Boris Spassky’s best games – recensie

Dit is helaas voorlopig mijn laatste recensie! Na aardig wat jaartjes (6!) met plezier stukken geschreven te hebben voor deze leuke site, moet ik helaas even een stap terug doen i.v.m. werk en gezin! Bedankt voor de positieve reacties op eerdere stukken! Gelukkig zijn er al heel wat nieuwe vrijwilligers die graag doorgaan met deze rubriek 😊

Door naar de recensie:

Als jeugdspeler heb ik nooit veel gehad met het doorspelen van bekende of thematische partijen, noch met het naspelen van partijen van bekende schakers. Een schaakidool had ik ook niet. Ik wist nog net dat Euwe de enige Nederlandse wereldkampioen was geweest, maar je had me nooit moeten vragen naar zijn stijl of überhaupt een partij van hem. Een boekje over één van de Kasparov-Kapov matches herinnering ik me nog wel, maar meer de kaft dan de inhoud. Ik weet ook nog dat ik, samen met mijn vader overigens, een vrij beperkte blik had op het spel. We waren wellicht beiden beginners, maar de leus ‘1.d4 is remise’ herinner ik me nog goed. ‘Remise’, als in ‘je wil niet winnen’. Want met 1.d4 was het onmogelijk om op winst te spelen, dat kon alleen met 1.e4. Uiteindelijk, toen ik voorbij de 2000-rating was gekomen, vond ik dat het voor mijn schaakontwikkeling misschien wel goed was om ook maar eens 1.d4 te gaan bestuderen. Ik speelde het een tijdje, won wonderbaarlijk ook nog wat potjes met die schuifopening, en stapte weer terug naar 1.e4.

En toen kwam corona. Ik weet niet hoe gemotiveerd jij/u was in die tijd om te trainen, maar bij mij zakte dat aanvankelijk nogal weg. Geen echte partijen meer kunnen spelen vond ik best een domper. Nu al die jeugdtalentjes oppoppen die tijdens corona 24/7 online geschaakt hebben, denk ik dat ik best wat meer had kunnen doen. Toch gebeurde er iets opvallends, voor mijn doen, tijdens corona. Ik vond Boris Spassky! Nouja, zijn partijen dan.

Want hoewel ik voor corona nog steeds amper aan partijstudie deed, bekroop me ook ineens de gedachte dat ik Karpov’s voorgangers niet kon benoemen. Ik begon dus maar met partijen door te spelen van de grote namen die Kapov voorgingen en zo kwam ik uiteindelijk bij Spassky. Ik begon bij zijn jonge jaren, zoals ik ook bij de andere wereldkampioenen had gedaan. En iets in zijn spel trok me aan. Iets flitsends, iets lomps, iets elegants. Maar ook iets menselijks en opvallend begrijpelijk. Waar bijvoorbeeld Tal me vaak volledig boven de pet gaat (en ik ben nog wel een 1.e4 speler!), leken Spassky’s aanvallen veel begrijpelijker. En toch ook zeker erg spectaculair!

Over Spassky

Spassky wordt vaak een all-rounder genoemd. Ik denk dat het wel klopt. Zijn spel is een mix tussen heerlijk aanvallen en soms heerlijk de tegenstander positioneel overspelen. Maar toch zit er iets principieels in, of misschien wel wat ongeduldigs. Naar voren betekent naar voren, geen getreuzel. Dat maakt hem, volgens commentatoren, ook een van de wisselvalligste wereldkampioenen. Dat trok me ook wel, om te zien dat hij in een superstelling gewoon een paar missers maakt waarmee hij niet verloor maar soms wel zijn voordeel kwijt raakte. Dan begon hij gewoon weer opnieuw met beter te schaken dan zijn tegenstander, om alsnog te gaan winnen. Vechtlust spat van zijn spel af.

Wist u overigens dat hij op jonge leeftijd beter was dan Tal en dat ze ongeveer even oud waren? Al ruim voor Spassky’s 20e verjaardag speelde hij op topniveau mee. Het was daarom ook Spassky over wie er werd gedacht dat hij snel wereldkampioen zou worden. Uiteindelijk moest hij meerdere spelers voor laten gaan, waaronder jeugdrivaal Tal. Ten slotte was het Spassky die als laatste in de lange lijn Russen het stokje uit handen moest geven aan niemand minder dan de Amerikaan Bobby Fischer. En ja, daar kent iedereen Spassky natuurlijk van!

Over het boek

Het boek, dat ik dan uiteindelijk ook nog maar even ga bespreken, gaat overigens in op de verschillen tussen Fischer en Spassky. De jeugdresultaten komen, als je naar ratingprestaties kijkt, aardig overeen. Het algemene beeld dat heerst is dat Fischer een klasse apart was. Ach, wellicht was hij het ook. Maar Spassky was ook verschrikkelijk goed.

