
Deel 1 Typische pionnenstructuren in het middenspel
Hoofdstuk 1 De geïsoleerde pion
Hoofdstuk 2 De Karlsbad structuur
Hoofdstuk 3 Symmetrische pionnenstructuren
Deel 2 Typische spelmethoden
Hoofdstuk 4 De beperkte mobiliteit in het Konings-Indisch
Hoofdstuk 5 Zullen we de gefianchetteerde loper afruilen?
Hoofdstuk 6 Het veld d5 in het Siciliaans
Deel 3 Opgaven en oplossingen
De naam Boris Zlotnik staat me slechts vaag voor de geest, maar bij het lezen van dit boek, kwam ik erachter dat hij een grootheid was in de voormalige Sovjet-Unie. Van een boek over het middenspel door hem geschreven werden binnen twee weken 50.000 exemplaren verkocht en ook van de Duitse vertaling gingen de boeken als warme broodjes over de toonbank. Dat leidde ertoe dat Allard Hoogland, directeur van New in Chess, eens polste of Zlotnik bereid was om dit boek in het Engels uit te brengen, liefst een update hiervan. Dat bleek een vruchtbaar contact want het huidige boek, dat dezelfde uitgangspunten als indertijd heeft, is door computeranalyses en modern partijmateriaal een meesterwerk geworden. Zlotnik schrijft zelfs in zijn introductie dat hij nooit had kunnen denken om partijen met een versneld tempo op te nemen, maar hij vindt de huidige standaard van de topspelers zo hoog dat hij er geen moeite mee had om die fragmenten aan het publiek voor te leggen.
Toevallig ben ik als trainer vele jaren geleden ook ooit begonnen om middenspelthema’s op te hangen aan pionnenstructuren en ik heb daar een cursus voor ontworpen die het afgelopen najaar bij de Schaaksite-academie bij een aantal cursisten onder de aandacht is gebracht. Uiteraard zit daar bijvoorbeeld het thema ‘de geïsoleerde pion’ waar talloze boeken over geschreven zijn, tussen. Het onderwerp ‘Symmetrische structuren’ verbaasde mij enigszins als ook het hoofdstuk dat hij geschreven heeft over het wel of niet ruilen van een fianchetto-loper tegen een paard. Dat laatste onderwerp verdient volgens Zlotnik de volle aandacht omdat computerevaluaties tegenwoordig laten zien dat zetten zoals Lg2xc6 of …Lg7xc3, die door een mens minder snel overwogen worden, door computers vaak als voordelig of op zijn minst gelijkwaardig worden ingeschat. Nog een hoofdstuk waar ik over verwonderd was, is hoofdstuk 4, Restricted mobility in the King’s Indian Defense. Ik haal hier een voorbeeld uit dat Zlotnik geeft in zijn boek, de partij Eljanov-Cheparinov, Jermuk 2009.
Stelling na 11.g4!?
Dit systeem werd al in de jaren ’60 en ’70 gespeeld en staat bij mijn weten bekend als het Benkö-systeem tegen het Konings-Indisch. Deze zet zal door de argeloze toeschouwer wellicht als een aanvalszet worden gezien. Maar dat is zeker niet de bedoeling. Het is zelfs bijna het tegenovergestelde: door te proberen met g2-g4 en h2-h4 deze koningsvleugel ‘op slot’ te zetten, verhindert wit al zwarts tegenspel in deze opening. Het is dus eigenlijk een pure profylaxe. Als zwart geen vuist kan maken op de koningsvleugel, zal wit op de lange duur tot winst kunnen komen op de andere kant van het bord omdat hij door zijn ruimtevoordeel (vanwege pion d5) altijd verder zal komen. Tenminste, dat is de aanname.
Hieronder de hele partij met een analyse uit de Megadatabase van Chessbase door Eljanov zelf.
