The Hustler
Walter S. Tevis schreef behalve The Queen’s Gambit nog drie andere boeken waar een filmbewerking uit voortkwam. En één daarvan ook met een spel dat zich er niet voor leek te lenen om het spannend en verhalend in beeld te brengen: poolbiljart.
De film The Hustler uit 1961 met Paul Newman in de hoofdrol was een succes. Ik zag de film lang geleden en pas recent kwam ik erachter dat de auctor intellectualis van The Queen’s Gambit ook die van The Hustler is.
Er lijkt verschil te zitten tussen de moraal van het ene en het andere verhaal, maar bij nadere beschouwing is dat toch niet het geval. In The Queen’s Gambit weet Beth Harmon met haar talent door oefening en doorzetten het hoogste te bereiken. De hoofdpersoon van The Hustler, poolspeler Eddie Felson, gebruikt daarentegen zijn talent om er op goedkope en bedrieglijke manier beter van te worden. Maar in tegenstelling tot Beth loopt het met Eddie niet onverdeeld goed af. En zo brengt de schrijver in beide boeken tot uitdrukking dat je je talent goed moet gebruiken, alhoewel hij die boodschap er niet dik bovenop legt.
In de laatste gedrukte aflevering van Schaakmagazine is op de cover Eline Roebers te zien in een Beth Harmon-pose. Niet zo’n gekke verwijzing als je net wereldkampioen bent geworden.
Maar Eline is niet de enige Nederlandse schaker die een zekere gelijkenis met een Walter S. Tevis personage vertoont. Een ‘Eddie’ hebben we namelijk ook.
Nee, ik ga geen naam noemen, maar ik zal hem wel beschrijven en als iemand de schoen past zullen we dat ongetwijfeld merken.
Dit soort B-films werden in de jaren ’60 vaak als nachtfilm gedraaid in Amsterdamse buurtbioscopen, waar best nog wel wat publiek op afkwam met name jonge stelletjes, die dan achterin de zaal gingen zitten. Ik denk dat ik deze film op die manier heb gezien. Die buurtbioscopen hebben het alleen kunnen redden als het arthouses werden, zoals Rialto in de Pijp, Desmet in de Plantage en Rex in de Haarlemmerstraat, al heet dat nu The Movies. Het interieur van deze bioscopen is grandioos. Alleen dat maakt het al de moeite waard om ze te bezoeken.
Ieder zijn smaak, maar om een film die twee Oscars heeft gewonnen een B-film te noemen gaat wel erg ver.
Ik heb dat toen zo ervaren, maar mogelijk heeft de film bij het uitbrengen wel in grotere bioscopen gedraaid. Er waren inderdaad twee Oscars, maar niet voor de film zelf, niet voor de regisseur of het script en ook niet voor één van de acteurs. Ik vond Paul Newman een geweldig acteur en die had er wat mij betreft wel één kunnen krijgen. Naar zo’n film ging ik om hem te zien spelen.
Een film een B film noemen is geen diskwalificatie, al is dit een bekend misverstand. Zie Wikipedia: ‘Een B-film is een film die wordt gemaakt met een relatief klein budget en nieuwe of onbekende acteurs, en die is uitgebracht met weinig publiciteit‘. Het zijn vaak films die jonge acteurs laten doorbreken, zoals hier Paul Newman.
Van Dale, 12e druk: ‘B-film (m.), film van mindere kwaliteit, goedkope, pretentieloze film.’ Wat mij betreft heeft Van Dale voorrang boven wikipedia.
Paul Newman was bij uitkomen van de film 36 jaar oud, maar ach, wat is jong…? Echter, drie jaar eerder was hij tegenspeler van Elizabeth Taylor in ‘Cat on a hot tin roof’ – ook niet echt een B-film, in de Van Dale- noch in de wikipediabetekenis.
Behalve twee Oscars kreeg de film overigens ook zeven Oscar-nominaties.
Zie overigens www.pinterest.fr/pin/789115165929438984/ mocht er twijfel zijn of dit nog wel over schaken gaat…
Ik zie ook de term B-film niet als een diskwalificatie, maar zoals Wikipedia dat omschrijft.
Om echter terug te gaan naar het schaken; er is wel een film die daar over gaat: The Life of a King. En bij die titel hoort ook de Koning van het schaakspel. Helaas is de film niet op Netflix te zien, maar misschien heeft iemand die op een andere manier kunnen bekijken en kan een oordeel geven. De film is in 2013 uitgebracht.
Dit is het ongelooflijke maar waargebeurde verhaal van Eugene Brown. Hij zag het als een missie om de jeugd in de mindere buurten van de stad Washington iets te geven wat ze nog nooit hadden gehad: een toekomst. Zelf was hij door schade en schande wijs geworden, want hij zat ooit 18 jaar in de gevangenis wegens bankroof. In zijn tijd achter de tralies had Eugene een grote liefde voor het schaakspel opgevat. Na zijn vrijlating richtte hij de Big Chair Chess Club op. De schaakclub was bedoeld om jongelui van de straat te houden, zodat ze konden bouwen aan een leven dat ze altijd voor onmogelijk hadden gehouden. In deze ontroerende en inspirerende film zien we hoe Eugene zijn eerste schaaklessen gaf aan een groep volkomen onhandelbare scholieren, hoe de schaakclub ondanks veel tegenwerking toch van de grond kwam en hoe de leden hun eerste toernooien speelden. Maar wat vooral bijblijft is de manier waarop Eugene Brown een positieve wending gaf aan het leven van tieners die dachten dat ze al schaakmaat stonden…
B-film geeft inderdaad geen kwalificatie aan een film, men kan bijvoorbeeld meerdere Bergman film b-films noemen!
Dit is niet het juiste topic, excuses, maar ik wil even terugkomen op Queens Gambit, omdat ik die pas recent in z’n geheel heb gezien.
De eerste aflevering deed me huiveren omdat Beth na het innemen van tranquilizers (zenuwpillen volgens m’n dokter in 1988..) het schaakbord kon visualiseren.
Ik moest tot de laatste aflevering wachten om te ontdekken dat ze die pillen niet nodig had om combinaties te kunnen berekenen, wil dat even gezegd hebben.. Ik gebruik die rot pillen al sinds 1988 en heeft me nooit geholpen in het schaken… helaas!
Serie was overigens genieten na die eerste aflevering!
Waar staat toch die B in B-film voor? Voor Böhm misschien…?
Leuk om nog wat verder te kijken op Internet. De mislukte overval werd een slechte B-film.
De beste manier om deze film te beschrijven? Een rasechte B-film. Met de B van beregoed.