Recensie: Chess Coach, The profound and Lasting Influence of Mark Dvoretsky – Compiled by Vladimir Barsky

Het kan volgens mij nooit kwaad om over de fameuze Russische schaaktrainer, Mark Dvoretsky, een boek samen te stellen. We kennen allemaal “Dvoretsky’s Endgame Manual” om nog niet te spreken over de vele andere leerzame schaakboeken die hij op zijn naam heeft staan (zie het plaatje met vele voorbeelden).

 

Vladimir Barsky nam de handschoen op om vele verhalen en anekdotes van zijn tijdgenoten te verzamelen en die bij elkaar te zetten. Onder hen collega trainers en veel (oud-)pupillen. Op het gevaar af er enkele te vergeten noem ik enkele namen die bereid waren hun gedachten op papier te zetten: Alexander Nikitin (oud-trainer van Garry Kasparov), Boris Zlotnik, Evgeny Sveshnikov, Vladimir Tukmakov, Mikhail Sherevsky, Sergey Dolmatov, Arthur Yusupov, Alexey Dreev, Vishy Anand, Vadim Zviagintsev, Victor Bologan, Alexander Motylev, David Navarra, Jacob Aagaard en zelfs Magnus Carlsen.

De samenwerking met Arthur Yusupov (die in Duitsland een schaakschool heeft opgericht en zijn naam in het Duits heeft laten verbasteren tot Jussupow) is algemeen bekend. Jarenlang stonden zowel Yusupov en Dvoretsky op de lijst van het eerste team uit Apeldoorn (Schaakstad Apeldoorn tegenwoordig). Het was vooral te danken aan Karel van Delft (en sponsoren) om deze vooraanstaande spelers/trainers naar Apeldoorn te halen waar ze ingezet werden om de jeugd het nodige bij te brengen. Karel was ook niet te beroerd om af en toe een trainingssessie te organiseren waarin Dvoretsky een publiek met louter trainers kon toespreken. Het was voor mij een mooie gelegenheid om deze gelouterde trainer eens in levende lijve te ontmoeten.

Na zijn interessante uiteenzetting (waarvan ik me vooral de fraaie lopereindspelen herinner) kon ik hem even kort spreken. Ik heb toen even gesproken over de in Nederland gebruikte Stappenmethode van IM Cor van Wijgerden en Rob Brunia en wat hij daarvan vond. Van Wijgerden had Dvoretsky eerder al ontmoet en hem ooit gevraagd of hij spelers had begeleid/getraind met een wat meer basaal niveau dan degenen die hij meestal trainde en wat hij daar dan mee deed. Daarvan gaf hij aan dat hij nooit iemand onder een ratingniveau van minimaal 2250 onder zijn hoede had gehad en dus kon hij daar weinig over zeggen. Dit geeft natuurlijk aan dat hij – nadat hij al een paar jeugdwereldkampioenen had opgeleid – toen al het aureool had van de toptrainer die zich niet bemoeide met het traject waarin spelers van niveau nul omhoog komen. Toch opmerkelijk dat hij eigenlijk toegaf dat hij ‘werkelijk geen idee had’ wat er onder 2250 moest gebeuren…

Dvoretsky (links) met aan zijn zijde Yusupov uitkomend voor Apeldoorn (foto Karel van Delft)

Dvoretsky was ook jarenlang de sterkste IM ter wereld die echter ook nooit GM is geworden maar uiteraard wel van grootmeestersterkte is geweest. In het boek lees ik ook dat hij al vroeg zijn carrière als speler heeft opgegeven om zich toe te leggen op het trainer/coachschap.

Ik heb vele interessante partijen van Dvoretsky met mooie analyses bekeken waarbij opvallend is hoe lovend de commentator spreekt over de speelwijze van hun collega trainer of leermeester. Sommige partijen kwamen mij bekend voor uit andere boeken die Dvoretsky zelf nog heeft uitgebracht. Een treffend staaltje is zijn overwinning op een ex-wereldkampioen, Vassily Smyslov. Het volgende fragment had ik al in mijn eindspelcollectie met “De rol van de koning in het eindspel” opgeslagen 😊.

