Cappelle la Grande – Deel 2

Afgelopen week berichtte ik over het aan de top redelijk bezette, maar vooral massale open toernooi in Cappelle la Grande in Frankrijk. Met maar liefst 535 deelnemers in een mooi ingerichte grote zaal (Palais des Arts) was het een genoegen om hieraan deel te nemen. De belangrijkste reden dat ik met mijn leeftijd (geboortejaar 1958) nog regelmatig in de toernooiarena verschijn heeft vooral te maken met mijn zoon Tommy (14) die zich graag wil proberen te ontwikkelen op schaakgebied. We willen dat graag faciliteren dus gaan we samen naar toernooien.

Blik in de toernooizaal (foto organisatie)

Hij was in zijn jonge jaren redelijk succesvol (met een aantal Nederlandse jeugdtitels) maar de coronacrisis gooide roet in het eten. Het online schaak vond hij in het begin nog wel aardig maar dat plezier werd onder andere vergald door diverse tegenstanders die het kennelijk stoer vonden om niet zelf de zetten te bedenken maar dat door een engine te laten doen. Al snel was de lol er vanaf en mede daarom liet hij de schaakstukken een lange tijdlang liggen.

We zijn een paar jaar verder en hij heeft het spel weer serieus opgepakt en omdat zijn resultaten op school zeer goed zijn, werkt de school goed mee om eens in de zoveel tijd een paar dagen vrij te mogen nemen, mits hij zijn schoolwerk consciëntieus blijft doen en alles inhaalt. Zo kwamen we op het idee om het kleine gehucht in Noord-Frankrijk op te zoeken, waar ik in het verleden een aantal maal had meegedaan. Om de kosten niet te hoog te laten oplopen, boekten wij een hotel (Première Classe) op een paar kilometer van de toernooizaal dat inderdaad erg goedkoop was. We kwamen er al snel achter waarom we zo weinig hoefden te betalen. De kamer was erg klein, hoewel er twee aparte bedden naast elkaar en een stapelbed in te vinden waren. Verder was de grond gewoon vies, duidelijk niet schoongemaakt. Het raam klemde en het tochtte daar doorheen. De badkamer mocht niet het predicaat badkamer krijgen, het was een ruimte met wastafel, toilet en douche waarin je je “kont niet kon keren”. Bij een schaaktoernooi tegenwoordig ben je tegenwoordig afhankelijk van laptop en mobiele telefoon maar als dan de stroom uitvalt, weliswaar niet het licht, maar de spanning op alle stopcontacten, dan heb je een levensgroot probleem.

Het hotel had één persoon die de ruimte beneden bemande. Deze man was misschien de eigenaar, receptionist, bediende voor het ontbijt en tegelijkertijd conciërge en technicus tegelijk. Dus nadat we allebei bijna met een bijna lege laptop en mobieltje zaten, ging ik maar eens naar beneden om te vragen of er niet wat aan gedaan kon worden. De man kwam naar onze kamer, opende een luikje waar wat stoppen achter zaten blijkbaar, zette iets om, maar dat hielp nog niet. Hij zou dat verder beneden wel fixen en ja hoor, na een tijdje hadden we weer stroom. Dit tafereel herhaalde zich vrijwel elke dag, totdat de aap uit de mouw kwam. Voor het hotel stonden een paar busjes met een Pools nummerbord. Het was ons inmiddels ook al duidelijk dat er redelijk wat Poolse seizoenarbeiders vermoedelijk met zijn tweeën of misschien zelfs met zijn drieën op één kamer zaten. Die maakten ’s morgens vroeg al wat lawaai als ze naar hun werk gingen en ook ’s avonds laat als ze van het werk teruggekomen waren om toch wat lol te hebben.

De beheerder van het hotel vertelde ons dat ze op hun kamer soms aan het koken waren met een elektrisch fornuisje. En dan sprongen de stoppen er in alle stopcontacten uit. Hij werd er een beetje tureluurs van, maar omdat het hotel toch redelijk vol zat, hoorde je hem hier verder niet over klagen. Enfin, het was wat behelpen maar als we in de toernooizaal aankwamen, konden we ons richten op datgene waar we voor gekomen waren: een schaakpartij. Met voor Tommy een kersversie Fide-rating van 2071, vooral verdiend door de (gedeelde) winst van de B-groep in het toernooi in Groningen, moest hij flink aan de bak. De lagere ratinghouders in Frankrijk bleken – zelfs ondanks de correctie die de Fide onlangs doorvoerde – veel sterker dan de ratinghouders zoals wij die kennen. Niets ten nadele van onze landgenoten, maar dat Frankrijk een sterk schaakland is, hebben we met schade en schande moeten ondervinden. Het liep allemaal niet zoals we eigenlijk gewild hadden. Uiteindelijk moest hij toch redelijk wat Elopunten overhandigen aan veel van de sympathieke Fransozen. Veel schaakhuiswerk dus weer waarin hij mag analyseren wat de lessen waren uit dit toernooi.