Boek: Zlotnik’s Middlegame Manual
Auteur: Boris Zlotnik
Uitgeverij: New in Chess
ISBN-nummer: 9789056919269
Pagina’s: 400
Gepubliceerd: December 1, 2020
Link naar het boek: www.newinchess.com/zlotnik-middlegame
World Chess Champion for Juniors door Joel Benjamin
Met als ondertitel: Learn From the Greatest Players Ever
De Amerikaanse grootmeester Joel Benjamin heeft al meerdere zeer aardige boeken op zijn naam staan en dit boek neemt ook een aardige plaats in in deze collectie. Hij introduceert alle zeventien wereldkampioenen (inclusief Morphy, die nooit officieel wereldkampioen was) en hij bespreekt wat er belangrijk is aan hun speelstijl en wat je hiervan kunt leren. Daarbij gaat Benjamin niet alleen in op hun historische significantie maar ook hoe deze wereldkampioenen hun eigen ontwikkeling als een speler doormaakten. Eigenlijk een soort geschiedenisboek met een belangrijke didactische gedachte: volgens Benjamin moet elke speler leren van de klassieken. Zoals hij in zijn voorwoord schrijft: we staan allemaal op de schouders van de reuzen van weleer! Door de mooiste partijen van alle wereldkampioen te voorzien van vooral strategische uitleg (hoewel hij dat bij Tal natuurlijk niet zo kon aanpakken…) en zeker geen overdosis aan varianten valt dit boek prima door te werken voor elke clubschaker. En dat terwijl in het in eerste instantie is geschreven voor jonge spelers, spelers die tegenwoordig opgroeien met de moderne hulpmiddelen, die zich niet kunnen voorstellen dat er geen online wereld bestaat die vroeger wel bestond. Benjamin schrijft dat hij tot zijn afgrijzen moest vaststellen dat twee van zijn (jonge) collega schaakinstructeurs niet in staat waren de namen van de wereldkampioenen in de juiste volgorde en zelfs niet in het juiste tijdgewricht waarin zij geleefd hebben, konden plaatsen. Ik denk dat Benjamin zich helemaal achter zijn oren zou krabben als hij zou weten dat in Nederland sommige jeugdspelers nog nooit gehoord hebben van Paul Morphy, Emmanuel Lasker enzovoort…
De auteur is er wat mij betreft met glans in geslaagd om een boek te schrijven waarin de hoogtepunten uit onze schaakgeschiedenis op een toegankelijke wijze voor het voetlicht worden gebracht. Uiteraard ontbreekt de ‘Parel van Wijk aan Zee’ niet waarin de generatiegenoot van Benjamin, Garry Kasparov met een torenoffer op lange termijn de Bulgaar Veselin Topalov overmeestert. Uiteraard heb ik deze partij in één van mijn series hier op Schaaksite ook voor de bezoekers geanalyseerd: www.schaaksite.nl/2016/01/06/juweeltjes-4-kasparov-topalov/
Boek: World Chess Champion for Juniors
Auteur: Joel Benjamin
Uitgeverij: New in Chess
ISBN-nummer: 9789056919191
Pagina’s: 256
Gepubliceerd: 5 oktober 2020
Link naar het boek: https://www.newinchess.com/world-champion-chess-for-juniors
How to beat Magnus Carlsen door Cyrus Lakdawala
Met als ondertitel: Exploring the Most Difficult Challenge in Chess
Als je de foto op de kaft van Magnus Carlsen ziet, hoe hij heel vies kijkt naar een stelling in zijn eigen partij, lijkt het alsof de auteur, toch maar een ‘simpele IM’, erin geslaagd is om aan te geven hoe je de wereldkampioen moet verslaan. Zo zit het natuurlijk niet. Lakdawala geeft aan hoe sterk Carlsen is en hoe moeilijk hij te verslaan is. Maar ook de wereldkampioen wordt soms overspeeld, soms omdat hij te veel ‘pushed’ in stellingen waarin dat niet verantwoord is. De auteur heeft deze momenten geïnventariseerd en gecategoriseerd. En zijn insteek is: als Magnus zijn eigen partijen analyseert waarin hij de mist in gaat en hij leert daar het nodige van, dan kan de rest van de wereld daar misschien ook wat van opsteken.
Opbouw
Het boek kent acht hoofdstukken met de volgende titels:
Hoofdstuk 1 Withcraft
Hoofdstuk 2 Quicksand
Hoofdstuk 3 Planning your own funeral
Hoofdstuk 4 Tales of the Lost Tribe
Hoofdstuk 5 Outbooked
Hoofdstuk 6 Data overload
Hoofdstuk 7 What time is it?