 

Dvoretsky, Mark – Smyslov, Vassily
1. e4 e5 2. Pf3 Pc6 3. Lb5 a6 4. Lxc6 dxc6 5. O-O De7 6. d4 exd4 7. Dxd4 Lg4 8. Lf4 Lxf3 9. gxf3 Pf6 10. Pc3 Ph5 11. Lg3 Td8 12. De3 Pxg3 13. hxg3 Dc5 14. Tad1 Dxe3 15. Txd8+ Kxd8 16. Td1+

Deze partij ging vooral over deze stelling. Wit heeft even gewacht met het terugnemen van de dame en stelt zijn tegenstander de vraag: waarheen met de koning? Naar de dame- of naar de koningsvleugel?
16…Kc8?
Het is opmerkelijk dat de oud-wereldkampioen, toch een groot eindspelvirtuoos, hier naar de verkeerde vleugel gaat. Het moet toch duidelijk zijn dat de strijd zich gaat afspelen op de koningsvleugel. Omdat een eventueel pionneneindspel in de regel verloren is, kan de zwarte koning niet meer terugkomen, zolang wit met zijn toren de d-lijn in handen houdt.
Hij had dus naar de andere kant moeten gaan met zijn koning. 16…Ke8!
17. fxe3⩲
Stockfish 16.1 is echter nog niet zo overtuigd van het oordeel dat wit groot voordeel zou hebben en geeft wit slechts een klein plusje.
17…g6?!±
Hier wordt 17…f6 aangegeven door SF16.1, maar na 18. Pe2 Lc5 19. Kf2 Td8 20. Txd8+ Kxd8 21. f4 wordt toch duidelijk dat wit erg goede winstkansen heeft!
18. e5 Lg7 19. f4 f6?
Dit beschouwt de engine als de beslissende fout, maar wat kon zwart anders?
20. exf6 Lxf6 21. e4 h5 22. Kg2 Lxc3 23. bxc3 b5
23…Td8 24. Td3 c5 25. Kh3 Txd3 26. cxd3 Kd7 27. Kh4 Ke6 28. Kg5 Kf7 29. e5 b5
24. e5 a5
De witte koning loopt via h3-h4-g5-f6 naar binnen, waarna het pleit beslecht is.
25. Kh3 b4 26. Kh4 Te8 27. Kg5 Te6 28. Kh6
28. Kh6 c5 29. Kg7 gevolgd door Kf7 maakt aan alles een einde.
1-0

Al bladerend kwam ik namen van sterke spelers tegen waarvan ik niet wist dat ze ooit in de “Dvoretsky school” waren opgenomen. Een daarvan is Peter Svidler die de volgende partij van Dvoretsky tegen Khalifman van uitvoerig commentaar voorzag.

Peter Svidler (foto Frans Peeters)

 

Dvoretsky, Mark – Khalifman, Alexander

(De varianten en het commentaar is gebaseerd op de zeer uitgebreide analyse van Peter Svidler, één van de vele talenten uit de “Dvoretsky-school” die de wereldtop heeft gehaald.)
1. e4 c5 2. Pf3 e6 3. d3
Moderne theorie was niet besteed aan Dvoretsky. Hij stuurde liever op een middenspel aan met patronen die vertrouwd waren voor hem, zoals het Koning-Indisch in de voorhand (of in het Engels genoemd “The King’s Indian Attack”)
3…d5 4. Pbd2 Pc6 5. g3 g6 6. Lg2 Lg7 7. O-O Pge7 8. Te1

