Recensie: Improve Your Chess Now – Jonathan Tisdall
“My goodness! Already 30 minutes gone on thinking whether to move the rook or the knight… And then suddenly you are struck by the happy idea – why more rook or knight? ‘What about Bb1?’ And without any more ado, without any analysis at all, you move the bishop” – Kotov, Think Like a Grandmaster.
Dit voorbeeld van Kotov illustreert goed hoe schakers van alle niveaus soms nadenken. Het illustreert ook hoe ongestructureerd we een stelling soms benaderen. Het verbeteren van dit ongestructureerde denkproces is een van de vele thema’s binnen Jonathan Tisdalls meesterwerk “Improve Your Chess Now”.
“Improve Your Chess Now” is een fascinerend schaakboek, dat nieuw leven is ingeblazen met een heruitgave in 2023, voorzien van een eigentijdse lay-out en een nieuw inleidend voorwoord. Het boek is een manifestatie van Mikhail Botvinniks beroemde uitspraak: “Als je een grootmeestertitel krijgt, moet je een boek schrijven.” Tisdall schreef namelijk “Improve Your Chess Now” toen hij grootmeester werd. Hij presenteert een werk dat zowel diepgaand als toegankelijk is, een zeldzame combinatie in de schaakliteratuur.
Opbouw
Het boek is onderverdeeld in zes hoofdstukken:
1) The Fabled Tree of Analysis
2) Blindfold Chess and Stepping-Stone Diagrams
3) The Art of Playing Bad Positions
4) Pattern Training (and other useful exercises)
5) The Value of the Pieces
6) Wisdom and Advice
Het eerste hoofdstuk richt zich op het verbeteren van het gedachteproces tijdens de partij, met een nadruk op effectief rekenen. Daarbij wordt Kotovs Tree of Analysis als uitgangspunt genomen en verfijnd. De essentie: combineer concrete varianten met verbale evaluaties. De voorbeelden illustreren dit concept goed. De KNSB-partijen die ik na het lezen van dit hoofdstuk heb gespeeld, laten zien dat het lezen van dit hoofdstuk direct tot een verbetering van mijn rekenproces heeft geleid. Daarover straks bij ‘Inzichten‘ meer.
Eerst het tweede hoofdstuk: daarin gaat Tisdall dieper in op het vermogen om stellingen goed te visualiseren, een vaardigheid die ook door andere gerenommeerde trainers zoals Aagaard en Ramsey wordt benadrukt. Dit hoofdstuk biedt inzichten en oefeningen om deze cruciale vaardigheid te ontwikkelen. Denk bijvoorbeeld aan Alexander Beliavsky’s advies om vijf partijen per dag te visualiseren.
Het derde hoofdstuk is gewijd aan het spelen in slechte stellingen, een uitdaging waar elke schaker mee te maken krijgt. Tisdall richt zich op psychologische factoren om je uit slechte stellingen te redden. Ik vond het vrij verfrissend, vooral omdat in de meeste (computer-)analyses de aandacht gaat naar de beste zet (“Ik stond +5!”) maar weinig schakers stilstaan bij de psychologische aspecten rondom gewonnen en verloren stellingen. Zelf denk ik dat deze aspecten een belangrijke rol spelen bij hoe een partij verloopt. Tisdall doet een goeie poging deze aspecten te verwoorden en adviezen te geven hoe je daar mee om kunt gaan.
Hoofdstuk 4 bouwt voort op de vorige hoofdstukken door de lezer uit te dagen met opgaven en praktische tips. Het eeuwenoude advies om patronen te trainen is wellicht niet nieuw, maar ze toegepast op positionele ideeën is wel relatief ontgonnen terrein.
De laatste twee hoofdstukken, 5 en 6, vormen een bloemlezing vol met tips en wijsheden. Bijvoorbeeld: “Attack grow from seed pieces”. Dit inzicht, ontleend aan Shogi, het Japanse schaakspel, is iets wat Tisdall specifiek voor dit boek heeft onderzocht. Het concept: een essentiële voorwaarde voor een succesvolle aanval is de aanwezigheid van voldoende stukken vlakbij de koning van de tegenstander. Hoewel het concept eenvoudig lijkt, kan het helpen bij het beoordelen van ingewikkelde stukoffers.
Inzichten
Een van de aantrekkelijkste aspecten van het boek is hoe Tisdall theoretische concepten begrijpelijk maakt met praktische voorbeelden. Dit wordt treffend geïllustreerd door de bespreking van een variant uit de partij Boleslavsky – Flohr uit 1950, afkomstig uit Kotovs “Think Like a Grandmaster”. Tisdalls vermogen om de lezer te betrekken bij het denkproces van een grootmeester is opmerkelijk en maakt zijn adviezen direct toepasbaar.
Voordat je verder leest, probeer deze stelling uit te rekenen. Neem daar 5 tot 10 minuten voor. Het lijkt erg aantrekkelijk om 17.Txf6+ te spelen, maar is het ook goed?
