Willem Verbeek – Een pionier van het Nederlandse schaken
Willem Jan Louis Verbeek (1820-1888) was de jongste telg uit de familie van Jan Louis en Wilhelmina Verbeek. Hij was geboren en getogen in Wijk bij Duurstede en na een onderbreking voor zijn medische opleiding tot platlandicus is hij daar in 1842 teruggekeerd en gestart als huisarts. Verbeek trouwde en zou een gezin hebben dat uitgroeide tot negen kinderen.
Ondanks zijn drukke praktijk, familieleven, en financiële beslommeringen vond Willem Verbeek ruimte om zich in diverse sociaal-culturele activiteiten en goede doelen te verdiepen. In zijn vrije tijd was Verbeek vooral actief in de schaakwereld, waar hij menig lans brak voor de ontwikkeling van het schaken in Nederland, dat in de negentiende eeuw nog achterliep op de rest van de wereld. Verbeek geldt dan ook als een pionier, die als geen ander een stimulator was voor het schaken en de uniformering van de regels in Nederland. Verbeek was een schaakmeester avant la lettre, maar hij is vooral bekend als de hoofdredacteur van het eerste Nederlandse schaaktijdschrift Sissa (1847-1874), zijn geesteskind.
In 1844 richtte Verbeek met twee clubgenoten het schaakgenootschap Sissa op, vernoemd naar de mythische brahmaan Sissa waarvan men dacht dat hij de uitvinder van het schaakspel was. De leden van deze vereniging ontmoetten elkaar wekelijks. Verbeek was de captain van menig correspondentie-schaakpartij van Sissa tegen andere clubs in het land. Onder Verbeeks leiding groeide Sissa uit tot een gerespecteerde schaakmacht en werd Wijk bij Duurstede “de bakermat van het schaken” in de regio.
Verbeeks naam (alsook zijn pseudoniem Gustavus) is verbonden met het eerste Nederlandse schaaktijdschrift Sissa, zijn geesteskind, dat hij in 1848 opzette en waarvan hij tot 1874 de hoofdredacteur zou zijn. Het blad werd het middel bij uitstek om de Nederlandse schaakgemeenschap te verbinden en op de hoogte te houden van de laatste theoretische ontwikkelingen.
Na uitgebreid overleg met vooraanstaande schakers publiceerde Verbeek in 1848 onder zijn pseudoniem het Nieuw reglement op het gewoon schaakspelen, dat algemeen aangenomen werd en door het hele land gebruikt werd tot in 1874, toen de Nederlandse schaakbond met een update kwam.
In de periode tussen 1848 en 1852 verschafte Verbeek onderdak aan de hulpbehoevende, fysiek aftakelende theaterschrijver Helvetius van den Bergh en bracht hem de regels van het schaakspel bij. Helvetius zou in korte tijd uitgroeien tot een vooraanstaande schaakproblemist en met steun en aanmoediging van Verbeek in 1852 zelfs het boek Kunstspelen voor liefhebbers van het schaken publiceren.
In 1858 werd op Verbeeks initiatief en in samenwerking met Strijdt met Beleid een nationaal schaaktoernooi in Nijmegen georganiseerd. Dit geldt als het eerste nationale schaaktoernooi in de Nederlandse geschiedenis. Verbeek, immer de romantische schaker, gebruikte de openingstoespraak om nog maar eens de deugden van het gambietspel te benadrukken, waarbij hij schande sprak van het “schaakslakkenstijl” dat getoond was in het beroemde “Internationale Schaaktoernooi van Londen” dat eerder dat jaar was gehouden (feitelijk was het dat jaar in Birmingham). Het waren de hoogtijdagen van het romantische schaak, en de eerste ontwikkelingen richting het positionele schaak die in Londen te zien waren, getoond door onder meer Staunton, toch niet de minste in de schaakwereld, werd door de romantici van toen – met Verbeek voorop, met weerzin aanschouwd.
De winnaar van het toernooi in Nijmegen werd gewonnen door de multigetalenteerde Thomas Werndly (1839-1868), een gewaarde redacteur van het Sissa schaaktijdschrift, en talentvolle literaire belofte, die zijn talenten echter nooit tot volle wasdom heeft kunnen brengen, omdat hij veel te jong stierf. Werndly won het toernooi vóór Christiaan Messemaker (1821-1905), die wel een lang leven beschoren was en de geschiedenis in zou gaan als één van Nederlands sterkste spelers uit de negentiende eeuw. Grote afwezige in dat toernooi was echter de relatief teruggetrokken Maarten van ’t Kruijs, die zou uitgroeien tot mogelijk de sterkste schaker in Nederland in deze periode.
In 1861 publiceerde Verbeek De Hollandsche schaakspeler – een zakboek voor schaakspelers, het eerste boek over het moderne schaken in de originele Nederlandse taal. Dit boek geeft een overzicht van de stand van het schaken in Nederland halverwege de negentiende eeuw, en onder meer enkele beroemde partijen die heden nog altijd terug te vinden zijn.
Hij was als redacteur van Sissa getuige toen op 23 mei 1873 op initiatief van leden van het Haagse Schaakgenootschap Discendo Discimus de Nederlandsche Schaakbond opgericht werd. Sissa, dat met Willem Verbeek een goede en betrouwbare reputatie had, werd het eerste officiële tijdschrift van de Bond. Verbeek was toen, met zijn leeftijd van 53 jaar, internationaal bekend als de oudste redacteur van een schaaktijdschrift, terwijl Sissa een van de langst lopende tijdschriften was die de internationale schaakwereld toen kende. Verbeeks volharding en doorzettingsvermogen, waar andere schaaktijdschriften in binnen- en buitenland het niet redden, wekten alom bewondering. Een jaar later echter stapte Verbeek uit de schaakwereld om “verschillende redenen van overwegend belang” en daarmee kwam ook een einde aan Sissa.