De opstelling waar zwart voor kiest, werd later door Kasparov in een mooie partij tegen Ljubojevic geadopteerd. Svidler die het commentaar in het boek leverde bij deze partij, heeft zijn twijfels over zwarts opzet. Hij zegt ongeveer dat zwart beter het koningspaard naar f6 kan ontwikkelen en de loper naar e7 zodat als wit e4-e5 wil spelen, de pion op e5 na …Pfd7 onder ‘serieuze druk’ komt te staan. Wit moet dan meer zijn best doen om tot deze zet te komen. Partijen van Fischer (die door Dvoretsky intensief zijn geanalyseerd) hebben ons wel geleerd dat de “Konings-Indische aanval” wel degelijk gevaarlijk kan zijn.
8…O-O 9. e5 Dc7 10. De2
Svidler bespreekt in detail dat deze stelling al vrij gevaarlijk is voor zwart. Omdat de zwarte velden in het zwarte kamp op de koningsvleugel danig verzwakt zijn, krijgt wit plan (dat hij bijna op de autopilot kan spelen: h2-h4, Pd2-f1-h2-g4) direct gestalte.
10…b6
Daarom stelt Svidler voor om hier tot ‘drastische’ maatregelen over te gaan door hier 10…g5 te spelen. Hij komt met een uitgebreid variantenoverzicht waar ik slechts de hoofdvariant van geef: 11. h3 h6 [11…Pg6!?] 12. c3 Pg6 13. d4 cxd4 14. cxd4 Pb4 15. Td1 b6 16. Pe1 La6 17. Dh5 Pc2 18. Pxc2 Dxc2 19. b3 Tfc8 20. La3 Lb5 Hij eindigt met de conclusie dat hij nog altijd liever wit heeft in deze stelling maar dat zwart erin is geslaagd om de positie “dramatisch” te wijzigen en nu ook voldoende tegenspeler heef ontwikkeld. Volgens Stockfish 16.1 is dat oordeel meer dan juist. De computer geeft 0.00 :).
11. h4 La6 12. Pf1 Pd4
Zwart besluit om de structuur nu ook radicaal te wijzigen omdat hij ook wel inziet dat wits komende aanval zeer sterk kan worden en hij wanhopig op zoek moet naar tegenspel.
13. Pxd4 cxd4
Veel spelers zouden deze zet zonder veel nadenken spelen, daarom is Svidler enigszins verbaasd over de eerste kandidaatzet van de computer: 14.Lg5. Dit verbaast mij dan weer want als ik nu anno 2024 met Stockfish 16.1 kijk, zegt de machine dat juist de tekstzet verreweg de voorkeur verdient! 14.Lf4 krijgt als waardering +1.73 tegen +1.49 voor 14.Lg5.
14. Lf4
Deze stelling is al zeer bedenkelijk.
14…Pc6 15. a3 Dd7
Hij maakt zich op om voor het oude plan met …f6 te komen, maar de strategische zwaktes in zijn stelling hierna zullen hem ook zwaar op de maag komen te liggen. Zwart had een wanhoopsoffer kunnen brengen met 15…Tac8 Overigens kan wit ook domweg Tac1 spelen, waarna er weinig te zien valt voor zwart. 16. Ph2 Lxe5?! 17. Lxe5 Pxe5 18. Dxe5 Dxe5 19. Txe5 Txc2 maar ook hier moge het duidelijk zijn dat wit gewonnen komt te staan na 20. Lf1 Txb2 21. Pf3 gevolgd door Pxd4.
16. Ph2 Tae8 17. Pg4
17…f6
Svidler: ‘Een pittoreske stelling zou ontstaan na 17…h5 18. Pf6+ Lxf6 19. exf6 Kh7 20. Le5 (zie analysediagram)
waarna zwart geen spoor van tegenspel heeft en wit kan doen wat hij wil. Wit kan kiezen uit diverse winstplannen’. Het is natuurlijk jammer dat Svidler niet iets laat zien van hoe wit een dergelijk voordeel verder kan uitbouwen. Ik doe een kleine poging om te laten zien hoe wit eventueel kan doorbreken. 20…Tc8 21. Df3 Dd8 [21…Pxe5? 22. Txe5 Txc2 23. Txh5+ Kg8 (23…gxh5 24. Dxh5+ Kg8 25. Dg5+ Kh8 26. Dg7#) 24. Df4 Tfc8 25. Th8+ Kxh8 26. Dh6+ Kg8 27. Dg7#] 22. Te2 Th8 23. Lh3 Kg8 24. Lxe6 fxe6 25. f7+ Kh7 26. Lxh8 Dxh8 27. Txe6 Tf8 28. Tae1 Pd8 29. Te8 Kg7 30. Txd8 [30. T1e7 Pxf7 31. Dxd5+-] 30…Txd8 31. Te7.
18. exf6 Lxf6 19. Pxf6+
Daar gaan de zwarte velden!
19…Txf6 20. Lh3