De schrijfstijl is vlot en toegankelijk, met een vleugje humor. Dit komt bijvoorbeeld naar voren in de behandeling van de partij Ilyin-Zhenevsky, waar Tisdalls commentaar niet alleen leerzaam, maar ook vermakelijk is. Zie bijvoorbeeld het volgende fragment en commentaar van Tisdall.
Stelling Ilyin-Zhenevsky – Nenarokov, 1923 (p.171)
Na 1.De3 Pe7 2.f4?? exf4 3.Dxf4 Dxb5
Tisdall schrijft daarbij: “The barrier example of Ilyin-Zhenevsky’s made such a strong impression on me that I have had it strongly implanted in my mind. Ilying Zhenevsky seems to be the patron saint of odd blunders, and his games and his explanations for the processes behind them feature extensively in both Think Like a Grandamster and Psychology in Chess.”
Terug naar Boleslavsky – Flohr, 1950 (variant).
Tisdall werpt een kritische blik op Kotovs methode van variantenanalyse in zijn boek, waarin de grootmeester de varianten helder uiteenzet door het opzetten van een ‘boom’ van kandidaatzetten. Kotovs aanpak houdt in dat men drie mogelijke zetten overweegt en deze uitdiept tot de beste voortzetting duidelijk wordt. Echter, Tisdall stelt dat deze benadering te rigide kan zijn. Hij illustreert dit met een voorbeeld: na 17.Txf6+ gxf6 18.Dh5+ redeneert Tisdall dat een koningszet naar de e-lijn onwaarschijnlijk. Dit vanwege 19.Te1+ waarbij de toren bij de aanval betrokken wordt, en na 18…Kg7 kan de loper met tempo aanvallen met 19.Lh6+. Daarom zou het logischer zijn om het rekenen te beginnen bij 18…Kg8. Na 18…Kg8 19.Dg4+ Kf7 begint de volgende stelling die verder uitgerekend kan worden. Zie de game viewer:
Deze benadering van evaluatie gecombineerd met het concreet uitrekenen van varianten heeft zijn beperkingen (het kan immers incorrect zijn), maar kan wel bijdragen aan het maken van pragmatische keuzes bij het prioriteren van welke varianten eerst te analyseren. Zoals eerder vermeld merk ik direct een verandering in mijn eigen partijen, door bewuster verbaal en concreet te combineren tijdens het rekenen.
Heruitgave
Hoewel de heruitgave zeker welkom is, had deze nog meer kunnen schitteren door de toevoeging van recente voorbeelden en analyses, vooral gezien de enorme vooruitgang in computerschaak en nieuwe strategische inzichten sinds de eerste uitgave. Ik denk dan bijvoorbeeld aan het boek Game Changer van Matthew Sadler en Natasha Reger. Game Changer laat mooi zien hoe moderne schaakcomputers soms paradoxale ideeën hebben, zoals bijvoorbeeld het gebruik van de koning in het middenspel. Dit zou goed passen in Hoofdstuk 4 van “Improve Your Chess Now” bij de paragraaf over ‘de koning aan de wandel’. Het toevoegen van nieuwe voorbeelden voelt als een gemis in vergelijking met de rest van het inhoudelijk sterke boek.
Conclusie
Voor veel schakers is de toevoeging van een nieuwe lay-out en inleiding waarschijnlijk niet voldoende om de heruitgave aan te schaffen, vooral als ze al in het bezit zijn van de oorspronkelijke editie. Ondanks de gemiste kans om nieuwe voorbeelden toe te voegen aan de heruitgave, blijft “Improve Your Chess Now” een essentiële toevoeging aan de boekenkast van elke schaakliefhebber. Tisdalls boek is niet alleen een gids voor het verbeteren van het spel, maar ook een viering van de pragmatisme van het schaken. Vlot en met humor geschreven, biedt het boek een schat aan praktische kennis en is toegankelijk voor schaakenthousiastelingen van alle niveaus.
Titel: Improve your chess now
Auteur: Jonathan Tisdall
Aantal bladzijden: 240
Uitgeverij: New in Chess
Gepubliceerd: 2023
Prijs: €24,95 (paperback) en 14,96 (Kindle)
ISBN: 9789083336640
Type: Paperback en kindle
(door Tom Meurs)
Wat??? Ilyin(g) tegen Zhenevsky, ‘vermakelijk’ inderdaad!!
Alexander Ilyin-Zhenevsky heeft wellicht tegen zichzelf gespeeld… Hij kon overigens best een aardig potje schaken, zie www.chessgames.com/perl/chessgame?gid=1100030.
Capablanca: “And this game, which a good amateur would have won, I lost!
Capablanca: “And this game, which a good amateur would have won, I lost!”
Ik heb het aangepast, moest Ilyin-Zhenevsky – Nenarokov, 1923 zijn.