Jan Esser: echt een schaker
Johannes (Jan) Esser (1877-1946) was één van de grondleggers van de plastische chirurgie en uitvinder van de nog steeds gebruikte Esser-inlay. Hij was miljonair, kasteelheer, speculant en had een gezin. Was huisarts, tandarts én wetenschapper. Esser had een grote kunstverzameling; als een van de eersten zag hij de waarde van Mondriaan, Witsen, Breitner en Sluijters. Hij was met hen bevriend. Ook was hij een van de eerste officiële Nederlandse schaakkampioenen: in 1913.
Ach, dat schaken deed hij er gewoon even bij.
Won van Reti en Janowski.
Hij droomde van zijn eigen vrijstaat voor mismaakten.
’Ik wil koning zijn,’ schreef hij.
Bij zijn dood in 1946 was Esser arm en vergeten…
Lees verder op reportersonline: reportersonline.nl/jan-esser-pionier-in-plastische-chirurgie-echt-een-schaker/
Het verhaal over Esser, zijn belangstelling voor plastische chirurgie en zijn eiland is niet volledig zonder te melden dat er na de Eerste Wereldoorlog gewoon heel erg veel verminkten waren. Zover ik weet, kwam daar zijn motivatie vandaan. Zijn ideeën over een vrijstaat voor mismaakten zou je kunnen zien als een andere vorm van het denken waardoor dorpsgekken in een inrichting terechtkwamen, landlopers/daklozen in Veenhuizen, doven in internaten en bejaarden in tehuizen. Zonder ze af, dan zijn ze veilig, maar ook: dan hoef je ze niet te zien. De laatste twintig jaar is er weer een tegenbeweging, die naar mijn idee weer te ver doorgeslagen is. Maar negentig jaar geleden vond met Essers ideeën blijkbaar nog niet zo gek.