Dit laat een “emotioneel kwaliteitsoffer” toe. Wit kon het naderende kwaliteitsoffer vermijden met 20. Dd2 e5 21. Lh6 gevolgd door c2-c3 en het openen van de stelling zal zijn loperpaar ten goede komen.
20…Txf4 21. gxf4 Lc8 22. Df3
22. f5?! zou fout zijn vanwege 22…e5! hoewel wit nog altijd veel beter staat na 23. Df3 gxf5 24. Kh1+- 22. Dg4! verdiende overigens wel de voorkeur. 22…Dg7 23. Dg5 waarna zwart niet eens het slechte eindspel dat hij in de partij bereikt in kan gaan.
22…Df7 23. Dg3 Kh8 24. Te2 Tf8 25. Tae1 Pd8
26. f5!
De gebruikelijke manier om de structuur weer eens te veranderen. Omdat hij een kwaliteit voorstaat, moet hij een lijn voor zijn torens openen.
26…gxf5 27. De5+ Dg7+ 28. Dxg7+ Kxg7 29. f4
Zo legt hij de zwakte van veld f4 vast en bereidt hij een torenswitch naar de g-lijn voor.
29…Kf6
Als zwart probeert de potentieel zwakke pionnen h4 (of zelfs f4) aan te vallen met 29…Tf6 krijgt hij het deksel ook op zijn neus: 30. Tg2+ Kf8 31. Kf2 Th6 32. Teg1 en zwart kan het opgeven aangezien de beide witte torens binnenkomen: 32…Txh4 33. Tg8+ Ke7 34. T1g7+ Pf7 35. Kg3+-
30. Tg2 Ld7 31. Kf2 Pf7
32. Ke2?!
Hier had wit beter het nauwkeurige 32. Teg1! kunnen spelen. 32…Tc8 33. Ke1 Ph8 34. h5 waarna zwart niet de tijd zou hebben gehad om het paard op g6 te zetten zoals in de partij gebeurt.
32…Ph8!
Hier zie je de hand van een topspeler.
33. Tf1
33…Pg6?!
Maar in zijn enthousiasme om het paard om te spelen, doet hij dat net iets te vroeg. Een betere kans op behoud bestond in 33…Le8! 34. Kd2 Lh5 gevolgd door …h6 en …Pg6. Dan rijst natuurlijk de vraag wat er dan komt op 35. Tg5 Het antwoord is uiteraard: 35…h6! en de toren lijkt te worden ingesloten na 36. Txh5 Kg6 maar wit heeft nog 37. Lg4 fxg4 38. Te5 Kf6 waarna wit nauwelijks nog voordeel heeft. In de stelling na 34…Lh6 moet wit volgens Svidler nog hard werken om vorderingen te maken
34. h5 Pe7 35. h6
Svidler: ‘Nu heeft wit zijn handen vrij en Mark speelt de rest van de partij onberispelijk naar winst’.
35…Pg6 36. Kd2 Tc8 37. Tg3 Le8 38. Tf2 Lf7 39. Lf1 Tc7 40. Le2 Tc8 41. Tg1
Op het eerste gezicht lijkt het erop dat wit een soort vesting ingenomen heeft die moeilijk te slechten is. Maar wit stuurt aan op het openen van het centrum met c2-c3 en probeert daar een andere open lijn voor zijn torens te veroveren.
41…Ke7
De zwarte koning zit met het dilemma dat hij zowel op de koningsvleugel als op de damevleugel nodig is.
42. Lh5
Gelijkwaardig is het directe 42. Tc1.
42…Kd6
Het schijnoffer met 42…Pxf4 faalt op 43. Lxf7 Ph3 44. Lxe6!+-
43. c3 dxc3+ 44. bxc3
Zwart kan niet verdedigen tegen de twee fronten die wit heeft gecreëerd.
44…Ke7 45. Lxg6 Lxg6
45…hxg6 is ook hopeloos na 46. Th2 Kf6 47. Ke3 e5 48. fxe5+ Kxe5 49. h7 Th8 50. d4+ Kf6 51. Kf4 met een simpele winst.
46. a4!
Nog meer lijnen voor de witte torens moeten geopend worden!
46…Kd6 47. Tb1 Kc5 48. Tb5+ Kc6
48…Kd6 49. a5 bxa5 [49…Le8 50. Tb1 bxa5 51. Tb7+-] 50. Txa5+-.
49. Ke3
Het is extra plezierig om zo’n mooie zet te mogen spelen! De koning staat fantastisch op het schitterende veld d4.
49…Kd6 50. Kd4
Wat staat die witte koning daar prachtig!
50…Tg8
Het winnen van de witte a-pion heeft geen betekenis: 50…Le8 51. Tbb2 Lxa4 52. Ta2 b5 53. Tg2 en de witte toren komt vernietigend binnen op g7.
51. Tg2
Zwart gaf het op. Svidler merkt nog op dat zwart in de slotstelling geen spoor van tegenspel heeft kunnen creëren en dat wit vanaf de 40ste zet tot aan de slotstelling erg consequent en sterk heeft gespeeld.
1-0