Hoe verging het mij? Wellicht heeft u gezien welk dramatisch resultaat ik in Groningen in de A-groep had neergezet? Een bezoekje aan een huisarts in januari leverde na een bloedtest op dat ik een chronisch tekort aan Vitamine-d had. Maar daar was nog niet alles mee gezegd. Een coronabesmetting in januari 2023 wees er volgens de huisarts op dat ik alle symptomen van “long-covid” heb. Het devies was: “alles met kleine stapjes”. Maar hoe doe je dat tijdens het spelen van een schaakpartij? De vermoeidheid hoeft nog steeds geen excuus te zijn om slechte zetten te gaan spelen… Omdat ik een positief ingesteld mens ben, en volop begonnen was met het slikken van vitamine-d pilletjes, zette ik mij achter het bord om te proberen er iets hoe dan ook iets moois van te maken. Daarom neem u graag mee aan de hand van fragmenten hoe mijn toernooi ongeveer verliep.

 

Eerste ronde met zwart tegen B. Auder (1966)

 

Tweede ronde met wit tegen F. Lougnon (1974)

 

Derde ronde met zwart tegen A. Morard (1836). Een Belgische jeugdspeler die zijn eerste twee partijen gewonnen had.

 

Vierde ronde: met wit tegen IM Q. Loiseau (2412)

 

Vijfde ronde: met zwart tegen IM P. Duboue (2454)

 

Zesde ronde: met wit tegen E. Lubrune (1942)

 

Zevende ronde: met zwart tegen A. Aravindhan (2005). Jonge Nederlandse jeugdspeler die het erg goed deed in dit toernooi.

 

Achtste ronde: met wit tegen FM A. Agdelen (2408)

 

Negende ronde: met zwart tegen L. Hias (1995)

 

Daarmee was ik tot mijn eigen verbazing op 6 uit 9 gekomen. Dat klinkt als een goede score maar was het niet. Want zelfs met mijn lage Elorating ben er niets mee opgeschoten. Eigenlijk was ik van plan om na de partij meteen naar huis terug te reizen totdat zoonlief zich afvroeg of ik hiermee niet een prijs had gewonnen. Bij het bestuderen van de prijzen, bleek dat er een veteranenprijs 65+ was en dat mijn concurrenten in de laatste ronde hun partijen hadden verloren. Dus zouden wij – beleefdheidshalve – wachten totdat de ceremonie begon. Dat was een belevenis op zich. Er stonden ontzettend veel mensen op het podium die zich stuk voor stuk financieel garant hadden gesteld voor de vele prijzen (waaronder ratingprijzen in veel categorieën). De procedure was dat meer mensen per categorie een geldprijs tegemoet konden zien maar dat alleen de nummer één naar voren werd gehaald zodat hij uit de handen van zijn geldschieter een beker in ontvangst mocht nemen. Toen ik het podium mocht bestijgen was er een vriendelijke mevrouw die mij de beker gaf.

Beeld van de prijsuitreiking (foto Tommy Grooten)

Maar als je ziet hoe diep je moet gaan in sommige partijen voor een resultaat, hoeveel bloed, zweet en tranen het kost om partijen naar je hand te zetten, blijkt dat toch misschien het tragische lot van de schaker, in het bijzonder de prijsjager. Gelukkig heb ik nooit van het spelen zelf hoeven te leven, dan was ik er al heel snel acuut mee gestopt. Ik heb wel van mijn hobby mijn beroep kunnen maken en dat heb ik altijd met groot plezier gedaan. Ik speelde toch graag mee in toernooien zodat ik wat van de wereld kon zien en ondertussen probeerde ik me zo goed mogelijk te meten met sterke tegenstanders. Als je de scalpen van bijvoorbeeld Nigel Short en Fabiano Caruana en redelijk wat andere GM’s op je palmares hebt, vallen de zware en soms pijnlijke nederlagen die je lijdt tegen lager geklasseerde spelers hierbij in het niet. Tenminste, zo heb ik het altijd ervaren. Ik weet dat de Engelse GM Jonathan Speelman, toch even bij de top 5 (of 3 zelfs?) van de wereld ooit schreef dat het zoet van de overwinning voor hem niet het zuur van de nederlaag kon wegnemen. Hopelijk ben ik niet de enige die zich vasthoudt aan de (goede) resultaten uit het verleden, die – zoals het gezegde luidt – geen garantie zijn voor de toekomst. Dat plezier voorop moet staan, denk ik, is het allerbeste advies dat je de jeugd van nu kan meegeven. Laten we het hier maar bij laten!

De meeste details van dit toernooi treft u aan via deze link: echecs.asso.fr/FicheTournoi.aspx?Ref=59713

 

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

11 Reacties

  1. Avatar
    Caesar64 12 maart 2024

    Dank voor dit mooie verslag! Zijn er ook nog fatsoenlijke hotels in de buurt want dit is me te Spartaans.