Het boek heeft centraal de resultaten van Spassky per jaar staan. Het neemt je dus ook mee per jaar, van de jonge jaren tot 1968, net voor het behalen van zijn wereldtitel. Dit is daarmee dus ook het eerste boek in een reeks, waarvan de volgende uiteraard de hoogtijdagen zullen bespreken. En vast ook het dieptepunt tegen Fischer. Het boek geeft best wat achtergrondinformatie om je als lezer mee te nemen en een kijkje te geven in de persoon van Boris Spassky. Je leert hem wat beter kennen, bijvoorbeeld dat hij best een moeilijke jeugd had. Meer ga ik er niet over zeggen.

Het boek pretendeert absoluut niet een volledige biografie te zijn. Boeken van uitgeverij Elk en Ruby gaan hier vaak dieper. Het boek over Romanovsky, waar ik eerder al eens een recensie over schreef, blies me in dat opzicht weg qua diepgang en onderzoek. Nee, centraal in dit boek staat het schaken en een overzicht geven van de resultaten per jaar. De partij(fragmenten) die gegeven worden zijn goed gekozen en voorzien van analyse en commentaar zonder dat dit te diep gaat. Iedereen kan de partijen daarom goed volgen. Spassky wordt ook niet op een voetstuk gezet, het commentaar is goudeerlijk als hij misgreep.

Fragmenten

Uiteraard moet ik nog wat partijfragmenten geven uit het boek! Dus daar gaan we!

Deze partij kende ik al, waarin een jonge Spassky de dan wereldtopper en bijna wereldkampioen Smyslov van het bord zet. En het oogt zo eenvoudig. Wat me trekt in deze partij is de verkeerde inschatting van Smyslov met betrekking tot het centrum, waar ruimte ligt. Spassky pakt zijn kans en neemt het bord in bezit. Leerzaam vind ik hoe hij zijn ruimtevoordeel vasthoudt en uitbreidt. De afronding mag er ook zijn. Al met al een gewoon een heerlijk potje!

En dan wat over die vechtlust. Deze kende ik nog niet! In onderstaande stelling staat Spassky met zwart slecht. Hij staat gedrukt met weinig uitzicht op kansen, wit is daarnaast al aan het aanvallen: verlies is aanstaande. Dus ja, wat moet je dan? Spassky speelde …Pc6?!?!. Door dat stuk weg te geven kreeg hij in ieder geval een sterk pionnencentrum en tegenspel. Zijn tegenstander, Averbakh, speelde aanvankelijk goed. Toch wist Spassky het zo complex te maken dat hij er een remise uitsleepte. Hij miste zelfs kansen om te winnen in het eindspel. Taimanov merkte achteraf op dat hij liever op zou hebben gegeven dan …Pc6 te hebben gespeeld. De hele partij geef ik er ook bij, maar zonder commentaar.

Hoewel dit uiteraard niet alleen voor Spassky geldt, valt het me op hoe vaak hij bereid was materiaal te geven voor bepaalde compensatie. Soms voor aanval en initiatief, soms uit noodzaak, soms omdat het simpelweg een betere stelling oplevert op basis van actieve stukken. Hier twee van de vele voorbeelden.

Deze eerste is een eindspel, de contouren van een (semi-)Slav (pionnen c6-b5-c4) zijn nog zichtbaar. Zwart speelt …Pd3+, waarna Spassky meteen de kwaliteit offert. De stukken van Spassky blijken superieur en na vele mooie paardsprongen (let op de ingesloten toren op c7!), wint wit de kwal terug. Het bleek voldoende om met de actieve stukken het ongelijke lopereindspel te winnen.

Het volgende voorbeeld tegen Geller is denk ik hoofdzakelijk goed rekenen van Spassky’s kant, maar wellicht zat er een punt waarop Spassky moest besluiten dat zijn stukken simpelweg te goed moesten zijn in combinatie met de open positie die arme witte koning. Veel spelers zouden het offer wellicht overwegen, maar zowel het doen als het correct uitspelen zijn een ander verhaal wat mij betreft. De hele partij is gegeven, vanaf zet 19 wordt het spannend en geef ik commentaar.

Al met al kan ik de partijen van Spassky erg aanraden! Ze zijn buitengewoon leerzaam en goed te begrijpen voor iedere schaker. Het commentaar in dit boek helpt daarbij!

 

Titel: Boris Spassky’s best games 1

Auteur: Tibor Karolyi

Aantal bladzijden: 338

ISBN: 9781784832001

Uitgeverij: Quality Chess

Gepubliceerd: 2024

Link naar onze recensenten met hun recensies

Over Bram Klapwijk

Ik ben een schaaktrainer en schaakliefhebber. Met name de aanval vind ik erg interessant, maar voor bijna alles dat met schaken te maken heeft kan je me wel porren. Ik heb een eigen Youtube kanaal: Schaakplezier!

2 Reacties

  1. Avatar
    Herman Grooten 28 augustus 2024

    Als coördinator van de boekenrubriek wil ik hier graag Bram Klapwijk hartelijk bedanken voor zijn grote staat van dienst met betrekking tot alle fraaie recensies (en niet te vergeten alle andere interessante artikelen die publiceerde) die hij voor Schaaksite schreef. We wensen hem veel geluk toe!

Alleen geregistreerde gebruikers kunnen een reactie achterlaten.