 

Ik eindig deze verhandeling met het voorwoord van Garry Kasparov! Behalve dat de oud-wereldkampioen lovende woorden te over uitspreekt over deze sterrentrainer, laat hij zijn licht schijnen over het fameuze eindspel Karpov – Kasparov van een goed paard tegen een slechte loper, waarin Karpov met een werkelijk briljante zet zijn koning toegang verschaft om de vijandelijke stelling binnen te kunnen wandelen. Omdat het eindspel door veel commentatoren (waaronder de door Kasparov genoemde Mihail Marin en Karsten Müller) besproken werd, waren naast Dvoretsky zij zo’n beetje de enigen die de juiste richtlijnen voor dit type eindspel gaven. Hoewel het een zeer pijnlijke ervaring moet zijn geweest om zo te verliezen van je aartsrivaal, is de analyse van Kasparov – nu uiteraard met de moderne engines op de achtergrond – zeer onderhoudend en uitgebreid dat het interessant is om met zo’n update hiervan te komen. Ik geef het eindspel met het commentaar van de Engelse GM Daniel King en zijn varianten in de Megadatabase van Chessbase. Zelf heb ik summier commentaar toegevoegd gestoeld op enkele opmerkingen van Kasparov. Voor de ware liefhebber raad ik aan het boek te kopen want de ex-wereldkampioen heeft maar liefst vierenhalve pagina besteed aan alle ins en outs van deze “klassieker”!

 

