Ferenc Berkes en Tibor Karolyi – Secrets of queen endgames

Iedereen heeft in zijn boekenkast wel boeken staan die je beschuldigend aanstaren. Ooit toen je ze kocht, had je je voorgenomen er heel veel aandacht aan te besteden, een verrijking van je leven, een stap in je ontwikkeling, om uiteindelijk ze op te bergen in je kast en er niet of nauwelijks meer naar om te kijken.

In deze categorie vallen bij mij de boeken van Foucault, de Napoleonbiografie van Andrew Roberts (nu wel dankzij de film weer erg actueel en dus verleidelijk om op te pakken) en de romans van Charles Dickens. Heel divers, maar in mijn collectie schaakboeken is er maar één categorie die er uitspringt: eindspelboeken. Het zijn de blikken van Mark Dvoretsky, Reuben Fine en Mikhail Shereshevsky die me schaamte bezorgen (positieve uitzondering is 100 endgames you must know van Jesús de la Villan waar ik warempel tweederde van bestudeerd heb). Ik durf te wedden dat ik niet de enige ben: veel schakers hebben me al bekend dat ze veel tijd stoppen in openingsvoorbereiding en partijen naspelen van de groten der aarde leuk vinden, maar bitter weinig investeren in hun eindspeltraining. Het kan niet anders dat bij velen het dezelfde categorie boeken zijn die ongelezen blijven.

Dat is natuurlijk jammer, want kennis van het eindspel levert veel op. Je versterkt je conceptuele inzicht in het spel en je voelt je zekerder in je partijen om vanuit een middenspel af te wikkelen. Natuurlijk bereik je niet op elk niveau vaak een eindspel (mijn inschatting is dat die kans echt stevig toeneemt vanaf een rating van 1850), maar misschien laat je juist door een gebrek aan kennis en training de kans om een eindspel aan te gaan en daar meer uit te halen dan je zou verwachten vaak liggen.

Wat maakt deze boeken dan zo ontoegankelijk? Het zit in mijn beleving vooral in de saaiheid van de theoretische eindspelen en de complexiteit in de analyses van de praktische eindspelen. Het zal jullie dus niet verbazen dat ik best zwaar van gemoed werd toen mijn recensie-exemplaar van Secrets of queen endgamesvan Ferenc Berkes en Tibor Karolyi thuis arriveerde. Het was in de eerste plaats een baksteen met zijn 400 grote dichtbedrukte pagina’s, het stond tjokvol analyses en in de ondertitel gebruiken de auteurs de frase: “a notoriously challenging type of chess endgame”. En toch dacht ik: dit is mijn kans om het eens een keer anders te doen. En dan zeker dameseindspelen die meer dan andere eindspelen er op uit lopen dat de speler die er met voordeel inging er met een remise of nederlaag uitkwam, omdat er zoveel tactische mogelijkheden zijn.

De dwang van een recensie helpt natuurlijk, al heb ik echt niet alle eindspelfragmenten nagespeeld. Ik moet echter ook zeggen dat het een prettig boek was. Het is om te beginnen helder ingedeeld in drie delen. Het begint met een opwarmertje om de lezer enthousiast te krijgen: twee korte hoofdstukken met spectaculaire voorbeelden van tactiek en manoeuvres in dit bijzondere eindspel. De schrijvers maken daarbij dankbaar gebruik van studies die de meeste lezer nog nooit zullen hebben gezien.

In het tweede taaie deel worden de theoretische eindspelen uitgelegd. Dat gebeurt overigens op instructieve systematische wijze. Zo wordt in de bijna tachtig pagina’s (!) over dame+pion versus dame consequent opgebouwd van toren-, paard-, loper- naar centrumpion met daarbinnen een opbouw van de tweede naar de zevende rij. Ik heb nog nooit zo een gedegen behandeling van deze eindspelen gezien. De schrijvers combineren daarbij algemene principes met illustratieve voorbeelden. Dit is zeker fantastisch studiemateriaal voor de schaker die echt zijn kennis wil verbeteren, maar ik moet eerlijk toegeven dat ik zelf doorging naar het derde deel.

Eigenlijk is dit het deel waarvoor je dit boek zeker zou moeten kopen: de praktische eindspelen. Er is daarbij gekozen voor een goede indeling per stuk: pion, dame en koning. Van elk stuk worden de belangrijkste elementen toegelicht met wederom een lawine aan voorbeelden. Zo wordt bij de pion evenredig gekeken naar de bekende thema’s van de doorbraak, de promotie en de race, terwijl bij de koning niet verrassend goede beschutting het dominante thema is. Laten we eens kijken hoe de schrijvers dat thema aanvatten:

Kortom, een leerzaam maar door de goede voorbeelden ook leuk boek om te bestuderen. Natuurlijk niet van kaft tot kaft, tenzij je echt bezig bent met grootmeester worden, maar om zo nu en dan een paragraaf tot je te nemen. Net als bij drank, geniet maar met mate. En ik denk toch dat ik Endgame strategy van Mikhail Shereshevsky nog maar eens binnenkort uit de kast ga halen.

Koop dit boek als je serieuze studie wil maken van het eindspel maar wel op een leuke inspirerende manier. Besef je dat het dame-eindspel je toegang geeft tot concepten en tactische ideeën die je ook in andere situaties kunt toepassen.

Koop dit boek niet als je toch echt niet van de schaakstudie bent en je lol in het spel omgekeerd evenredig is met het aantal stukken op het bord.

 

 

Bibliografische gegevens:

Titel: Secrets of queen endgames: A revolutionary new work on a notoriously challenging type of chess endgame

Auteur: Ferenc Berkes en Tibor Karolyi

Uitgeverij: Gambit

Pagina’s: 384

Gepubliceerd: 2023

Prijs: € 26,95 (paperback)

ISBN: 978-1-80504-058-3

www.gambitbooks.com/books/Secrets_of_Queen_Endgames.html

Over Barry Braeken

Barry Braeken(47) is schaak- en boekenliefhebber ineen. Hij speelt bij SV Voerendaal met een stabiele rating 1900+. In zijn recensies wil hij vooral de clubschaker bedienen. In zijn werkzame leven werkt hij als bestuurder bij de woningcorporatie Weller in Heerlen.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.