De kwetsende naamgeving van de Jan Hein Donnerstraat
In Den Haag, vlak bij de Bep Bakhuijsweg, ligt de Jan-Hein Donnerstraat. Deze straat is vernoemd naar Johannes Hendrikus (Hein) Donner, schaker en schrijver. Van hem is bekend dat hij er een hekel aan had om Jan Hein (met of zonder streepje) genoemd te worden. Toch koos men bij de gemeente Den Haag ervoor om dit te doen (in tegenstelling tot de gemeente Amsterdam, waar de Hein Donnerbrug op het Max Euweplein uitkomt). Hoe zit dat? Ik stelde er een vraag over.
Volgens de Secretariaat Naamgeving van de gemeente Den Haag zit het zo:
Johannes Hendrikus (Hein) Donner (Den Haag, 6 juli 1927 – Amsterdam, 27 november 1988) was een bekende schaker en auteur. In de periode 1950-2000 werd zeer regelmatig over zijn verrichtingen als schaker in de gedrukte media bericht, waarbij zijn naam vermeld werd als “Jan Hein Donner”. Zijn schaakrubrieken schreef in diverse media hij als Jan Hein Donner. In de “Chess Games Database online” wordt hij aangeduid als “Jan Hein Donner”. Daartegen heeft de schaker nooit geprotesteerd. Schaakcollega’s als grootmeester Jan Timman verwijzen naar hem als Jan Hein Donner (interview Volkskrant 15 januari 2021).
In sommige publicaties werd hij “Hein Donner” genoemd. Zie bijvoorbeeld het interview in NRC Handelsblad van 11 april 1981. Interviewer was C. Orbaan:
“- Hoe heet je nu eigenlijk, Hein?
- Zoals jou reeds meer dan 30 jaar bekend, beste Contant, heet ik voor m’n vrienden ,, Hein”, een kloeke naam, geheel passend bij de dreunende klank van mijn achternaam. Toen echter in het begin van de jaren ’50 bleek, dat ze in mij met een buitengewoon talent van doen hadden, is een bepaald slag schaakscribenten ertoe overgegaan mij met het verwekelijkte “Jan Hein” aan te duiden, een soort koosnaampje om mij ongevaarlijk te maken, sportjournalisten van laag allooi doen dat wel meer. Met het klimmen der jaren is mijn ergernis daarover alleen maar toegenomen en op mijn vijftigste verjaardag had ik er ineens genoeg van en ben mij gaan verzetten. Een wanhopige strijd natuurlijk, want tegen de sleur, maar thans kan ik er mijn vijanden aan herkennen want ik heb er intussen genoeg ruchtbaarheid aan gegeven en wie mij nu nog met ’’Jan Hein” meent te kunnen aanspreken wil mij alleen maar kwetsen. Men zij gewaarschuwd! Gewoon, kortweg “Donner” is wel genoeg, vind ik. Het is waar, er zijn meer Donners en als er in NRC Handelsblad een doorwrocht artikel staat over de boeiende vraag of de abdicatie van de koningin een K.B. in technische zin was of niet, dan heb ik dat niet geschreven en moet men even naar de voorletters kijken, maar verwarring lijkt mij nauwelijks mogelijk.”
Er zijn dus drie mogelijkheden:
- Hein Donner; die naam was echter alleen voor de kleine kring vrienden en intimi bedoeld. Voor de publieke straatnaam heeft dit geen gevolg.
- Donner, zonder nadere aanduiding. Dat schept verwarring met alle andere Donners, de dominees, politici en wetenschappers.
- Jan Hein Donner. Dat is de naam die in vele duizenden publicaties van en over de schaker is gebruikt
Wij zien gezien bovenstaande geen noodzaak om de straatnaam te wijzigen.
De bewering “Zijn schaakrubrieken schreef in diverse media hij als Jan Hein Donner. ” klopt volgens mij niet: hij schreef het als J.H. Donner (zie deze link). Ook de bewering “Daartegen heeft de schaker nooit geprotesteerd. ” is toch een beetje in tegenspraak met het citaat. Maar wat ik vooral niet snap: als je een straatnaam vernoemt is het toch bedoeld om die persoon te eren? Hoe kun je dan kiezen voor een zogenaamde bijnaam die de persoon zelf als storend/kwetsend heeft ervaren?
Hein Donner kon er wat van, qua kwetsen, maar oke. Ander verhaal.
Aardig wat uitzoekwerk, Dimitri!
JH Donner lijkt me het fraaist nog.
Men doet maar.
Mij valt op dat er nog geen klacht is ingediend tegen überhaupt de naam Donner-straat, Donner-brug etc. – gezien Donners schrijfsels.
Ja, misschien ging het wel zo.
“Ik heb nog een bekende sporter gevonden die in Den Haag geboren is, Donner.”
-“Nou ik weet niet of we die met een straatnaam moeten eren hoor. Hij was een seksist die de hele tijd schreef dat vrouwen niet kunnen schaken.”
“Dan maken we er Jan-Hein Donnerstraat van om hem postuum te pesten!”
-“Muhaha, dat zal hem leren!”
Zijn erven, volgens mij 2 kinderen, hebben toch geen bezwaar gemaakt. Wat een buitenstaander hier verder van vind lijkt mij niet relevant, ook al heb je wellicht gelijk.
Volgens mij had Donner drie kinderen. Een zoon en een dochter uit zijn eerste huwelijk met Irène van de Weetering en nog een dochter (schrijfster Marian Donner, 1974) uit zijn tweede huwelijk met Marian Couterier.
Uw buitenstaander vind niet, maar vindt.
2 maal correct inderdaad. Hoe kan een mens zich zo vergissen.
Moedig voorwaarts allen! en in het bijzonder ditmaal deze sympathieke natuurvorser. 🙂
Zie www.chesshistory.com/winter/winter110.html. Daar schrijft een zekere Wijnand Engelkes:
Donner was very consistent in being inconsistent. On page 25 of his book De Nederlander en andere korte verhalen (Amsterdam and Antwerp, 1974) he referred to himself as Jan Hein:
Dimitri, ik zie voor jou nog een grote carrière als toneelschrijver, wat een fantasie!;-)
Wie weet, want mijn moeder is daadwerkelijk toneelschrijver (er zijn dit jaar al een paar toneelstukken van haar hand opgevoerd). Zie www.toneeluitgeverijvink.nl/auteurs/1464/m-reinderman/
Wat leuk. Ook op professioneel niveau?
Onze boekwinkel kreeg laatst tig toneel binnen, EENS kijken