Karpov, Anatoly – Kasparov, Garry

46…gxh4?
Kasparov must have missed Karpov’s reply. But what happens if Black does not capture on h4? Does White have significant winning chances? In Informator Geller gives simply 46…Lg6⩲ . Let’s continue a little further from that point. (This has probably already been researched, but I don’t have an analysis of the game to hand. In a way that might be a good thing: I’m not clouded by anyone else’s thoughts, no matter how erudite!) 47. Kg2 Black can now choose to wait with (B1) 47…Ke6, or try to simplify the position with (B2) 47…gxh4. [First let’s look at the most direct method of play for White: 47. hxg5 fxg5 48. f4 gxf4 (48…g4 49. f5 {49. Pg2 Ke6 and White can’t get through} 49…Lh7 50. Pg2 Lxf5? {50…Ke7! 51. Pf4 Kf6 52. Pxh5+ (52. Pxd5+ Kxf5 53. Ke3 Kg5 54. Pf4 (54. Pc7 h4 55. gxh4+ Kxh4=) 54…h4 55. gxh4+ Kxh4 56. d5 Kg5 57. d6 Lf5 (57…Kf6 58. d7 Ke7 59. Pe6 Kxd7 60. Pf8+ Kd6 61. Pxh7 Kd5 62. Pf6+ Kc4 63. Pd7+-) 58. Pd3 Kf6 59. Pc5 Lc2 60. Kf4 Ld1 61. Pxa6 Ke6 62. Pc7+ Kxd6 63. Pxb5+ Kc6 64. Pc3 Lf3 Unless I’m very much mistaken, with only the knight to aid the pawns, this must be a draw.) 52…Kxf5 53. Ke3 Lg6 54. Pf4 Lf7 55. Pd3 Le6 56. Pc5 Lc8=} 51. Pf4 Lh7 {51…Ld7 52. Pxh5 Ke6 53. Pf4+ Kd6 54. Ke3+-} 52. Ke3 followed by Nh5 and Kf4 +-) 49. gxf4 Ke6 50. Kg3 Lf7 51. Kh4 Kf6 52. f5 Le8 53. Pxd5+ Kxf5 54. Pc7 Lf7 55. Pxa6 Ke4= It appears that Black has two satisfactory methods of defence to the immediate attempt at a breakthrough, so let’s now look at the more subtle…] 47…gxh4 Black is not obliged to capture on h4, but White is going to play g4 anyway, followed, if necessary by f4. [47…Ke6 48. g4 gxh4 (48…hxg4 49. fxg4 White moves the king to g3, then plays the Nh3 (for instance) forcing Black to capture on h4, so transposing to line ‘B2’.) (48…Kd6 49. Kg3 Ke6 50. f4 gxh4+ 51. Kxh4 hxg4 52. Kxg4 Le4 {52…Lf7 53. f5+ Ke7 54. Pg2 Le8 55. Pf4 Lc6 56. Pe6 Lb7 (56…Ld7 57. Pc7) 57. Kh5 Lc8 58. Pf4 Lxf5 59. Pxd5+ Kd6 60. Pxf6 Ke6 61. Kg5 Lb1 62. d5+ Ke5=} 53. f5+ Kf7 {53…Kd6 54. Kh5 Ke7 55. Kg6 Lf3 56. Pf1 followed by Ng3-h5xf6 +-.} 54. Pf1 Lc2 I do not see how White gains access to the square c5 with the knight. The bishop blocks it out with accurate play.) 49. Kh3 transposes to the next variation ‘B2′.] Although White no longer has the reply Ng2, there is… 48. g4! hxg4 49. fxg4 Ke6 50. Kh3 Le4 51. Kxh4 Lg6 52. Pg2 Le4 53. Pf4+ Kf7 54. g5 [54. Kh5 Lf3] 54…Lf3! [54…Kg7? 55. Ph5+ Kg6 56. Pxf6+-] [54…Ke7? 55. g6+-] [54…f5?+-] [54…fxg5+? 55. Kxg5 Ke7 56. Pg6+ Ke6 (56…Lxg6 57. Kxg6 Ke6 58. Kg5) 57. Pe5 Followed by Nc6 and Nb8 xa6.] 55. g6+ [55. Pd3 Kg6 56. gxf6 Kxf6 57. Kg3 Ld1? (57…Le2 58. Pc5 Kf5 59. Kf2 {59. Pxa6 Ke4=} 59…Lh5 60. Ke3 Le8 61. Pxa6 Ld7 62. Pc5 {62. Pc7 Lc6 63. Kf3 Kg5} 62…Le8 , and in spite of the extra pawn, I don’t see how White can win. Black’s king cannot be forced away from its strong position.) 58. Kf4] [55. Ph5 fxg5+ 56. Kxg5 Lxh5 57. Kxh5 Kf6 58. Kg4 Kg6=] 55…Kg7 56. Kg3 Le4 57. Kg4 Lxg6 [57…Lh1? 58. Kf5 Le4+ 59. Ke6 Lf3 60. Pxd5 Lxd5+ 61. Kxd5 Kxg6 62. Ke6 f5 63. Ke5 Kg5 64. d5+-] 58. Pxd5 Le4 59. Pc7 Kf7! [59…Lb7 60. d5 Kf7 61. d6 Lc8+ 62. Kf4 Lb7 63. Kf5 Lc8+ 64. Ke4 Lb7+ 65. Kd4 Lc8 66. Kc5 f5 (66…Ld7 67. Pxa6 f5 68. Pb8+-) 67. Kc6 f4 68. d7 Lxd7+ 69. Kxd7 f3 70. Pd5+-] 60. Pxa6 Ld3 61. Pc5 Lf1 and it seems to me that Black is able to draw this position.
47. Pg2!!
Creating an entry point for White’s king – as we have already seen, the key to this ending. HG: Dit wordt inmiddels gezien als één van de meest briljante vondsten ooit in een WK-partij. Door op deze onverwachte manier een pion te offeren, krijgt de koning de gelegenheid om de stelling binnen te komen die hij anders niet zou krijgen.
47…hxg3+ 48. Kxg3 Ke6 49. Pf4+ Kf5 50. Pxh5
Threatening Ng7-e8-c7, therefore the king must retreat.