  2. Avatar
    Henk Smout 12 maart 2024

    Short met 17 en Caruana met 14 jaar hoorden toen nog niet tot de ongeveer 200 respectievelijk rond de duizend grootmeesters.

  3. Avatar
    renzoverwer 13 maart 2024

    Dank. Ik moet alles even op me in laten werken.

    Bij deze zinnen:

    Het hotel had één persoon die de ruimte beneden bemande. Deze man was misschien de eigenaar, receptionist, bediende voor het ontbijt en tegelijkertijd conciërge en technicus tegelijk.’,

    moest ik even grinniken, maar ik had ook wat hardere gedachten:

    Want, nog niet heel lang geleden, werkte ook ik in een hotel. Hier schreef ik over: https://renzoverwer.wordpress.com/2023/03/19/nachtwerk/  (er komt een bietje schaken in voor).

    Oh …. ook ik was al die functienamen in het stuk van Herman tegelijk – maar zeker geen eigenaar.

    Geregeld wordt daar dan een wat wonderlijke opmerking over geplaatst.

    Dat heeft mij altijd enorm verbaasd.

    Een werkgever is namelijk in onze maatschappij geen filantroop of iets dergelijks die maar eindeloos mensen in dienst kan nemen. Dan gaat je bedrijf namelijk: KAPOT.

    Het eenvoudige woord ‘GELD’ schiet mij (ik ben nooit werkgever geweest, maar wel iemand die zich een tikkie kan inleven) dan te binnen.

    Je opmerking erover was ongetwijfeld totaal niet pejoratief bedoeld, maar ik moest nav je opm. wel even wat kwijt. 😉 Omdat ik dit soort dingen best vaak hoor en omdat ik graag vertel en uitleg.

    Ben benieuwd naar de volgende herinneringen, Herman.

    Uit jouw stuk:

    Maar als je ziet hoe diep je moet gaan in sommige partijen voor een resultaat, hoeveel bloed, zweet en tranen het kost om partijen naar je hand te zetten, blijkt dat toch misschien het tragische lot van de schaker, in het bijzonder de prijsjager.’

    Waar. Op elk niveau. Het zal de tragiek en tegelijk ook het mooie van het spel, en van alle sporten en alle winsten zijn, denk ik. Het overwinnen van de ander en/of jezelf.

  4. Avatar
    Michel Hoetmer 13 maart 2024

    Mijn complimenten: wat een ontzettend leuke verslagen! Gefeliciteerd met je 65+ prijs. Dat is een bijzonder fraai resultaat.

    • Avatar
      Peter Huisman 13 maart 2024

      Ik sluit me aan bij Michel, die zelf overigens ook fraaie bijdragen (Goed of fout?) op Schaaksite dropt! Eerst een uitgebreid zeer persoonlijk verhaal, en daarna in vogelvlucht door de partijen. Veel dank, Herman!

  5. Avatar
    Herman Grooten 13 maart 2024

    Bedankt voor de positieve woorden. Er zijn een paar redelijke hotels in de buurt, maar in het naburige Duinkerken heb je meer (en betere!) keus. Die man in het hotel was misschien een franchise-ondernemer, maar ik heb eigenlijk geen idee. Hij deed wel zijn best om het iedereen naar de zin te maken en dat is ook wel wat waard!

    • Avatar
      Pipo Koeien 15 maart 2024

      Premiere Classe is ongeveer het meest budget van de budgethotels. In Bethune, waar elk jaar rond kerst ook een schaaktoernooi is, staat ook een Premiere Classe. Veel Nederlandse schakers hebben daar al verzucht dat ze nog beter in een tentje op de plaatselijk rotonde hadden kunnen slapen.

       

       

      • Avatar
        renzoverwer 17 maart 2024

        Pipo: uitstekende humor van die gasten. Oei, dat klinkt wel heel slecht, haha.

        O ja, de overdrijving!

    • Avatar
      renzoverwer 17 maart 2024

      Herman: een gouden gast, die man (maar geen hotelgast) – en zo moet het!

  6. Avatar
    Frits Fritschy 15 maart 2024

    Ja, ik heb ook zo mijn ervaringen met Premiere Classe en andere Franse budgetketens. Mijn club, Limoges speelt in de afdeling zuid-west, waar de clubs nogal een eindje uit elkaar liggen. Vaak worden twee wedstrijden in het weekend afgewerkt; de club betaalt de verblijfkosten, maar dat moet natuurlijk zo goedkoop mogelijk. Smalle bedjes, en wastafel plus douche hooguit 1 m2… Met Iris zit je beter qua budgetketen (maar ook iets duurder), al hebben we daar ook meegemaakt dat we tweepersoonsbedden kregen. Goed voor de teamgeest, zullen we maar zeggen.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.