Schaakopening Essenties
Omdat ik als schaaktrainer veel in aanraking kom met clubschakers, ben ik ook bezig met de vele vragen die zij op mij afvuren. Veel van de kwesties die we bespreken, gaan – hoe kan het ook anders in Nederland – over openingen. De opening krijgt vaak ‘de schuld’ van een nederlaag, terwijl we eigenlijk wel beter weten. Want natuurlijk is het prettig om goed uit de opening te komen, maar als we dan het middenspel in gaan, dienen we nog altijd ons te verdiepen in de centrale vraag hoe we de stelling het best kunnen behandelen.
Van links naar rechts Martijn, Peter en Rob de Roode (foto privécollectie)
Onlangs liet één van mijn schaakstudenten zich ontvallen dat er een goede website bestond, waarin openingen op een didactisch verantwoorde wijze behandeld werden. Eerlijk gezegd had ik er nog nooit van gehoord en ging ik mij eens verdiepen wat de zienswijze is van de docenten. Naar nu blijkt is het project opgezet door Peter de Roode uit Santpoort, samen met zijn twee zonen Rob en Martijn. Peter was ooit jeugdkampioen van Nederland en als belangrijke pré is hij onderwijskundige.
Alledrie zijn zij bij de KNSB gediplomeerde schaaktrainers. Omdat ik Peter nog kende uit de tijd dat wij in de toenmalige hoofdklasse elkaar wel eens tegenkwamen in clubverband en we ook de degens tenminste tweemaal hadden gekruist, vroeg ik hem om iets meer te vertellen over hun opzet. Wat hij mij in korte tijd kon duidelijk maken en wat ik zelf tegenkwam, beviel me zodanig dat het me geen slecht idee leek om een en ander voor het voetlicht te brengen op Schaaksite. Daarom heb ik Peter gevraagd of hij iets van de content op hun site beschikbaar kon stellen op Schaaksite. Dat deed hij met alle plezier, zie hieronder:
Zelf weet ik dat de worsteling die clubschakers hebben met openingen zo groot is dat veel mensen soms wanhopig op zoek zijn naar een manier om uit die impasse te raken. En juist dan heb je iemand nodig die jou kan vertellen waar je op moet letten op een heldere, overzichtelijke manier. In mijn ogen voldoet de familie De Roode aan de vereiste criteria om openingen op een begrijpelijke wijze op te dienen tegen alleszins schappelijke prijsjes. Want als je de nodige achtergronden van een bepaald systeem in de vingers wilt krijgen, nog wel in onze eigen moedertaal, hoef je slechts € 17,50 neer te tellen om toegang te krijgen tot een opening bestaande uit meerdere video’s. Daarnaast wordt, voordat je tot de koop overgaat, ook in het kort de belangrijkste kenmerken van de opening mooi op een rijtje gezet. Wat wil je nog meer?
Even resumerend: herken jij je in één van de uitspraken van clubschakers?
√ Ik kom steeds slecht uit de opening
√ Openingen bestuderen kost mij (te) veel tijd
√ Ik wissel continu van opening
√ Ik onthoud al die varianten niet
Dan is Schaakopening Essenties een interessante optie voor jou. Waarom?
Schaakopening Essenties brengt eerst begrip aan de door strategische thema’s toe te lichten waardoor het onthouden beter zal verlopen.
Daarnaast kiezen zij niet voor volledigheid van de varianten maar wel voor de essenties.
Geïnteresseerd? Volg een gratis proefles.
Ik ben wel benieuwd of de heren bewust hebben gekozen voor foutief gespelde naam voor de site en zo ja, waarom. Ik zie namelijk wel een nadeel: taalpuristen kunnen erdoor afhaken.
Ach, sommige taalpuristen haken niet zo snel af. Die zijn juist blij dat ze kunnen opmerken dat het eerstebord- dan wel aangenomendamegambietspeler is, en niet ‘eerste bordspeler’. Hoewel, die laatste weet ik niet helemaal zeker, in plaats van een aangenomen speler van damegambieten (aangenomen los) zou je hier kunnen denken aan een gambietspeler met een aangenomen dame.
