Senior (3)
Voor de oorlog maakte mijn oom deel uit van Goes I dat toen in de KNSB-competitie uitkwam. Een goeie schaker dus, maar gek genoeg wilde hij nooit tegen me spelen.
Het risico dat hij van die snotjongen zou verliezen, wilde hij waarschijnlijk niet lopen.
Toen hij benoemd werd tot directeur van de Wereldbank verhuisde hij van Brussel naar Washington en kocht hij een pied-à-terre in Zuid-Frankrijk. Een huisje in het departement Gard, het westelijke deel van de Provence, niet ver van het historische stadje Uzès.
Jarenlang mochten wij daar onze zomervakantie vieren.
Ik moest daaraan terugdenken toen ik het verhaal van Foppe-Jan las en bedacht dat we te laat bevriend zijn geraakt. Anders had ik vast een keer mee kunnen doen aan zo’n vriendentoernooitje waar vele bekende en minder bekende schakers aan hebben deelgenomen. Tenslotte was het maar 1 uur en 41 minuten rijden van het vakantiehuisje in Méjannes-le-Clap naar Mollans-sur-Ouvèze.