De bond zou, na nog een jaar op hoogst onbevredigende wijze met Verbeeks opvolger, de uitermate recalcitrante Antonius van der Linde, in zee te zijn gegaan pas in 1893 weer zijn eigen bondstijdschrift hebben.
Het laatste levensteken van Verbeek in de schaakwereld was toen hij in 1878 zijn uitgebreide schaakcollectie aan de Schaakbond verkocht.
Toen Verbeek zich uit de schaakwereld terugtrok waren Dupré, Messemaker, Benima, en Maarten van ’t Kruijs inmiddels “de nestoren van het Nederlandse schaak” die nog enkele jaren de Nederlandse schaakwereld zouden domineren. Het toeval wilde dat de allerlaatste keer dat zij zich op het hoogste niveau lieten zien was toen Benima de derde plaats behaalde in het Nederlandse kampioenschap van 1888, het jaar dat Verbeek overleed.
Overlijden en nalatenschap
Willem Verbeek overleed op 30 september 1888 op 68-jarige leeftijd in Wijk bij Duurstede, vermoedelijk na een korte ziekbed. Over de oorzaak van het overlijden is, gezien het feit dat Verbeek naast schaker toch vooral een huisarts was, merkwaardig genoeg weinig bekend. Charles Dupré, die in de loop der jaren een goede vriend van Willem was geworden, wist er echter meer van en schepte in De Groene Amsterdammer middels een schaakpuzzel ter nagedachtenis van Verbeek op gepaste wijze licht op de omstandigheden waaronder hij was overleden.
Verbeek wordt met name herinnerd om zijn bijdragen aan de Nederlandse schaakgemeenschap. In de schaakcolumn van De Tijd stond: “De schaakwereld heeft een groot verlies geleden door het overlijden van één harer meest verdienstelijke leden, den heer W.J. L. Verbeek, te Wijk-bij-Duurstede. Gedurende 27 jaaren was hij redacteur van het schaaktijdschrift Sissa, en men kan zeggen dat hij zoowel met de zaakkundige bewerking van dat blad als met zijn overigen arbeid in boekvorm en voor de periodieke pers het meest van alle Nederlanders bijgedragen heeft tot aankweeking van degelijke schaakkennis in ons Vaderland. Zijn aandenken zal in dankbare vereering voortleven bij de beoefenaars van het schaakspel.“ De Nederlandse Schaakbond schreef in het Jaarboekje van 1888: “[we] herdenken met bijzondere waardeering, den ijver, het talent, de volharding en beminnelijkheid, waarmede hij gedurende 28 jaren (1847- 1874) aan het hoofd der redactie van Sissa heeft gestaan en daardoor de lust en de liefde tot het edele spel bij zoovelen heeft opgewekt en gaande gehouden.”
Hieronder de oplossing van de schaakpuzzel (zie afbeelding hierboven rechts)
Het is moeilijk om zijn bijdrage aan de ontwikkeling van het Nederlandse schaak te kwantificeren, maar het is duidelijk dat zijn inspanningen over een periode van bijna dertig jaar flink hebben bijgedragen aan het in kaart brengen van het Nederlandse schaak:
- groei en binding van de Nederlandse schaakgemeenschap;
- ontwikkeling en verspreiding van schaakkennis;
- Sissa is de historische bron bij uitstek van het Nederlandse schaakleven in de negentiende eeuw;
- publicatie van schaakregels die tot de vernieuwing van de bond in 1874 van toepassing waren;
- publicatie van het eerste boek in de Nederlandse taal over het moderne schaken.
Verbeeks speelsterkte
De Nederlandse schaakwereld na Verbeek
De nieuwe generatie, met de gebroeders Van Foreest, de eersten van wat een beroemde schaakfamilie in Nederland zou worden, traden nu langzamerhand op de voorgrond. Dirk van Foreest (1862-1956) zou meerdere keren Nederlands kampioen worden en hij was de eerste Nederlandse schaker die zich daadwerkelijk met de internationale schaaktop kon meten. Er wordt gezegd dat als hij serieus getraind had wel eens veel hogerop had kunnen komen. Maar hij was, net als Willem Verbeek, een drukbezette huisarts.
Verbeeks schaakcollectie in het MEC
Het Max Euwe Centrum te Amsterdam werd in 1986 geopend met het doel Euwes werk en betekenis voor het schaken levend te houden, en de schaaksport te bevorderen.
Willem Verbeeks schaakcollectie, die jarenlang in het bezit is gebleven van de Koninklijke Nederlandse Schaakbond, is recentelijk aan het Max Euwe Centrum in Amsterdam overgedragen, waar het tot op heden zij aan zij met de collectie van Max Euwe ingezien kan worden.
“dat in de achtiende eeuw nog achterliep”
wordt hier negentiende eeuw bedoeld?
Dank, bij deze gecorrigeerd.
Mooi, deze aandacht voor Willem Verbeek. Het opzetten en in stand houden van Sissa moet voor hem een grote klus zijn geweest en zijn bijdrage aan de schaakgeschiedschrijving – nationaal en regionaal – is zeker van belang. Nederland heeft een heel interessante schaakhistorie. Gebruik op delpher.nl de zoekterm ‘schaken’ en je krijgt 237.024 verwijzingen, al zit daar ook het schaken (ontvoeren) van mensen bij. Maar toch, als je honderd verwijzingen per dag naloopt, ben je een kleine zeven jaar bezig om alles te lezen. Sissa neemt in die historie een voorname plaats in.