Maar ook in het onderhavige geval heb ik mijn twijfels wat er precies fout is: moet je hier denken aan een drieledige samenstelling (schaakopeningessenties) of aan (al is het geen boek) een boektitel met ondertitel, ‘Schaakopening: Essenties’? Dat er tweemaal een hoofdletter wordt gebruikt suggereert het laatste.
Don’t judge the book by its cover, zou ik zeggen.
Of het nou een spatiefout is of een dubbele punt die ontbreekt, het komt slordig over. Nou kan het bewust gedaan zijn (zoals Marqt bewust een q i.p.v. een k heeft) maar dan snap ik niet waarom. En de naam is toch vaak het eerste wat mensen zien.
You only get one chance to make a first impression.
Ha Frits! Die regel was mij bekend, aangenomen dat aangenomen in dit geval een bijvoeglijk naamwoord is. Maar wat nu als de naam van die opening het aangenomen damegambiet is. Blijft die spatie dan niet behouden? Is het bijvoorbeeld ook JustinBieberfan?
In dat geval moet je hoofdletters gebruiken. Zo niet, dan is het gewoon een beschrijving van de opening. Een bijvoeglijk gebruikt voltooid deelwoord is zover ik weet gewoon een bijvoeglijk naamwoord. Het is Justin Bieberfan, net als Tweede Kamerlid. Vóór 1995 was het, als ik het me goed herinner, Tweede-Kamerlid.
Als ik zo kijk naar de voorbeeldvideo dan is het meer de bedoeling dat je zelf al wat studie doet naar een opening en dit dan voor meer begrip en verdieping kan zorgen… Als thema 1 de zet a5 voor zwart is moet je zelf al de zetten kennen die hiervoor komen en weten wat je een beetje doet met zwart in deze opening… Voor de echte beginnende schaker die steeds verdwaald in de opening lijkt me dit dus niet…
Beste Arjo,
Nee hoor, er is geen voorkennis vereist. We behandelen juist eerst de strategische thema’s waarbij we inzoomen op een bepaald aspect in de opening. Bij de zet …a5 (in het Italiaans) -waar je naar verwijst- leggen we vooral uit waarom die zet wordt gespeeld en wat de voor-en nadelen zijn van deze zet. In plaats van varianten aan te bieden, starten we dus eerst met de uitleg van de zet …a5 en het waarom ervan. Geen enkel strategisch thema vereist voorkennis en is voor schakers met een rating van 1400 – 2000 goed te volgen.
Het is volgens mij bedoeld voor de gemiddelde clubschaker (1500-1700). Dat zijn geen absolute beginners meer en ongetwijfeld vertrouwd met de gangbare openingszetten. Dat ze in het beginnende middenspel verdwalen, komt niet omdat ze de openingszetten die hier gegeven worden, niet kennen. Tenminste, zo interpreteer ik het.
Ik ben met mijn bescheiden 1700/1750 rating 2 maal clubkampioen geworden op een kleine regionale club juist omdat ik wel een klein beetje mijn openingen bestudeerde… Mijn ervaring daar was dat van de 25/30 leden enkel de bovenste 5 of zo echt wat openingszetjes wisten… Het grote deel enkel de eerste paar zetten…
Mijn ervaring is dus heel anders…
Aha, dat klinkt inderdaad als een andere situatie. Ik heb zo’n 15 jaar geleden aan de KNSB gevraagd wat ongeveer de rating van de gemiddelde clubschaker was. Dat lag toen tussen 1500-1600 in. Omdat er in Nederland behoorlijk wat sterke schakers zijn, zullen er dus ook redelijk wat van 1200-1400 zijn om op dat gemiddelde uit te komen :). Maar met deze filmpjes kunnen ze redelijk snel die eerste zetten leren (met de gouden regels uit de Stappenmethode in het achterhoofd)…
Dat gemiddelde zal inderdaad komen doordat er grotere clubs zijn met flink wat leden van 2000+ als ze ook nog eens deelnemen aan de sterkere KNSB competities…
Wellicht heb ik me ook een beetje beet laten nemen door de titel “thema 1 de zet a5”
Omdat het hier gaat om zet 6 van zwart en ik er dus vanuit ging dat men dan zelf de eerste 5 zetten (en het hoe en waarom) al moest kennen… Maar als er geen voorkennis nodig is dan verlaagd dat de drempel inderdaad
Beide heren dank voor de snelle reactie!