Drs. F. Roessel: Openingen Vademecum en hoe dat tot stand kwam (slot?)
Dr. H.W. van der Vaart Smit. Hij was het die zich onder zijn pseudoniem Dr. Van Zoeterwoude ergens in 1962 meldde bij Frits Roessel met onder zijn arm een manuscript dat Roessel zou laten uitgroeien tot het welbekende Openingen Vademecum.
Foppe Jan Montsma onthulde de geschiedenis in: Drs. F. Roessel: Openingen Vademecum en hoe dat tot stand kwam.
Duidelijk is dat Van der Vaart Smit (VdVS) een berucht foute dominee is geweest tijdens de bezetting in de Tweede Wereldoorlog en dat hij zijn manuscript vermoedelijk heeft geschreven in de strafgevangenis van Scheveningen waar hij na de oorlog een langdurige straf uitzat. Maar geheel onduidelijk bleef waar hij zijn kennis van het schaakspel vandaan had. Onze zoektocht door de tijdschriften van de (K)NSB van het interbellum leverde geen enkel spoor op. We hadden ons er al bij neergelegd dat we vermoedelijk nooit te weten zouden komen hoe sterk VdVS als schaker is geweest en dat we het zouden moeten doen met de conclusie die Foppe Jan formuleerde: “Als VdVS zonder enige wedstrijdervaring in staat is om zo’n project in zijn cel op te zetten, hoe wankel het ook is, dan hebben we te maken met een persoon van een uitzonderlijke intelligentie.”
Ik heb het artikel van Foppe Jan op Schaaksite gezet in de vage hoop dat er iemand zou komen met een aanwijzing die enig licht zou kunnen werpen op de kwestie: Hoe sterk was schaker Van der Vaart Smit alias Van Zoeterwoude?
En er kwam een tip!
Interesssant om het vervolg te mogen lezen. Blij dat ik iets heb kunnen bijdragen.
Hebben jullie nog gekeken naar een van mijn andere suggesties (schaakvermeldingen van vóór het interbellum) ?
Indien niet, dan ga ik zelf een keer op archiefonderzoek uit in de schaaktijdschriften van 1900-1918.
Je / ik zou dan moeten zoeken naar vermeldingen van “H.W. Smit” (of Hendrik Willem Smit). Blijkens de Staatscourant van 19 november 1918 heeft hij een verzoekschrift ingediend om “van der Vaart” voor zijn naam te mogen invoegen. Dat verzoekschrift is blijkbaar gehonoreerd.
Van der Vaart Smit is ondanks zijn, laten we zeggen “bewogen”, leven nog ruim 97 jaar oud geworden en overleden in 1985. Hij ligt begraven op Zorgvlied in Amsterdam. Ik heb afbeeldingen van die Staatscourant en de grafsteen van het Internet geplukt.
Goeie morgen Wijnand,
Nogmaals dank voor je speurwerk. Het gaf dan wel geen antwoord op onze vraag, maar het bracht ons wel iets dichter bij deze wonderlijke man.
En in antwoord op je vraag of we verder hebben gekeken dan het interbellum: nee, dat hebben we niet. Vooraf achtten we de kans het grootst dat we iets zouden kunnen vinden in de periode van het interbellum. Nu daar niets te vinden bleek, leek ons de kans erg klein dat we daarvóór wel iets zouden kunnen vinden. Wij laten het hierbij, maar als jij verder wil gaan, kunnen we dat alleen maar toejuichen. En wie weet ga je ons nogmaals verrassen.
Hartelijke groet,
Wim Westerveld
Door nieuwsgierigheid gedreven heb ik het boekje voor een paar euro aangeschaft. Bovenstaande stelling zou ik graag wat willen afzwakken.
Mijn eerste indruk is dat het boekje gebaseerd is op een samenvatting van de bekende 12-delige serie openingboekjes van Euwe, aangevuld met wat anekdotes. In het voorwoord van het “vademecum” wordt ook gerefereerd aan de serie van Euwe.
Het valt bijvoorbeeld direct op dat gekozen is voor de door Euwe bedachte vijfdeling, te weten open spelen, half-open spelen, gesloten spelen, half-gesloten spelen, en flankspelen. Ook andere typische Euwenismen zoals “in de voorhand” en “in de nahand” vind je terug.
Voor wat betreft de praktische schaakervaring van VdVS kwamen de volgende mogelijkheden in mij op, hoewel ik dat niet met enige bron kan ondersteunen:
Ik ben bezig met onderzoek naar een speler die eind jaren ’40 onder -overduidelijk- pseudoniem en op behoorlijk niveau speelde, maar durf dat pseudoniem nog niet te noemen, wil niemand in verlegenheid brengen. Onduidelijk is me ook of vdVS eind jaren 40 zijn rechtzaak in vrijheid mocht afwachten. Wordt vervolgd.
Helaas een dood spoor. Ik doelde op de geheimzinnige Dr. 11 ook genoemd Dr. 11, Dr. XI. Dr. Elf en Dr. Ellef. Deze werd o.a. gedeeld tweede in de tweede groep van het grootmeestertoernooi van Baarn in oktober 1948.
Overigens een heel behoorlijk bezet toernooi in de “schaduw”van het WK 1948). In het Bondsblad van 1948 wordt vermeld dat dit een bekende speler van D.D. was met als initialen L.F. Het zou wel eens Dr. L.J.J.M. Fick geweest kunnen zijn.