schaakverhaal, november 2011
Schaakland
Lang geleden was er op aarde een piepklein land ergens tussen Rusland en Mongolië. Het was niet alleen klein maar ook bijzonder. Wat was er aan de hand?
Welnu beste lezers, als u wel eens geschaakt heeft weet u hoe mooi dit spel is. Hoe het je kan betoveren, je in vervoering brengen zodat je er je verdere leven verslaafd aan bent. In het land waar we over spreken had men dit ook in de gaten. Men besloot dan ook om alle tijd aan het edele spel te besteden. Hiermee bedoel ik dan ook alle tijd.
Op school leerden de kinderen naast hun eigen taal en wat eenvoudig rekenwerk slechts één vak: schaken. Meer was niet nodig want er was ook maar een beroep: schaker. Nu kwam het goed uit dat er in het buurland nogal wat goede schakers woonden zodat deze les konden geven. U zult zich afvragen: hoe zat het met het bakken van brood, het snijden van vlees, het bouwen van huizen, het maken van meubels, enz. Welnu, men had hiervoor een even eenvoudige als doeltreffende oplossing. Men huurde ze in! De bakkers, de slagers, de bouwvakkers enz., enz.
Geld speelde geen rol. Dat zat zo: nog voor de schaakmanie begon, had een boer op zijn land een merkwaardig goedje gevonden. Hij wist eerst niet wat het was. Gele korrels en brokjes metaal die mooi glinsterden in de zon. Het land bleek bezaaid met goud! Je hoefde maar een schop in de grond te steken of daar kwam weer een klomp zo groot als een voetbal tevoorschijn. Met al dit verdiende geld was het een koud kunstje genoeg vaklui in te huren die zorgden dat de economie draaide en men niets tekortkwam.
Door al dat geschaak lag er echter een groot probleem in het verschiet. In het begin had men nog niks in de gaten. Maar na verloop van tijd openbaarden zich de eerste problemen. Het bleek dat steeds meer partijen in remise eindigden. Zo erg zelfs dat complete toernooien overgespeeld moesten worden omdat er geen winnaar was.
Het aardige van een potje schaak is toch dat er uiteindelijk een winnaar is. Een remise is leuk maar op den duur onbevredigend. En na tien of meer remises wordt het ronduit vervelend. Je wilt weleens winnen of desnoods verliezen.
Na vele eeuwen schaak waren de schaakgenen van de inwoners van het land zo met elkaar verweven dat iedereen gelijkwaardig aan elkaar was geworden. Echte uitgesproken talenten waren er niet meer. Men kon ook niets anders meer dan schaken. Reeds op 2–jarige leeftijd begon men met de eerste partijtjes, tot aan de dood toe. Op de vele schaakclubs waren er geen kampioenen meer. Toernooien werden niet meer georganiseerd. Het had geen zin. Men was zozeer verslaafd en afhankelijk van het spel geworden dat dit uiteindelijk tot het einde van het spel en het land leidde.
Men had zich letterlijk dood gespeeld. Uit pure verveling en wanhoop zochten de mensen naar andere liefhebberijen en spelletjes. Maar na zoveel eeuwen schaak kom je niet op het idee om plots te gaan dammen of sjoelen.
Het land werd uiteindelijk opgedoekt bij gebrek aan inwoners en ingelijfd door het grote Russische rijk. De laatste bewoners van enkele huizen van ouden van dagen werden ondergebracht bij schaakminnende medebroeders, waarmee een eind kwam aan dit merkwaardige land.
Sinds mensenheugenis komen de beste schakers uit Rusland.
U weet nu waarom.
Julius