Recensie: It is Never Too Late to Become a Grandmaster

Na lang wikken en wegen besloot Vladimir Okhotnik dan toch een boek over zijn indrukwekkend lange schaakcarrière te schrijven. Al meer dan zestig jaar (!) leeft hij als schaakprofessional. Zijn twijfel lag besloten in de vraag of hij wel goed genoeg was – hij heeft nooit de (wereld)top bereikt – en of zijn carrière daarmee wel interessant genoeg zou zijn om een heel boek aan te wijden. De aansporing van zijn vriendenkring was doorslaggevend. Zij vertelden Okhotnik dat zijn verhalen meer dan lezenswaardig zouden zijn: De grootmeester heeft immers sinds 1963 meer dan 4500 (!) officiële partijen gespeeld in toernooien over de hele wereld, vergaarde bekendheid als flamboyante, actieve schaker en als openingexpert, en, last but not least, werd twee keer wereldkampioen bij de senioren (65+).

Opbouw boek en schaaktechnische voorbeelden

Het boek bestaat uit drie delen. Het eerste deel telt ruim zestig bladzijdes die lezen als een uitgedunde autobiografie. In deel 2 neemt hij de lezer kort (10 bladzijdes) mee in zijn gesprekken en de uitwisseling van schaakkennis met Mikhail Tal, Mikhail Botvinnik en Vasily Smyslov. Deel 3, My memorable games, is verreweg het grootste en vermakelijkste onderdeel. In meer dan 200 bladzijdes bepreekt de auteur hier zijn 65 meest gedenkwaardige partijen.

Om tot de selectie van partijen te komen, hanteert Okhotnik drie criteria: 1. The presence of combinations with material sacrifice. 2. An important novelty in the opening. 3. An interesting endgame. Alvorens over te gaan tot mijn eindoordeel, volgt hieronder een voorbeeldpartij uit het laatste deel, om zo een kort inkijkje in het boek te geven. De annotatie is bij de partij direct overgenomen uit het boek.

Partij 3: Vladimir Okhotnik – Evgeny Mukhin USSR 1976

De partij komt uit de relatieve jonge jaren van de schaakcarriere van Okhotnik en in de jaren ’70 en ’80 in meerdere boeken gepubliceerd als exemplarisch voor de witte aanval in de ‘c3-variant (Alapin)’ tegen de Siciliaanse verdediging. Het eindigt met een mooi matje op het bord en is illustratief voor de verdedigende kwaliteiten van de hedendaagse engines.

Eindoordeel:

Eerlijkheid gebied te zeggen dat u dit boek niet koopt vanwege de uitmuntende schrijfstijl. Dat de Oekraïense grootmeester geen geboren schrijver is, wordt duidelijk zichtbaar in de autobiografie. Zo gaat de tekst daar regelmatig gaat van de hak op de tak (lees: springt van toernooi naar toernooi). Ook zijn er zaken die afleiden, vooral omdat ze niet onderbouwd worden: De auteur heeft bijvoorbeeld soms de behoefte om dingen ‘recht te zetten’ uit zijn verleden en schuift zijn politieke mening over de Sovjet-Unie ook niet onder stoelen of banken.

Deze mindere zaken worden wel afgewisseld met leuke en verrassende anekdotes. Zeker in het tweede deel, dat overigens wel een stuk beter wegleest, staan fascinerende verhalen over de ontmoetingen met schaaklegendes. Zo doet hij op mooie wijzen uit de doeken hoe zijn nieuwtje in de draak uiteindelijk via Tal werd opgepikt door Karpov in zijn match tegen Korchnoi uit 1974. Of vertelt hij over een avond waar hij 64 opeenvolgende potjes blitz tegen Ivanchuk speelde en verloor met 38 – 26. Beide heren waren ontevreden over de uitslag!

Wanneer Okhotnik over schaakinhoudelijke zaken spreekt, spat de passie en gedrevenheid er van af. De verhalen geven een uniek inkijkje in de veelal (Oost-Europese) schaakcultuur van de tweede helft van de twintigste eeuw, waarbij de opkomst van de engines natuurlijk een belangrijk omslagpunt vormen. Origineel is het wat mij betreft bovenal omdat dit wordt beschreven vanuit een interessant en relatief zeldzaam perspectief: het is de secondant, de man achter de absolute topschaker, aan het woord. Tot slot verschaft het boek inzicht in wat er allemaal op privé en professioneel niveau voor nodig is om 60 jaar lang op hoog niveau toernooischaker te zijn, zonder zijn privésituatie te vergeten.

Het leukste en beste aan dit boek is Okhotniks analyse van de 65 partijen. De annotatie bevat achtergrond, leuke feiten over de context waarbinnen de partij gespeeld werd en hier en daar een kwinkslag. Het meest uitgebreid is het commentaar bij de verschillende varianten in de opening en de status van de theorie toentertijd. Minpunt is daarentegen dat het commentaar van het middenspel regelmatig lange varianten zonder al te veel uitleg bevat of enkel afsluit met ‘with a complicated position’ of ‘wit staat beter’.

Zeer leerzaam is het om te zien hoe de openingen waar hij expert in is, bijvoorbeeld het Schots, de Alapin en het Grünfeld-Indisch, historisch zijn opgebouwd. Allerlei nieuwtjes en creatieve ideeën passeren de revue, die bedacht zijn in de tijd voor de introductie van de computer. Sommige daarvan zijn vandaag de dag nog steeds of weer speelbaar. Los van de opening, vinden we tussen de partijen ook ware (tactische) pareltjes, niet in de laatste plaats vanwege de agressieve, soms ‘blufpokerachtige’ speelstijl van de auteur. En dat heeft ook de nodige blunders tot gevolg. Hij is dan ook open over de grootste zwakte in zijn spel: de concentratie behouden in een betere tot gewonnen stelling.

Kortom, een enerverend boek voor een selecte doelgroep dat wellicht sterker was geweest als de auteur het alleen bij een bespreking van de 65 partijen had gelaten. Tot slot nog een saillant detail: Vladimir Okhotnik werd pas officieel GM toen hij al boven de 50 was! Waarom het dus nooit te laat is om grootmeester te worden, leest u in het boek.

Boek: It is Never Too Late to Become a Grandmaster
Auteurs: Vladimir Okhotnik
Uitgeverij: Thinkers Publishing
ISBN-nummer: 978-94-6420-128-4
Pagina’s: 317
Gepubliceerd: 2021
Link naar het boek: thinkerspublishing.com/product/it-is-never-too-late-to-become-a-grandmaster/
Link naar onze recensenten: www.schaaksite.nl/2018/04/09/nieuwe-boekrecensenten/

 

2 Reacties

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.