Hoofdstuk 8 Magnus’ toughest opponents
Lakdawala is een populaire schrijver die veel lastige schaakproblematiek inzichtelijk kan maken. Bij elke partij die hij bespreekt geeft hij een diagram op een belangrijk moment dat hij ofwel ‘Exercise’ ofwel ‘Moment of Contemplation’ noemt. Daar wijdt hij uit over de pro’s en contra’s van bepaalde zetten. Bij het lezen en bekijken van de voorbeelden die de auteur in de vorm van opgaven aanbiedt, bekruipt mij hetzelfde gevoel van Alexey Bezgodov in het boek over Petrosian (hieronder) beschrijft, namelijk dat hij zich een beetje opgelaten voelt om de blunders en missers van zo’n grote speler te tonen. In elk geval zal Carlsen niet met plezier terugkijken op de fragmenten die Lakdawala in het boek heeft opgenomen. Een klein voorbeeldje van een partij waarin Carlsen in één zet kan winnen, dat nalaat en ten slotte zelfs nog verliest.
Zwart heeft zojuist met …g6-g5 een ongelooflijke blunder begaan. Hoe kan wit nu in één klap winnen?
Hier de hele partij via de viewer:
Boek: How to beat Magnus Carlsen
Auteur: Cyrus Lakdawala
Uitgeverij: New in Chess
ISBN-nummer: 9789056919153
Pagina’s: 304
Gepubliceerd: 13 November 2020
Link naar het boek: https://www.newinchess.com/how-to-beat-magnus-carlsen
Defend Like Petrosian door Alexey Bezgodov
Met als ondertitel: What You Can Learn From Tigran Petrosian’s Extraordinary Defensive Skills
Voormalig Russisch Kampioen Alexey Bezgodov probeert het publiek kennis te laten maken met de enorme verdedigende vaardigheden van ex-wereldkampioen Tigran Petrosian. Dit boek interesseert mij meer dan gemiddeld, omdat ik thuis twee monumentale boeken over de negende wereldkampioen in mijn kast heb staan. De interesse werd vroeger opgewekt door een speler die ik in de tachtiger jaren leerde kennen bij de Eindhovense Schaakvereniging: Jos Sutmuller. Hij was een redelijk sterke hoofdklasser die vooral strategisch erg sterk was. Dat had hij te danken aan het naspelen van de partijen van Petrosian. Of zoals hij het zei: een boek met veel diagrammen over Petrosian lag bij hem op het toilet, voldoende om een rating van 2200+ te halen! Later bood Jos (gratis!) zijn diensten aan als fotograaf voor het blad Schaaknieuws dat ik in 1986 met een paar anderen had opgericht.
Bezgodov schrijft in zijn voorwoord dat hij te jong is om Petrosian persoonlijk te hebben kunnen ontmoeten. Maar hij raakte gebiologeerd door de bijzondere stijl die de oud-wereldkampioen had.
Het boek is als volgt opgebouwd:
Deel 1 Descent and evolution
Deel 2 Tigran against the titans
Het was mij niet meteen duidelijk wat Bezgodov voor ogen had met het eerste deel. Door wat nauwkeuriger te lezen, kwam ik erachter dat hij in zijn introductie min of meer het ‘vallen en opstaan’ van Petrosian wil laten zien aan de hand van voorbeelden. Deze fase in zijn loopbaan heeft volgens de auteur geleid tot zijn onmiskenbaar opgedane vaardigheden die uiteindelijk hebben geleid tot de wereldtitel. De grootmeester geeft toe dat het soms ‘oneerbiedig’ is om partijen te tonen waarin deze grote speler ‘kinderlijk eenvoudige’ fouten begaat. Daar staat tegenover dat ook zijn latere handelsmerk, het kwaliteitsoffer, hier door Petrosian ook al toegepast wordt.
