Het gelijk van aartspessimisten en rasoptimisten
Groep 1B was dit langgerekte seizoen het tegenoverstelde van een Poule des Doods. Met HWP Sas van Gent en Zuid Limburg veilig opgeborgen in de Meesterklasse en het twééde team van Paul Keres in de poule droomden bijna alle teams ervan om, als het meezat, omhoog te vallen naar het Walhalla. Bij ons vochten de aartspessimisten en rasoptimisten om voorrang. Het ging van ‘we kunnen zomaar degraderen’ tot ‘als we goed beginnen tegen BSG, ligt de weg naar de Meesterklasse open’. Gevolgd door hard gelach.
Dat verstomde meteen tot een hard gelag: tegen BSG, qua rating net als wij een van de laagst geplaatste teams, gingen we meteen het schip in. De tweede klasse gloorde in de verte, maar gelukkig herstelden we ons via zeges op Krimpen aan den IJssel, UVS en het veel sterker geachte DSC Delft. De praatjes namen weer toe, maar kregen een knauw toen we terecht verloren van Blerick en tegen Paul Keres 2 niet verder kwamen dan 5-5. Die formulering geeft goed weer aan wat voor moodswings we ten prooi vielen: ‘niet verder kwamen dan’, het klinkt bijna arrogant want ook PK 2 heeft een hoger ratinggemiddelde dan wij.
Over moodswings gesproken: als we in ronde 7 van Spijkenisse zouden verliezen zag ik – met de ratingkleppers Vianen/DVP en LSG 2 nog voor de boeg – het lijk al drijven richting divisie 2. Degraderen uit de eerste klasse met 7 matchpunten, het is me al eerder overkomen, met De Wolstad begin jaren tachtig, na een start van 7 uit 4. Onze captain Hans Moors liet toen in Schakend Nederland optekenen dat ‘dat nietige cluppie uit Tilburg best eens voor een verrassing zou kunnen zorgen. Let maar eens op!’. De volgende ronde verloren we met 9,5-0,5 van Den Haag, later nog met 9-1 van ESV, niet heel verwonderlijk dat we aan het eind wat bordpuntjes te kort kwamen. Een klassieker van een jinx, en dit trauma ligt ten grondslag aan mijn nog steeds snel opborrelende degradatiezorgen.
Uiteraard – sorry! – wonnen we van Spijkenisse. Twee ronden voor het einde al veilig! Maar verrek, een blik op de stand leerde dat alle titelpretendenten leken te passen, de vergelijking met de strijd om de achtste plaats in de voetbal-Eredivisie drong zich op.
Met nog twee à drie wedstrijden te gaan… ho, stop, dit moet ik even kwijt. De KNSB heeft mijns inziens uitstekend werk verricht tijdens de coronacrisis, met duidelijke en frequente communicatie over de veelheid aan steeds wisselende scenario’s. Complimenten! Enige smet op het blazoen is dat de inhaaldatum voor ronde 6 ná de datum van de ‘laatste’ ronde is geprikt. Dat geeft de teams die indertijd – gedwongen of… bewust – niet speelden een enorm voordeel. Er had in onze groep zelfs een situatie kunnen ontstaan dat een wedstrijd tot grote tevredenheid van beide teams op 5,5-4,5 zou eindigen, goed voor respectievelijk promotie en handhaving. Moet je niet willen, toch?
Na uitgebreide bestudering van de stand was duidelijk dat alleen Krimpen aan den IJssel minder verliespunten had dan wij. Maar ja, die hadden dan weer drie kansen om dat enige broodnodige verliespunt te pakken, elk nadeel hep se voordeel. Als dat hun zou lukken hadden wij aan twee keer winnen voldoende om…
En verdraaid, we wonnen in onze voorlaatste pot van het op papier veel sterkere Vianen/DVP, Krimpen pakte zijn verliespunt(en), en toen hoefden we alleen nog maar even de enig overgebleven rivaal LSG 2 te verslaan. Dan zou de uitslag van hun inhaalwedstrijd tegen Blerick er niet meer toe doen.
Dit eitje werd helaas nog wat hardergekookt – of hardgekookter? – dan we al vermoedden. Post-corona beschikten de Leidenaren weer over topper Rudy van Wessel en – met de kans op de unieke promotie van het tweede team naar de Meesterklasse vol in het vizier – was ook IM Stefan van Blitterswijk helemaal opgeladen. Voeg daarbij dat bij ons Stefan en Jasper Beukema begrijpelijkerwijs geen ontslag wilden riskeren en verstek moesten laten gaan, en je begrijpt dat we geen favoriet waren met ons ratinggemiddelde van welgeteld 2130.
