schaakstukje
Olympisch schaak
Onlangs zag ik tijdens de olympische spelen op tv een rare skivariant. Skiën over zgn. moguls (hobbels). Tietskiën lijkt me een toepasselijker naam. Een belachelijk misbaksel en nog olympisch ook. Ook bij het snowboarden hebben ze een paar halfbakken varianten bedacht die het label olympisch verdienen. Houd de sport puur, zou ik zeggen.
Wat wel een doorbraak lijkt te worden is het padel, een kruising tussen squash en tennis. Nog niet olympisch maar dat komt nog wel, denk ik.
Ook het schaken kent allerlei varianten: Chinees schaak, doorgeefschaak, schaken voor drie personen en randomschaak. Ik ben er vast nog een paar vergeten. Halfbakken probeersels die terecht geen blijvertjes zijn.
Gelukkig hebben deze varianten de top van de Olympus niet bereikt. Schakers doen het eens in de twee jaar tijdens de schaakolympiade gewoon met bord en stukken volgens de regels van het gewone schaak.
Julius
Chinees schaak is geen “variantje”, maar véél ouder dan het “Westerse” schaak. Er zijn vermeldingen van uit 200 vóór Christus.
Van ieder spel werden in de loop van de geschiedenis de spelregels aangepast. “Ons” schaak werd rond 1500 bekend als de “dolle Dame” variant. Oorspronkelijk mocht dat stuk maar één veld diagonaal. Daarna zijn nog gewijzigd, tot in de 21e eeuw: rokaderegels, promotieregels (een pion kon ook pion blijven op de achterste lijn, wat allerlei patconstructies mogelijk maakte), en passant, remise door herhaling van stelling, de 50-zetten regel etc. etc. Nieuwe ontwikkelingen zijn er ook: Fischerandom als voornaamste voorbeeld. Het is alleen maar natuurlijk dat een spel zich ontwikkelt en dat er nieuwe varianten ontstaan.
Er is een Europees project ( ludii.games ) dat wereldwijd alle spellen, met hun historische achtergrond in kaart probeert te brengen. Onderdeel daarvan is een computerprogramma dat al die spellen ook kan spelen, op basis van in te lezen spelregelbestandjes. Ik speel in dat project een bescheiden rol als tester van de spelen.
Dat Chinees schaak (xiangqi) ouder is dan de versie die waarschijnlijk uit het Indiase subcontinent afkomstig is en via Perzië en de Arabische wereld met wat wijzigingen naar Europa is gekomen, is een minderheidstheorie. De vermeldingen van vóór pakweg 600 v. Chr. wijzen ofwel duidelijk naar ander spellen die niets met schaken te maken hebben, ofwel het gaat om een beruchte vermelding van een bron die niet meer bestaat dan wel nooit bestaan heeft. Van horen zeggen, dus.
Naar mijn idee zou het wel kunnen zijn dat het huidige Chinese schaak een mengvorm is van het Indiase spel en een ouder Chinees spel. In Xiangqi komen elementen voor die in verder geen enkele andere Aziatische versie (behalve Koreaans schaak) voorkomen.
Ik moet toch eens dat artikel over de vroegste geschiedenis van het schaakspel afmaken wat ik een paar jaar geleden aan Kees Schrijvers beloofd heb. Het probleem daarbij was (behalve een emigratie) dat er een overvloed aan materiaal is, maar helaas ook een ernstig tekort aan harde feiten.