Deel 2 gaat vooral over zijn confrontaties met alle grote spelers waaronder Botwinnik, Tal, Spassky en zelfs ook Karpov en Kasparov. Bezgodov wijdt slechts een kort hoofdstuk aan Fischer omdat Petrosian, net als vrijwel iedereen op de wereld, het moeilijk vond om tegen de Amerikaan te spelen. Wat ik jammer vind is dat Petrosian’s magistrale overwinning in de tweede partij tegen Fischer in Buenos Aires 1971 ontbreekt. Die past misschien niet in de geest van het boek, maar misschien had hij daar een draai aan kunnen geven omdat Fischer de opening erg agressief speelt en Petrosian in het nauw drijft. Als de Armeniër dan terugslaat met een kwaliteitsoffer, zou je dat met recht een goed geplaatste counter kunnen noemen. Daarmee maakte Petrosian een einde aan een ongelooflijk record dat Fischer heeft gevestigd en vermoedelijk nooit meer verbroken gaat worden: een serie van 20 overwinningen op rij tegen soms de sterkste oppositie denkbaar. En dat met deze weergaloze partij. Lees mijn artikel over deze onvoorstelbare reeks. www.schaaksite.nl/2012/03/23/gespot-33-fischers-ongeevenaarde-serie-overwinningen/
De oplettende lezer bespeurt hier stille kritiek, maar de waardering voor dit boek overheerst desondanks. Want het lijstje (the main features of Petrosian’s defensive play) dat hij heeft opgesteld, vergroot het begrip bij het naspelen van de meesterlijke partijen die de ex-wereldkampioen voor het nageslacht heeft achtergelaten. Ik eindig met een partij die ik zelf in mijn collectie had opgeslagen als prachtig voorbeeld van een kwaliteitsoffer:
Boek: Defend Like Petrosian
Auteur: Alexey Bezgodov
Uitgeverij: New in Chess
ISBN-nummer: 9789056919238
Pagina’s: 272
Gepubliceerd: 9 oktober 2020
Link naar het boek: www.newinchess.com/petrosian-s-defence
Link naar onze recensenten.
Vier boeken! En van alle vier zijn pdf-voorbeeldpagina’s vrij toegankelijk! Wat een luxe!
Mij raakte in het bijzonder het weerzien bij Zlotnik met de negende partij Zukertort – Steinitz 1886, de gelijkmaker na de door Steinitz in de beginfase opgelopen 1-4-achterstand.
In de tweede helft van de jaren 90 had ik, zelf geen actief speler meer, over de twintig commentaren bij die partij verzameld.
Ik beperk mij hier tot zet 30 van Wit en de voorafgaande zet van Zwart.
Zlotnik noemt op zich terecht 30.Tg3 de beslissende fout “op moment dat Wit gelijkspel kon bereiken.”
Dat stapt er overheen dat op 30.d5 Steinitz 30… exd5 zou hebben geantwoord (30… De5 Euwe 1928/1966; 30… Le8!?, 30… b5!? Zlotnik), tot dusver dacht ik dat dan 31.Pf5 van Euwe 1928/1966 +- was, m.a.w. Zukertort zou hebben kunnen winnen.
schaaksite.nl/2015/04/09/schaakgeschiedenis-in-vogelvlucht-7-wilhelm-steinitz/ zegt wel dat Zwart stand houdt met 31… Df8, maar vervolg aldaar 32.Tg3 Td7 33.Pxh6+ Kh8 34.Pg4 f5 (onterecht ! van Vukovic 1949) overleeft hij niet.
34… Te8! =(0.0) online engine database.chessbase diepte 30.
Alternatief 32… g5 33.Th3 h5 34.Txh5 dxc4! =(0.0) zelfde engine diepte 30, niet 34… De8 van Vukovic 1949, waarop 35.Ph6+ sterker en niet 35.Pg3 van Vukovic.
Het blijft speculatie of Steinitz 34… Te8! na 32… Td7 of 34… dxc4! na 32… g5 zou hebben gevonden.
Kasparov krijgt standje van Zlotnik voor ! bij door Euwe niet genoemde 29… b5 van Vukovic 1949 (29… f5! of 29… Kh8!? volgens Zlotnik), sterker dan 30.Tg3 bxc4 31.Dg6 Df8 32.Pg4 Kh8! 33.Pxh6 Le8! bij Vukovic is direct 30.Dg6, op dan Kasparovs 30… De7 geeft Zlotnik als in chessgames.com/perl/chessgame?gid=1132645&comp=1&kpage=1#kibitzing al Honza Cervenka op Aug-04-04 31.Pg4! Txc4 32.h3 +-.
30… Df8! in plaats van 30… De7 en dan 31.Pg4 Txc4 nu subtiliteit 32.Kf1! Honza Cervenka Sep-12-06, online engine database.chessbase bevestigt =(0.0) diepte 30.