Eenmaal in Leiden was er wel de meevaller dat LSG 2 zonder Martin Roobol aantrad: slok, borrel. En de opstellingen vielen best gunstig uit, met nogal wat koppelingen waar we op hadden gehoopt. De eerste uitslagen vielen wel flink in ons nadeel uit. Constantijn Beukema (4) boette in de opening een stuk in tegen Eelke Wiersma, en daarna was er geen tegenstribbelen aan. Erwin Kalle (6) zette tegen Raoul van Ketel na een goed voorbereide opening in een gelijke stelling de verkeerde toren op d8, hetgeen hem meteen fataal werd. Toen vervolgens Tommy Grooten (7) moest erkennen dat de zwarte aanval van Rudy van Wessel veel krachtiger was dan de zijne, stond het opeens 3-0 voor LSG 2. Daar ga je als rasoptimist! Maar wacht eens: goed beschouwd hadden we twee IM’ en een topscorer uit de weg geruimd in ruil voor een luttele 3 bordpunten. Kwamen we aanvankelijk 730 ratingpunten te kort, nu sloeg de elo-balans zo’n 400 punten in ons vóórdeel uit. Deal!
En dus waren we opeens favoriet in veel van de andere partijen. Zo ook in die van Sam Baselmans en Sjoerd van Roon, twee sterkhouders die in de tweede helft van het seizoen flink op stoom zijn gekomen. Kersverse Brabants kampioen Sam had het met wit vanuit de opening tegen Jorgen Henseler rustig aan gedaan. Voordeel kreeg hij pas toen Jorgen zijn opgerukte a-pion liet isoleren. Die werd een prooi voor Sam en daarna won hij geruisloos.
Sjoerd moest het opnemen tegen Peter Passenier. Die had de avond tevoren een bizar scenario bedacht waarmee LSG 2 door zijn toedoen een zeker lijkend kampioenschap zou mislopen. Zorg dat je zijn zeer vermakelijke gedachtekronkels niet mist: geniaal stuk. In de partij tegen Sjoerd leek er lange tijd niet veel aan de hand voor Peter, maar toen de beslissende fase aanbrak ging er – jammer genoeg voor hem – deze keer géén belletje rinkelen. En de noodklok hoorde hij evenmin.
Vervolgens was het mijn beurt. Je zit op zo’n dag voortdurend in een emotionele achtbaan. Echte achtbanen mijd ik angstvallig sinds ik me in EuroDisney een keer liet verleiden tot een ‘ontdekkingsreisje door een verlaten mijn’. Later – nadat ik me zeven minuten lang in pure paniek had vastgeklampt aan de Britse vrouw naast me (her too!) – las ik in een andere folder een iets accuratere typering: ‘een dollemansrit in een losgeslagen mijntrein’.
Aan de schaakspanning ben ik dan weer wel verslaafd. Het spel sleept je mee langs fraaie vergezichten, maar de afgrond is nooit ver weg. Zo ook in mijn partij tegen Alexander Polak, voor meer details verwijs ik naar de analyse. De korte samenvatting: ik raakte eens een keer niet noemenswaardig in paniek toen de bedenktijd slonk: 3-3!
Dat was al een hoopvolle tussenstand, maar het werd nog mooier. Luuk Baselmans ging er in het complexe middenspel helemaal voor, maar Stefan van Blitterswijk hield de controle en kwam er voordelig uit. Gelukkig wist Luuk op zijn beurt de witte winstkansen te neutraliseren: 3,5-3,5.
Het werd steeds duidelijker dat we op rozen zaten. Herman Grooten had het venijnige tegenspel dat Michiel van Wissen na een pionoffer leek te ontwikkelen weten te ontkrachten met scherpe tegenzetten. Na dameruil resteerde een eenvoudig gewonnen eindspel: 8 uit 9 voor onze maestro en 4,5-3,5!
Mooi dat juist een invaller ons het beslissende zetje ging geven. Peter Huibers had tegen Jan Hellenberg de hele middag stug op initiatief gespeeld en dat loonde naarmate er meer stukken van het bord gingen. In het dame-eindspel bracht hij na een koningsmars zijn vrijpion naar de overkant: 5,5-3,5 en kampioen!
Ik ben van nature een vlotte huiler – met name films met kinderleed of machteloosheid storten mij in no time in een diep tranendal. Maar schaken of sportprestaties, nee, daar ga ik niet om janken. Max-mania en overdreven chauvinistisch voetbalsupportergedoe zijn aan mij niet besteed. Toch liep ik nu even het denksportcentrum uit, in een verwarde zoektocht naar een Libelle-momentje voor mezelf. En wat liep daar nou over mijn wang? Nou, vooruit, eentje dan. Hij lag al een paar jaar op de loer, denk ik, en nu zag hij zijn kans schoon.
Weer binnen was – terecht! – het laatste woord aan onze onvolprezen teamcaptain Nick Bijlsma. Hij had een stuk geofferd voor zoveel pionnen dat tegenstander Wim Heemskerk er langzaam maar zeker moedeloos van moet zijn geworden: 6,5-3,5, toe maar.
Voor de vierde keer vaart ons vlaggenschip dus de Styx over naar de Meesterklasse. Het spreekt voor zich dat die avond regelmatig de historische kreten ‘En dat met dít team!?’ en ‘Wat een club! Wat een spelers!’ door de Leidse chinees galmden. Plus de nieuwe klassieker: ‘Méésterklasse… daar hebben wij écht helemaal niets te zoeken!’
