Afscheid
Morgen is het zomertijd, maar voor mij werd dat wenkende vooruitzicht op de zomer overschaduwd door het besef dat iets bruut en op onnatuurlijke wijze tot staan gebracht is: de schaakrubriek van Gert Ligterink in de Volkskrant.
Jan Brokken schrijft in De wil en de weg, over het schrijven van romans en verhalen: ‘Toon en stijl zijn niet hetzelfde […] Een onberispelijke stijl is nog geen toon.[…] De toon is het karakteristieke, het geluid dat je uit duizenden herkent.’ En even verder: ‘Sommige schrijvers hebben ‘m meteen. Dat zijn de natuurtalenten.’
Ik heb Gert Ligterink 40 jaar gevolgd en dat is meer dan voldoende om vast te stellen dat hij zo’n natuurtalent is. Compact doeltreffend taalgebruik, een zweem van ironie maar ook euforie, zij het ingehouden, als hij ons lezers weer iets moois kon presenteren. Achter die tongue in cheek schuilt een enorme liefde voor het spel. Zoveel is meer dan duidelijk.
Al die jaren heb ik van zijn passie, onze gedeelde passie, genoten en het is uiterst wrang dat uitgerekend mijn krant, de Volkskrant, de prijs van papier en de kijkcijfers laat prevaleren boven zoiets waardevols dat hij week in week uit aan de lezers gaf.
Het zal hem allemaal rauw op het dak gevallen zijn, maar ik hoop dat hij zich niet uit het veld laat slaan en dat zijn karakteristieke stem niet voor altijd verstomd zal blijven. Het zou eeuwig zonde zijn. Hopelijk vindt hij een ander platform waar zijn parels niet ten prooi kunnen vallen aan de zwijnen.
De verarming is helaas onstuitbaar. Zo stopte het AD begin dit jaar met Dagschaak.
Mooi gezegd, Wim Westerveld, van dat taalgebruik van Gert Ligterink. En volstrekt juist.
Ooit heb ik eens iemand horen vertellen hoe ze (sorry, maar het was een zij) niet gehinderd door ook maar de minste kennis van het schaakspel een fanatiek lezer van schaakrubrieken was, puur vanwege de teksten tussen de diagrammen. Dat is eigenlijk ook hoe ik decennialang steevast ik elke zaterdagochtend de Ligterink column opsloeg. De combinaties en varianten gingen me zonder uitzondering te diep, als de tijd het toestond wilde ik nog wel eens proberen het slotdiagram te begrijpen, maar de teksten – te beginnen met de inleidende alinea’s – waren altijd een genot om te lezen.
Onbegrijpelijk inderdaad dat een krant van wel 100 pagina’s dik, daarin nog geen kwart blad over heeft voor een wekelijks fraai schaakmo(mu)mentje.
Ik verruilde ooit mijn abonnement op de NRC voor de Volkskrant, onder andere (eigenlijk vooral) omdat de NRC de schaakrubriek van Hans Ree schrapte. En nu verdwijnt (voor mij totaal onverwachts) mijn andere favoriete schaakcolumn, juist in een tijd dat schaken door the Queens Gambit en Nederlandse successen in Wijk aan Zee goed op de kaart staat zou je zeggen. Ik lees de columns van Gert Ligterink sinds begin jaren ‘80, toen ik als kind in Groningen hem wekelijks volgde in het Nieuwsblad van het Noorden. En heb hem tot de dag van vandaag altijd met plezier gelezen. Wat een waardige en prachtige laatste column deze zaterdag. Mooi en tegelijk verdrietig.
Mocht de heer Ligterink deze site ook lezen: als trouw VK-lezer en schaker heb ik jarenlang genoten van je columns en betreur ik de achteruitgang van mijn schaaksport. Uiteraard is zeker niet alles kommer en kwel maar de zichtbaarheid van onze schaaksport voor niet-schakers wordt zo wel kleiner.
www.volkskrant.nl/columns-opinie/de-pandemie-en-queen-s-gambit-leidden-tot-wachtlijsten-voor-schaakclubs-dus-waarom-stoppen-met-de-schaakrubriek~bf91acc3/
Jammer van de Volkskrant, tegenwoordig niet veel meer een kolossale stapel gedrukt papier, maar er zijn gelukkig nog wel enkele uitstekende regionale dagbladen die zowel een schaak- als damrubriek hebben, zoals het Leidsch Dagblad.