schaakstukje
Schaakbord
Ik heb het schaken van mijn vader geleerd. Schoolschaken bestond nog niet en schaakcomputers al helemaal niet. De eerste regel die hij me leerde was om het schaakbord voor je neer te zetten met linksonder een zwart veld. Dit lijkt me ook de basisregel van het schaken. Daarna kwam de uitleg over de stukken.
Sindsdien heb ik bij elk plaatje, filmpje of wat dies meer zij van een schaakbord met stukken de onbedwingbare behoefte te kijken of het bord goed staat.
Let er maar eens op, meestal gaat het fout. Vooral reclamefoto’s zijn berucht. Een of andere reclamejongen, niet gehinderd door enig verstand van schaken, heeft een bord gepakt en daar de stukken opgezet. Ook leuk om op te letten is of de witte dame op een wit veld staat en de zwarte op een zwart veld. Ook dit gaat vaak mis.
Nu zag ik zondagavond in het voortreffelijke VPRO-programma ‘Tegenlicht’ de wereldberoemde wiskundige Roger Penrose (bekend van o.a. de onmogelijke driehoek) een schaakstelling uitleggen die door de mens gelijk als remise wordt gezien maar waar de computer nog wel kansen ziet voor zwart. Toch even kijken….
En ja hoor de heer Penrose zat achter een schaakbord met linksonder een wit veld! Kijk het maar terug op ‘Uitzendinggemist’ (rond de 28ste minuut komt Penrose in beeld – Red). Ik beschouw het maar als een vergissing van de 89-jarige grootheid maar opvallend is het wel, temeer omdat hij de broer is van de bekende grootmeester Jonathan Penrose.
Julius
Daar is een hele website van, waar Penrose inmiddels ook op staat.
chessfails.tumblr.com/
Hilarisch zijn de schaaktijdschriften en -boeken waar op de omslag een verkeerd opgesteld bord staat.
Dat is het enige minpuntje in The Shawshank Redemption: een schaakbord met rechtsonder een zwart veld, in de beginstelling. Een schaker, die daar op let, geen kniesoor…
Maar in Rocky IV is het dacht ik wel echt b2 mat!
Dat vind ik geen basisregel, maar een algemene hoewel verder vrij betekenisloze conventie. Het schaakspel verandert er niet door als het bord “verkeerd” staat. Sterker nog, ook het afwisselend licht en donker kleuren van de velden is in feite overbodig. Op een bord met 64 velden van dezelfde kleur kan gewoon een normale schaakpartij worden gespeeld. Ik geloof dat dit bij het Chinese schaakspel het geval is.
Bij het dammen bestaat dezelfde conventie om een donker veld linksonder te hebben en op de donkere velden te spelen. Maar in Frankrijk heeft men vaak een donker veld rechtsonder en wordt gespeeld op de lichte velden. En Italië heeft men de lange diagonaal weer van rechtsonder naar linksboven. Afgezien van de spiegeling is het spel daardoor niet wezenlijk anders.
Een spiegeling kan zich ook voordoen wanneer een foto in spiegelbeeld wordt afgedrukt, waardoor een goed opgesteld schaakbord op de foto schijnbaar verkeerd ligt.
Een opvallende reactie van iemand die ik dacht te kennen als zijnde allergisch voor storende invloeden van buitenaf (waar ik verder geen oordeel over heb). Ik zou echt niet kunnen spelen op een verkeerd neergelegd schaakbord (alle velden wit dan wel zwart zou me misschien minder storen). Ik heb er al grote moeite mee als de nerf ‘verkeerd loopt”.
Ha Frits, je hebt volkomen gelijk natuurlijk. Het spelen op zo’n gespiegeld bord zou zeer ongemakkelijk zijn. Een grappig experiment is het volgende, bij voorkeur uit te voeren na het nuttigen van wat alcoholische consumpties:
In de beginopstelling worden alle paarden en lopers van plaats verwisseld. Afgesproken wordt dat het stuk op b1 (wat nu de vorm heeft van een loper) gewoon een paard is. Het stuk op c1 (wat nu de vorm heeft van een paard) is gewoon een loper. Hetzelfde geldt voor de stukken op f1 en g1, alsmede voor de zwarte stukken op b8, c8, f8 en g8. De regels van het schaakspel zijn dus niet anders; alleen de uiterlijke verschijning van lopers en paarden zijn verwisseld.
Wanneer je op die manier een partij gaat spelen, dan lukt dat nog wel enigszins in de opening. Maar zodra je in het middenspel belandt en de partij wat ingewikkelder wordt, ga je onherroepelijk de fout in.
Ik denk niet zozeer over hoe het me in een partij zou bevallen, er zijn vier gelijke opties om het bord op te stellen (ook K en D omwisselen) zonder dat het spel verandert. Zelfs Fischerandom deert me niet. Maar ik vermaak me met /erger me aan personen die belangrijk en imposant proberen te zijn maar kolossale flaters begaan.
Ooit luisterde ik naar een hoogwaardigheidsbekleder die -in het Engels- een schaaktoernooi opende. Na een trots verhaal dat hij er zelf niets van kon (Ooit iemand een muziekfestival horen openen die trots verklaart geen trompet van een viool te kunnen onderscheiden ?) maar dat hij wel vroeger thuis wel veel “dam” speelde (Engelse uitspraak, dus als “damn”).