Het wordt inderdaad ongetwijfeld de hel: tijdens ons vorige optreden op dat niveau, vier jaar geleden, pakte onze huidige topscorer Herman evenveel punten als hij dit seizoen verloor. Van die dingen.
Nauwelijks een minuut later waren er alweer tegengeluiden. Hoorde ik daar uitgerekend onze bescheiden teamleider nou echt zeggen: ‘We gaan donderdag (KNSB-bekerfinaledag, red.) gewoon voor de dubbel!’?
Op een dag waarop we van 0-3 naar 6,5-3,5 gingen, in een seizoen waarin zowel aartspessimisten als rasoptimisten gelijk kregen omdat we ons niet handhaafden in de eerste klasse, klonk het al veel minder gek dan we die ochtend hadden gedacht.
De persoonlijke uitslagen:
Wissen van, M.E. (Michiel) | 2237 | Grooten, H.C.A. (Herman) | 2304 | 0 – 1 |
Polak, A. (Alexander) | 2229 | Becx, C. (César) | 2084 | 0 – 1 |
Heemskerk, W. (Wim) | 2141 | Bijlsma, N. (Nick) | 2284 | 0 – 1 |
Wiersma, E. (Eelke) | 2272 | Beukema, C.R.A. (Constantijn) | 1932 | 1 – 0 |
Henseler, J.J. (Jorgen) | 2051 | Baselmans, S.W.A. (Sam) | 2201 | 0 – 1 |
Ketel van, R.A. (Raoul) | 2268 | Kalle, E.C.G. (Erwin) | 2058 | 1 – 0 |
Wessel van, R.W.B. (Rudy) | 2359 | Grooten, T. (Tommy) | 1855 | 1 – 0 |
Hellenberg, J.A. (Jan) | 2076 | Huibers, P. (Peter) | 2066 | 0 – 1 |
Passenier, P. (Peter) | 2155 | Roon van, S.W.M.Q. (Sjoerd) | 2237 | 0 – 1 |
Blitterswijk van, S. (Stefan) | 2297 | Baselmans, L. (Luuk) | 2283 | ½ – ½ |
Gemiddelde Rating: | 2209 | Gemiddelde Rating: | 2130 | 3½-6½ |
En natuurlijk de ‘eind’-stand in 1B:
Team | MP | BP | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9 | 10 |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
13 | 51 | ☓ | 6½ | 6 | 5 | 6½ | 6½ | 5½ | 4 | 4½ | 6½ | |
2. DSC Delft 1 |
10 | 48.5 | 3½ | ☓ | 7 | 5 | 4½ | 5½ | 7 | 4 | 7 | 5 |
3. Vianen/DVP 1 |
10 | 48 | 4 | 3 | ☓ | 4½ | 5½ | 5 | 6½ | 8 | 5 | 6½ |
4. Paul Keres 2 |
10 | 44.5 | 5 | 5 | 5½ | ☓ | 5½ | 4 | 3 | 6½ | 5 | 5 |
5. LSG 2 |
9 | 43.5 | 3½ | 5½ | 4½ | 4½ | ☓ | 6 | 7 | 7½ | – | 5 |
9 | 40 | 3½ | 4½ | 5 | 6 | 4 | ☓ | 6 | 5½ | 5½ | – | |
7. UVS 1 |
8 | 43 | 4½ | 3 | 3½ | 7 | 3 | 4 | ☓ | 5½ | 7 | 5½ |
8. BSG 1 |
6 | 39 | 6 | 6 | 2 | 3½ | 2½ | 4½ | 4½ | ☓ | 4½ | 5½ |
9. Blerick 1 |
6 | 35 | 5½ | 3 | 5 | 5 | – | 4½ | 3 | 5½ | ☓ | 3½ |
10. Spijkenisse 1 |
5 | 37.5 | 3½ | 5 | 3½ | 5 | 5 | – | 4½ | 4½ | 6½ | ☓ |
Er staat nog één wedstrijd open namelijk die tussen LSG 2 en Blerick 1. Voor de Limburgers is die wedstrijd van groot belang, Voor LSG 2 staat alleen de eer (en sportieve plicht) op het spel.
Terecht kampioenschap van de Stukkenjagers! Niet alleen van het basiselftal maar ook menig invaller wie er oom werd opgesteld was tot uitstekend presteren in staat! Hoewel het ratinggemiddelde soms lager was dan de tegenstanders werd dat in de wedstrijden tegen Vianen en LSG bijzonder snel opgeheven met als hoogtepunt de remise van Constantijn tegen een Gm! Jullie hebben verder een redelijk jeugdig team dat de week voor de laatste ronde nog massaal meespeelt in een weekendtoernooi: volgens mij zijn jullie wat dat betreft fanatieker dan de overige ploegen in de 1e klasse. Delft is idd een sterke club maar tegen jullie viel dat wel mee.
Gefeliciteerd César! Het was een knotsgekke poule, met een terechte winnaar. Wel jammer dat er nu zoveel schrijftalent verloren gaat voor de 1e klasse.
Ach, Jan Jaap, het is maar voor een jaartje. Zei de rasoptimist.