50…Ke6 51. Pf4+ Kd6 52. Kg4 Lc2 53. Kh5 Ld1 54. Kg6
54…Ke7!
Het uitroepteken is van Dvoretsky (en Kasparov zelf). Dvoretsky: ‘Of course, not 54…Lxf3? 55. Kxf6 winning the d-pawn and the game. In such cases, one uses the device of “gradually driving back of the enemy king”: the knight transfers to f5, and after the forced retreat of the king (the pawn ending is lost) the white king comes to e5 or e7, and the knight gives another check etc.’ (Dvoretsky).
55. Pxd5+?
Dit uitroepteken is ook van Kasparov. Dat dit als een fout kan worden aangemerkt is hoogst opmerkelijk: Wit slaat een pion met schaak en er gaat er nog een verloren. Dvoretsky heeft dit in zijn boek ook aangemerkt, evenals Marin. Het gaat erom dat pion d5 zwart juist enorm hindert en dat wit eerst pion f6 had moeten veroveren om vervolgens de zwarte koning verder terug te drijven (zoals hierboven al gezegd). Een mogelijke winstvoering kan zijn:
55. Ph5 Lxf3 56. Pxf6 Le4+ 57. Kg5 Ld3! (zie analysediagram)
58. Pg4! Lf1! 59. Pe5 Lh3 60. Kg6 Ke6 61. Pc6 Kd6 62. Pa5 Ke7 63. Pb3 Ld7 64. Pc5 Lc8 65. Kg7! (zie analysediagram)
met zetdwang! Of wel de koning moet zijn collega verder toelaten ofwel pion a6 gaat verloren. De analyse gaat nog veel verder (met commentaar en varianten) maar ik geef alleen de hoofdvariant: 65…Lf5 66. Pxa6 Ld3 67. Pb8 Lc2 68. Pc6+ Ke6 69. Kf8! (zie analysediagram)
69…Lg6 70. Pa7 Ld3 71. Ke8 Le2 72. Pc6 Kd6 73. Pe7! Ke6 74. Kd8 Kd6 75. Pf5+ Ke6 76. Pe3 Kd6 77. Kc8 Kc6 78. Kb8 (zie analysediagram)
waarna de koning bij de b-pion komt en wit a3-a4 kan laten volgen.
55…Ke6
55…Kd6 would have been better according to Geller in Informator, but obviously by this stage Black is on the edge. Hierover merkt Kasparov het volgende op: ‘Immediately after the game I regretted not playing 55…Kd6!? The Sovjet commentators diplomatically pointed out that after 56. Pxf6 Lxf3 the win is not so simple. Wich, translated to modern language, means ’the position is a dead draw!’
56. Pc7+ Kd7?
Kasparov: ‘unneccesarily giving up the second pawn. Mentally, I was already resigned to defeat and did not expect how difficult is White’s task! Much stronger was 56…Kd6 with the idea of 57. Pxa6 Lxf3 58. Kxf6 Kd5 Averbakh 59. Pc7+ Kxd4 60. Pxb5+ Kc4 (zie analysediagram)
draws’.
57. Pxa6 Lxf3 58. Kxf6 Kd6 59. Kf5 Kd5 60. Kf4 Lh1 61. Ke3 Kc4 62. Pc5 Lc6 63. Pd3 Lg2
Averbakh: ‘An interesting idea was 63…Le8 64. Pe5+ Kd5 with hopes of holding’.
64. Pe5+ Kc3 65. Pg6 Kc4 66. Pe7
66…Lb7?
Kasparov: ‘Only this is the decisive mistake: now Black perishes because of zugzwang.
Even during the game, many observers pointed out the more tenacious 66…Lh1 (zie analysediagram)
and here no win has been found to this day.
67. Pf5 Lg2?!
Averbakh: ‘Again 67…Kd5 poses White greater problems.’ Kasparov on this comment: ‘Indeed much greater! After 68. Kd3 Ke6 (zie analysediagram)
White is not winning’. Dat oordeel werd aangevochten door GM Karsten Müller die in 2005 een opmerkelijke winstvariant vond, maar het paard omgespeeld moet worden naar c3. Dat kan alleen met 69. Pg7+!!+- Ook dit is een erg ingewikkeld variantencomplex maar de engine bevestigt het oordeel!
68. Pd6+ Kb3 69. Pxb5 Ka4 70. Pd6
CONCLUSION (King): I went a bit over the top with the analysis of this ending; hope you didn’t find it too boring. I will probably discover that this has all been investigated before and with greater accuracy, but anyway, these are my findings: Black ought to be able to draw with 46…Bg6, either by sitting tight with 47…Ke6 or simplifying with 47…gxh4. However, in both cases, great accuracy is required, and in a practical game I would say that the odds of White winning are greater than that of Black drawing. If a (youthful) ‘Kasparov’ can blunder, then so can anyone. One thing is clear, having the pawn on h5 makes life more difficult for Black than if it were on its starting square.
1-0

