schaakstukje

Bakoe

Waarom zijn Russen de beste schakers?

In de jaren 20 en 30 van de vorige eeuw waren er in Rusland vele zgn. arbeidersclubs waar men o.a. schaakte (er was zelfs een schaakmeubel voor ontworpen). Het onmetelijke land met zijn vele inwoners in combinatie met bovenstaande moet het antwoord op de vraag zijn. Er is echter nog een verklaring en die gaat als volgt: honderden jaren geleden leefde er in een klein dorpje in Rusland een schoenmaker. De beste man had de eigen(aardige) gewoonte zijn klanten te trakteren op een potje schaak. Schaken was in die tijd een noviteit, maar door zijn enthousiasme was al gauw het hele dorp in de ban van dit nieuwe spel. Uiteraard werd een schaakclub opgericht maar eigenlijk was dit overbodig want het hele dorp was een permanente schaakclub. In het begin schaakte men alleen ’s avonds na het werk. Maar na korte tijd schaakten ze de gehele dag en liefst ook nog ’s nachts. Al gauw volgde crisisberaad door de dorpsoudsten. Dit kon zo niet langer doorgaan.

Een bakker hoort brood te bakken en zich niet de gehele dag met schaakproblemen bezig te houden, bij de slager was na enige tijd geen stukje vlees meer te koop. Alleen de timmerman voer er wel bij. Hij maakte alleen nog maar borden en schaakstukken. Maar het kwaad was al geschied. Het schaakvirus had zich in razend tempo verspreid. En niet alleen door het dorp maar door het hele land. Zelfs een huidige virusscanner zou er geen raad mee weten. Met het dorpje is het uiteindelijk nog goed gekomen. Na een hevige recessie ging de bakker (met tegenzin) weer bakken, de slager vulde zijn vitrines en de timmerman maakte weer stoelen en tafels. Het is door de schoenmaker uit het dorpje Bakoe dat men in Rusland het beste schaakt.

De schaakgenen van de oude dorpelingen hebben zich in al die jaren over het hele land verspreid met bekend resultaat. Eens in de zoveel tijd werd het land weer verblijd met een schaakgenie. Tot in het jaar 1963 een jongetje werd geboren, en dit kan geen toeval zijn, in hetzelfde dorpje als dat van de schoenmaker. Deze knul zou jaren later uitgroeien tot de allergrootste. Er wordt zelfs beweerd dat zijn DNA een verrassende gelijkenis vertoont met dat van de schoenmaker!

Voor wie in sprookjes gelooft inderdaad een plausibele verklaring.

Julius Bosma

Over juliusbosma

Architect. Ontwerper van schaakmeubels- en puzzels. Tekenaar van schaakportretten. Schrijver van schaakstukjes- en verhalen. Matig schaker, groot liefhebber.

5 Reacties

  1. Avatar
    Henk Smout 02 maart 2021

    Toen “honderden [meervoud! HS] jaren geleden” Bakoe nog een dorpje was, toen had het ondanks een eerste bezetting door het Russische leger in 1723 en honderdtwintig jaar later inmiddels in een uithoek van het Russische Rijk een inwoneraantal van 2150, daarvan 434 Armeniërs en de overigen spraken een Iraanse of een Turkse taal.

    • Avatar
      Henk Smout 04 maart 2021

      de.wikipedia.org/wiki/Uschakowo_(Kaliningrad,_Osjorsk) had vroeger de Duitse naam Ströpken, meegebracht door nieuwe bewoners sinds 1724 afkomstig uit Ströbeck (aanklikbaar).

      Fictief is het dorp Sjachmatnoje in de Transkarpatische Oekraïne, waar in het uit het Russisch vertaalde Das Geheimnis des schwarzen Königs (Sportverlag Berlin 1960) van Aleksandr Gerbstman een Russische majoor in het laatste deel van de Tweede Wereldoorlog met motorpech verzeild zou zijn geraakt en dat hij bij een latere poging om daar nog eens op bezoek te gaan niet meer kon terugvinden en ook op geen enkele landkaart was vermeld. In dat verhaal wordt aan het bestaan van Ströbeck herinnerd en in “Nordwestdeutschland” gesitueerd! Noordwest, jawel, het staat er en dat in een boek dat in de DDR is verschenen!

      Er wordt in het verhaal bij Gerbstman ook een Frans dorp Beauvigny in het departement Sèvres genoemd. Daarmee is vast een plaats bedoeld die bestaat of bestaan heeft.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.