De wil om te winnen
Op YouTube is een schat aan schaak-amusement te vinden. Beelden voegen zeker wat toe aan de zetten en een verhaal. Een tijdje geleden zag ik een filmpje van Ivantsjoek die tegen Jobava checkers speelt (dammen op een 8×8 bord, in de marge van een schaaktoernooi). Eenvoudig te vinden als je “Ivanchuk Jobava checkers” in YouTube opvraagt. Kostelijk materiaal. (www.youtube.com/watch?v=qexW6W0e2Sc)
Van de week stuitte ik op een filmpje dat opvraagbaar is via: “Korchnoi Barsov blitz”, uit een toernooi in Quebec 2004. (www.youtube.com/watch?v=1g5IaYYb28g)
Amusant en leerzaam. Je ZIET duidelijk hoe deze killer-op-leeftijd DENKT, en zo het verschil met een modale grootmeester duidelijk maakt. In de eerste partij, met zwart, neutraliseert hij middels Dc7 en Txc4 de witte ambities. Met remise als resultaat. Echt indrukwekkend vind ik de tweede partij, waarin hij met wit een viertoren-eindspel naar de winst uitschuift. Op een volkomen transparante wijze dirigeert hij zijn stukken naar de juiste velden. Eerst met d3-d4 de zwakte van pion b4 vastleggen. Met als einddoel om de torens naar c4 en a4 te brengen, waarna zwart pion b4 inlevert. Daartoe éérst T8e4 en dan pas Tc4, want na direct Tc4 kan zwart Tc5 spelen. En dat alles in een mum van tijd. Verbazingwekkend. Zoals Cruijff zei: je ziet het pas als je het snapt.
Op zichzelf is dit allemaal geen nieuws – we weten waartoe Kortsjnoi in staat was. Maar het nodigde wel uit om verder in de verrichtingen van Kortsjnoi als 70-plusser te duiken. Muziekhistorici schrijven over de ‘late Beethoven’ en de ‘late Liszt’. Laat mij dan eens inzoomen op de ‘late Kortsjnoi’. Hopelijk beleeft u er net zoveel plezier aan als ik.
We beginnen met een partij tegen Tiviakov, uit 2006. Helaas zonder filmpje, maar het betreft wel een unieke vertoning van een 75-jarige – tegen een gerenommeerde tegenstander. Na de 20e zet van zwart (Lb7-c6) ontstond de volgende stelling (Tiviakov met zwart):
Het thema van deze partij draait om zwarts slechte loper. Met zijn laatste zet steekt dit kuiken zijn snavel door een gat in de eierschaal, in de hoop via b5 het ei te kunnen verlaten. Wit voorkomt dat met 21. Lxb8 Pxb8 22. Dc1! Zwart kiest nu voor de terugtocht naar b7, want 22. – La4 23. Tc7 Da8 24. Txe7 Lxb3 25. Dc5 biedt geen hoop. Na het gespeelde 22. – Lb7 duurt het wat langer, maar zwart blijft evengoed kansloos. Speel het vervolg in alle rust zelf na. De slechte loper overleeft het binnen de eierschaal niet. Een dergelijke prestatie gaat de wereld niet nog eens meemaken, dat staat voor mij wel vast.
Uit het eerder genoemde snelschaaktoernooi in Quebec 2004 vind ik ook nog de partij Nataf – Kortsjnoi. (www.youtube.com/watch?v=caOoOzmtZFw)
Het gaat om de eerste partij in het filmpje, een lust voor het oog. Zie hoe zwart zijn positie elke zet verbetert. En ten slotte het punt incasseert. De zwarte strategie is glashelder, terwijl de witte zetten lukraak overkomen.
Er is veel over Kortsjnoi’s puntige karakter en zijn tomeloze energie geschreven. Dat zie je ook wel in de filmpjes terug. De energie waarmee de zetten gespeeld worden associeer je niet gauw met een zeventiger. In hetzelfde filmpje tegen Nataf heeft Kortsjnoi in de tweede partij wit, en verliest omdat hij in een remise-stelling respectloos door zijn vlag gebeukt wordt. Je gelooft niet dat je hier naar een 73-jarige zit te kijken.
Als illustratie van zijn karakter mag je de partij Kortsjnoi – Ivkov uit 2011 niet missen:
(www.youtube.com/watch?v=e7o7YlmM_qQ)
Nota bene: wit 80 jaar oud, zwart 77. In 1956 speelden de heren al tegen elkaar (remise). Ook in 2011 eindigde het weer in remise. Na een inhoudsvolle partij. Maar echt onbetaalbaar is de mimiek waarmee Victor aan het einde remise geeft, vol walging, omdat hij een beter toreneindspel niet in winst kon omzetten. Ivkov aanschouwt het tafereeltje met een glimlach in zijn vuistje, wat op relativering wijst: “Die is op zijn 80e nog geen steek veranderd…” Een dergelijke relativering ontbrak bij Kortsjnoi ten enenmale; de wil om te winnen was er als altijd tevoren, tot in het graf. Naar mijn smaak is die drive het meest bepalend geweest, om zo een staat van dienst op te kunnen bouwen. Zonder die werkelijk ongeëvenaarde wil om te winnen acht ik het onmogelijk dat iemand, in de moderne geschiedenis, op zijn 47e slechts één winstpartijtje van het wereldkampioenschap komt te staan (match tegen Karpov, Baguio 1978). En eerder in 1974 was de finale van de kandidatenmatches (tegen Karpov) ook al een close call.
Een dergelijke wil om te winnen kent tegelijkertijd een donkere kant. En ook dat zie je op 75-jarige leeftijd terug: wanneer hij in 2006 een snelschaakpartij van Sofia Polgar verliest (toen 31 jaar oud).
(www.youtube.com/watch?v=TxeiGipoFSE)
Geen hand schudden ter felicitatie, ongepast commentaar na afloop – het is zonder meer onsportief gedrag. Toch ben ik zelf, in dit unieke geval, mild gestemd: kun je iemand veroordelen op precies die eigenschap die de schaakwereld ook zoveel moois gebracht heeft? Ik kan alleen maar Goliath zien, die het niet kan accepteren dat een jonge David een steen naar hem gegooid heeft. Life sucks.
Tot slot nog even over Kortsjnoi’s talent. Spassky schijnt daarop gecommentarieerd te hebben. Eerst een lange lijst met uitmuntende kwalificaties – om af te sluiten met: helaas geen talent om wereldkampioen te worden… Spassky heeft recht van spreken, maar om het verschil van één winstpartij op een gebrek aan talent te schuiven gaat mij te ver. Als dát een gebrek aan talent is, doe mij daar dan toch maar een onsje van. Verpakken hoeft niet, ik neem het zo wel mee!