 

 

Het boek eindigt met twee interessante interviews. Het eerste (in 2016) werd gegeven door Barsky zelf, de initiatiefnemer van dit boek, en het tweede door Sagar Shah voor Chessbase India (ook in 2016). Deze interviews geven een boeiende inkijk in het leven en werk van Dvoretsky en ook waarom hij zo op handen werd gedragen door de vele schakers met wie hij te maken heeft gehad.

 

Conclusies

Dit boek bevat voor elk wat wils. Om te beginnen is het een mooi leesboek geworden met veel (achtergrond)informatie over een legendarische Russische schaaktrainer die bij vrijwel iedereen geliefd was. Zijn vermogen om het schaakspel te ontleden om zo een “kampioenenmaker” te worden, is ongekend. Hij stond bekend als een methodist die met zijn aanpak velen “licht liet zien” wat ons moeilijke spel zo mooi maakt. Zijn voorliefde voor het lezen van boeken (hetgeen blijkt uit een persoonlijk relaas van zijn zoon) wist hij ook om te zetten in het uitbrengen van vele schaakboeken die nog altijd in veler boekenkasten als pronkstuk op een plank staan. Dit boek geeft een bloemlezing van wat Mark Dvoretsky in zijn leven als schaker heeft gepresteerd. In zijn nalatenschap heeft hij vele interessante en mooie partijen gespeeld die hij ook in zijn doeleinden als trainer heeft kunnen gebruiken. Vladimir Barsky heeft het initiatief om het grote aantal bekende collega trainer/coaches én zijn vele pupillen (bepaald niet de minsten!) te vragen een partij van Dvoretsky te analyseren en hun tegelijkertijd de opdracht mee te geven om in hun commentaren te verwerken welke invloed Dvoretsky voor hen heeft betekend. De vele persoonlijke noten van – je mag wel zeggen – de groten der aarde, geven een mooi beeld van een markante toptrainer die ook op ander gebied (schaken moet leuk zijn!) zijn boodschap heeft overgedragen. Voor alle schakers die een fan zijn van deze grote man, mag dit boek dan ook niet ontbreken op hun boekenplank!

Mark Dvoretsky overleed op 26 september 2016 op 68-jarige leeftijd. Ik heb destijds het volgende In Memoriam over hem geschreven.

Nog een aardig tafereeltje met Mark Dvoretsky (links) die lesgeeft aan Armen Hachijan en rechts de nog jonge Thomas Beerdsen (foto Karel van Delft)

 

 Titel: Chess Coach, the Profound and Lasting Influence of Mark Dvoretsky
• Samengesteld door: Vladimir Barsky
• Publicatiedatum: 2024
• Aantal pagina’s: 324
• Uitgever: New in Chess
• Paperback ISBN: 978-90-834139-0-7
PDF-Excerpt
• Softback: € 29,95
• E-book € 24,95
Boek bestellen…

 

Over Herman Grooten

Herman is ruim 40 jaar schaaktrainer. Hij verzorgde lange tijd de schaakrubrieken in Trouw en het ED. Daarnaast was hij Topsportcoördinator bij de KNSB en is hij auteur van diverse schaakboeken en werkt hij voor Schaaksite. Klik hier voor series die hij op Schaaksite heeft gezet.

1 Reactie

  1. Avatar
    Henk Smout 24 mei 2024

    Shereshevsky

    en in de verduitsing Jussupow zou intervocalische enkele ’s zoemend worden uitgesproken.

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.